De Morgen-columnist Aya Sabi neemt afscheid van George Floyd: ‘Mogen ademen is geen privilege’
In Hemelpost zeggen Bekende Vlamingen vaarwel tegen wie in 2020 is komen te gaan. De Morgen-columnist Aya Sabi schrijft hier een brief aan George Floyd, overleden door politiegeweld op 25 mei.
Er is niets wat ik jou kan vertellen om dit goed of ongedaan te maken. Er is geen enkel woord dat ervoor zorgt dat we terug kunnen naar de dag voor 25 mei, dat je een politieagent was tegengekomen die wél wist hoe de democratie werkte, dat jou wel een eerlijk proces werd gegund, dat het politiegeweld niet zo disproportioneel was, dat een andere agent ingegrepen had, dat je in de ambulance gereanimeerd kon worden, dat je in het ziekenhuis niet dood werd verklaard. Dat je leven meer waard zou zijn. Dat deze rechtsstaat iedereen even goed beschermt.
En dat alles om een vervalst biljet van 20 dollar. Maar zwart zijn is geen misdaad. Mogen ademen is geen privilege.
Als ik lees hoe snel en gewetenloos mensen anderen van het leven beroven zou ik bijna denken dat ze ook in staat zijn om de ander weer tot leven te wekken. Zij die levens ontnemen kunnen wel zo laf en zwak zijn om hun knie in de hals van een man te duwen tot zijn adem afgeknepen wordt, maar daar blijft het bij: ze kunnen enkel moorden. Ik weet dan ook niet zo goed wat ik je in deze brief moet vertellen, of woorden er nu nog toe doen. Dat is iets wat ik me vaak afvraag bij het schrijven, maar nu is het geen vraag, dit is hét antwoord: je komt nooit meer terug.
Ik weet niet of het je troost biedt om je te vertellen dat de stilte niet lang heeft geduurd, dat er wereldwijd protest is uitgebroken, dat er racistische en kolonialistische standbeelden zijn neergehaald. Want het is gewoon niet eerlijk dat jij daarvoor ‘opgeofferd’ moest worden. Het pijnlijkst is dat je niet de enige bent en dat de veranderingen echt niet zo significant zijn.
‘Het pijnlijkst is, George, dat je niet de enige bent en dat de veranderingen die sindsdien zijn gebeurd echt niet zo significant zijn.’Beeld Penelope Deltour
Dit proces gaat zo traag. De antiracismebeweging is lang aan het vechten tegen dat grote monster met oneindig veel tentakels, ingebed in en verweven met ons systeem. Een systeem dat letterlijk gebouwd werd op de uitbuiting van ‘de ander’. Wanneer je één tentakel afsnijdt, vermenigvuldigt het weefsel zich en groeit drie keer harder aan in alle richtingen, zo lijkt het. En dan vraag ik me af waarvoor we het allemaal doen.
Dan vraag ik me af of het de bedoeling is dat het nieuws elke ochtend zo hard op mijn huisdeur bonkt, de deur forceert nog voor ik kan opendoen en naar binnen stampt zonder de modderschoenen aan het matje met ‘welkom’ af te vegen. Het schenkt zichzelf thee in en kijkt over de tafel met kille ogen recht in de mijne, zonder te knipperen, zonder mijn pijn te zien en me te beschermen voor meer. Dan wordt het porselein tegen de muur kapotgeslagen en vertrekt het weer.
Dood is dood, zelfs al was het onrechtvaardig, ondemocratisch, stil en wreed. Ook een te vroeg einde blijft een einde. Alles wat ik schrijf klinkt zo ongepast, aangezien ik je wil vertellen dat de wereld een betere plek geworden is, maar ook niet wil liegen. Je kunt op een onbewolkte dag vast alles vanuit de hemel zien. Het is moeilijk om weer de vlekken uit je tapijt te schrobben, een nieuwe diffuser te kopen, te doen alsof er nooit iets gebeurd is, een dubbel slot te plaatsen. Het is moeilijk om je porselein weer aan elkaar te lijmen, want niet alles wordt kintsugi, niet alles kan worden gelijmd. Soms is kapot gewoon kapot. Het enige wat ik je kan zeggen is dat het me spijt wat jou overkomen is, dat het pijn heeft gedaan en nog altijd pijn doet.
(Hemelpost, naar een idee van HP/De Tijd)