De vetpotten van de Wetstraat: ‘Dat veel partijen elk jaar pretparken afhuren voor hun leden, illustreert dat ze meer geld dan nodig krijgen’
Beeld BELGA
Het geld van de politiek:da gade gij nie betalen
De vijftien ministers en vijf staatssecretarissen van de regering-De Croo zullen 8 procent van hun loon inleveren. Die jaarlijkse besparing van 456.000 euro zal het gapende gat van 23 miljard euro in de begroting niet dichten, maar moet tonen dat het ook crisis is voor de regering. Sympathiek, maar het kan véél beter. Humo verzamelde zeven besparingstips voor spilzieke politici.
Premier De Croo en zijn ministers verdienen elk 250.489 euro bruto per jaar, de vijf staatssecretarissen 237.784 euro. Door 8 procent van hun loon in te leveren, verliezen ze ongeveer 20.000 euro bruto per jaar.
DAVE SINARDET (professor politicologie VUB) «Daar zullen ze geen boterham minder om eten, het is een symbolische geste. Ik vind niet dat onze ministers te veel verdienen. Ze dragen een grote verantwoordelijkheid, ze werken zich te pletter en hebben amper een privéleven. Als je wilt dat talentvolle mensen het land besturen, mag daar iets tegenover staan. De democratie mag wat kosten, maar de uitwassen moeten eruit. En zo zijn er nog wel wat.»
1. Minder parlementsleden
Ons land telt zes parlementen en 522 parlementsleden: dat zijn 45 politici per miljoen inwoners. Als je alleen Kamerleden en senatoren telt, kom je aan 18 parlementsleden per miljoen inwoners: dubbel zoveel als in Duitsland (8 federale parlementsleden per miljoen inwoners) en ook meer dan in Frankrijk (14), Nederland (13) en Spanje (13).
SINARDET «We hebben te veel politici, vooral in de deelstaatparlementen. 150 Kamerleden voor 11,5 miljoen Belgen is niet overdreven – de senatoren tel ik niet mee, omdat die afgevaardigd worden vanuit de deelstaatparlementen. Maar 124 parlementsleden voor 6,5 miljoen Vlamingen en 75 parlementsleden voor 3,5 miljoen Walen? Dat is royaal. Brussel heeft zelfs 89 parlementsleden voor 1,2 miljoen Brusselaars. Dat is echt overdreven. Aan het Duitstalige parlement – 25 leden voor 80.000 mensen – zou ik niet raken, omdat er een ondergrens is voor een goede parlementaire vertegenwoordiging. Maar in de andere deelstaatparlementen kun je tot een derde wegsnoeien. Met 80 Vlaamse, 50 Waalse en 50 Brusselse parlementsleden zal het ook wel lukken.»
HUMO Met die afslanking zou de overheid al 9 miljoen euro per jaar besparen op lonen.
SINARDET «En zonder aan kwaliteit in te boeten. Sommige parlementsleden leveren nu toch weinig meerwaarde. In het Vlaams Parlement is er zelfs een zwijgakkoord: de leden van de meerderheid mogen geen initiatieven nemen die niet zijn doorgesproken binnen de coalitie. Dan ben je gewoon een stemmachine. Waarom moeten daar dan 124 goedbetaalde mensen zitten? Herinner u ook de uitspraak van Bart De Wever, die na de verkiezingsoverwinning van de N-VA in 2014 zei: ‘Iedereen is verkozen, zelfs degenen die eigenlijk niet verkozen moesten zijn.’»
Dave Sinardet: ‘De opstappremies zijn buiten proportie. Die mensen hebben al veel geld verdiend.’noneBeeld Geert Van de Velde
2. Lagere uittredingsvergoedingen
Na 26 jaar als minister en parlementslid kreeg CD&V’er Jo Vandeurzen in 2019 een mooi afscheidscadeau mee naar huis: een uittredingsvergoeding van 428.000 euro bruto. Zijn partijgenoot Pieter De Crem zwaaide af met 390.000 euro. En Siegfried Bracke (N-VA) verliet na een politieke carrière van amper tien jaar de Kamer met 175.000 euro extra in de aktetas. De krant De Tijd berekende dat het Vlaams Parlement en de Kamer na de verkiezingen van 2019 voor 22 miljoen euro aan uittredingsvergoedingen betaalden aan 56 parlementsleden en 72 Kamerleden die hun zitje hadden opgegeven of niet waren herkozen.
SINARDET «Die bedragen zijn buiten proportie, zeker voor mensen die al zoveel geld hebben verdiend. De filosofie van die ontslagpremies is dat ze een vangnet bieden voor politici die plots zonder inkomen vallen, maar dat gebeurt zeer zelden. De meesten kunnen terugvallen op een lokaal mandaat, een functie bij de partij, zitjes in raden van bestuur, een baan bij de universiteit of een eigen zaak.»
HUMO De uittredingsvergoedingen zijn intussen wel beperkt tot 240.000 euro voor politici met de langste staat van dienst.
SINARDET «Ik zou de opstappremies afschaffen en vervangen door een gewone werkloosheidsvergoeding. Uiteraard hebben alleen politici die zonder inkomen vallen daar recht op. Je kunt als politicus de mensen niet vragen om langer te werken, als je dit soort excessen in stand houdt.»
HUMO Een Vlaams Parlementslid verdient ongeveer 7.000 euro bruto per maand. Is dat te veel?
SINARDET «Voor hardwerkende parlementsleden niet, voor anderen wel. Het basisloon van 5.000 euro per maand is niet excessief, maar de onkostenvergoedingen en extraatjes voor commissievoorzitters en andere functies zijn dat wel.
»Ik zou ook de lonen van de parlementsvoorzitters verlagen. De Kamervoorzitter verdient nu één symbolische euro meer dan de premier, omdat ‘het parlement boven de regering moet staan’. De realiteit is natuurlijk anders: de particratie heeft de macht van het parlement volledig uitgehold, ook de parlementsvoorzitters staan niet boven het gewoel. Denk maar aan Liesbeth Homans, die zich als voorzitter van het Vlaams Parlement mengde in een debat over de kinderopvang (‘Mijn kinderen zijn bij de papa’, red.), of Siegfried Bracke die op Twitter partijstandpunten bleef uitdragen. Een premier heeft een veel zwaardere taak dan een parlementsvoorzitter. Pas de verloning dan aan de realiteit aan. Tenzij we de rol van het parlement weer kunnen opwaarderen en de parlementsvoorzitter niet langer wordt aangeduid door de meerderheidspartijen, maar iemand is die, zoals in het Verenigd Koninkrijk, ontslag neemt uit zijn partij en een neutrale positie bekleedt.»
‘Een premier heeft een veel zwaardere taak dan een parlementsvoorzitter. Pas de verloning dan aan de realiteit aan.’ (Foto: Vlaams Parlementsvoorzitter Liesbeth Homans.)noneBeeld BELGA
3. Minder geld voor de partijen
De particratie is een gulzig monster. Elk jaar krijgen de partijen samen 75 miljoen euro uitgekeerd. Aangezien die dotaties zijn gebaseerd op het aantal stemmen, vangt de N-VA het meest (10,8 miljoen euro), gevolgd door de PS (8,5 miljoen euro), Vlaams Belang (7,9 miljoen) en de MR (7 miljoen). Groen heeft de dunste enveloppe, maar daar zit elk jaar nog altijd 4,5 miljoen euro in. Logischerwijs worden de partijen steeds rijker. Hun totale vermogen verdubbelde van 76 miljoen euro in 1999 naar 152 miljoen euro in 2020. Vooral de N-VA is geëvolueerd van een wankelende start-up naar een machtige oorlogsmachine. Vijftien jaar geleden balanceerde de partij op de rand van het faillissement, in 2014 stak ze de PS voorbij als rijkste partij, vandaag zit ze op een nettovermogen van 33,6 miljoen euro: bijna drie keer meer dan de PS (13,3 miljoen euro), en evenveel als Vooruit (12,9 miljoen), CD&V (12,6 miljoen) en Open VLD (8,2 miljoen) samen. Ook hier sluit Groen de rij met een vermogen van 6,1 miljoen euro. De PTB/PVDA is een speciaal geval, omdat het de enige nationale partij is: haar vermogen steeg van 3 miljoen euro in 2014 naar ruim 10 miljoen euro in 2020. Vlaams Belang heeft een dikke 8 miljoen euro ter beschikking.
BART MADDENS (politicoloog KU Leuven) «De partijen zwemmen in het geld. In verhouding tot het kiezersaantal krijgen ze meer dan dubbel zoveel overheidssubsidies als partijen in Denemarken, Duitsland of Zweden, en zelfs meer dan vier keer zoveel als Nederlandse partijen. Niemand wil terug naar het oude systeem, waarin partijen via duistere kanalen worden gefinancierd, maar haast iedereen is het erover eens dat je in die dotaties moet knippen. De particratie wordt te machtig.»
HUMO Waarom krijgen de partijen zoveel geld?
MADDENS «Omdat er de voorbije twintig jaar geregeld aan het systeem is gesleuteld. De traditionele partijen zagen hun leden- en stemmenaantallen fors dalen, maar ze wilden hun inkomsten op peil houden. Door de hervorming van de Senaat in 2014 hadden ze jaarlijks 10 miljoen euro minder moeten ontvangen, maar daar hebben ze een mouw aan gepast. Zo werd een besparing omgebogen naar 4,1 miljoen euro extra partij-inkomsten.»
HUMO Wat doen de partijen met al dat geld?
MADDENS «Ze financieren er hun werking en verkiezingscampagnes mee, en ze pompen steeds meer geld in communicatie en advertenties op sociale media. Vooral Vlaams Belang, de N-VA en de PVDA geven daar massa’s geld aan uit. Dat steekt de andere partijen de ogen uit, want zij kunnen dat niet. Door hun krimpende stemmen- en ledenaantallen hebben ze minder inkomsten. De kosten voor de organisatie nemen een grotere hap uit hun budget, waardoor minder overblijft voor communicatie. Daarom willen ze een plafond op advertenties op sociale media.»
HUMO Zou dat niet wenselijk zijn? De Belgische partijen gaven vorig jaar samen 4,7 miljoen euro uit aan advertenties op Facebook, Instagram en Messenger. Daarmee zijn ze de big spenders van Europa. De N-VA gooide er vorig jaar 1,6 miljoen euro tegenaan, VB 882.000 euro, de PVDA 686.000 euro. In de eerste helft van 2022 gaf geen enkele West-Europese politicus meer uit aan sociale media-advertenties dan Tom Van Grieken (220.000 euro). Ook Bart De Wever (126.000 euro) en Conner Rousseau (66.000 euro) staan in de Europese top tien.
MADDENS «Je kunt je afvragen of er zoveel overheidsgeld naar partijpropaganda, marketing en multinationals als Facebook moet vloeien. Maar dat moet je aanpakken door de dotatie te verlagen. Een plafond op sociale media-advertenties is democratisch niet koosjer, want wie zijn de Facebookpartijen? De oppositie: Vlaams Belang, de N-VA en de PVDA. Dan neemt de meerderheid de oppositie een sterk wapen uit handen. Als de Hongaarse premier Viktor Orbán zoiets deed, zouden we moord en brand schreeuwen. Vlaams Belang en de PVDA komen veel minder aan bod in de media. Het is normaal dat zij hun toevlucht zoeken tot sociale media.»
Bart Maddens: ‘De meeste partijen voelen niet de noodzaak om nog leden te werven.’noneBeeld Photonwes
HUMO Je hoort al jaren dat sommige partijen veredelde beleggingsclubs en vastgoedbureaus zijn geworden. Klopt dat?
MADDENS «Deels. De N-VA heeft haar partijhoofdkwartier in de Koningsstraat in Brussel gekocht voor 20 miljoen euro. Daarvoor zijn ze een lening aangegaan, waarvan ze de eerste schijf van 10 miljoen euro al binnen het jaar konden aflossen. Ze hebben nu een gebouw van acht verdiepingen waarvan ze maar een deel innemen. De rest verhuren ze, wat elk jaar 400.000 euro aan huurinkomsten oplevert. Ook de MR heeft zwaar geïnvesteerd in vastgoed. Bij Vooruit en CD&V zie je de omgekeerde beweging: zij hebben hun partijhoofdkwartier verkocht en huren nu kantoren.
»De partijen houden ook steeds meer cash aan: in 1999 hadden ze samen 22,5 miljoen euro in de kas, in 2020 was dat bijna verviervoudigd tot 81 miljoen euro. De meeste partijen zetten dat geld op termijnrekeningen, maar sommige werken met private bankers en beleggen het. Het is normaal dat ze als goede huisvaders investeren, maar de sterke stijging van het vermogen op lange termijn toont aan dat ze meer geld dan nodig krijgen. Dat veel partijen ook elk jaar pretparken afhuren voor hun leden, illustreert dat.»
HUMO Vlaams Belang en de PVDA stellen voor om de dotaties te halveren.
MADDENS «Dat zie ik niet gebeuren. Vooral de traditionele partijen vinden dat veel te drastisch. Bij een halvering van de toelage zouden ze nog enkele jaren kunnen teren op hun reserves, maar als ze bij de volgende verkiezingen opnieuw stemmen verliezen, moeten ze onvermijdelijk in hun werking en personeelsbestand snijden. Wel haalbaar is om de indexering van de toelages te bevriezen, zodat er niks meer bij komt. Zeker aan Franstalige kant ligt het moeilijker om verder te gaan: zij krijgen al minder geld dan de Vlaamse partijen, omdat er in het Franstalige landsgedeelte minder kiezers zijn.»
HUMO Groen-parlementslid Kristof Calvo zei onlangs in Humo dat de partijfinanciering niet alleen lager, maar ook anders moet. Hij wil dat meer geld naar het parlement stroomt.
MADDENS «Juist. Om te beginnen moet er een strikte scheiding komen tussen de financiering van de parlementaire fractie en die van de partij. De enveloppes voor de fracties komen vandaag ook bij de partijen terecht. Dat is niet gezond. Je moet dat strikt scheiden, zodat het geld voor de fractie echt wordt gebruikt voor de parlementaire werking.»
HUMO ‘Elk parlementslid heeft recht op 1,15 parlementaire medewerkers. Maar als je 20 parlementsleden hebt, heb je geen 23 medewerkers nodig,’ getuigde voormalig N-VA-fractieleider Hendrik Vuye vier jaar geleden. ‘Die mensen worden ingezet op de studiedienst en voor verkiezingscampagnes, terwijl ze op de loonlijst van het parlement staan.’
MADDENS «Vlaams Belang is daar destijds mee begonnen en andere partijen hebben die praktijk overgenomen. Die maakt nu ook deel uit van de vernieuwingsoperaties van Conner Rousseau en Sammy Mahdi. Zo’n politieke normvervaging is ondenkbaar in Nederland en Duitsland. Maak daar een eind aan. Je zou nog verder kunnen gaan door te bepalen dat een substantieel deel van de partijdotatie naar de studiedienst móét gaan. Of je zou een deel van de dotatie kunnen koppelen aan de privégiften en lidgelden.»
HUMO Waarom is dat belangrijk?
MADDENS «Omdat je de partijen dan stimuleert om de voeling met de samenleving te behouden. Door de gulle overheidsfinanciering is er geen prikkel meer om leden te werven of aan crowdfunding te doen. De meeste partijen krijgen 80 procent van hun inkomsten van de overheid. De uitzondering is de PVDA: die partij krijgt veel meer geld binnen via haar leden en mandatarissen, die een aanzienlijk deel van hun loon moeten afstaan.»
SINARDET «Recent werd me gevraagd om in het parlement voorstellen te doen om de regeringsvorming sneller te doen verlopen. Eén daarvan was om de partijdotaties af te nemen als er na zes maanden nog altijd geen regering is. In dat geval laat de politiek de bevolking in de steek, en dat mag financieel bestraft worden. Maar aan de gezichten van de aanwezigen kon ik zien dat weinig partijen daar warm voor lopen (lacht).»
‘De N-VA heeft haar partijhoofdkwartier in Brussel gekocht voor 20 miljoen euro. Daarvoor zijn ze een lening aangegaan, waarvan ze 10 miljoen euro al binnen het jaar konden aflossen.’noneBeeld BELGA
De N-VA erkent dat de partijfinanciering te gul is, maar benadrukt dat het systeem ‘niet door ons’ is ontworpen.
HUMO Meneer Ide, u zwemt in het geld. Plant u binnenkort een partijcongres op Ibiza?
LOUIS IDE (partijsecretaris N-VA) «Wij hebben ons eigen partijgebouw, maar vooralsnog geen zwembad. En op Ibiza worden te veel drugs gesnoven, u weet toch dat wij daar niet voor zijn? (lacht) Ernstig, wij hebben nóóit meegestemd voor de verhoging van de partijdotaties. Integendeel, we hebben consequent voorstellen gedaan om ze te verlagen. Vandaag stellen we voor om de dotaties niet meer te indexeren tot 2024. Dat is fair, want daarmee leveren wij als grootste partij de grootste inspanning. In de provincie Antwerpen, waar we zeer dominant zijn, hebben we ook de provinciale partijdotatie afgeschaft. De andere provincies zouden dat ook beter doen. Dat premier De Croo en zijn ministers nu 8 procent besparen op hun loon, is een beetje hypocriet, want bij de start van de regering hebben ze het budget voor hun kabinetten met miljóénen verhoogd.»
HUMO Uw partij heeft een nettovermogen van 33 miljoen euro. Wat doet u daarmee?
IDE «Wij besteden veel geld aan onze studiedienst, aan communicatie en aan congressen. Dat is de corebusiness van elke partij. Ik begrijp dat mensen zich afvragen of er zóveel geld naar communicatie moet gaan, maar dan moet je de partijdotaties verlagen, in plaats van regeltjes en plafonds op te leggen.»
HUMO De N-VA belegt ook ettelijke miljoenen en haalt inkomsten uit vastgoed.
IDE «Wij leggen een oorlogskas aan voor minder voorspoedige tijden. Dat doen we door als een goede huisvader in defensieve, ethische fondsen te beleggen, maar we laten ook een deel van ons vermogen op de rekening staan, om het snel te kunnen gebruiken voor congressen en verkiezingscampagnes. Het deel van ons partijgebouw dat we niet nodig hebben, verhuren we. Maar momenteel staan die verdiepingen leeg. Sinds de coronacrisis hebben bedrijven hun kantoorruimte in Brussel afgebouwd. Alleen de benedenverdieping verhuren we nog aan Carrefour.»
4. De Senaat afschaffen
Veel partijen vinden de Senaat een overbodig orgaan dat jaarlijks 40 miljoen euro belastinggeld opslokt. Zelfs Senaatsvoorzitter Stephanie D’Hose (Open VLD) ziet de instelling het liefst verdwijnen. Dat kan pas na een grondwetswijziging in 2024, maar ter voorbereiding kondigde ze vorige week een uitdoofscenario aan: de Senaat zal de komende twee jaar 15 miljoen euro besparen. Dat viel bij de MR, de PS en CD&V op een koude steen. Een woedende MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez, gecoöpteerd senator nadat hij in 2019 niet verkozen was geraakt in de Kamer, stapte op nog vóór D’Hose aan haar voorzittersspeech kon beginnen. In de wandelgangen is te horen dat hij de Senaat ziet als een Belgisch symbool dat nooit mag verdwijnen. Net als bij de PS en CD&V speelt wellicht ook dat krimpende partijen hun niet-verkozen politici in de Senaat kunnen stallen.
HUMO Klopt die analyse, mevrouw D’Hose?
STEPHANIE D’HOSE «Euh, ik wil geen olie op het vuur gooien. Ik strijd al jaren voor een hervorming van de Senaat, maar bij sommige partijen ligt dat heel gevoelig. Wij krijgen een dotatie van 40 miljoen euro, maar door zuinig te zijn probeer ik elk jaar een paar miljoen terug te storten. Mijn voorstel om 15 miljoen euro te besparen is een kwestie van politiek fatsoen: er staan zestig universitaire medewerkers op de loonlijst van de Senaat, maar die werken vooral voor de partijen. Dat is een vorm van oneigenlijke partijfinanciering. Laten we dat nu al stopzetten en in 2024 de Senaat helemaal opdoeken.»
MADDENS «Dat zou vanzelfsprekend moeten zijn, maar zo bespaar je geen 40 miljoen euro per jaar. Je moet het gebouw en het patrimonium blijven onderhouden, en het vastbenoemde personeel zal wellicht naar de Kamer verhuizen. Je spaart wel de vergoedingen voor de tien gecoöpteerde senatoren en het fractiepersoneel uit. En de fractietoelagen vallen weg, tenminste als ze die niet overhevelen naar de Kamer.»
Senaatsvoorzitter Stephanie D’Hose: ‘Door zuinig te zijn probeer ik elk jaar een paar miljoen van onze dotatie van 40 miljoen euro terug te storten.’noneBeeld Photo News
D’HOSE «Het personeelsbestand van de Senaat kun je afslanken door wie met pensioen gaat niet te vervangen. De overigen kunnen wellicht bij andere overheidsinstellingen terecht. Het prachtige gebouw van de Senaat en de kunstcollectie moeten we in stand houden. Ik nodig nu al organisaties en bedrijven uit om er activiteiten te organiseren, en elke zaterdag zijn er rondleidingen. In de toekomst zouden we in de Senaat ook burgerparlementen kunnen organiseren.»
5. Minder ministers en kabinetten
Met 15 ministers, 5 staatssecretarissen en 838 cabinetards is de Vivaldi-regering de duurste regering van deze eeuw. Door haar ruime samenstelling telt ze ook zeven vicepremiers die een groter kabinet nodig hebben, met een leger medewerkers. Geen wonder dat de regering het budget voor de kabinetten met een kwart verhoogde tot 66 miljoen euro. Maar hebben we echt zoveel ministers en kabinetten nodig?
SINARDET «Deze regering telt zoveel excellenties omdat ze zeven partijen telt. Naast de taalverhoudingen speelt ook het evenwicht tussen de partijen een rol. Maar het moet absoluut met minder kunnen. Het aantal ministers is wettelijk beperkt tot vijftien, maar er is geen regel voor het aantal staatssecretarissen. Beperk dat tot twee. We hebben nu ook te veel vicepremiers. De groenen vormen één parlementaire fractie: waarom hebben Ecolo en Groen dan allebei een vicepremier nodig? Ook de liberalen klikten zich tijdens de onderhandelingen aan elkaar vast. Als je dan toch één en ondeelbaar bent, kun je voor een roterende vicepremier gaan: het ene jaar iemand van de MR, het volgende jaar iemand van Open VLD.»
HUMO Zou u de kabinetten afschaffen?
MADDENS «Dat ligt minder voor de hand. In een ideale wereld heeft een minister alleen een paar communicatieverantwoordelijken en werkt hij samen met de top van de administratie, zoals in Nederland. Maar in onze politieke cultuur is dat moeilijker, omdat topambtenaren vaak politiek benoemd zijn of minstens een politieke kleur hebben. Dan snap ik dat een minister wil steunen op een team van betrouwbare medewerkers, die hem niet saboteren of informatie lekken naar drukkingsgroepen. Die cultuur is moeilijk te keren. Maar het mag ook niet doorslaan. Herinner u dat Joëlle Milquet (Les Engagés) als minister van Binnenlandse Zaken ooit een vacature heeft uitgeschreven voor een kabinetsmedewerker, en in de jobomschrijving vermeldde dat die ook moest helpen bij de verkiezingscampagne. Dat was er echt over, daar dienen de kabinetten niet voor.»
SINARDET «Ons systeem van gepolitiseerde administraties en kabinetten is duur en werkt niet goed. In de onderzoekscommissies over PFAS en de kinderopvang gaven de ministers hun administratie de schuld en vice versa. Je kunt de kabinetten schrappen, maar dan moet je ook de administratie depolitiseren. Anders botst een nieuwe minister op topambtenaren van een andere partij. Mieke Vogels (Groen) was de voorbije vijftig jaar de enige minister van Welzijn die níét van CD&V kwam. Zij had haar eigen kabinet nodig om iets te kunnen realiseren, want haar administratie bulkte van de CD&V-pionnen die haar tegenwerkten. Ook Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) zou zonder haar kabinet veel moeilijker kunnen werken, aangezien haar administratie vol met mensen van CD&V en de Boerenbond zit.»
Tony Valcke: ‘Als je de provincies schrapt, verschuiven hun taken naar de regering of de gemeenten.’noneBeeld rv
6. de provincies afschaffen
De provincies geven 754 miljoen euro per jaar uit: niet weinig voor een politiek niveau dat veel partijen nutteloos vinden. Toch zou de afschaffing slechts een kleine besparing zijn, waarschuwt politicoloog Tony Valcke (UGent).
TONY VALCKE «Om het in perspectief te plaatsen: de gemiddelde Vlaming betaalt jaarlijks 113 euro per jaar aan de provincies, 1.900 euro aan de gemeenten en 7.000 euro aan het Vlaamse niveau. Het grootste deel van de 754 miljoen euro voor de provincies gaat niet naar politici, maar naar beleidskosten. De provincies zijn bevoegd voor toerisme, wegen en verkeer, ruimtelijke ordening en onderwijs. Als je de provincies schrapt, verschuiven die zaken naar de regering of de gemeenten, want je moet nog altijd toeristische recreatiedomeinen uitbaten, fietssnelwegen aanleggen en provinciale scholen openhouden. De provincies tellen 3.900 voltijdse medewerkers: ook die zullen naar andere bestuursniveaus verkassen, al kun je dan wel efficiëntiewinsten boeken.»
HUMO Maar er kunnen toch op zijn minst een aantal politieke postjes sneuvelen?
VALCKE «Jazeker! De vijf Vlaamse provincies worden elk apart bestuurd door vier gedeputeerden. Die verdienen evenveel als Vlaamse parlementsleden, 81.106 euro per jaar, en ze beschikken over een dienstwagen met chauffeur. Daarnaast heb je 175 provincieraadsleden die elke maand vergaderen en daar 125 euro per zitting voor krijgen. Voor commissievergaderingen vangen ze evenveel. Als je die hele vertegenwoordiging schrapt, kom je aan een besparing van ongeveer 2 miljoen euro per jaar. Dat is íéts, maar geen vetpot. Je zou ook kunnen wieden in de 7.398 gemeenteraadsleden. Zij ontvangen zitpenningen van 240 euro per vergadering. Dat loopt snel op, en in veel gemeenteraden zit toch wel wat kaf tussen het koren.
»De meeste partijen vinden de provincies een overbodig tussenniveau, maar ze willen het vervangen door een ander tussenniveau: de regio’s. De Vlaamse regering stelde vorig jaar een kaart met zeventien regio’s voor en er gaan al stemmen op om daar óók een politieke vertegenwoordiging op te zetten. Dan ben je weer vertrokken (lacht).»
7. Hakken in de intercommunales
Vier jaar geleden kwamen allerlei schandalen aan het licht over de graaicultuur bij de intercommunales. Achter sommige intercommunales bleek een ondoorzichtig oerwoud van holdings en comités schuil te gaan, met honderden bestuurszitjes voor politici. Zo telde de Oost-Vlaamse holding Farys, die onder meer instond voor de waterdistributie in 36 gemeenten, maar liefst 389 bestuursleden. Sommige politici schnabbelden tienduizenden euro’s per jaar bij elkaar door de mandaten op te stapelen en zich zelfs te laten betalen voor vergaderingen waaraan ze niet hadden deelgenomen. Peter Reekmans, burgemeester van Glabbeek en ex-parlementslid voor Lijst Dedecker, had een jaar eerder de beerput al blootgelegd in zijn boek ‘De Vlaamse ziekte’.
PETER REEKMANS «Onder druk van die schandalen heeft de Vlaamse regering de zitpenningen in de intercommunales beperkt tot 205 euro per vergadering. Het aantal bestuursleden werd teruggeschroefd naar maximaal vijftien. Maar daarmee is de zaak niet opgelost, want dat decreet geldt niet voor netbeheerders als Elia en Fluxys, die in heel België actief zijn. Ook de holdings zoals Farys of financiële vehikels als Publi-T, dat het geld van Fluxys belegt, vallen niet onder dat decreet. Uiteraard zitten dáár de grote jongens, en zij likken nog altijd gulzig aan de honingpot.»
HUMO U linkte die graaicultuur in uw boek al aan onze hoge energiefacturen.
REEKMANS «40 procent van onze factuur bestaat uit kosten voor de transmissie en distributie van energie. Dat komt van Elia, Fluvius, Fluxys en andere netbeheerders. Die (semi-)intercommunales hebben een eigen vermogen van 18,6 miljard euro! Dat hebben ze opgebouwd met de goedkeuring van 256 politici, die er in de raden van bestuur over waken dat ze elk jaar mooie winsten boeken waar hun gemeenten mee van profiteren. Die 256 bestuursleden krijgen ook 2 miljoen euro per jaar om elf keer te vergaderen.
»En ondertussen wordt de burger leeggemolken via de energiefactuur. Als je ziet welke bedragen sommige bestuursleden daar nog altijd verdienen, is het pervers dat de nettarieven nog niet drastisch zijn verlaagd. Ze zouden hun vergoedingen van het voorbije jaar uit pure schaamte moeten terugstorten.»
HUMO Hebt u voorbeelden van die exuberante vergoedingen?
REEKMANS «De CEO van Elia, dat instaat voor de transmissie van elektriciteit, verdient 980.000 euro per jaar: bijna vier keer meer dan de premier. Is Elia leiden dan vier keer moeilijker dan het land leiden? De veertien andere bestuursleden van Elia incasseerden in 2020 samen een vergoeding van 844.529 euro. Ze krijgen allemaal een vaste vergoeding van 25.000 euro per jaar plus zitpenningen van 1.500 euro per vergadering. Dat is wat anders dan 205 euro per vergadering, hè? Bij Fluxys lopen de jaarlijkse vergoedingen voor bestuursleden op tot ruim 450.000 euro per jaar. Ter vergelijking: volgens het Vlaamse decreet mag een intercommunale maximaal 33.825 euro aan zitpenningen uitbetalen.
»Eén van de grootste spinnen in het web is Geert Versnick (Open VLD), de ex-secretaris van Guy Verhofstadt. Hij factureert zijn vergoedingen van 52.264 euro bij Elia én 11.816 euro als voorzitter van Publi-T via zijn vennootschap Flemco BVBA. Dat is fiscaal voordelig. De wet zegt dat politici hun vergoedingen niet meer via vennootschappen mogen factureren, maar Geert Versnick is geen verkozene meer en valt dus buiten die wet. Sinds hij is gestopt met nationale politiek, zetelt ook Pieter De Crem in Publi-T: u denkt toch niet dat hij veel minder verdient dan toen hij minister was? In combinatie met zijn loon als burgemeester van Aalter tikken die zitpenningen aardig aan.»
‘Geert Versnick (Open VLD) factureert zijn vergoedingen bij Elia en Publi-T via zijn vennootschap, want dat is fiscaal voordelig. Politici mogen dat wettelijk gezien niet meer, maar Versnick is geen verkozene meer.’noneBeeld Wannes Nimmegeers
HUMO Wat zou u veranderen aan het systeem?
REEKMANS «Zorg ervoor dat de directeurs van intercommunales niet meer verdienen dan de premier. Beperk alle vergoedingen. Dwing ze tot fusies, zodat er veel minder intercommunales zijn. En schrap de zitpenningen voor schepenen en burgemeesters: zij worden al betaald voor hun functie, waarom moeten ze nog 205 euro extra krijgen voor een vergadering over een crematorium dat ze delen met drie buurgemeenten?»
VALCKE «Je hebt intercommunales nodig voor afvalverwerking, riolen en de distributie van water en energie, maar sommige gemeenten zitten in meer dan zestig van die samenwerkingsverbanden. Men zou die intercommunales meer moeten clusteren en ze laten samenvallen met de zeventien regio’s, waardoor het efficiënter en transparanter wordt. De Vlaamse regering heeft de gemeenten daar tien jaar de tijd voor gegeven, met als doel: minder mandaten, minder versnippering en meer bestuurskracht.»