Wat je verliest als je geen kinderen krijgt

Gepubliceerd op Auteur: koenarchief

Bron: De Standaard

Na een reeks onsuccesvolle ivf-behandelingen en de beslissing daarmee te stoppen, neemt schrijfster Maartje Luif (43) de schade op.

 

1. De zin van het leven

Mijn beste vriend stelde twaalf jaar geleden zijn zaad ter beschikking om zo de zin van zijn bestaan te verankeren. Hij was ervan overtuigd dat je níét voortplanten het meest zinloze was dat je kon doen. Omdat hij geen vaste relatie wilde, droeg hij bij aan het gezinsgeluk van twee vrouwen die hij via via leerde kennen. Zijn dochter is nu elf.
Ik was destijds getrouwd met iemand die gesteriliseerd was, dus zijn bewering raakte me, want ze maakte mijn leven zinloos. Natuurlijk pareerde ik zijn betoog met particuliere filosofietjes, maar als het uitgangspunt is dat alleen voortplanting een mens drijft, dan is elke theorie irrelevant.
Inmiddels ben ik een scheiding, een nieuw huwelijk, een reeks ivf-behandelingen en de beslissing om geen kinderen te krijgen verder, maar de gesprekken dwalen nog door mijn hoofd. Want als hij gelijk heeft, dan is mijn kinderloze bestaan zinloos. En als hij ongelijk heeft: waar draait het dan wel om? In beide gevallen is de zin van het leven uit het zicht verdwenen.

2. Een motief om in leven te blijven

Niemand zal mijn liefdesbrieven met een mengeling van gêne en nieuwsgierigheid ontcijferen. Alles wat ik bewaar, is vooral een immense opruimtaak voor mensen die nooit zo betrokken zullen zijn

Uiteraard zijn er uitzonderingen, maar het leven lijkt meer waard te worden als er een nieuwe generatie bij komt. Veel ouders stoppen met drinken en roken als ze een kind willen, en blijven dat minder doen ­zolang ze hun nageslacht als voorbeeld ­dienen. Ze nemen over het algemeen minder risico. De kinderlozen daarentegen moeten hun doodsangst halen uit de liefde voor… ja, voor wat? Zichzelf? Hun leven?
Op de momenten dat ik al mijn zelf­beheersing in de strijd moet gooien, benijd ik iedereen met een hoger doel dan dat ­miezerige ‘zelf’. Begrijp me niet verkeerd: ik verzoen me dagelijks op eigen kracht met het leven, maar het gevoel twee keer zo hard te moeten werken als iemand met een levensvervullende buitenboordmotor is hardnekkig, want niets lijkt zo’n sterk verantwoordelijkheidsgevoel op te wekken als een nakomeling.

3. Een reden om te bewaren

Mijn moeder stelde tientallen foto­albums samen en mijn beide ouders zijn van het type ‘ooit ga ik die dozen opruimen’. Ik combineer die genen met het schrijverschap, mijn archief barst uit zijn voegen en ik bewaar voortdurend spullen waarvan ik me afvraag: voor wie?
Vroeger zei ik: voor mijn kleinkinderen, tegenwoordig denk ik aan wetenschappers en archeologen, maar dat is niet lang vol te houden, want welke navorser zit er op mijn rommel te wachten? Wat heeft het nog voor zin om spullen te bewaren? Niemand zal mijn kleren dragen, zoals ik de psychedelische jurkjes van mijn moeder droeg. Niemand zal de door de tand des tijds getekende foto’s van mijn grootouders bestuderen om er de kaaklijn van zichzelf in te herkennen. Niemand zal mijn liefdesbrieven met een mengeling van gêne en nieuwsgierigheid ontcijferen. Alles wat ik bewaar, is vooral een immense opruimtaak voor mensen die nooit zo betrokken zullen zijn.
In verhalen met tips voor kinderlozen wordt benadrukt dat je ook van betekenis kunt zijn voor andermans kinderen. Dat is waar, maar het zou in mijn omstandig­heden een fikse investering vergen om met andere kinderen zo’n band te krijgen dat ze staan te springen om mijn doos met vijftig dagboeken.

4. Een kans om je leven te herbeleven

Mijn leven was een hell of a ride en ik ben vergeetachtig, met als gevolg dat ik veel dingen niet meer weet. Emoties, kennis, ­belevenissen: zolang die herinneringen niet toevallig voorbijkomen, belanden ze in de vergeetput van mijn geheugen.
Daarom kan ik jaloers zijn op ouders die hun staartdelingen vanonder het stof mogen halen, die mogen meedenken over schoolpleinperikelen of over de inrichting van een studentenkamer.
Ik leen die herkenning nu bij anderen. Als ik een bevriend kind leer schaken en zie hoe het de paardensprong uittelt, weet ik weer hoe ik die zelf ook niet direct zag. Als mijn nichtje hartjes naar haar lief typt, besef ik weer hoe belangrijk hartjes zijn voor een tiener. Als mijn petekind plaatsneemt op het ministoeltje waar ik ooit op zat, voel ik de afdruk van het riet in mijn billen. Maar dat zijn incidenten, een grondige herbeleving van alle levensfasen gaat aan mij voorbij en dat voelt als een ­verlies.

5. Aansluiting bij je generatie

Vrijwel al mijn vrienden van mijn leeftijd hebben kinderen, behalve ik. Dus hebben ze schoolse ritmen, volle weekends, ­beheerste uitspattingen en één focus: de kinderen veilig naar hun volwassenheid ­escorteren. Dat vergt tijd waarin ik ze niet zie en die ik alleen of met mijn man doorbreng. Gelukkig kan ik goed kluizenaren; dat is mede een reden om de komst van een kind niet langer te forceren. Maar dat er een reeks babysitters aan te pas moet ­komen om het gesprek met mijn vrienden gaande te houden, is beklemmend.

6. Kleinheid

Het leven van de kinderloze draait om wezensvragen. Er zijn te veel uren in de dag van de efficiënte volwassene om je te beperken tot slapen, eten en werken. Dus vraag ik me eindeloos af wat ik zal doen met mijn tijd. Gelukkig heb ik een bewerkelijke kat en een tijdrovende schrijfhobby, maar een goede reden om het leven terug te brengen tot billen afvegen, cocktailprikkers in kastanjes pieren en wat neuriën naast een kinderbed heb ik niet. Evenmin heb ik weinig reden om mijn volwassen sores te doorkruisen met al te simpele waaromvragen of monsters onder het bed. Terwijl kleinheid een prima antigif is tegen al te grote gedachten.
Natuurlijk weet ik dat ouders dit kunnen omdraaien: wij hebben nooit meer tijd voor wezensvragen! Ik begrijp ook dat dat misschien nog wel erger is. Maar de gelegenheid om je gepieker dagelijks door de verhakselaar van de kleinemensenproblemen te halen, is een zegen die ik met enige jaloezie aanschouw.
Nog altijd sta ik pal achter mijn beslissing om niet langer nageslacht te forceren, maar ik realiseer me dat het niet alleen gaat om iets niet krijgen, wat veronderstelt dat de status quo gehandhaafd blijft. Nee, het is ook een kwestie van iets verliezen: motieven, drijfveren, inclusiviteit, belang en toegang tot de allerkleinste en allergrootste dingen des levens; de aansluiting bij een wereld waarin wetten, gesprekken en verhalen draaien om een meerderheid van mensen met kinderen of met nóg geen kinderen. Daar niet bij horen vergt autonomie en acceptatie. Een leven zonder afleiding mag dan wel voorgoed om mij draaien, de wereld draait helaas nauwelijks om mensen zoals ik. Sinds ik mij niet verdubbelde, sta ik er meer dan ooit alleen voor.

Één reactie op Wat je verliest als je geen kinderen krijgt

  1. Reba Fleurantin

    […]very handful of internet websites that transpire to be detailed below, from our point of view are undoubtedly effectively worth checking out[…]