2017 op muziek: dit zijn de 10 beste platen van afgelopen jaar – Humo: The Wild Site

Gepubliceerd op Auteur: koenarchief
Bron: Humo

1 ‘A Deeper Understanding’ – The War On Drugs

Hoe hard de concurrentie ook haar best heeft gedaan om modern en vernieuwend uit de hoek te komen, onze plaat van het jaar is er één die net zo goed in pakweg 1987 of vroeger bovenaan had kunnen staan. Wie al even meegaat, hoort op ‘A Deeper Understanding’ duidelijke echo’s van ‘Empire Burlesque’ en ‘Knocked Out Loaded’ van Bob Dylan, ‘Tunnel of Love’ van Springsteen, ‘Southern Accents’ van Tom Petty, ‘On Every Street’ van Dire Straits, en ‘The Division Bell’ van Pink Floyd. Valt u iets op? Stuk voor stuk zijn dat platen waarop de makers niet meteen aan de top van hun kunnen zaten, en die – met uitzondering van ‘Tunnel of Love’ wellicht – bij verschijnen niet op gejuich onthaald werden. Dylan, Petty et les autres waren over hun hoogtepunt heen, zaten creatief op hun tandvlees en probeerden met de moderne sounds van de dag de muze tevergeefs uit haar tent te lokken. Vaak keerde het tij pas jaren later, als ze teruggrepen naar hun succesformule, en sprak men dan van een return to form. De consensus: ze hadden nooit iets nieuws mogen proberen.

Adam Granduciel, gezagvoerder van The War On Drugs, zag het anders. Het kind was met het badwater weggegooid. Het lag niet aan de sound, de songs waren gewoon niet goed genoeg. Met drie nummers van het kaliber van ‘Tight Connection to My Heart (Has Anyone Seen My Love)’ of ‘Brownsville Girl’ waren bijvoorbeeld ‘Empire Burlesque’ en ‘Knocked Out Loaded’ wél meesterwerken geweest. Dus ging Granduciel aan de slag: hij schreef tien góéde songs en nam met ‘A Deeper Understanding’ de plaat op die zijn helden waren vergeten te maken.

Een kleine tien jaar geleden speelde The War On Drugs in Trix nog in de gang, omdat het net iets te pijnlijk zou zijn geweest om de twaalf bezoekers in de zaal te laten plaatsnemen. Met ‘A Deeper Understanding’, een gesofisticeerde plaat met zoveel lagen en partijen dat je ze in een jaar niet allemaal gehoord krijgt, stond de groep in november zowel in de Lotto Arena als in Vorst Nationaal. Twee keer uitverkocht. Granduciel heeft de plaat gemaakt die niemand had verwacht, creëerde een gloednieuw universum met klanken van weleer, en zijn eerste single voor een groot label – het wonderschone ‘Thinking of a Place’ – was er één van meer dan elf minuten. Waardoor meteen ook de mooiste fuck you van het jaar achter zijn naam komt. Felicitaties van de jury!

2 ‘DAMN.’ – Kendrick Lamar

‘Section.80’ was een beloftevol debuut, ‘Good Kid, M.A.A.D. City’ een prachtig relaas van z’n jeugd in Compton en ‘To Pimp a Butterfly’ een meesterwerk: een synthese van zestig jaar Afro-Amerikaanse muziek – Jazz! Funk! Soul! – met strijdvaardige, in wezen optimistische teksten. Plaat nummer vier – de titel is meteen een goeie samenvatting van het niveau – is uit donkerder materiaal gehouwen. Kwader, compromislozer. En tóch catchyer dan ooit. Kendrick Lamar zette de wetten van de Amerikaanse mainstreamrap volledig naar zijn hand, met beats die geld kostten en nummers als ‘HUMBLE.’, ‘DNA.’ en ‘XXX.’ die scoorden op de radio. Doet iemand hem dat na, zó populair zijn en toch zo complexloos z’n eigen weg gaan?

Er gebeurt veel op ‘DAMN.’ – wij zijn eigenlijk nog altijd niet klaar met ‘Butterfly’, laat staan dat we het vat van de opvolger tot op de bodem hebben geledigd – maar Kendrick staat altijd centraal: Kendrick en zijn loepzuivere raps, Kendrick en zijn al dan niet religieuze demonen. Dit is het moment waarop hij zich de kroon van King Kendrick officieel toe-eigent. Uit ‘DNA.’: ‘I got power, poison, pain and joy inside my DNA / I got hustle though, ambition, flow, inside my DNA.’ ‘DAMN.’ is zijn persoonlijkste plaat; zelf vindt hij het zijn beste. Ze kan van voren naar achteren gespeeld worden, en van achteren naar voren, en ze begint én eindigt met de sample ‘I was taking a walk the other day…’ Alles wat daartussen zit, zijn verhalen waarvan je kunt blijven drinken, hiphop van het allerhoogste niveau. Hail the King!

3 ‘Big Fish Theory’ – Vince Staples

Op zijn grimmige debuut ‘Summertime ’06’ representte Vince Staples Northside Long Beach. Zijn ep ‘Prima Donna’ was een nachtmerrie over de tol van roem. Het nieuwe ‘Big Fish Theory’ zit vol house, elektro, trap, moderne pop, feestneuzen en serpentines. Maar in ‘Party People’ rapt Staples ook: ‘How am I supposed to have a good time when death and destruction is all I see?’ Vloervuller ‘BagBak’ verandert in een politiek pamflet. In afsluiter ‘Rain Come Down’ – pure weemoed op aanstekelijke beats – verklankt Staples écht de onmogelijkheid om de tegenstrijdigheden van het leven op te lossen. Hiphoppetje af!

4 ‘A Crow Looked at Me’ – Mount Eerie

Phil Elverum zag zijn wereld in elkaar storten toen de liefde van zijn leven, tevens de moeder van zijn dochtertje, overleed aan pancreaskanker. Tussen de brokstukken sprokkelde hij elf songs waarin hij zijn gevoelens en rammelende vijzen op een rijtje zet, en die recht naar het hart snijden. Een bloedernstige plaat over een diep tragische gebeurtenis, en toch compleet gespeend van melodramatische statements: ‘A Crow Looked at Me’ mag mooi naast Nick Caves ‘Skeleton Tree’ staan, en dat meesterwerk stond hier vorig jaar op één.

5 ‘The Animal Spirits’ – James Holden

Onze coup de foudre van het jaar in de afdeling elektronica. Uit sinds begin november, en sindsdien hebben we James Holden hele dagen horen variëren, voortzetten, kruisen en opnieuw dwarsen op het niveau van Nicolas Jaar en Aphex Twin. Echt waar: Holden trancet, krautrockt en hink-stap-springt zich naar missing links tussen freejazz en minimal music. Zijn groep is trouwens een echte groep, één die binnenkort over de heuvels en door het grote bos trekt, om op 8 april in de AB te belanden. Er zijn nog kaartjes.

6 ‘Drunk’ – Thundercat

It’s funk, Jim, but not as we know it. ‘Drunk’ heeft minder gemeen met andere soul- en jazzbands dan met ‘The Simpsons’, ‘Rick & Morty’ of ‘BoJack Horseman’; animatiereeksen die net als Stephen Bruner, de Cat zelve, met een grotesk vergrootglas inzoomen op maatschappelijke thema’s. ‘Drunk’ is onnozel, vettig en hilarisch, maar ook to the point, pertinent en inzichtelijk. Thundercat toont zich een waardige erfgenaam van Dead Kennedys en Frank Zappa, en dat met een fifty shades of soul-plaat. Hij start met een scheet en de mantra ‘Haar kammen, tanden poetsen / Masturberen en weer slapen’, en eindigt met een spijtbetuiging over de stoten die hij uithaalt als hij weer eens zat is. Daartussen: de helderste groove van het jaar.

7 ‘American Dream’ – LCD Soundsystem

Toen James Murphy zich in ‘Losing My Edge’ zorgen maakte over hoe zijn vorderende leeftijd hem in de muziek buitenspel zette, was hij 32. Op zijn 47ste worstelt hij nog steeds met dezelfde problemen – zonder daarom in herhaling te vallen. In 2011 droeg hij LCD Soundsystem ten grave, maar met ‘American Dream’, zijn donkerste plaat tot nog toe, blies hij de band een verrassend potente nieuwe adem in. De LCD-sound drijft gestaag weg van de dancepunk van vroeger, maar songs als ‘Call the Police’, ‘Emotional Haircut’ en ‘American Dream’ zijn nog steeds instant-herkenbaar én halen hetzelfde acrobatisch hoge niveau als altijd (was er de voorbije dertig jaar één groep waarvan de eerste vier platen stuk voor stuk even geweldig waren?). Dat zegt iets over hoezeer we Murphy’s chronische midlifecrisis nog steeds nódig hebben.

8 ‘Run The Jewels 3’ – Run The Jewels

Het leukste aan de muziek van Run The Jewels, het immer op handen gedragen maar nog steeds onvolprezen samenwerkingsverband tussen Killer Mike en El-P? Het is tegelijk een molotovcocktail aan het adres van de heersende klasse (‘kill your masters!’) én een nimmer in de achteruitkijkspiegel blikkende ode aan wilde feestjes en infantiele penismoppen. Loodzwaar en entertainend, woedend en grijnzend: plaat nummer drie is beter gebalanceerd dan de twee die eraan voorafgingen, met minder beukende anthems, maar wel méér dynamiek en hier en daar zelfs een streepje emotie (‘Thursday in the Danger Room’ is een afscheid van twee vrienden: één die geveld werd door een terminale ziekte en één die op straat werd neergeknald). Uit afsluiter ‘A Report to the Shareholders/Kill Your Masters’: ‘I will not be confused for docile / I’m free, motherfuckers, I’m hostile.’ Run The Jewels: nog altijd de meest sexy protestmuziek ter wereld.

9 ‘Sciencing’ – Millionaire

De hoop was eerlijk gezegd een beetje vervlogen, maar ineens was-ie daar toch: de nieuwe plaat van Millionaire, twaalf jaar na de vorige. En dat mag gevierd, want ‘Sciencing’ is een triomf. Vanhamel slaat nieuwe wegen in, knipoogt naar hiphop in de geweldige single ‘I’m Not Who You Think You Are’, gaat aan de slag met Indiase klanken en esoterische ritmes, maar zoals altijd klinkt alles wat hij in handen neemt alsof hij en niemand anders het ter plekke heeft uitgevonden. En dan hebben we het nog niet over de gitaarsolo’s gehad. Volgende keer!

10 ‘Melodrama’ – Lorde / ‘The Emancipation Procrastination’ – Christian Scott aTunde Adjuah

Een eclectisch ex aequo op nummer tien. Lorde, net 21 geworden, groef in de langverwachte opvolger van haar doorbraakplaat ‘Pure Heroine’ naar het thema waar in essentie alle popmuziek over gaat: de liefde. Op ‘Melodrama’ propt ze al haar twijfels, angsten en wensen – niet alleen over haar relatiebreuk, maar ook over het monster van de volwassenheid én de plotse roem – in twinkelende diamanten van popnummers, roekeloos en pitch perfect tegelijk, met goeie teksten: de realiteit door de neonbril van een jonge vrouw die net het uitgaansleven heeft ontdekt en daar zichzelf tegenkomt. Het melodrama is een genre dat overdrijft, verstoort, verblindt, manipuleert en uiteindelijk mikt op een soort extatische catharsis. Goeie plaattitel, perfecte pop.

Christian Scott aTunde Adjuah betoont zich op ‘The Emancipation Procrastination’ dan weer de belichaming van de moderne jazz. Scott groeide op in muziekstad New Orleans, ging al toen hij twaalf jaar oud was met de band van zijn oom op tour en ontwerpt heden zijn eigen trompethoorns omdat hij vindt dat een klassiek model ‘verschrikkelijk klinkt’. Naar aanleiding van de honderdste verjaardag van de jazz maakte hij ‘The Centennial Trilogy’, een drieluik waarin hij de regelneven van het genre tegen de schenen schopte door uitgebreid te grabbelen in cocktailpop, hiphop, triphop en R&B. ‘The Emancipation Procrastination’ is het laatste en beste deel: een opwindende, withete throwback naar de tijd waarin Miles Davis experimenteerde met de rockende fusionsound van ‘Bitches Brew’. Over Davis zei Scott zelf: ‘Een enorm icoon, maar wij moeten mikken om op dezelfde hoogte te komen. Ik geloof niet dat het vroeger allemaal beter was. We leven nú.’ Voilà.

En verder: ‘Lotta Sea Lice’ – Courtney Barrett & Kurt Vile, ‘Love What Survives’ – Mount Kimbie, ‘City Music’ – Kevin Morby, ‘Low in High School’ – Morrissey, ‘The Visitor’ – Neil Young, ‘No plan E.P.’ – David Bowie, ‘24 uur’ – De Mens, ‘Pure Comedy’ – Father John Misty, ‘Ooze’ – King Krule, ‘Party’ – Aldous Harding, ‘Mass VI’ – Amenra.