‘Een akoestische ramp’: waarom de trend van het minimalisme onze oren pijnigt

Gepubliceerd op Auteur: koenarchief

https://www.demorgen.be/de-oorzaak/een-akoestische-ramp-waarom-de-trend-van-het-minimalisme-onze-oren-pijnigt~bd7fabf0/?utm_source=demorgen&utm_medium=email&utm_campaign=newsletter&utm_content=verhaalvandedag&ctm_ctid=d900ba12e4602c8dcb921bce73cfaf1c

‘Een akoestische ramp’: waarom de trend van het minimalisme onze oren pijnigt

Barbara Debusschere

AchtergrondDe Oorzaak

Professor bouwakoestiek Edwin Reynders in het akoestieklabo van de KU Leuven. ‘Het is beter te voorkomen dan te genezen: de nodige akoestische bescherming achteraf realiseren is vaak moeilijk of onmogelijk.’ Beeld Tim Dirven Professor bouwakoestiek Edwin Reynders in het akoestieklabo van de KU Leuven. ‘Het is beter te voorkomen dan te genezen: de nodige akoestische bescherming achteraf realiseren is vaak moeilijk of onmogelijk.’noneBeeld Tim Dirven

In polyvalente zalen of restaurants met minimalistische interieurs ondervind je meteen dat goede akoestiek geen luxe is: galm en gekletter slopen de zenuwen. ‘Toch is er weinig aandacht voor. En met wat mousse onder de tafel kom je er niet’, zeggen kenners.

Het is overal maar we staan er nauwelijks bij stil: geluid. Of het nu irritant of heerlijk ontspannend is, decibels hebben een veel grotere impact op lijf en leven dan de meeste mensen vermoeden. Daarom start De Morgen samen met wetenschappers van UAntwerpen en UZA een groot geluidsonderzoek. Iedereen die in Vlaanderen woont, kan deelnemen.

“Hoe kan het dat een restaurant dat heerlijk eten serveert niet stilstaat bij de auditieve marteling die je er moet bij nemen?” Het blijkt een courante vraag bij restaurantgangers die een lunch of diner afronden met een schorre stem, barstende hoofdpijn en de vaststelling dat ze nauwelijks een gesprek hebben kunnen voeren.

Krijg een melding bij belangrijk nieuws

Filip Verbandt, voorzitter van de Belgische Akoestische Vereniging (ABAV), kent het antwoord. “De trend van het minimalisme pijnigt onze oren”, zegt hij. “Er zijn steeds meer klachten over cafés en restaurants omdat het interieurs zijn met vooral materialen zoals glas, marmer en beton. Akoestisch is dat een ramp.”

Pieter Schevenels van akoestisch studiebureau PS-Acoustics ziet het zelfs in trendy magazines. “Wanneer ik de interieurs zie waarmee mensen pronken in weekendmagazines, denk ik altijd: daar zou ik niet in willen wonen. Met al dat glas en beton klinkt het daar verschrikkelijk.”

Dat komt omdat die materialen glad zijn. “Geluid, dat zijn golven van trillende lucht”, zegt professor bouwakoestiek Edwin Reynders (KU Leuven). Die reizen door de ruimte tot ze op een obstakel botsen. Is dat een open, poreus materiaal dat veel trillingen kan absorberen, zoals een zwaar gordijn of een wand of plafond met gaatjes in, dan wordt het geluid geabsorbeerd. Is het een glad materiaal zoals glas, dan weerkaatst het en blijft het dus lawaai veroorzaken. De galm die daardoor ontstaat, versterkt het lawaai in de ruimte fel.”

Dat ook de open keuken in zwang is, helpt niet. “In combinatie met al die harde materialen krijg je dan het zogenaamde ‘café Lombart-effect”, zegt professor akoestiek Cedric Vuye (UAntwerpen). Dat ontstaat wanneer meerdere groepjes sprekers in een ruimte met veel geluidsreflectie vooral hun eigen echo horen. De andere gesprekken ervaar je als achtergrondgeluid. “Om je verstaanbaar te maken, ga je dan luider praten dan die achtergrond”, zegt Vuye. “Daardoor wordt het achtergrondgeluid bij de anderen steeds luider, waardoor ook zij luider gaan praten. Enzovoort. Op den duur gaat iedereen roepen of net zwijgen omdat je je niet meer verstaanbaar kan maken.”

Ook sportzalen, kantines, crèches, kleuterklassen, ziekenhuizen, zwembaden, atria en andere grote ruimtes waar veel volk en activiteit is maar weinig geluidsabsorberende materialen is het vaak lawaaierig. Verbandt voegt daar de ‘hel van de padel’ aan toe. “Die sport is zo populair dat veel tennisterreinen nu padelterreinen worden. Dat betekent sneller en luider getok. Sommige mensen doen mij al huilend hun relaas”, zegt hij.

Nagalmtijd

Nochtans is de kennis over akoestiek de laatste decennia sterk ontwikkeld. “En in ons land zit de top qua expertise”, zegt Verbandt. “Elon Musk doet niet toevallig een beroep op Belgische technologie voor akoestiek.”

Maar in de opleidingen is bouwakoestiek niet overal een verplicht vak. Voor de studenten burgerlijk ingenieur bouwkunde en -architect aan de KU Leuven is het dat wel, aan de UAntwerpen is het voor die studenten een keuzevak. “Heel wat architecten studeren dus af zonder notie van akoestiek, hoewel zij het zijn die de materialen en constructies kiezen”, zegt Vuye. Vandaar dat een bedrijf zoals dat van Schevenels opleidingen organiseert voor professionals en dat de ABAV op Batibouw infosessies plant.

Akoestiek is vaak ook het laatste waar mensen geld aan willen geven omdat het lastig in geld uit te drukken is. “Als je aannemer zegt dat hij voor duizend euro de nagalmtijd (hoe lang het duurt vooraleer een geluidsimpuls uitsterft, BDB) in je huis verlaagt van 1,5 seconden naar 1,2 seconden, dan vraag jij wellicht wat die investering oplevert”, zegt Vuye. “Maar er is geen terugverdientijd zoals bij thermische isolatie. En je kan de meerwaarde van akoestisch comfort ook niet echt omzetten naar een geldwaarde omdat hoe we geluid ervaren deels subjectief is.”

Maar de nefaste effecten van geluidsoverlast zijn dat niet. Wetenschappelijke studies tonen het verband tussen lawaai en allerlei fysieke klachten als slapeloosheid, verhoogde bloeddruk, stress, hartkwalen en gehoorschade. Meer galm vraagt ook meer energie van onze hersenen om goed te verstaan wat een ander zegt. Leerkrachten en zeker sportleerkrachten hebben vaak gehoor- en stemproblemen en leerlingen in klassen met slechte akoestiek lopen leerachterstand op.

“Kinderen en leerkrachten die in een oud schoolgebouw vertoeven komen ’s avonds opgedraaid thuis na een dag in zo’n galmbox”, zegt Schevenels. In de nieuwe schoolgebouwen is het probleem doorgaans opgelost. Al hekelt Verbandt de ‘open classrooms’ in sommige lagere scholen. Daar zit doorgaans veel glas en steen in en veel kinderen doen er allerlei activiteiten tegelijk. “Dan bespaar je op personeel, maar akoestisch is het een verschrikking”, zegt hij.

Geluidsecologie

Het is dan ook hoog tijd om ‘geluidsecologie’ hoog op de agenda te zetten, vindt Cedric Engels van ‘sound agency’ Sonhouse. “Professionals maar ook burgers en de overheid moeten zich meer bewust worden van de impact van lawaai en slechte akoestiek”, zegt hij. “We moeten daarover denken zoals we over geuroverlast denken. Uit een stinkend restaurant loopt iedereen weg. Maar in een slecht klinkend restaurant blijven we zitten. Nochtans schaadt stank de gezondheid niet en lawaai wel.”

Gelukkig zijn er steeds meer oplossingen. “Wel is het altijd beter om te voorkomen dan te genezen”, zegt Reynders. “De nodige akoestische bescherming achteraf realiseren is vaak moeilijk of onmogelijk.”

Ook cruciaal is weten of de geluidsbron binnen of buiten zit, want de oplossing verschilt grondig. “Lawaai van buitenaf, zoals verkeer of de voetstappen van de buren kun je niet dempen met een geluidsabsorberend plafond in je huis”, zegt Reynders. “Geluid van buiten kun je enkel tegenhouden met een zware of ontdubbelde scheidingsconstructie. Belangrijk is ook dat luchtlekken, zoals via een onaangepast ventilatierooster, kieren, vensters en deuren, geminimaliseerd worden.”

Het zijn ingrepen die je bij nieuwbouw van bij het begin moet voorzien. En je denkt er best zelf aan. “Er bestaan bouwakoestische normen die architecten en aannemers wettelijk moeten naleven”, zegt Reynders. “Maar jammer genoeg is er niet altijd aandacht voor. Verwijs dus naar die normen in je overeenkomst met de architect en het bestek voor de aannemer, of schakel een akoestisch adviesbureau in.”

Dat laatste kan ook helpen om onnodige kosten te vermijden. “Ik ken mensen die naast een padelterrein wonen en voor 25.000 euro investeren in akoestisch glas zonder resultaat”, zegt Verbandt. “Dat getok is zo luid dat je iets aan de bron moet doen, zoals dat ook wettelijk verplicht is bij luidruchtige industriële installaties. Een padelterrein moet je overkappen. Maar padel staat nog niet in die wetgeving.”

Iets helemaal anders is het wanneer de geluidsbron zich in dezelfde ruimte bevindt. Dan moet je voldoende oppervlakte aan geluidsabsorberende materialen voorzien. Minerale wol verstopt achter een gipsplaat met gaatjes aan het plafond is een klassieker, want daar kun je doorgaans veel volume aanbrengen.

“Dat volume is erg belangrijk”, zegt Schevenels. “In een grotere ruimte waar meerdere mensen tegelijk spreken heb je ongeveer twee vierkante meter heel efficiënt absorptiemateriaal per persoon nodig. Soms zie je in restaurants of cafés mousse of vilten noppen onder de tafels. Dat is echt niet voldoende. De geluidsgolven bevinden zich daar amper en de oppervlaktes zijn te klein.”

Voor wie voldoende plaats en geld heeft, zijn er allerlei opties die ook visueel aantrekkelijk zijn, zoals ‘spanplafonds’ en ‘akoestische’ pleister die je met een gladde look kan afwerken. Je hebt ook geluidsabsorberende tegels met een beton-look, geluidsabsorberend meubilair en andere akoestische materialen die de minimalistische trend volgen. “Er zijn zelfs kunstreproducties met kleine gaatjes die geluid absorberen”, zegt Vuye.

Je betaalt wel meer. Schevenels heeft het over prijzen tussen 70 en 120 euro per vierkante meter voor zo’n spanplafond, in vergelijking met 15 à 20 euro voor een gewoon gepleisterd plafond. “Gemiddeld is akoestisch comfort voorzien zo’n 10 procent duurder per vierkante meter”, zegt Verbandt. “Maar in het totaalplaatje van een bouw- of renovatieproject valt dat doorgaans wel mee.”

Volume

En het resultaat voelt bepaald spectaculair, zo leert een wandeling met professor Reynders aan de KU Leuven. In een grote nieuwbouwhal waar gaatjes in de muren zitten en er akoestische wandpanelen hangen, klinkt alles zo aangenaam dat studenten er zitten te kletsen of lezen. Een smalle gang die naar een refter leidt en die er ‘luid’ uitziet omdat hij vooral bestaat uit glas en beton, klinkt al even zacht. “Het geheim is de akoestische pleister over het hele plafond”, zo wijst Reynders aan.

In het Laboratorium voor Akoestiek van de KU Leuven voelen we ons minder comfortabel. In een van de ruimtes is het omgevingsgeluid maximaal geabsorbeerd, in een andere wordt het geluid net zoveel mogelijk gereflecteerd, wat een enorme galm geeft. “In deze labo’s bepalen we de geluidisolatie van wanden en vloeren, de geluidabsorptie van afwerkingsmaterialen en de lawaaiproductie van apparaten”, zegt Reynders. “Ook voeren we onafhankelijke proeven uit op vraag van fabrikanten en de geluidabsorptie van meubilair uit concertzalen zoals Bozar wordt hier eveneens getest. Daar is het zeer belangrijk om de ideale nagalmtijd te bereiken en precies de hoeveelheid geluidabsorptie te voorzien die daarbij hoort.”

Professor Reynders: ‘Er bestaan bouwakoestische normen die architecten en aannemers wettelijk moeten naleven. Maar jammer genoeg is er niet altijd aandacht voor.’ Beeld Tim Dirven Professor Reynders: ‘Er bestaan bouwakoestische normen die architecten en aannemers wettelijk moeten naleven. Maar jammer genoeg is er niet altijd aandacht voor.’noneBeeld Tim Dirven

Die ideale nagalmtijd verschilt per type muziek. Vandaar dat er in concertzalen en in polyvalente zalen idealiter ‘gespeeld’ kan worden met extra wanden en deuren, doeken en dikke gordijnen. Ook met luiken of een verlaagbaar plafond kun je het volume van een zaal en dus de nagalmtijd veranderen. Zelfs meer of minder pluche op de zetels telt. “De polyvalente zaal is een van de moeilijkste uitdagingen. Daar moeten zowel een pianoconcert, een poëziewedstrijd als de lokale fanfare of pastoor goed klinken”, zegt Verbandt.

Ook lastig: gebouwen waar je nauwelijks aan mag raken. “Zo werd ons gevraagd de akoestiek te verbeteren in de Jubileumzaal van de universiteit”, zegt Reynders. “Maar dat pand is historisch erfgoed, waardoor er niets mocht gewijzigd worden aan plafonds, wanden en vloeren. Onze oplossing zit in 20 grote lusters met veel geluidsabsorberende cilinders. Dat scheelt al veel.”

Een andere optie is storend geluid maskeren door ander, minder storend geluid toe te voegen. “Omdat je geluid toevoegt, is dit wel maar in specifieke situaties mogelijk”, zegt Reynders. Engels noemt het voorbeeld van Brian Eno, die een soundscape op maat maakte voor een ziekenhuis. “Die ‘muziek’ moffelt het medisch gekletter en gebliep maximaal weg, op maat van de patiënt”, zegt hij.

In sommige landschapskantoren wordt die techniek ook ingezet: via luidsprekertjes weerklinkt een zachte ruis. Zo heb je meer een privégevoel wanneer je een telefoongesprek voert en horen anderen minder wat je zegt. “Dat is psychologisch sowieso aangenamer dan totale stilte”, zegt Verbandt. “Om diezelfde reden komt er in de nieuwe woningnorm ook een minimum aantal decibels voor ventilatie-installaties. Want onze nieuwbouwwoningen worden veel te stil omdat ze door het luchtdicht bouwen sterk afgesloten zijn van de buitenwereld. Wij meten nu zeer lage waardes die vroeger niet voorkwamen. Geluiden die vroeger verzonken waren in de achtergrondruis vallen daardoor veel meer op, want die achtergrondruis is uitgeschakeld. In zo’n heel stille slaapkamer hoor je je buren scherper.”

EPC voor akoestiek

Ultiem streeft de ABAV naar een akoestisch kwaliteitslabel. “Zoals een EPC-score, maar dan voor akoestiek. Zodat je als koper of huurder ook daarover enige houvast hebt”, zegt Verbandt. “Nu komen de klachten pas nadat mensen eerst eens een week in hun nieuwe woning gewoond hebben. Maar vooralsnog is er geen politieke wil voor zo’n score. Het zou nochtans veel ellende en rechtszaken vermijden.”

Al is het een illusie dat het alle akoestische wrevel zou verhelpen. “Soms haalt een huis of appartement de akoestische norm en zijn de bewoners toch ontevreden”, aldus nog Verbandt. “Bijvoorbeeld omdat ze in een appartement verwachten nooit de buren te horen. Dat is niet realistisch. En wij kunnen natuurlijk niet dicteren hoe je je huis inricht. Als je echt die hoge glaspartijen en betonnen vloeren wil en dat lege interieur, dan zal het galmen. Tenzij je goed akoestisch advies inwint.”