‘Ze noemen ons de knuffelbeergeneratie. Maar wij zitten toch niet massaal thuis met een burn-out?’ : studentenvoorzitter Julien De Wit

Gepubliceerd op Auteur: koenarchief

https://www.demorgen.be/nieuws/ze-noemen-ons-de-knuffelbeergeneratie-maar-wij-zitten-toch-niet-massaal-thuis-met-een-burn-out-studentenvoorzitter-julien-de-wit~b6d22f0e/

‘Ze noemen ons de knuffelbeergeneratie. Maar wij zitten toch niet massaal thuis met een burn-out?’: studentenvoorzitter Julien De Wit

3 september 2023, 11:25

InterviewJulien De Wit

Julien De Wit. 'Extreemrechts - en dat geldt ook voor extreemlinks - verkondigt een heel duidelijke boodschap in een voorts heel onzeker klimaat.' Beeld Rebecca Fertinel Julien De Wit. ‘Extreemrechts – en dat geldt ook voor extreemlinks – verkondigt een heel duidelijke boodschap in een voorts heel onzeker klimaat.’noneBeeld Rebecca Fertinel

Naar jongeren luisteren we niet echt, vindt Julien De Wit, voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Studenten. Met zijn boek Ge(e)neratie onderzoekt hij daarom waar jongeren van wakker liggen.

Bijna 250 pagina’s heeft De Wit volgeschreven over actuele problemen waar jongeren van wakker liggen. Dan is onze eerste vraag: had hij zijn verhaal niet beter in een YouTube-filmpje of een TikTok gegoten? De 23-jarige student internationale politiek lacht. “Ik denk niet dat veel mensen naar mijn TikToks zouden kijken. Ik ben nu eenmaal vlotter met de pen. Dit is ook geen verhaal dat zich laat vangen in een paar filmpjes, al heb ik er wel op gelet dat het boek toegankelijk is.”

Ge(e)neratie onderzoekt thema’s als mentaal welzijn, de brede kloof met de politiek, en armoede. “Onze toekomst oogt heel somber, we worden om de oren geslagen met allerhande doemscenario’s en er is veel druk om overal een mening over te hebben.

“Ik ben sprankeltjes hoop gaan zoeken door te praten met jongeren en experts. Wat zijn hun argumenten, welke oplossingen stellen ze voor, hoe luidt de kritiek? Wie mee wil gaan in dat denkproces kan zo misschien zelf een gefundeerde mening vormen en ontdekken dat er ook veel hoop is.”

Uw boek heeft als leus: één boek, meer dan 70 jongeren, tientallen experts, ontelbare gesprekken, één conclusie. Wat is de grote conclusie?

“Dat jongeren wendbaar zullen moeten zijn in deze veranderende, onzekere wereld, maar dat er ook hoop is: er staat een nieuwe generatie klaar die veerkrachtig is, vooruit wil en een frisse kijk heeft op de dingen.

“Maar we reduceren mensen ook te snel tot hun generatie. Iedereen onder de 25 vinden we te jong om serieus te nemen, iedereen boven 65 is afgeschreven. Als er problemen zijn in de Blaarmeersen, dan is de reflex: we zetten eens wat jongeren voor de camera, en daarna wat oudere mensen die klagen. Mensen denken nu eenmaal graag in hokjes maar daarmee voeden we de tegenstellingen en dat vind ik verkeerd. Jongeren pikken de tijdgeest vaak sneller op, maar uiteindelijk delen we allemaal dezelfde onzekerheden en worstelen we met dezelfde vragen. Dit boek is een pleidooi om te kijken naar wat we gemeen hebben in plaats van ons blind te staren op de verschillen.”

U vindt dat jongeren te vaak negatief in het nieuws komen en dat er niet echt naar hen geluisterd wordt.

“Een goed voorbeeld is onze aandacht voor mentaal welzijn. Er wordt weleens gefulmineerd dat wij een knuffelbeergeneratie zijn die nergens tegen kan, maar dan denk ik: wat met de oudere generatie die massaal thuiszit met een burn-out? En wat met de vele bejaarden in de rusthuizen die depressief zijn omdat ze weinig bezoek krijgen? De thema’s die wij op de kaart zetten belangen iedereen aan, niet alleen jongeren.

“Er wordt ook vaak gezegd dat wij op de arbeidsmarkt komen met hele hoge verwachtingen. Dat is wellicht waar, maar is dat omdat we jong zijn of omdat de arbeidsmarkt zo krap is dat ook pas afgestudeerden marge hebben om te onderhandelen? Zestigers willen vandaag toch ook meer thuiswerken?

“Daarom wil ik jongeren ook vaker horen over andere thema’s, zoals de economie, politiek of de pensioenen, want wij zijn daar ook mee bezig. Net zoals oudere mensen over meer kunnen meepraten dan wat er in het rusthuis gebeurt. Bovendien worden wij door politici weleens uitgenodigd om onze mening te geven, maar ik heb niet altijd de indruk dat daar vervolgens ook echt iets mee gedaan wordt. De politiek is dan ook een van de geadresseerden van dit boek: hé jongens, we willen dat jullie bezig zijn met de dingen waar wij van wakker liggen.”

Over de politiek schrijft u: bijna alle jongeren vinden politiek vies. Dat is hard.

“Veel mensen delen dat gevoel, toch? De jeugd toont een grote sociale betrokkenheid, denk maar aan de klimaatmarsen of de protesten in de zaak-Sanda Dia, maar beschouwt politiek niet meer als een manier om impact te hebben of dingen te veranderen. Dat maakt mij bang want als we het geloof in de politiek kwijtspelen, dan verliezen we ook het geloof in de democratische instelling. In het boek citeer ik een studie die aangeeft dat steeds meer mensen het prima zouden vinden om bestuurd te worden door een dictator of een eenpartijregime zoals in China.

“Politici moeten het vertrouwen herstellen. Ik word heel droevig van de schandalen van de afgelopen jaren. Ik begin het boek bewust met het verhaal van Sihame El Kaouakibi. Ze was zo’n interessant figuur: ze was anders, durfde tegen de partijlijn ingaan, werkte met kwetsbare jongeren. En toen kwam de sloophamer en dacht ik: (zucht) meid, ik had zoveel vertrouwen in jou.

“Maar ook dat gedoe over de pensioenen van politici en topambtenaren is wraakroepend als je weet dat sommige grootouders amper rondkomen met hun mager pensioentje.

“Nog eentje: ik beluisterde onlangs een debat over de veiligheid van de windmolenparken op zee. Een half uur lang werd daar gepalaverd over de vraag of er in de tekst Belgische dan wel Vlaamse kust moest staan. Serieus? I don’t care, noem het voor mijn part de Europese kust. Ik probeer om positief naar politici te kijken, maar ze maken het me niet altijd gemakkelijk.”

Begrijpt u de aantrekkingskracht van Vlaams Belang bij jongeren?

“Extreemrechts – en dat geldt trouwens ook voor extreemlinks, ook populair vandaag – verkondigt een heel duidelijke boodschap in een voorts heel onzeker klimaat. Het standpunt van cd&v over migratie krijg ik niet uitgelegd in een TikTok, dat van Vlaams Belang kan ik samenvatten in twee woorden: poorten toe.

“Die partijen hebben de luxe dat ze buiten het beleid staan maar ik denk dat ze ook de woede vertolken. Ik vermoed dat stemmen op Vlaams Belang vaak een proteststem is, een vraag om verandering.

“Extreemrechts is een duidelijke groep om bij te horen. Ze geven ook veel advies over hoe te leven. Dries Van Langehove heeft op de IJzerwake zelfs gezegd dat we minder moeten netflixen. Ik vind dat heel raar en betuttelend maar sommige mensen zien daarin een houvast.”

U verwijt politici dat ze vooral bezig zijn met perceptie. Zijn jongeren zelf wel bereid om verder te kijken dan de slogans?

“Ik geloof dat mensen wel degelijk geïnteresseerd zijn. Het klimaatdebat is daar een goed voorbeeld van, armoede laat ook weinig mensen koud. Er is een video waarin Barack Obama het vijftien minuten lang heeft over sociale zekerheid, niet bepaald een jongerenthema, maar het werkte wel. Maar politiek is vandaag een all you can eat-buffet: je pakt wat je wil, maar er is geen groter verhaal. Ik wil een ideologisch kader waarover ik kan nadenken.”

U wijdt ook een hoofdstuk aan de jammerlijke staat van het onderwijs. Hoe ervaren jongeren dat zelf?

“Ze maken zich zorgen. Ik hoor regelmatig verhalen van jongeren die vijf uur per dag studie hebben omdat er geen leraars zijn. Ze moeten taken maken over onderwerpen waarover ze geen les hebben gekregen of weten dat hun examen toch niet zal doorgaan. Daarbij moeten ze de hele tijd aanhoren dat het onderwijs om zeep is.

“Natuurlijk maakt hen dat onzeker: gaan zij dommer achterblijven? Veel jongeren vinden studeren niet per se leuk maar ze moeten nu eenmaal naar school, dan willen ze daar ook wel wat uithalen. We moeten opletten dat we hun toekomstbeeld niet kapot slaan: ja, het onderwijs kampt met problemen, maar die zijn niet onoplosbaar. Ik denk dat we hen ook duidelijk moeten maken dat onderwijs meer is dan school. Als je een zeilcursus volgt of in de jeugdbeweging zit, dan leer je ook veel.”

null Beeld Studio Ski Beeld Studio Ski

Het schrijven van dit boek deed u beseffen dat we te weinig aandacht hebben voor de lagere middenklasse, zei u op Twitter. Hoe heeft u dat gemerkt?

“Door met jongeren te praten en het fantastische boek De achterblijvers van Geert Schuermans te lezen. Hij schrijft over de groep die niet arm genoeg is om extra steun of hulp te krijgen, maar ook niet rijk genoeg om hier een goed leven te leiden. Ze kunnen hun kind niet mee op schoolreis sturen of naar de psycholoog gaan omdat ze anders te weinig geld overhebben om naar de supermarkt te gaan.

“Ik herinner mij zelf een barvrouw die ik ontmoette tijdens een studentenjob. Zij vertelde dat ze haar kind die dag had thuisgehouden van school omdat ze de jongen geen boterhammen kon meegeven. Ze probeerde een doktersbriefje te regelen zodat niemand zou weten dat ze geen geld had voor brood. Dat zijn situaties die zorgen voor veel kwaadheid, een etterende wonde in onze maatschappij.

“Er zijn ook veel studenten die het heel moeilijk hebben zonder dat we het merken. In het boek vertel ik het verhaal van een studente die haar examens aflegde tussen haar werkshiften door. En van de studente die overleefde op appels en pizza’s van Dr. Oetker die ze voor het invriezen in stukken sneed, zodat ze elke dag een stukje kon opwarmen. Ik heb ook iemand van het OCMW Gent geïnterviewd. Zij vertelde dat er veel jonge sofasurfers zijn. Ze kunnen geen huur betalen en dus slapen ze een weekje bij de ene vriend, en dan eens bij de andere. Ik vind dat zij in het boek ook een plaats verdienen.”

In een column voor Trends stelde u zich vragen bij onze definitie van succes en zei u dat jongeren vandaag te snel te veel willen.

“Dat is ook. Ik heb het gevoel dat we in een gekke tweestrijd zitten: in deze superindividualistische samenleving is het belangrijk om uniek te zijn en je waarde te bewijzen, anderzijds kijken we voortdurend naar elkaar en willen we wat de ander heeft. We vergelijken constant en hebben niet geleerd om daarmee om te gaan.

“Op sociale media zie je de succesverhalen: mensen die het financieel goed hebben, die vrij zijn, die veel dingen doen en overal bij zijn. De fomo (fear of missing out, LB) is enorm: ben je wel echt jong geweest als je niet op Pukkelpop was? En als je er bent, dan moet je dat ook uitgebreid etaleren. Bovendien kan je jezelf met eender wie vergelijken: je vindt altijd wel een eenentwintigjarige die al multimiljonair is.

“Maar hoe ouder je wordt, hoe meer dromen aan diggelen geslagen worden: ik ben 23 en nog geen multimiljonair. En de kans dat ik het ooit word, lijkt klein. Terwijl het heel oké is om ‘gewoon’ te zijn en niet weten wat je wil doen met je leven. Ik heb zelf nog geen flauw idee wat ik wil doen na mijn studies, maar ik laat het op me afkomen.”

Serieus? We hadden de indruk dat u heel goed weet waar u naartoe wil.

“Dat hoor ik vaak, maar ik heb echt geen masterplan. Weinig mensen, denk ik, al is dat wel wat we hebben meegekregen: het is belangrijk dat je een masterplan hebt voor succes. Maar als het over succes gaat, dan vind ik dat we te veel waarde hechten aan het resultaat en te weinig aan het proces.

“Ik heb een boek geschreven, dat is een succes. Maar niemand heeft de backstage gezien: al die uren die ik alleen achter mijn laptop heb doorgebracht, de nachten dat ik wakker lag omdat ik ontevreden was over een hoofdstuk, die keer dat ik een half jaar aan werk per ongeluk van mijn laptop wiste en mijn boek moest reconstrueren met flarden uit mails aan mijn uitgever, de boekvoorstelling die bijna niet kon doorgaan omdat er geen budget was voor catering.

“De shitshow blijft veelal onzichtbaar, terwijl de succesvolle ondernemer ook heeft gezweet tijdens vergaderingen waarin het bedrijf wankelde en de succesvolle journalist ’s avonds tijdens het koken nog snel een interview moest uittikken omdat de deadline naderde. Er zijn wel mensen die zich op sociale media kwetsbaar opstellen, maar vaak is dat gewoon marketing en dat is ook vervelend.”

Jongeren verlangen heel erg naar echtheid, schrijft u.

“Ja, die evolutie is wel bezig. BeReal vind ik bijvoorbeeld een revolutionaire app. Dan zie je pas dat er ook mensen zijn die niet naar Pukkelpop gaan maar de hele dag moeten blokken voor hun tweede zit en al blij zijn als ze eens naar de winkel kunnen voor een blikje Nalu. Jezelf zijn betekent niet dat je altijd uniek en interessant moet zijn. Ik ben ervan overtuigd dat ook wereldsterren 90 procent van de dag met banale dingen bezig zijn.”

U begint aan uw laatste academiejaar en dus ook aan het uw laatste jaar als voorzitter van de VVS. Echt geen idee wat u hierna gaat doen?

“Ik weet het oprecht niet. Ik ben nu vooral blij dat ik alles uit mijn studententijd heb gehaald. Ik heb het onderwijs altijd ervaren als een keurslijf, maar in het hoger onderwijs ben je veel vrijer. Als je het goed inplant, kan je heel veel van de wereld ontdekken. Ik heb mij via vrijwilligerswerk en studentenjobs altijd proberen open te stellen voor andere mensen en andere werelden, dat vond ik heel verrijkend. Gaan werken betekent opnieuw in dat keurslijf gedwongen worden, dat wordt aanpassen. Al kijk ik er ook wel naar uit om eindelijk betaald te worden voor wat ik doe (lacht).”

null Beeld rv Beeld rv

Ge(e)neratie: jonge oplossingen voor hedendaagse problemen, Julien De Wit, Ertsberg, 250 p., 24,95 euro, ISBN: 9789464750096.