Dossier kinderen & armoede (1): ‘Wij willen een warme school zijn omdat het bij veel leerlingen thuis bitter koud is’ – Humo: The Wild Site

Gepubliceerd op Auteur: koenarchief

‘Van mijn ouders hoef ik geen hulp te verwachten. Mijn papa is verslaafd aan alcohol, mijn mama aan drugs’

Het is acht uur ’s ochtends aan de Plumerlaan in Ieper, de eerste dag na de herfstvakantie. Directeur Peter Vanthuyne heeft zich al verschanst in zijn kantoor, waar hij de ene telefoon na de andere beantwoordt. Over enkele dagen zullen leerlingen uit de afdeling voeding en verzorging instaan voor de catering bij de uitreiking van de Vredesprijs van Ieper aan de Syrische vrijwilligersorganisatie van The White Helmets, en er moet last minute nog heel wat geregeld en afgesproken worden. De driejaarlijkse Vredesprijs is een evenement met internationale uitstraling, zijn leerlingen kunnen zich geen foutje veroorloven. Dat veroorzaakt stress. Maar Vanthuyne zou de stress voor geen geld willen missen. Het evenement steekt zijn leerlingen aan: ze stellen vragen over dingen die meestal ver buiten hun leefwereld blijven. Ze raken betrokken bij de wereld. En Vanthuyne droomt van een school die, ook al is ze ver weg in de Westhoek gelegen, midden in de wereld staat.

Hij vertelt enthousiast over een vorige editie van de Vredesprijs, die naar de Amerikaanse zuster Helen Prejean ging, de vrouw die model stond voor het hoofdpersonage in de film ‘Dead Man Walking’ – het verhaal van een non die de laatste levensjaren van ter dood veroordeelde criminelen deelde.

Peter Vanthuyne «De leerlingen hingen aan haar lippen. Haar verhaal had hen zo geraakt dat ze op eigen initiatief een petitie tegen de doodstraf zijn begonnen: ze hebben handtekeningen verzameld op de Grote Markt.»

Vanthuyne, een moraalwetenschapper van opleiding, gelooft niet in het strakke onderscheid tussen denken en doen, dat zo vaak de scheidslijn vormt tussen het algemeen secundair onderwijs en het technisch en beroepsonderwijs. In het recent verschenen boek ‘Studeren is voor strevers’ van Ann Verlinden belijdt hij uitvoerig zijn geloof in projecten. Hij wil zijn leerlingen vanaf het derde jaar dingen laten doen waardoor ze vanzelf gaan nadenken.

Vanthuyne «Je kunt geen les meer geven zoals honderd jaar geleden, met een leraar die alle wijsheid in pacht heeft en de hoofdjes in zijn klas met kennis vult. Leren in tijden van het internet en de smartphone moet interactief zijn. Laat leerlingen dingen ruiken, zien en voelen. En laat hen er vervolgens mee aan de slag gaan. Wat wij doen op de Vredesprijs van Ieper, is een cursus democratische vorming. Of noem het voor mijn part: burgerschap. In drie jaar tijd hebben wij vijftig projecten over burgerschap opgezet.»

‘Ik ben van de joints afgeraakt door mijn papa. ‘Je bent erger dan mama,’ zei hij opeens. En ik wil niet eindigen zoals zij’ Nymfe

Zijn leerlingen hebben, in samenwerking met een plaatselijke woordkunstenares, honderd jaar oude brieven uit het archief van een psychiatrische instelling gelezen en naar hun persoonlijke leven omgezet.

Vanthuyne «Ze hebben die verhalen naar voren gebracht op Erfgoeddag: stuk voor stuk pakkende getuigenissen in het West-Vlaams over het leven van vroeger en nu, waaraan ze hun eigen ervaringen met alcoholisme, liefdesverdriet en pijn hadden toegevoegd. Eén voor één kwamen leerlingen het podium op die zogezegd niet taalvaardig zijn. Ze kregen een volle zaal muisstil. En wie zat er in de zaal? Ouders, die we op een oudercontact niet te zien krijgen. Allemaal apetrots op hun kinderen.»

Het atheneum met zijn 186 leerlingen, van wie het merendeel meisjes, is geen doorsnee middelbare school. 65 procent zijn GOK-leerlingen: leerlingen die, met het oog op gelijke onderwijskansen, meer middelen en personeel krijgen van de overheid.

Vanthuyne «Ter vergelijking: in de school van Karin Heremans, het atheneum in hartje Antwerpen, een zwarte school, had je enkele jaren geleden 59 procent GOK-leerlingen.»

Maar het beleid van gelijke onderwijskansen staat onder druk. Minister Hilde Crevits (CD&V) dreigt het mes te zetten in de GOK-subsidie, en dat stemt Vanthuyne zorgelijk. Het is al zo moeilijk om iedereen bij de les te houden.

Vanthuyne «Veel leerlingen hebben een laag zelfbeeld. Ze noemen zichzelf dom. Dat is de schuld van het watervalsysteem in ons onderwijs. Leerlingen moeten nog altijd in het algemeen secundair onderwijs beginnen, en pas als ze het daar niet aankunnen, gaan ze over naar het technisch onderwijs. En als ook dat niet lukt: naar het beroepsonderwijs. Kennis staat voorop. Over vaardigheden doen we geringschattend. Volkomen ten onrechte, als je het mij vraagt: mensen met een technisch of beroepsdiploma kunnen zo aan de slag, met name de houtbewerkers, de elektriciens en de zorgkundigen – er zijn te weinig kandidaten voor de knelpuntberoepen. Picanol, het grootste bedrijf uit de streek, heeft tweehonderd vacatures openstaan. Men overweegt Indiërs te laten overkomen, terwijl hier 10 procent van de leerlingen zonder diploma vertrekt. Dan denk ik: ‘Wat een gigantische verspilling van talent.’

»(Zwijgt even) Wij doen er alles aan opdat leerlingen hun diploma zouden behalen, met de bedoeling de kansarmoede te doorbreken die vaak van generatie op generatie wordt doorgegeven. Een diploma is een uitweg.»

Doodgedronken

Ze zitten allebei in het zevende jaar verzorging en ze zijn hartsvriendinnen, Jessilina (19) en Nymfe (19). In het verleden hadden ze elkaar wel de ogen kunnen uitkrabben – ‘een kwestie met een andere vriendin’ – maar dat is allang weer bijgelegd. Ze weten dat ze veel gemeen hebben.

Jessilina «Mijn mama is overleden aan kanker en anorexia toen ik in het zesde leerjaar zat. Enfin, ze heeft zich doodgedronken. Mijn papa was al dood, dus ik bleef achter met één zus, twee broers en twee halfbroers.

»Nog vóór de dood van mama zijn wij in een instelling geplaatst. Thuis was de toestand onhoudbaar sinds mama was beginnen te drinken. Geregeld kreeg ze epileptische aanvallen, en dan moesten wij maken dat zij het haalde. Wij zorgden voor haar in plaats van omgekeerd, zo was het met alles.

»Mama heeft ons in de steek gelaten, door haar schuld zijn wij in een instelling opgegroeid. In een instelling is het niet makkelijk: daar heb je allemaal kinderen met problemen thuis. Wij zijn van de ene plek naar de andere getrokken: ik heb in drie verschillende instellingen verbleven.»

Nymfe «Ik heb mijn mama verloren toen ik 3 jaar was. Toen heeft ze ons verlaten. Ze heeft zich later ook doodgedronken. Papa bleef achter met vier kinderen, maar hij is wel voor ons blijven zorgen: hij is mijn grote held.»

Jessilina «Ik heb me jarenlang vreselijk gedragen op school. Ik schoot snel uit mijn krammen, ik riep, ik gooide met deuren. Ik botste met leerkrachten. Ook in de instellingen had ik veel conflicten: ik wilde geen psychologe of therapeute in de buurt. Ik dacht: ‘Ze weten niet wat het is om in mijn schoenen te staan.’

»Ik wilde niet praten over mama, ik kropte alles op. Ik bleef wel naar school komen, maar ik deed het op automatische piloot.»

Nymfe «In die periode hebben wij een heftige ruzie gehad, zo heftig dat ik een time-out heb gekregen: drie weken lang mocht ik me bezinnen over mezelf.»

Jessilina «Dat was nergens voor nodig, dat was tussen ons, dat had niets met school te maken.»

Nymfe «Ik had net mijn broer verloren, die had zichzelf een kogel door het hoofd geschoten.»

Jessilina «Op zulke momenten denk je dat je er helemaal alleen voor staat. Je gaat ervan uit dat je geen band met de leerkrachten hebt, maar dat is verkeerd.»

Nymfe «Leerkrachten kunnen je helpen door met je te praten. Ik dacht ook dat wij het zoveelste nummertje in de rij waren, maar ik heb me vergist.»

Jessilina «Ze zijn trots op ons – sommigen toch.»

Nymfe «En bekommerd. Je mag dicht bij hen komen. Als ik me in het weekend niet goed voel, mag ik een berichtje via Messenger sturen, op voorwaarde dat ik niet overdrijf.»

Jessilina «Een drietal leerkrachten staan altijd voor ons klaar.»

Nymfe «Ik ben zelfs een keer bij een leerkracht blijven slapen. Ze is een beetje mijn mama.»

Jessilina «Bij haar is het veilig.»

Nymfe «Zij zal er altijd voor ons zijn, ook nadat we ons diploma hebben behaald.»

‘Ik heb geen littekens overgehouden aan al dat krassen. Maar het is wel stom: wat lost het op?’ Jessilina

17 en Dakloos

Op zijn halflange haar staat een petje met als opschrift: ‘Dear Future, I Am Ready’. Merlijn Cordy, leerkracht duurzame energie, ziet eruit als een jonge twintiger, maar volgend jaar wordt hij 40. Tot voor enkele jaren was hij projectleider voor een bedrijf dat stroomgeneratoren verhuurde, maar toen stierf zijn vader en besloot hij te doen wat hij het liefste deed: werken met jongeren. Dat was hem bij de Chiro goed afgegaan, op school zou het ook wel lukken. De visie van directeur Peter Vanthuyne sloot naadloos aan bij zijn overtuiging: jongeren leren het meest in projecten.

In zijn atelier laat Cordy een rode Hyundai-motor bewonderen.

Merlijn Cordy «Die hebben we met een leerling gebouwd die op zijn 17de dakloos werd. We waren hem bijna kwijt. Het enige wat hem nog interesseerde, waren motoren. Ik zeg: ‘Laten we een elektrische motor bouwen.’ En hier staat-ie.»

De jongens van Cordy leveren al drie jaar lang mobiele laadstations aan het folkfestival van Dranouter. Palen met elektriciteit uit zonnepanelen waar de festivalgangers hun smartphones kunnen opladen. En volgend jaar installeren ze een mobiele Ecotub: een sauna, hot tub én buitendouche op basis van zonne-energie. Dat hebben ze met de organisatoren van Dranouter afgesproken.

In een zelfgebouwde studio met kunstig neon leidt Cordy een groepsgesprek met zijn leerlingen in nauwelijks opgepoetst West-Vlaams. Hij neemt geen aanstoot aan de jongelui die hun mobieltje ook tijdens de lesuren niet kunnen loslaten. Er zijn belangrijker dingen in het leven.

Als het gesprek over geld gaat, zegt een luidruchtige jongen van 15 dat hij later véél wil verdienen: ‘Geld maakt gelukkig.’ Daarna slaat hij een andere toon aan. Hij vertelt het verhaal van zijn vader die, ten gevolge van een werkongeval, failliet is gegaan op het moment dat hij zijn zaak wilde verkopen. Hun huis is in beslag genomen. Met de hulp van de dienst jeugdzorg zoekt hij nu een plek waar hij begeleid kan wonen. Naar zijn mama verhuizen is geen optie: zij heeft met haar vriend een zaak in Turnhout. ‘Daar werk ik in het weekend.’

Cordy «Heel wat leerlingen hebben problemen thuis, daarom is het zo belangrijk dat dit een warme school is: ze moeten zich goed in hun vel voelen. Aan het begin van het schooljaar doe ik allerlei activiteiten voor een goede sfeer in de groep. Soms neemt dat weken in beslag, maar dat heb ik er graag voor over: als de sfeer goed zit, kun je met hen alles doen.»

‘Wij als witte school vallen uit de boot in de strijd tegen armoede. De Koning Boudewijnstichting geeft subsidies op basis van het aantal allochtonen’

7 joints per dag

Jessilina «Toen ik veel conflicten op school en in de instelling had, van het derde tot het vijfde jaar, heb ik mezelf geregeld gekrast. Dat luchtte op.»

Nymfe «Ik ook, omdat ik me waardeloos voelde.»

Jessilina «Ik deed het als ik een dipje had, met een scheermesje. Daarna depte ik de wonden met water.»

Nymfe «Op een keer heb ik tien ibuprofens genomen. Mijn ogen gingen ervan trillen, ik ben naar het secretariaat gelopen en daar hebben ze me naar de spoedafdeling gebracht.»

Jessilina «Je broer was net dood, hè.»

Nymfe «Toen mijn vader in het ziekenhuis aankwam, was hij superkwaad: ‘Wil jij ook dood misschien?’ Nee, dat wilde ik niet. Ik had het voor de aandacht gedaan.»

Jessilina «Ik heb chance gehad met al dat krassen: ik heb er geen littekens aan overgehouden. Maar het is wel stom: wat lost het op? Ik heb ingezien dat de school mijn grootste houvast is: ik móét een diploma hebben. En ik wist ook dat ik op mijn 18de uit de instelling zou vertrekken en alleen zou gaan wonen. Dat doe ik nu al bijna twee jaar.»

Nymfe «Ze doet dat supergoed: ze blijft overeind zonder mama of papa. Ik weet niet of ik zo goed met geld zou kunnen omgaan.»

Jessilina «Je moet rekenen en tellen, ook als je uitgaat in het weekend. Maar ik moet wel zeggen: ik heb dat een tijdje te veel gedaan, uitgaan en drinken. Ik dronk niet zoals mama, ik deed het in gezelschap, niet alleen, maar toch: je moet daarmee uitkijken. Ik drink nu minder, en ik ga ook minder uit.»

Nymfe «Je kunt wel goed babbelen als je gedronken hebt.»

Jessilina «En blèten (lacht).»

Nymfe «En je hoeft je er ook niet voor te schamen omdát je gedronken hebt (lacht). Ik heb, toen ik 16 was, te veel joints gerookt: vijf à zeven per dag. 30 euro kostte dat. Dat kon ik alleen betalen omdat ik vier uur per week poetste. Ik ben ervan afgeraakt door mijn papa. Die zei opeens: ‘Je bent erger dan mama.’ Dat heeft me wel aan het denken gezet, ik wil niet eindigen zoals zij. Ik voelde mijn krachten al afnemen: ik kon niet meer vermenigvuldigen, een boek lezen vergde te veel inspanning, mijn geheugen was een zeef. Gelukkig is dat niet definitief. Ik ben er nu twee maanden van af, maar ik droom nog elke nacht van mensen die me zeggen: ‘Neem nog een trekje.’»

‘Plots zei de ­gynae­coloog: ‘U bent ­zwanger.’ Ik ben in tranen uitgebarsten’ Lorien

Schulden op school

Een betrokken leerkracht, die niet bij naam genoemd wil worden, heeft het bij een kop koffie over een hardnekkige zwijgcultuur. In West-Vlaanderen, zegt ze, heb je het hoogste aantal zelfdodingen van het land. En in West-Vlaanderen zelf heb je er het meest in de Westhoek.

LEERKRACHT «Dit is een achtergestelde regio: er is nauwelijks openbaar vervoer. Als kinderen één bus missen, raken ze niet meer op school. Mensen zijn op zichzelf gericht. Ze zijn niet geneigd om in geval van nood hulp in te roepen. Ze houden hun problemen voor zich. Ze maken dat die zo goed mogelijk verborgen blijven voor anderen. In de Westhoek is er veel verborgen kansarmoede.

»Deze school leert dat het best oké is om hulp te vragen. Leerkrachten brengen na hun uren de papieren van leerlingen in orde, ze gaan met hen mee naar het OCMW en het CAW, ze begeleiden verhuizingen. Het is niet eenvoudig voor een 18-jarige met een leefloon om een goed onderkomen te vinden voor minder dan 400 euro.

»We willen een warme school zijn. Op die manier ruimen we obstakels op die de weg naar een diploma versperren.»

Directeur Vanthuyne is explicieter: ‘Wij willen een warme school zijn omdat het bij veel leerlingen thuis bitter koud is.’

De directeur ziet geen wezenlijk verschil tussen zijn school en een zwarte school. Hij heeft het over de desinteresse van ouders: ze dagen zelden op voor ouderavonden omdat ze zelf als kind slechte ervaringen met de school hebben gehad. Veel ouders betalen de schoolrekeningen ook niet. Vorig schooljaar bleven er rekeningen ter waarde van 8.000 euro onbetaald.

Vanthuyne «We sturen alleen een incassobureau naar mensen die volgens onze inschatting kunnen betalen. Het vreemde is: echte kansarmen doen wel hun best. 20 procent van onze ouders werkt met een afbetalingsplan, en nog eens 20 procent staat onder schuldbemiddeling. We hebben ook leerlingen van wie de ouders op de vlucht zijn voor schuldeisers, ze verhuizen om de haverklap.

»(Zwaait met een vinger) De sociale of economische situatie van onze leerlingen verschilt niet van die van leerlingen in zwarte scholen. Velen zijn net zo goed sociaal verwaarloosd. Het enige verschil is: allochtone ouders kunnen hun kinderen meestal niet helpen met hun huiswerk, Vlaamse ouders wel. Waarmee ik niet zeg dat ze het doen.»

Vanthuyne wil inzetten op brugfiguren, mensen die de brug slaan tussen de ouders en de school. Mensen die ouders overtuigen naar een ouderavond te komen. Of hen helpen een studiebeurs aan te vragen, want je zult het altijd zien: wie een beurs nodig heeft, vraagt ze niet aan.

Vanthuyne «Het is voor velen een ingewikkelde papierwinkel, ze kunnen er niet aan uit. En bij het OCMW gaan ze niet langs, dat is te stigmatiserend.

»Veel hindernissen op weg naar een diploma bevinden zich thuis. Daar moeten we dringend iets aan doen. Een brugfiguur kan dat. Hopelijk heeft de politieke wereld dat ook door.»

Leerkracht «Bij heel wat leerlingen is er thuis te weinig rust om taken af te werken, andere problemen krijgen voorrang. De school moet daar rekening mee houden. Hier krijgen leerlingen weinig of geen huiswerk mee.»

De problematische opvoedingssituaties nemen niet af, zegt ze.

Leerkracht «Ik heb het al lang niet meer over de nieuw samengestelde gezinnen van leerlingen, ik maak schema’s om de gezinsstructuur in kaart te brengen. De relaties van de ouders wisselen zo snel. En wat mij frappeert: veel ouders verliezen door alle wissels het belang van de kinderen uit het oog. De kinderen raken op de dool en kunnen nergens terecht: in de jeugdzorg worden de wachtlijsten almaar langer. Laatst was er een meisje dat neigde naar acute zelfdoding, we hebben haar niet kunnen laten opnemen. Er was nergens plaats.

»Ofwel loop je heel hard weg omdat je het hier niet aankunt, ofwel zie je de leerlingen graag en probeer je ze ondanks alles vooruit te helpen.»

Vanthuyne «Maar wij stuiten ook op onze grenzen. Mij frustreert het dat wij als witte school uit de boot vallen als het gaat om de strijd tegen armoede. De Koning Boudewijnstichting geeft subsidies op basis van het aantal allochtonen in een school. Waarom komen wij met onze kinderen niet in aanmerking?»

Heroïnemama

Lorien (19) bezoekt de school om afspraken te maken. Ze heeft zwangerschapsverlof tot begin december, maar ze zal zich intussen wel voorbereiden op haar eindwerk: in juni wil ze, net als Jessilina en Nymfe, afstuderen als zorgkundige. In de kinderwagen die ze voortduwt, ligt een stralende baby: Lucas, een stevig blond ventje dat bij zijn geboorte 4 kilogram woog.

Lorien «Het was een routinecontrole bij de gynaecoloog, ik had niks in de gaten. Maar plotseling zei hij: ‘U bent zwanger.’ Ik ben in tranen uitgebarsten, zo onverwacht kwam het nieuws. De papa wilde er niets van weten: ‘Doe ’m weg.’ Maar dat heb ik geweigerd, ik wilde ’m houden. En ik weet dat ik het desnoods alleen kan, ik ben al zo lang zelfstandig. Sindsdien heb ik de papa niet meer gezien.

»Van mijn ouders hoef ik ook geen hulp te verwachten. Mijn mama en papa zijn allebei verslaafd: mijn papa aan de alcohol, mijn mama aan de drugs. Ik heb veel ellende gezien van mama, bij wie mijn zus en ik jarenlang hebben gewoond. Ik wilde lange tijd niet geloven dat ze verslaafd was. Ik ontkende alles, zelfs als de politie de straat afzette en snuffelhonden op ons huis afstuurde. In het vierde jaar, toen er weer politie aan te pas kwam, is het me gaan dagen.

»Ik was bang als ik naar school ging: ‘In welke staat zal ik haar straks terugvinden?’ Ze zag eruit als een levend lijk. Ze deed ook niets in huis, ze kookte niet, ze zat daar maar in haar kamer en gebruikte heroïne.

»Drie jaar geleden ben ik in een instelling geplaatst. Mijn zus, die 17 en een half was, is ingetrokken bij een vriend. Dat was hard, maar ik wist dat ik niet alleen was: ik kon, als ik veel verdriet had, bij haar terecht.

»Ik zit krap. Van de instelling krijg ik een budget van 310 euro per maand plus mijn kindergeld. Daarmee moet ik alles zelf betalen, ook het eten voor mijn baby en mezelf. Sinds kort ben ik overgeschakeld op flessenvoeding, dat maakt het nog wat duurder, maar ik trek mijn plan. De kleertjes en het materiaal voor Lucas heb ik tweedehands op Facebook gekocht. Het lukt wel, ik klaag niet.»

Sexting & Chantage

Vroeger was de regel: wie drie keer te laat komt, moet woensdagmiddag nablijven voor een strafstudie. Daar is de school van afgestapt, zegt directeur Peter Vanthuyne. Vorig schooljaar zaten de strafstudies tjokvol, dat kon niet blijven duren. De regel is nu: wie te laat komt, blijft ’s anderdaags een halfuur na. Wat de gevolgen zijn voor de leerlingen die de strafstudie aan hun laars lappen, zegt Vanthuyne niet. Vroeger vlogen die van school, maar zo drastisch wil hij niet meer te werk gaan. Deze school kan het zich niet veroorloven regels in beton te gieten. De tijden zijn veranderd.

Leerkracht «Ook de sociale media zijn een pest. Leerlingen laten ons berichtjes zien, waar zij al op gereageerd hebben. Maar voor je het weet, zitten ook hun ouders ertussen en escaleert het conflict. Ouders én kinderen van deze school kunnen niet met sociale media om. Het is één onuitputtelijke bron van conflicten. Voor wij op de hoogte zijn, staan ouders al aan de schoolpoort of, erger nog, aan de voordeur van een medeleerling. En het stopt niet, dat gaat maar door, 24 uur per dag.»

Vanthuyne «We hebben ook, zoals veel scholen, met sexting te maken. Laatst bedreigde een jongen van een naburige school een meisje van onze school: ‘Als je vanavond geen seks met me hebt, post ik je naaktfoto’s op het internet.’ We hebben de politie erbij gehaald.

»We hebben ook het omgekeerde meegemaakt: een meisje dat een jongen chanteerde met naaktfoto’s. Hij moest op geregelde tijdstippen 25 euro betalen of hij zou voor de hele wereld in zijn blootje staan.»

Het is soms om moedeloos van te worden, maar de lichtjes in Vanthuynes ogen gaan vanzelf weer branden als hij het heeft over de feestelijkheden die elk jaar met de proclamatie gepaard gaan – de uitreiking van de diploma’s aan de zevendejaars. Vorig jaar hadden ze de show ‘KTA Airlines’ gemaakt: de leerlingen die met hun diploma als het ware de wijde wereld invlogen.

Vanthuyne «Ouders waren ontroerd. In sommige gevallen waren het de eersten van de familie die een diploma behaalden. Daar doen we het voor: leerlingen met een diploma de generatiearmoede laten doorbreken.

»Ik ben een optimist van nature: wij maken een verschil. Maar ik zie ook wat om mij heen gebeurt: we krijgen steeds minder middelen, en het enthousiasme van de leerkrachten is niet eindeloos. Verscheidene mensen hebben afgehaakt met een burn-out. Maar het is van levensbelang dat wij de leerlingen blijven motiveren en prikkelen, dat we ze zeven jaar lang dicht bij ons houden. Als het van mij afhangt, schaffen we de vakken af en geven we uitsluitend projectonderwijs. We moeten de jongeren begeleiden en begeesteren, een alternatief is er niet.»

Pampers uitwassen

Over enkele maanden studeren Jessilina en Nymfe af. Wat ze met hun diploma verzorging zullen doen, is voor henzelf vooralsnog een raadsel.

Jessilina «Ik weet niet of ik in de verzorgingssector aan de slag wil. Dat lijkt me zwaar: ik heb nog vakantiejobs in een bejaardentehuis gedaan. Pampers uitwassen om zeven uur ’s ochtends, dat was geen lachertje.»

Nymfe «En die omgeving dan, die stemt je depressief. Ik heb al aan veel beroepen gedacht: opvoedster, politieagente, logopediste. Het liefst zou ik een crèche openhouden, maar dat is zo strak gereglementeerd: ik kan mezelf echt niet aan al die regeltjes houden.»

Jessilina «Ik zie mezelf nog schoonmaken. Als je poetst, gaat de tijd snel voorbij.»

Nymfe «Het liefst wil ik mensen helpen.»

Jessilina «Ik ook. En later wil ik in een eigen zaak over de middag snacks verkopen.»

Nymfe «Ik wil later ook kindjes.»

Jessilina (knikt) «En die kindjes een mooi leven geven.»

Nymfe «Daar ben ik doodsbenauwd voor, dat ik ze niet zal kunnen geven wat ze willen. Dat ze aan de drugs gaan en mij een stomme mama vinden.»

Lorien zegt, met haar baby op de arm, ongeveer hetzelfde als het tweetal. Voor de verre toekomst heeft ze geen plannen. Ze gaat eerst een jaartje in een fabriek voor schoonmaakmiddelen werken, bij voorkeur ’s nachts (‘Dan zijn de mensen het aardigst’), maar wat daarna volgt, weet ze nog niet. Misschien leert ze wel door voor kleuterjuf? Maar wat ze wel zeker weet: ze zal het voor haar kinderen beter doen dan haar ouders het voor haar hebben gedaan. ‘Ik wil niet dezelfde fouten maken.’

Jessilina wacht Lorien op, samen lopen ze naar de bushalte. Ze kennen elkaar goed: Jessilina heeft, bij de geboorte van Lucas, de navelstreng doorgeknipt. Luid pratend lopen ze achter de kinderwagen aan. Ze vergelijken berichtjes op hun smartphones en giechelen. Je zou zeggen: twee meisjes van 19.