Hij was heel even dood. Nu wijdt deze journalist zich aan het ultieme vraagstuk
InterviewFokke Obbema
Beeld Links: Rebecca Fertine. Rechts: rv
Het scheelde geen haar, die nacht in april 2017. Maar de Volkskrant-journalist Fokke Obbema (59) overleefde zijn hartstilstand en startte een queeste naar het antwoord op dé vraag: wat is de zin van ons bestaan? Hij sprak tientallen (ervarings)deskundigen, de uitkomst bundelde hij in twee succesvolle boeken.
Hij is net terug van een vakantie in Zweden, vertelt Fokke Obbema als we hem via WhatsApp bellen. Sinds een jaar is de Amsterdammer zo vrij als een vogel. Op 1 april eindigt de sabbatical die hij in januari 2021 inzette. Zijn eerste boek, De zin van het leven (2019), werd een bestseller, en dat gaf hem de financiële ademruimte om tijd voor zichzelf te nemen. Die besteedde hij onder andere aan een vervolg: “Voor mijn nieuwe boek was de centrale vraag: ‘Wat is voor u een zinvol leven?’ Dat klinkt minder intimiderend en groot dan vragen naar de zin van het bestaan.”
Maar als iemand expert ter zake is wat die vraag betreft, dan wel Fokke Obbema. Het begon allemaal met die hartstilstand, nu bijna vijf jaar geleden. Tijdens zijn slaap hield Obbema’s hart ermee op. Zijn laatste ademhaling was een harde snurk, daarna werd het stil. Het was omdat zijn partner Carine naast hem lag en nog wakker was, dat hij het kan navertellen: “Ze hoorde dat ik een ongewoon geluid maakte, zag dat ik er niet goed aan toe was en heeft dan meteen het noodnummer gebeld, het was na halfeen ’s nachts. Omdat ik op een plek woon waar de hulpdiensten binnen vijf minuten in mijn slaapkamer op de vierde verdieping stonden en dus heel snel konden ingrijpen, heb ik er geen hersenschade aan overgehouden. Ik ben vrijdagavond mijn bed ingestapt, werd op zondag wakker in het ziekenhuis en was op maandagmorgen alweer in staat om de krant te lezen. Maar ik was wel even klinisch dood. Mijn hart en ademhaling werkten niet meer.”
Dat is op zijn zachtst gezegd schokkend. Hoe ging u om met dat besef?
“Ik zat met twee grote vragen. Eén: hoe kon dit gebeuren? Daar heb ik geen bevredigend antwoord op gekregen, behalve dat er plak zat in mijn kransslagaders. Hoe die er was gekomen, weet ik niet goed. Het kan met stress te maken hebben, maar er ligt zoveel aan stress. Maar goed, ze hebben me gered en daar ben ik de hulpdiensten en artsen enorm dankbaar voor. Toen ik naar huis ging, kreeg ik wat pilletjes mee. Als ik die de rest van mijn leven nam, zou ik het redden, zeiden ze.
“De tweede vraag was wat het nu allemaal voor zin had gehad: wat stelde het bestaan nu eigenlijk voor? Het had in één klap weg kunnen zijn en dat besef was inderdaad schokkend. Ja, ik wist dat je dood kon gaan, maar er is een groot verschil tussen kennis en ervaring. De vraag liet me niet los en zo ben ik een reeks gesprekken begonnen met filosofen, biologen, theologen en psychologen over de zin van het leven. Ik had wel eerst mijn eigen verhaal in de Volkskrant geschreven. Dat trok enorm veel aandacht, waardoor de interviews ook heel goed werden gelezen.”
Vertel: wat ís nu precies de zin van het leven?
“Voor mij gaat dat om diepe verbondenheid met anderen. Dat kan in de liefde en in vriendschappen zijn of via goeie gesprekken, het gaat om momenten waarop je die verbinding voelt. Die momenten zijn zinvol én haalbaar. In mijn tweede boek heb ik een gesprek met Maud Vanhauwaert (Vlaamse dichteres en actrice, red.) en zij formuleert het heel mooi: ‘Voor mij is er sprake van een zinvol leven als het genoeg momenten bevat van intens geluk waarin je loskomt van je menselijke beperkingen en je verkeert in het bovenmenselijke. Momenten waarop je het gevoel hebt dat je jezelf kunt verliezen in iets dat jezelf overstijgt. Bijvoorbeeld als je iets ziet van een onwaarschijnlijke schoonheid, in de natuur, in een ander, in een kunstwerk.’ Ze zegt ook nog dat het erom gaat los te komen van je eigen prullerige leventje dat per definitie tot frustraties leidt omdat er altijd nog een rekening moet betaald worden.
“Dat komt altijd terug; het aanhaken bij een groter geheel dat uitstijgt boven jezelf; iets waarvan je deel uitmaakt zoals een gemeenschap, je gezin, noem maar op.”
‘Mijn bestaan had in één klap weg kunnen zijn en dat besef was schokkend. Ja, ik wist dat je dood kon gaan, maar er is een groot verschil tussen kennis en ervaring’Beeld Rebecca Fertinel
Een van uw belangrijkste aanbevelingen is het schrijven van je eigen levensverhaal. Waarom is dat nodig?
“Je hoeft het niet per se op te schrijven, je kunt het ook op je telefoon inspreken of aan een vriend vertellen, de vorm doet er niet toe. Maar in ons dagelijkse bestaan dreigen nieuwe gebeurtenissen en feiten ons telkens weer te overspoelen, waardoor we nauwelijks tijd hebben voor de lessen die we uit ons leven kunnen leren. Maar als je probeert om eens afstand te nemen en door te dringen tot je telkens terugkerende fouten, angsten of andere zaken die steeds weer bovenkomen, dan kun je daar veel aan hebben.”
Uit welke specifieke ervaringen in ons leven kunnen we dan lessen trekken?
“Je begint met de bepalende ervaringen uit je jeugd. Noem er drie en beschrijf wat je rol is geweest. Hoe heb je die momenten beleefd, hoe heb je je gedragen, had je je ook anders kunnen gedragen? Als je die drie gebeurtenissen op een rij hebt, zie je waarschijnlijk al patronen. En wanneer je een aantal vormende gebeurtenissen uit je volwassen leven ophaalt, zul je nog veel meer patronen ontdekken. Ik denk dat je er inzichten mee opdoet die je kan gebruiken wanneer nieuwe tegenslagen zich voordoen. Want die zullen er sowieso komen, zo zit het leven nu eenmaal in elkaar.”
Wat hebt u uit uw eigen levensverhaal geleerd?
“Dat ik goed ben zoals ik ben. Voor mij is dat een bruikbare slogan waarop ik kan terugvallen als het nodig is. In mijn jeugd werden er heel wat eisen aan me gesteld, met name door mijn vader. De verwachtingen over wat ik met mijn leven zou doen, brachten een behoorlijke druk met zich mee. Ik héb er ook door gepresteerd, maar die druk creëerde ook het idee dat je eerst moet presteren en dan pas liefde kan ontvangen. Een foute gedachte die me tot op de dag van vandaag parten speelt, maar die je dus tegenwicht kan bieden met de woorden: ‘Ik ben goed zoals ik ben.’”
Helpt die zelfaanvaarding op een dag dat het allemaal minder gaat?
“Ja, het geeft een zekere innerlijke rust. Iets waar we in deze tijd meer dan ooit behoefte aan hebben, denk ik. We worden zo gedreven door allerlei externe impulsen, veel meer dan de generaties voor ons, dat het verlangen naar rust enorm is.”
Kan dat verlangen naar innerlijke rust ook te maken hebben met het feit dat de rol van religie in het Westen nagenoeg is verdwenen?
“Zeker, al zijn er in Nederland en België nog altijd mensen die zich wel degelijk via religie verhouden tot die existentiële vragen. West-Europa is trouwens een uitzondering: in een groot deel van de wereld neemt religie nog steeds een belangrijke plaats in. De kracht van religie is dat het antwoorden geeft en troost biedt omdat het een perspectief schetst. Vroeger had ik de neiging er een beetje denigrerend over te doen, tegenwoordig vind ik het mooi, net omdat mensen er houvast aan kunnen ontlenen. Zelf ben ik niet religieus en zoek ik die houvast ergens anders. Bij het levensverhaal bijvoorbeeld. Want daarbij zoek je een houvast in jezelf. Ik denk dat het om maatwerk gaat. Religie kan een antwoord zijn voor de grote massa, maar als je diep bij jezelf binnenkijkt, kun je een antwoord zoeken dat heel dicht bij je past, dat aansluit bij je cultuur, opvoeding enzovoort.”
Fokke Obbema: ‘Als je je schild laat zakken en aangeeft dat je met iets zit, heeft dat vaak als effect dat de ander zich ook kwetsbaar opstelt. Dan kom je tot gesprekken die ertoe doen’Beeld Rebecca Fertinel
U interviewde tientallen mensen over de zin van het leven. Welke antwoorden zijn u in het bijzonder bijgebleven?
“Ik kreeg een mooie terechtwijzing van een jonge filosoof, Sanneke de Haan. Ze vond de vraag naar de zin van het leven maar hebberig; het leven op zich is al meer dan genoeg, en dan willen we ook nog een hoger doel, zei ze. En Alexander Rinnooy Kan (hoogleraar economie en voormalig politicus, red.) maakte indruk op me met zijn kijk op het leven als een onbegrijpelijk wonder. Het is de taak van de mens om dat wonder te proberen ontrafelen, door nieuwsgierig te zijn, vragen te stellen, stelde hij. Nieuwsgierigheid als dagelijkse bron van energie en inspiratie is een mooi begrip om voor ogen te houden in de strijd tegen vermoeidheid en cynisme.
“Maar verbondenheid vormde wel de rode draad in alle gesprekken. Het kwam altijd terug, ongeacht geslacht, leeftijd, sociale status enzovoort. Dat klinkt een beetje als een platitude, we zijn nu eenmaal sociale wezens dus het hoort erbij. Maar het maakte toch indruk op me, omdat ik het iedere keer weer hoorde, in heel veel variaties.”
Begrijpelijk, niemand wil toch eenzaam zijn?
“In die zin kun je het ook als een soort strijd tegen onze existentiële eenzaamheid zien, waarin we op zoek blijven naar ervaringen waaruit blijkt dat we wel degelijk verbonden zijn met elkaar, of met de natuur. En dan kom ik bij het volgende, al is het misschien een beetje van de hak op de tak: de zinloosheid van de smartphone. Of in ieder geval het gevaar dat de smartphone oplevert, met name bij dit soort ervaringen. Die momenten waarop je met je naasten in het bos wandelt en toch nog je mail gaat checken. Ik deed het zelf ook en besefte dat ik daarmee voorbijging aan de verbondenheid van die boswandeling met mijn geliefde. Maar nu is het gedaan. Sinds 1 januari ben ik op regime, ik probeer het gebruik van mijn smartphone terug te brengen van drie uur tot een uur per dag.”
En lukt het?
“Tot nu toe wel. Ik houd een dagboekje bij, anders loopt het uit de hand. Maar het is ingewikkeld omdat het ding op zoveel manieren in je leven is ingevlochten. Het beste is uitzetten en drie tijdstippen bepalen waarop je hem weer even aanzet. Het gaat om het besef dat je helemaal niet meteen moet reageren, dat kan ook een paar uur later. Het is eigenlijk een strijd tegen de versnippering.”
Heel wat mensen hebben moeite met verbondenheid. Uit angst om afgewezen te worden, zich bloot te geven, noem maar op. Wat beveelt u hen aan?
“Het belang van je kwetsbaar op te stellen. Vóór mijn hartstilstand dacht ik dat ik alles onder controle had en hield ik daardoor afstand van het leven. Ik ben die neiging tot afstand kwijtgeraakt, ten dele door een gesprek met dominee Claartje Kruijff. Ze legde uit dat je diepere verbondenheid krijgt door je kwetsbaar tegenover anderen op te stellen. Als je je schild laat zakken en aangeeft dat je met iets zit, heeft dat vaak als effect dat de ander zich ook kwetsbaarder opstelt. En dan kom je tot gesprekken die ertoe doen, die een band creëren. Als je alleen maar over je tennistechniek en je vakantiehuis in Toscane bezig bent, zal dat niet lukken. Ik ben het zelf in mijn vriendenkring gaan praktiseren en het werkt.”
U had het eerder over aanvaarding, in welke mate speelt die een rol in zingeving?
“Ik denk dat het absoluut een sleutel in het bestaan is. Ook dat kun je koppelen aan je levensverhaal, in die zin dat je accepteert hoe je in het leven staat, hoe het leven je heeft gevormd, met je faalangst of wat dan ook. En via acceptatie kom je bij veerkracht. Ik sprak bijvoorbeeld met Henk Blanken, een collega-journalist die op zijn 51ste parkinson kreeg. Hij wist het vrij snel te accepteren, mede doordat hij er een draai aan kon geven. Het gaf hem de ruimte om te doen wat hij al zo lang wilde: schrijver worden. Vroeger vond hij daar nooit de rust voor omdat hij altijd in de opgejaagde dagbladjournalistiek zat. Hij heeft sindsdien heel mooie boeken geschreven, maar de eerste stap was wel de acceptatie van zijn ziekte.”
Levenslessen sprokkelen in ‘Monty Python’s The Meaning of Life’ (1983) met John Cleese.Beeld RV
Je kunt je ook afvragen of er eigenlijk wel zoiets is als de zin van het leven. Of het geen louter biologisch gegeven is. We worden geboren en gaan dood, en dat doen we alleen. Misschien gaat het enkel om voortplanting.
“De vraag in ruime zin stellen is iets wat de mensheid in allerlei culturen al duizenden jaren doet, zonder veel succes. Maar maak je het persoonlijk, dan zie ik er wel het nut van in, omdat die vraag uitnodigt tot nadenken over wat essentieel is in je bestaan. Door erover na te denken, leid ik een zinvoller bestaan.”
Kijkt u na uw ervaring ook anders tegen de dood aan?
“Ik ben er heel veel mee bezig geweest, heb tijdens de interviewreeks aan iedereen gevraagd hoe zij naar de dood keken. Voor mij zijn er twee zaken duidelijk geworden: de urgentie die de dood aan het leven geeft en de dankbaarheid voor het leven. Die aspecten vind ik behulpzaam om met die verschrikkelijke dood om te gaan. De dankbaarheid voor het leven komt voort uit het besef van de dood, dat is het mooie ervan. En de urgentie van het leven hebben we te danken aan het feit dat we nu eenmaal niet weten wat er na de dood gebeurt. Dit is het leven dat je hebt. De keuzes die je iedere dag maakt, zijn bepalend voor het vervolg van je leven. Het gevoel van belang, van intensiteit, van hier en nu te leven, is er omdat we niet weten wat er na de dood gebeurt.”
Vier tips om je leven meer betekenis te geven
Fokke Obbema: “Experimenteer met je kwetsbaar opstellen, in plaats van defensief. Ik zie het als de snelste route naar of de grootste kans op diepere verbondenheid met een ander, en dat is waar het uiteindelijk om draait in het leven – in de liefde, in vriendschappen, in gesprekken.”
“Versnipper je aandacht zo min mogelijk. Concentratie en aandacht zijn essentieel voor diepere verbondenheid. Zie je smartphone in dit licht als je grootste vijand.”
“Kijk mild naar al het geploeter van iedereen om je heen. Het leven is een hachelijke onderneming, waarbij iedereen bovenal steun en begrip verdient.”
“Blijf nieuwsgierig, blijf jezelf vragen stellen. Realiseer je vooral hoeveel je niet weet in plaats van te denken dat je het allemaal wel hebt gezien.”
De zin van het leven. Gesprekken over de essentie van ons bestaan en Een zinvol leven. De mens en zijn bestaan door Fokke Obbema zijn uitgegeven bij Atlas Contact