Vier jaar geleden overleed (pdw): ‘Zoveel mensen voelden evenveel liefde voor hem als wij – zijn familie, zijn kinderen, zijn bloed’

Gepubliceerd op Auteur: koenarchief

Bron: humo

Op de ochtend van 19 februari 2013 zongen de kraaien boven Gent een vals lied – niemand die het wijsje wenste te herkennen. In de loop van de dag klaarde een persbericht uit wat dat gekras betekend had: de dood was Patrick De Witte (54) komen jatten. De man die zijn naam kort liet knippen – (pdw) vond hij wel volstaan – had als drummer van The Misters vier keer AC/DC in z’n voorprogramma gedoogd (of was het omgekeerd?), als journalist opwindende vuurtjes gestookt in de kolommen van Humo, en als bakker van snijdende witzen radio- en tv-programma’s van baldadige humor voorzien. Maar dat was voorbij, toen.

‘Vaak zien mensen alleen de mythe – de schrijver, de muzikant, de grappenmaker – en niet de lieve vader en de mooi stuntelende man’
Marleen Beeckman (56), zijn levenspartner, en Benno (21) en Hannah De Witte (20), hun kinderen, hebben sinds die onvriendelijke dag de wereld drie jaar krankjorum zien voortdraaien, terwijl hun eigen werelddeel almaar kromp: verdriet zit in een klein hoekje. Nu ontvangen ze me in hun aardige huisje in Gentbrugge, om samen door hun herinneringen te swingen. Daar komt veel goeds van: ik heb zelden mensen ontmoet met wie het warmer praten is.

Maar eerst wandelen we terug naar de dag met die brutale deuk in, de dag waarop de hartslag van (pdw), een drumroffel van The Who, stokte.

Benno De Witte «Mijn ma riep me, ik stommelde naar beneden, en daar zag ik mijn vader – erg bleek, zijn gezicht vertrokken van de pijn. Toch zag ik nog niet meteen de ernst van de situatie in. Pas toen de ambulanciers binnenkwamen, besefte ik: ‘Shit, dit is echt niet in orde.’»

Marleen Beeckman «Het was een gewone ambulance, zonder dokter. De ambulanciers hebben nog een mug proberen op te roepen, maar er was geen enkele beschikbaar. Patrick had een ontsteking van het hartvlies. Dat is te behandelen, als je er snel bij bent. Enfin, ik ben samen met Peter, een buurman, achter de ambulance aan gereden. ‘Pak wat kleren mee voor Patrick,’ zei Peter nog, ‘voor als hij langer moet blijven.’»

Benno «Daar, bij ons thuis, was de laatste keer dat ik mijn vader gezien heb. Ik ben ook de auto ingestapt, maar toen ik bij het ziekenhuis aankwam, was hij al naar het operatiekwartier gebracht. We werden door een dokter naar een klein kamertje geroepen. Drie keer is die dokter dat kamertje binnengekomen. De tweede keer zei hij dat het hart van papa niet meer klopte, en dat ze gingen proberen om hem te reanimeren. Maar ik wist dat dat niet zou lukken. Zoiets vóél je. De derde keer kwam de dokter hoofdschuddend binnen.»

HUMO Je vader is dus niet gestorven aan een hartaderbreuk, zoals overal geschreven werd?
Benno «Eerst dachten de dokters dat het een bloedklonter was. Ze hebben nog getracht om die via zijn lies te verwijderen, maar dat lukte niet. Uit zijn bloedwaarden bleek vervolgens dat het niet om een klonter ging, wel om een ontsteking van het hartvlies.»

Marleen «Er is ons nog een autopsie voorgesteld, maar dat wilden we niet. De dokter was er zeker van dat het een ontsteking van het hartvlies was. Dat volstond voor mij.»

HUMO Zijn jullie na zijn dood nog bij Patrick geweest?
Marleen «Ik wel.»

Hannah De Witte «Mijn eerste reflex was om het ook te doen. Maar Benno zei me dat hij papa zo niet wilde zien, en overhaalde me om ook niet te gaan.

»Mijn herinneringen aan die dag zijn fundamenteel anders dan die van mama en Benno, omdat ik op school zat. Toen ik daar werd opgepikt, voelde ik meteen dat het niet goed zou komen. En toen ik aankwam in het ziekenhuis, was papa al gestorven. Heel vreemd hoe je zo’n moment niet samen beleeft – ik denk niet dat ik me in mijn leven ooit nog zo fundamenteel alléén zal voelen als toen.

»Ik ben heel blij dat Benno me overtuigd heeft om niet meer naar papa te gaan kijken. Want daardoor is mijn laatste herinnering aan hem er eentje van de avond ervoor. Ik kan dat beeld nog altijd tot in de meest precieze details oproepen: ik sta bij zijn bureau, en we zijn aan het gieren van het lachen. Ik ben zo blij dat dát mijn laatste herinnering is, dat er op mijn netvlies geen beeld geprent staat van papa die ziek werd, of al gestorven was.»

Benno «Ik wist meteen dat ik het niet wilde. Dat beeld van mijn dode vader zou ik nóóit uit mijn kop gekregen hebben.»

Marleen «Bij mij staat het op mijn netvlies gebrand. (Zucht) Ik heb er eigenlijk spijt van.

»Eén schamel uurtje: meer was er niet nodig om Patrick te verliezen. Zonder waarschuwing, zonder voortekenen. Van iemand die ziek is, kun je tenminste nog afscheid nemen.»

Hannah «Langs de andere kant: wij allemaal huilend rond z’n ziekbed, dat had hij vreselijk gevonden. Hij wilde niet wegkwijnen, en hij wilde al helemaal niet dat wij hem zouden zíén wegkwijnen.»

Marleen «Hij was daar heel stellig in: ‘Zodra ik in een rolstoel zit, laat je maar iemand komen met een spuitje.’ Maar die snelle, onverwachte dood was voor ons wel heel moeilijk om te verwerken. Dat was zó’n schok.

»Op weg naar het ziekenhuis was Patrick nog bij bewustzijn. Ik vraag me nu af wat hij nog gedacht heeft in die ambulance. Hij moet geweten hebben dat hij het niet zou redden.»

‘Zijn urne ligt naast mij in bed, op zijn hoofdkussen. Iedere avond schud ik er even mee: ‘Ha, piepke, de dag zit er op”
Hannah «Hij had ooit al een ongeval gehad met de motor, en toen was het kantje boord geweest. Nadien had hij me verteld wat er op dat moment door zijn hoofd ging. Hoe hij aan ons dacht, zijn kinderen. En aan mama. En hoe graag hij ons allemaal zag. Het was een onverbloemd, ontzettend gedetailleerd verslag – de heftige gedachten van iemand die denkt dat hij gaat sterven. Het was heel ontroerend om dat toen te horen, en ik weet wel zeker dat het ook dát was wat hij die laatste minuten in die ambulance gedacht heeft.»

Verboden te huilen

In het ziekenhuis moeten Marleen, Benno en Hannah nog een staaltje ruwe absurdica doorstaan. De moeder van (pdw) – zijn beide ouders leven nog – heeft cataract, en is net geopereerd. Om haar ogen te beschermen, mag ze een poosje niet huilen. En daar staat ze dus, verdampt tot een wolk ellende, op doktersbevel tegen haar tranen te vechten.

Hannah «Dat beeld van mijn oma… Verschrikkelijk was het.»

Marleen «Zijn beide ouders zijn er nog altijd kapot van. Je enige kind dat voor jou sterft: dat hoort fundamenteel niet, hè, dat vloekt en vecht met je hele emotionele logica.»

HUMO Werden jullie goed opgevangen in die eerste uren en dagen?
Marleen «We hebben toen enorm veel gehad aan onze dichtste vrienden: Pascale, Maarten, Geert, Frank. Die namen de organisatie van de begrafenis op zich, en schermden ons wat af van de buitenwereld.»

HUMO Die buitenwereld reageerde verbijsterd en verdrietig, ook op sociale media. Misschien ben ik te cynisch, maar ik vertrouw dat collectieve rouwen niet. Net als bij de dood van Luc De Vos bijna twee jaar later kreeg ik het onbehaaglijke gevoel dat mensen koketteerden met hun ontzetting – ‘Kijk eens hoe hard zijn dood me raakt.’ Dat ze zich het verdriet van de échte nabestaanden toe-eigenden.
Benno «Ik begrijp wat je bedoelt. Ik kan natuurlijk niet in de hoofden van andere mensen kijken, maar inderdaad: ik heb ook weleens getwijfeld aan de oprechtheid van reacties.»

Hannah «Van wie hem echt goed gekend heeft, begrijp ik het. Maar wie hem niet kende, leek me toch vooral mee te surfen op een makkelijke golf. Het was een beetje profileringsdrang: door luid te schreeuwen dat je kapot was van de dood van (pdw), had je meteen ook fijntjes aangestipt dat je in het kamp van de humor en de rock-’n-roll zat, en niet in dat van de mainstream.»

HUMO De dochter van Marc Mijlemans, de Humo-legende die al op z’n 28ste stierf en met wie jullie papa een bureau deelde, zei in een interview twintig jaar na zijn dood: ‘De ongelofelijke bewondering die sommige mensen voor mijn vader hebben, vind ik waanzinnig.’ Ze wilde de publieke figuur het liefst weg: ‘Dán zal hij volop mijn vader zijn – ik heb hem het liefst als vader.’
‘Zoveel mensen voelden evenveel liefde voor hem als wij – zijn familie, zijn kinderen, zijn bloed.’

Hannah «Dat is herkenbaar, in die zin dat mensen bij papa vaak alleen maar de mythe zien – de schrijver, de muzikant, de onweerstaanbare grappenmaker – en niet de lieve vader en de mooi stuntelende man. Maar dat is logisch. En eigenlijk vind ik het net fijn dat mijn vader zo bewonderd werd.»

HUMO De meeste doden moeten het met een versje van Toon Hermans op het bidprentje doen, en een aandoenlijke speech van één van de nabestaanden…
Benno «…en bij papa regende het prachtige teksten, van al die mensen die zo mooi kunnen schrijven: Rudy Vandendaele, Marc Didden, Guy Mortier, Jean Blaute, Josse De Pauw… Dat heeft mij toen echt ontroerd. Die mensen zeiden wat wij op dat moment voelden, maar niet in woorden gevat kregen.»

Hannah «Het nam mijn verdriet niet weg, maar het verzachtte het wel een beetje. Ik merkte dat die mensen evenveel liefde voor hem voelden als wij – zijn familie, zijn kinderen, zijn bloed. Dat hij dat teweegbracht bij zijn vrienden, bewees dat hij echt een goed mens was.»

HUMO Een jaar na zijn dood werd in de Vooruit een tribute-avond georganiseerd.
Marleen «Dat heeft toen mijn hart warm gehouden. We hadden een horrorjaar achter de rug. Want iederéén leek toen te sterven. Na Patrick kwamen nog Fons Sijmons, Paul Despiegelaere, mijn vader. En daarvoor was Patricks grootmeter al overleden, naar wie hij geweldig opkeek.

Hannah «Je hebt zelf zoveel verdriet, en dan blijven ze rond je bij bosjes vallen. Het bracht me telkens weer terug naar het gevoel dat me overspoelde toen ze me vertelden dat er iets ernstigs aan de hand was met papa. Maar op die tribute was alles anders. Ik heb mij daar geamuséérd. Het ging er niet meer over het verdriet, wel over de toffe momenten, over het plezier dat we met papa gemaakt hebben. Dat heeft ons zó goed gedaan. We hebben het toen ook uitgesproken tegen elkaar: ‘Dit is een afsluiter.’»

Marleen «Maar wég krijg je dat verdriet niet. Ik mis Patrick nog elke dag. Zijn urne ligt naast mij in bed, op zijn hoofdkussen. Iedere avond schud ik er even mee, en zeg ik: ‘Ha, piepke, de dag zit er weer op.’

»Ik vind het ook fijn dat we zijn stem niet kwijt zijn. Ik luister heel graag naar zijn podcasts. Benno niet, die kan daar niet tegen.»

Benno «Jawel, ma, als ik zo’n podcast bewust opzet. Maar als de iPod op shuffle staat en ik plots zijn stem hoor, vind ik dat heel…»

Hannah «…angstaanjagend.»

Benno (knikt) «Kort na zijn dood gebeurde het de eerste keer. Dat kon ik toen echt niet aan. En nu zal ik nog altijd vragen om het asjeblieft af te zetten.»

Marleen «Ik zoek dat net op. Ik vind het zo aangenaam om zijn stem te horen. Dan heb ik Patrick weer dichtbij.»

‘Jean Blaute zag Patrick héél graag.’
Hannah «Ik genoot ervan om boven in mijn kamer te zitten, en beneden mijn papa te horen praten. Net na zijn dood beleefde ik zo’n momentje: zijn heerlijke brom die tot een verdieping hoger reikte. Alleen was het natuurlijk niet papa die ik hoorde, wel Benno – hun stemmen lijken heel erg op elkaar. Ik werd er echt bang van. Nu nog schrikken veel mensen wanneer ze Benno aan de lijn krijgen.»

Benno «Ik heb het meegemaakt met Jean Blaute, één van de beste vrienden van papa. Hij belt, ik zeg ‘Hallo’, en er valt een stilte. ‘Jean, wat scheelt er?’ Hij antwoordt: ‘Patrick, ben jij dat?’ En ik hoor hem sniffen en zijn tranen wegslikken. ‘Nee, Jean, ’t is Benno.’ (Met tranen in de ogen) Ik wist niet meer wat te zeggen.»

Marleen «Jean zag Patrick héél graag.»

Madame non

Marleen vertelt over Brendan Croker, een Engelse singer-songwriter die onder meer met Mark Knopfler, Eric Clapton en Kevin Coyne werkte, en nauw bevriend raakte met Patrick Riguelle en (pdw). ‘Ik had hem leren kennen in het hotel waar ik werkte, en Patrick en hij werden maatjes. Brendan woont in Leeds, maar komt geregeld naar België. Dan komt hij hier stoofvlees eten. En we sms’en elkaar nog altijd meerdere keren per week: ‘Hey, piepke!’’

Benno zet ‘Feel Like Going Home’ op, dat Croker op de begrafenis van (pdw) speelde. Het is maar een liedje uit maar een smartphone op maar een dag in maar een week – en toch voel ik hoe bijzonder dit is, hoe de tijd zich op z’n rug in het gras legt, de rest van de wereld bedeesde camouflagekleuren aantrekt, en er even alleen deze drie mooie mensen zijn, met dat grote geluk waar dat grote verdriet aan vastgebonden is.

‘De foto op zijn doodsprentje typeert hem perfect: zijn ene oog lacht, het andere treurt’
Hannah «Papa was zo’n bevlogen verteller! Was hij met De Stelvio’s, zijn motorclubje, op trip geweest, dan kwam hij euforisch terug, en vertelde hij de zotste verhalen.»

Marleen «Dat is het gen van de Brugse Poort, de volksbuurt waar hij is opgekweekt. Dan zaten we in de zomer buiten, begon hij te vertellen, en hing iedereen aan zijn lippen.»

Hannah «En als opa erbij was, werd dat vertellen discussiëren. Maar ook die discussies waren hilarisch.»

Benno «Er was altijd net iets meer leven in huis als hij er was.»

Hannah «Hij had ook altijd maffe ideeën die hij at random op tafel gooide. Midden in een gesprek met de buren kon hij plots beslissen dat we allemaal samen paté zouden gaan maken.

»Als de sfeer bedrukt dreigde te worden, als mensen uitgepraat waren of als er iets scheef zat, was het papa die het vuur en de vrolijkheid terugbracht. Hij was een heel serieuze én een heel onnozele mens.»

Marleen «De foto op zijn doodskaartje typeert hem perfect: zijn ene oog lacht, het andere treurt.»

HUMO ‘Lachen was van levensbelang, en saaiheid verboden,’ schreef Rudy Vandendaele over Patrick. Waren zijn honger naar humor en zijn liefde voor sfeervol bullshitten thuis ook zo omnipresent?
Hannah «O ja. Hij was altijd heel ernstig aan het werken, maar als ik dan even bij hem kwam, zette hij zijn muziek op, en begonnen we te dansen. We hadden silly moves bedacht die bij bepaalde liedjes hoorden. Dat waren ónze momentjes. Als hij kookte, stond hij ook altijd te dansen en te zingen.»

Benno «Ik kan me nauwelijks momenten herinneren waarop hij echt serieus was. Zijn leven was: taking the piss out of everything.»

HUMO Hij had heel uitgesproken meningen, en het talent om eloquent boos te zijn op wie en wat in zijn ogen niet deugde. Hoe was dat voor jullie?
Benno «Ik heb daaruit geleerd dat ik het ook zo moet doen.»

Hannah «Ja: we zijn beiden niet op ons mondje gevallen. We hebben een uitgesproken mening, en we zijn allergisch aan mensen die ons dingen willen verplichten of verbieden.»

Benno «Maar papa heeft me óók geleerd wanneer ik op mijn tong moet bijten.»

‘Wees gerust, zelfs voor mij was zijn humor soms bizar.’
Marleen «Want hij schopte niet zomaar wat om zich heen. Hij liet me vaak dingen lezen, en als ik het te scherp vond, sliep hij er een nachtje over. Waarna hij vaak toch gewoon zijn zin deed (lacht).»

Benno «Ik was ook het eerste publiek voor zijn grappen. Dan liep ik door de keuken, en las hij iets voor. Als ik meteen lachte, was het goed. Als ik er onbewogen bij bleef, begon hij zijn grap bij te vijlen.»

Marleen «Wees gerust: zelfs voor mij was zijn humor soms heel bizar.»

Hannah «Je hoort mensen vaak praten over de moeilijke combinatie van gezin en werk, maar voor hem was daar niets problematisch aan: hij liet de twee in elkaar overvloeien. Door ons voortdurend bij zijn werk te betrekken, voelden we ons er een onderdeel van – dat was heel fijn.»

Marleen «‘Zie uw vrouw en uw kinderen graag. Dat is het enige wat telt.’ Dat was zijn slagzin – hij hangt hier in de gang op.»

HUMO Ik kan me voorstellen dat buitenstaanders alleen de brutale rock-’n-roller zagen, en niet de tedere familieman.
Marleen «Mensen dachten vaak dat hij een arrogante klootzak was. Nu, dat wás hij soms ook (lacht). Als iemand hem een kloot afgetrokken had, vergat hij dat niet. Vijf jaar later niet, tien jaar later niet. Maar zijn nest, zijn stam, dat was alles wat telde voor hem.»

Hannah «En om familie te worden moest je geen bloedverwant zijn. Onze buren, onze vrienden: die hoorden ook bij de familie.»

HUMO Het centrum van de wereld was voor die familie het gerieflijke huis waarin jullie woonden, en dat in Humo liefkozend ‘PDW Towers’ genoemd werd.
Marleen (glimlacht) «Aan de gevel had hij ook echt een bordje met die naam gehangen.»

HUMO Humo-journalist Marc Van Springel noemde de barbecues in PDW Towers ‘legendarisch’. ‘Hij propte iedereen vol – met eten, drank en fijne rookwaren. En als iedereen dan verzadigd en begaaid was, keek hij gelukzalig rond. Daar leefde hij voor.’
Hannah «Als de rest gelukkig was, was hij gelukkig.»

Benno «Op het einde van de avond, als iedereen gegeten had, kon hij in de zetel ploffen en content, echt contént rondkijken.»

HUMO Hij werkte vaak ’s nachts.
Marleen «Het was prachtig hoe hij daar zat, omringd door z’n televisie, z’n muziekinstallatie en z’n computer. Benno is ook zo’n nachtraaf.»

Benno «Na middernacht ging ik soms een uurtje bij hem zitten. Dat waren momenten van klein geluk. Dat vind ik nu één van de moeilijkste dingen om mee te dealen: dat er ’s nachts niemand meer is om mee te praten.»

HUMO We bevinden ons bovendien niet in PDW Towers. Het huis werd verkocht.
Marleen «We wilden daar helemaal niet weg. Maar het kon niet anders: de kosten waren te hoog.»

Hannah «Dat was voor mij één van de grootste klappen. Dat was ons huis. Al onze herinneringen woonden dáár. Ik vind het nog altijd moeilijk om erlangs te rijden.

»Eigenlijk is papa pas echt gestorven toen we het huis verkochten. Want net na zijn dood, toen we er nog woonden, voelde het alsof hij er nog was.»

Marleen «We hebben dan dit kleine rijhuis gehuurd. In het begin wilde Benno hier niet zijn. Hij weigerde zelfs om te helpen schilderen.»

Hannah «In het eerste jaar hier zeiden we vaak tegen elkaar: ‘Ik ben hier eigenlijk niet graag.’»

Marleen «Ik woon hier nog altijd niet graag.»

Benno «Ik ondertussen wel.»

Marleen «Er zijn maar twee slaapkamers, waardoor Benno in de ruimte moet slapen die normaal het salon is.»

Benno (teder) «Ik vind dat helemaal niet erg, mama.»

HUMO Na de dood van je papa werd jij plots de zaakvoerder van zijn bvba, Benno.
Marleen «Omdat Patrick en ik niet getrouwd waren, en ik dus geen De Witte ben.»

Benno «Ik moest de hele tijd handtekeningen zetten onder documenten waar ik nauwelijks wat van begreep. Heel gek: je bent aan het rouwen, en tegelijk moet je je het hoofd breken over allerlei praktische, administratieve en financiële rompslomp.»

Hannah «We waren allemaal een beetje afhankelijk van hem.»

Marleen «Maar we hebben ons goed herpakt, vind ik. We hebben een paar dingen moeten opgeven, maar al bij al is het goed gekomen, toch?»

Benno «Ik heb op dit moment toch niet het gevoel dat we zwaar in de put zitten. Dat is het verschil met de eerste twee jaar na papa’s dood, toen ik geloofde dat het nooit meer goed zou komen.»

Marleen «Iedereen dacht dat ik het niet zou kunnen dragen zonder Patrick – zowel emotioneel als financieel. Maar ik heb het tegendeel bewezen. Ik heb me herpakt, en ben gaan werken. Bij de nonnekes, in het klooster van Gentbrugge. (Grijnst) Daar zou Patrick niet mee hebben kunnen lachen.»

Verslaafd aan elkaar

Marleen wijst op een babyfoto van (pdw): hij ziet er daar al uit alsof hij op het punt staat om een pinnige witz te vertellen.

Marleen «Kijk toch eens. Hij was het schoonste kind van Gent. En dat is hij altijd gebleven. Behalve in zijn laatste jaren, misschien, toen hij veel te veel hooi op zijn vork nam.»

Hannah «Hij zag er heel getrokken uit toen.»

Marleen «We hadden hem gezegd dat hij dat hoofdredacteurschap van P-magazine er misschien toch beter níét bijnam. Maar uiteraard luisterde hij niet. Patrick stond trouwens op het punt om daar te vertrekken. Hij had een contract voor een jaar, en zou het daarbij laten.»

HUMO Maar terug naar die baby: hij vertelde altijd vol gloed over zijn kindertijd.
Marleen «Patrick hield zielsveel van zijn ouders en zijn grootouders, en van de Brugse Poort. Maar uiteindelijk wilde hij er wel weg. Omdat hij zijn wereld wat groter zag, denk ik.»

HUMO Als kind werd hij misbruikt door een oudere jongen.
Benno «Dat heb ik lang niet geweten.»

Hannah «Ik wist het wel. Ik zat eens met hem in de auto, en hij wees me de plek waar die gast hem had aangesproken. En vervolgens vertelde hij het hele verhaal.»

Marleen «Hij had er gelukkig geen trauma’s aan overgehouden, en was niet beschroomd om erover te vertellen. Dat vond hij zelfs heel noodzakelijk.»

HUMO Kregen jullie een vrije opvoeding?
Benno «‘Doe maar, maar wees verstandig.’ Dat was zijn devies.»

Hannah «En hij vond het heel belangrijk dat we álles tegen hem vertelden. Als er iets scheef zat, moest er gebabbeld worden aan de keukentafel.»

Marleen «Hij vond het ook verschrikkelijk als jullie ruziemaakten.»

Hannah «Ja, daar was hij dan heel kwaad over. Papa was zelf enig kind. Hij vond het belangrijk dat Benno en ik elkaar koesterden.»

HUMO Hebben jullie stevig gepuberd?
Marleen «Helemaal niet.»

Hannah «Jij misschien wel een beetje, Benno?»

Benno «Ik heb wel veel geruzied met jou, ma.»

Hannah «Tegen papa verzetten we ons minder snel.»

Benno «Ik durfde dat niet.»

Marleen «Hij was jouw god, hè.»

‘Ik wil de levenswijze van mijn vader voortzetten. Geen klootzak zijn. Kritisch naar de dingen kijken. Genieten van het leven’
Hannah «De mijne ook. Je kon niet anders dan naar hem opkijken. Dat maakt dat ik mensen nu heel vaak vergelijk met papa. En, euh, meestal valt die vergelijking nadelig uit voor de andere. Dat is misschien niet zo heel gezond. Voor mij was papa een briljante mens, mijn held, en niemand zal ooit tegen hem kunnen opboksen.»

HUMO Ik heb nu al een beetje medelijden met de jongen die het ooit met je wil aanleggen.
Hannah «O, maar ik héb een vriend, en die gaat daar heel goed mee om. Hij heeft mijn papa niet zo goed gekend – dat vind ik wel jammer.»

HUMO Na wat vallen en opstaan studeren jullie weer.
Hannah «Ik zit in mijn eerste jaar communicatiemanagement.»

Benno «Ik doe sociaal werk. Daarvoor heb ik een jaar LO gedaan aan de universiteit, en daarvoor een jaar journalistiek. Maar dat lukte allemaal niet, en na een sabbatjaar ben ik nu dus met sociaal werk begonnen. Daar kun je met een beetje fantasie een eerbetoon aan papa in zien: hij was sociaal bewust en geëngageerd, en kwaad op wie de wereld verkeerd deed draaien. Dat heb ik ook wel een beetje.

»Het is soms ook zwaar om in zijn voetstappen te lopen. Ik heb het gevoel dat ik iets moet bereiken, dat ik moet uitblinken. Dat is een tijdje heel verstikkend geweest. Nu gaat het beter, en zie ik er het positieve van in: het is niet slecht om jezelf een doel te geven. Ik wil de levenswijze van mijn vader voortzetten. Geen klootzak zijn. Kritisch naar de dingen kijken. Genieten van het leven.»

Hannah «Ik heb ook een tijdje niet geweten wat ik van mijn leven wilde, heb even thuisgezeten. Dat ik nu toch weer studeer, komt ook door papa: hij hamerde er altijd op dat we een diploma moesten halen.»

HUMO Terwijl hij zelf zijn middelbare school niet had afgemaakt.
Marleen «Maar in de tijd van nu red je het niet zonder minstens een bachelor. Wij waren ook al samen sinds ons 15de, hè. We hadden betere dingen te doen dan op de schoolbanken zitten: al onze tijd ging op aan verliefd zijn.»

Benno (lacht vertederd)

HUMO Een curiosum, high school sweethearts die een leven lang handjes blijven vasthouden.
Marleen «Het was niet altijd rozengeur en maneschijn, we konden pittig discussiëren, maar de liefde is altijd groot en onvervangbaar gebleven. Er zijn mensen die me durven te vragen of ik nog niemand anders heb. Alstublieft, zeg! Patrick was de liefde van mijn leven. Wat denk je nu, dat ik al… (rilt) Bah.»

Hannah «De ouders van de meeste van mijn vrienden zijn gescheiden. Ik kon altijd zeggen dat de mijne nog altijd verslaafd waren aan elkaar. Ik zou het wel fijn vinden als het bij mij ook zo uitdraait.»

Benno «Mijn ouders praatten soms over zichzelf in termen van ‘wij tegen de rest van de wereld’. Ik vond dat megaschoon. Het heeft mijn idee over relaties zeker bepaald. Mijn ouders hebben me geleerd dat de liefde niets lichtzinnigs is, dat je je lief gráág moet zien. Dat zou ik allemaal toepassen, gesteld dat ik een liefdesleven hád (lacht).»

Eeuwige inkt

Bij zijn doodsprentje ligt een gerolde joint. Want (pdw) was bepaald geen gezondheidsfascist: het leven moest gevierd met spijs, drank en kruidige rookwaren.

HUMO Maar wat er niet zo goed geregeld is aan prettig hedonisme: het is ongezond.
Hannah «Ik heb ’m daar nooit om vervloekt. Wie hem kende, wist dat hij zo was.»

Marleen «’s Avonds zat hij in de zetel, dronk hij een Duvel en rolde hij een joint.»

Hannah «We zijn ermee opgegroeid, voor ons was dat perfect normaal. Hij vond dat je moest genieten van het leven, en hij dééd dat ook. Stel je voor dat hij supergezond geleefd had: dan was hij een ander mens geweest. Niet die bezielde vader die ik gekend heb.»

HUMO Hij blijft heel aanwezig, hè?
Hannah «Ik babbel nog vaak over hem tegen vrienden en familie. Elke dag, eigenlijk.»

Marleen «Ik praat nog altijd met hem zélf. ‘Piepke, wat zou gij peizen?’»

Benno «Ik heb het pas recent een beetje een plaats kunnen geven. Langzaamaan is het me gaan dagen dat ik echt wel zónder hem verder moet.»

Hannah «Ons verdriet is anders dan dat van mama. Zij had al een heel leven achter de rug met hem, wij hadden een heel leven vóór ons met hem. Dat is nu weggeslagen. Hoe intens we hem ook herdenken, hij zal er niet bij zijn wanneer we afstuderen, of kinderen krijgen – net zoals hij er niet bij is wanneer ik ’s ochtends opgewekt opsta, of doorheen de dag blij word van iets kleins. En onze kinderen zullen hem kennen uit onze verhalen, maar ze zullen nooit écht weten wat het was om door hem graag gezien te worden. Dat vind ik heel pijnlijk, dat is echt een gat in mijn leven.»

Benno toont me zijn onderarm. Daar staat het, in inkt die niet weg te schrobben valt: (pdw). Mét haakjes, zoals het hoort.

Hannah «Benno en ik stonden op de Gentse Feesten aan een kotje waar je zo’n flauwe hennatatoeage kon laten zetten. Ik vertelde hem dat ik al een tijdje aan een échte ‘(pdw)’-tattoo dacht. Waarop hij zei dat hij met exact hetzelfde idee rondliep. De zijne is al gezet, de mijne is voor binnenkort.»

Benno «Af en toe kijk ik er even naar, en dan weet ik het weer: ‘Dóórgaan, gast.’»

Hannah «Hij zou het zelf onnozel gevonden hebben, denk ik.»

Benno «Het zij zo. Het hangt hier vol foto’s van mijn papa, maar dat blijft uiteindelijk gewoon papier. Die tatoeage is echt een stukje van mij. En dat was exact wat mijn vader voor me was: een stukje van mij.»

Marleen «Verdorie, Benno, je hebt mij overtuigd. Ik ga er mij ook eentje laten zetten.»

Één reactie op Vier jaar geleden overleed (pdw): ‘Zoveel mensen voelden evenveel liefde voor hem als wij – zijn familie, zijn kinderen, zijn bloed’