Cursus pessimisme 

Gepubliceerd op Auteur: koenarchief

Bron: DM

Zweedse levensles: denk negatief

ACHTERGROND. Andere mindset moet ons beter leren omgaan met tegenslagen

‘Lach of sterf’, is het gebod waar de gemiddelde Zweed tot voor kort bij leefde. Maar het volk lijkt het optimisme-adagium zat. De inschrijving voor een opleiding pessimisme werd onlangs door het overweldigend aantal aanmeldingen binnen een dag gesloten.

ANNE GRIETJE FRANSSEN

We leven in een hyperindividualistische maatschappij waarin we zelf de verantwoordelijkheid dragen voor een goed gemoed, zo vat Ida Hallgren, de initiatiefnemer van de cursus, onze tijdsgeest samen. Hallgren, verbonden aan de universiteit van Göteborg, is psycholoog en praktisch filosoof. Betrap je jezelf op ongelukkige gedachten, dan moet je of wat harder lopen, of je bent niet optimistisch genoeg. Werpt het ene zelfhulpboek geen vruchten af, dan probeer je een tweede en een derde, maar mocht je daarna nog steeds niet stralend wakker worden, dan doe je iets ontzettend fout.

Ook psycholoog en komiek Mattias Lundberg stoort zich aan de blijheidsgekte. Lundberg refereert aan de motivational speech, de motivatievoordracht, die niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook in Zweden de laatste jaren is gepopulariseerd. Werkgevers sturen hun personeel naar een prijzige inspiratiespreker, die een van stap tot stap te volgen pad naar succes voorkauwt. Visualiseer rijkdom, en het grote geld komt vanzelf. En ben je ziek? Dan lach je jezelf toch weer gezond?

“De essentie van deze toespraken is altijd een variant van ‘je kunt worden wat je wilt, zolang je er maar in gelooft'”, meent Lundberg. “Maar dat is een flagrante leugen: ik zal nooit een basketbalspeler worden, hoe hard ik me ook op die droom concentreer.”

Laat er geen misverstand over bestaan: met een goede dosis optimisme is niets mis, voegt Lundberg gauw toe aan zijn relaas. Maar volgens hem heeft de zelfhulpindustrie de term gekidnapt. Grenzeloze positiviteit is verworden tot een voorwaarde voor geluk. En in die aanname schuilt gevaar. Een overdaad aan optimisme, zegt Lundberg, creëert verwachtingen waaraan een mensenleven zelden voldoet.

Ida Hallgren noemt het een maatschappelijke ziekte: de positiviteitsfaçade, die zich vooral op sociale media manifesteert. “We verliezen de vaardigheid om om te gaan met tegenslagen. Steeds vaker heb ik te maken met cliënten, vaak jongeren, die denken fundamenteel te zijn mislukt omdat ze een periode minder lekker in hun vel zitten.”

Het probleem van schone schijn beperkt zich niet tot het individuele niveau. De highfivecultuur zit ook ingebakken in het bedrijfsleven, waar het optimismevoorschrift een makkelijke manier is om werknemers de mond te snoeren.

Aan de vooravond van de bankencrisis in 2008, vertelt Hallgren, zagen sommige bankiers de bui al hangen. Maar diegenen die hun zorg uitten, kregen een ontslagbrief. “Je negatieve houding schrikt onze klanten af”, was de repliek.
Empathisch vermogen

Deze positiviteitsdrang tast volgens Hallgren ook ons empathisch vermogen aan. Als we onszelf geen raad weten met ongeluk, kunnen we ons evenmin inleven in andermans lijden. “Ik zie het gebeuren in Zweedse verzorgingshuizen. Ouderen met existentiële angsten weten niet tot wie ze zich moeten wenden. De broeder of zuster zegt: ‘Hier, drink lekker een kop koffie en denk maar aan iets leuks.'”

Hoog tijd voor een tegengeluid, vindt Hallgren. Haar levenshouding betekent niet dat ze per definitie uitgaat van het slechtst denkbare scenario of altijd maar beren op de weg ziet. Het is, zegt Hallgren, vooral een kwestie van de realiteit erkennen. We zijn niet in staat elke ongemakkelijke gebeurtenis te vermijden, dus wat is mijn plan B als deze situatie een minder gunstige afloop kent?

Een andere component van de negativiteitsfilosofie, zegt psycholoog Lundberg, is acceptatie. Een cliënt heeft last van angsten en vraagt zich af wat er toch aan hem scheelt. “Je hele bestaan is zojuist op zijn kop gezet door een ingrijpende gebeurtenis, is het dan niet logisch dat je met angsten kampt? Je hoeft niet altijd vrolijk te zijn, en je hebt niet elk aspect van je leven in de hand. Soms is dat het enige beschikbare medicijn: inzien dat het nu even is zoals het is.”

Hallgren brengt haar studenten drie fasen pessimisme bij. Ze begint klassiek, bij de Griekse stoïcijnen, vervolgt haar colleges met de 19de-eeuwse opperpessimist Arthur Schopenhauer en besluit de cursus met het boeddhisme. Boeddha had als uitgangspunt dat het leven een lijdensweg is van onvrede en aftakeling. Maar hij reikte ook praktische methoden aan om hiermee om te gaan.

Hallgren geeft de technieken door aan haar gevolg. Onder meer met meditatie kun je leed in jezelf en anderen herkennen, kun je het leren te accepteren, en juist door die erkenning ontwikkel je dankbaarheid, mededogen voor andermans pijn, misschien uiteindelijk zelfs geluk.

“In Zweden gaan stemmen op om bedelen te verbieden. Dat is een typische reactie vanuit stress, in plaats van empathie. Als we meer oog hebben voor ons eigen lijden, kunnen we ons ook beter verplaatsen in de situatie van iemand die op een kleedje voor de supermarkt zit.”

Ondertussen verspreidt Lundberg de pessimismeboodschap met het middel van zijn tegenstanders: hij en Bylund hebben een komische parodie op de inspiratietoespraak. Ze grappen over gemaakte fouten, goede bedoelingen met een slechte afloop, kansloze dromen, over geluk dat hen keer op keer ontglipt. Het duo is in te huren bij dezelfde agentschappen als de optimismegoeroes. “Dat deed nogal wat stof opwaaien”, zegt Lundberg. “Logisch: de motivatiesprekers zijn bang om hun goede business te verliezen.”