Toekomstig N-VA-ideoloog Joren Vermeersch : ‘We leven onder de dictatuur van het goede’
Vanaf 1 augustus zal Joren Vermeersch (38) bij N-VA mee de ideologische lijn uitzetten. Wij leggen de vertrouweling van Theo Francken alvast op de rooster. Een gesprek over de ‘criminalisering’ van geschiedenis en de ‘superioriteit’ van de westerse beschaving.
“Ik heb vrienden verloren toen mijn politieke standpunten veranderden”, zegt Joren Vermeersch. “Ineens vonden zij mij een slechte mens, omdat ik begon te werken voor Jean-Marie Dedecker. Terwijl ik vriendschap en politieke ideeën perfect van elkaar kan scheiden. Sommige van mijn vrienden hebben een volledig ander wereldbeeld. Ik vind dat verrijkend.”
BIO • geboren in Oostende in 1981 • jurist en historicus (UGent) • werkte voor Jean-Marie Dedecker en vervolgens voor N-VA • schreef samen met Theo Francken Continent zonder grens (2018) • schreef 1349. Hoe de Zwarte Dood Vlaanderen en Europa veranderde (2019) • wordt vanaf1 augustus adviseur ideologie bij de N-VA
Joren Vermeersch is jurist en historicus. Vanaf 1 augustus treedt hij bij N-VA in dienst als adviseur ideologie. Een grote verrassing is dat niet. Na eerst een jaar voor Dedecker te hebben gewerkt, werd Vermeersch opgemerkt door Theo Francken. Hij werkte achter de schermen in de Kamer, en vervolgens op het kabinet van Asiel en Migratie. Hij schreef met Francken twee veelbesproken boeken over het N-VA-migratiebeleid en publiceerde als historicus onlangs 1349, over de pest in Vlaanderen en Europa.
We bevinden ons in zijn stadstuintje in Brugge om over politiek te praten, al is dat een delicate kwestie. Hij kan uiteraard niet namens de partij spreken. “Gelieve dat sterk te benadrukken”, zegt hij. “Dat ik in eigen naam spreek, en niet voor de N-VA.”
Zijn er no-gozones? Waarover wilt of mag u niet praten?
Joren Vermeersch: “Over mijn partij, over wie de volgende voorzitter wordt, over mogelijke coalities, en over de federale formatie.”
Een hele opluchting. Dan kunnen we het over interessante dingen hebben. Is ideologie terug van weggeweest?
“Het politieke debat is aan het verscherpen, en dan wordt reflectie over ideologie opnieuw belangrijker. Als politicus moet je bevattelijk communiceren, met een wervend verhaal. Een ideologie, een lijn die je moet bewaken. Mijn partij heeft zo’n verhaal: het inclusieve burgerschap gebaseerd op een sterke identiteit, een gedeelde taal, normen en waarden.”
Eerst even naar uw persoonlijke evolutie. In een artikel op Doorbraak las ik dat u twintig jaar geleden links was.
“Absoluut. Ik studeerde rechten aan de UGent en zat in de linkse bubbel – met wilde haren, zelfgerolde sigaretten en alles erop en eraan. Ik geloofde in de maakbaarheid van de maatschappij, en in het devies dat vrijheid blijheid was. Maar toen ik begon te werken in een pizzeria in Middelkerke, kwam ik in een andere wereld terecht.”
U kwam Jean-Marie Dedecker tegen.
“Die heb ik daar leren kennen, ja. Maar ik hoorde er vooral de verhalen van mensen die uit Antwerpen naar de kust waren gevlucht, de vluchtelingen van het multiculturele drama, zeg maar. Die mensen wezen mij erop dat migratie niet per se een verrijking is, wat ik toen zelf nog altijd wel dacht.
Ik geloofde nog in het progressieve, linkse idee van solidariteit en permissieve tolerantie.”
En wat is daar mis mee?
“Dat idee is niet werkbaar. Je kunt van de burger geen solidariteit vragen, belastinggeld dus, in combinatie met open grenzen en cultuurrelativisme. Dan vraagt men te veel van de burger. Mensen kunnen maar spontane solidariteit opbrengen met leden van hun gemeenschap in wie ze zich kunnen herkennen. Dat onze multiculturele maatschappij is doorgeslagen in fragmentatie ondergraaft die spontane solidariteit. Het is omdat ik de waarden van de sociaaldemocratie zo belangrijk vind, dat ik rechts ben geworden.”
Dat moet u uitleggen.
“De mensen met wie ik in die pizzeria aan de praat raakte, waren overwegend arbeiders. Ik hoorde dat zij zich niet meer herkenden in hun eigen buren. Solidariteit veronderstelt een zekere mate van homogeniteit, en een sterk kader met normen en waarden. Een gedeelde identiteit. Anders explodeert de samenleving.”
Is dat geen al te pessimistische visie?
“Kijk naar de verkiezingsuitslagen van toen. Kijk vandaag naar de peilingen. Dan zie je toch veel frustratie. Ook de hoge mate van belastingontduiking heeft te maken met het wantrouwen in de overheid. De burger heeft geen vertrouwen meer in wat er met zijn geld gebeurt. De uitkeringseconomie beloont vrijwillige inactiviteit en produceert zo meer armoede dan ze oplost. Men verwacht blijkbaar van de belastingbetaler dat hij via het opvang- en leefloonsysteem de import van armoede sponsort.”
U wentelt echt élk probleem af op diversiteit.
“Het is toch een publiek geheim dat de afhankelijkheid van toelagen bij gezonde jonge burgers verschilt al naargelang de bevolkingsgroep. Het onderscheid is niet zozeer autochtoon versus allochtoon, dat is al lang voorbijgestreefd. Je kunt de Chinese gemeenschap bijvoorbeeld niet vergelijken met de Congolese of de Marokkaanse. Ons sociaal model is te permissief en te laks. En dat voedt het racisme, wat ik enorm betreur.”
Nu draait u de zaken helemaal om. Dat Marokkaanse of Congolese Belgen minder makkelijk werk vinden, is een gevólg van het racisme, niet de oorzaak ervan.
“Er zijn feitelijke waarheden die vooroordelen voeden. Dat nieuwkomers recht naar het OCMW kunnen, dat sommige groepen oververtegenwoordigd zijn in de criminaliteit – de politiek moet daarover durven te spreken. En we moeten het onmogelijk maken om te profiteren van de welvaartsstaat. Er zijn genoeg jobs, ook voor laaggeschoolden.”
Uw thesis sluit aan bij die van Bart De Wever. Ook hij beweert dat gebrekkige integratie het racisme heeft veroorzaakt. Maar nogmaals: de feiten tonen aan dat je met een vreemde naam minder snel een job of een woning vindt.
“Het zal een combinatie van factoren zijn. Racisme bestaat uiteraard, zelfs biologisch racisme. Maar in alle bevolkingsgroepen. Wij moeten op deze problemen dus een pragmatisch antwoord vinden. Ik geloof niet in de oplossing van links: vooroordelen en racisme kun je niet bestrijden met praktijktesten, quota of andere overheidsinterventies.”
Zonder quota voor vrouwen in de politiek zouden onze parlementen er nog altijd veel mannelijker uitzien. Dus die quota hebben vooruitgang gebracht.
“Dat er vroeger zo weinig vrouwen in de politiek zaten, was ook het gevolg van het feit dat vrouwen niet voor vrouwen stemden. Ik ben tegen elke vorm van quota. Eigenlijk zijn quota ongrondwettelijk. De gelijkheid van elke burger voor de wet is voor mij heilig. We gaan mensen toch niet opdelen en anders behandelen op basis van ras of geslacht? Ik dacht dat we dat stadium voorbij waren.”
Maar zonder praktijktesten of quota laten we heel wat medeburgers in de steek. Zij krijgen geen gelijke kansen op de arbeids- of huurmarkt.
“Dat ontken ik niet, maar de vraag is of de overheid dat kan oplossen, of de overheid al die vooroordelen zomaar kan wegwerken.”
Hoe geraken we er dan wel vanaf?
“Door de onrust bij de burgers weg te nemen. Want uit onrust ontstaat angst, en angst en haat zijn verwante emoties. Wij moeten de burgers geruststellen. Door drie dingen te doen: de migratie onder controle brengen, de economie laten bloeien, en orde en recht herstellen. Geef mensen opnieuw het gevoel dat ze zich veilig kunnen voelen, dat hun kinderen het beter zullen hebben. Dán doorbreek je het maatschappelijke pessimisme. Dan pak je de onderliggende oorzaken aan, in plaats van de symptomen.”
Wat met vluchtelingen? Ook daar willen rechts-conservatieve politici er liefst zo weinig mogelijk van opvangen. Wij verzaken aan onze humanitaire plicht.
“Sorry, hoor, maar wij hebben tussen de twintig- en dertigduizend asielaanvragen per jaar. Die mensen zijn vooral laag opgeleid. Dat aantal overschrijdt de absorptiekracht van ons land – sociaal, cultureel, economisch én ecologisch. Links klaagt al jaren over het tekort aan sociale woningbouw. Maar door de instroom van nieuwkomers blijven de wachtrijen toenemen, hoewel er nooit zoveel sociale woningen werden bijgebouwd. En een snel stijgende bevolking is ook ecologisch niet meer verantwoord.”
Maar oorlogsvluchtelingen moeten we toch opvangen.
“Oorlogen zijn per definitie tijdelijk. Wat mij betreft geeft een oorlog in je eigen land je daarom geen ticket om permanent te emigreren naar een walhalla tienduizend kilometer verderop. Er moet veel meer worden geïnvesteerd in opvang in de eigen regio.”
Dat doen we onvoldoende. De situatie daar is erbarmelijk.
“Laten we daar meer geld in stoppen. En vergeet niet dat alle middelen voor die opvang van westerse landen komen. Ik heb de Arabische wereld grondig bereisd en kan u vertellen dat de elite in Arabische landen geen enkele interesse vertoont in het lot van de kleine man in eigen land.”
Historicus Frank Caestecker vergeleek in deze krant de situatie van de vluchtelingen die bij ons ongewenst zijn ooit met die van de Joden die in de jaren 1930 Duitsland werden uitgejaagd en ook overal voor gesloten grenzen stonden.
“Die vergelijking is zwaar overtrokken. Wij waren een buurland van Duitsland. Wij zijn zelf als Vlamingen tijdens de Eerste Wereldoorlog ook gevlucht, hoor je vaak. Ja, maar naar Nederland, niet naar Nieuw-Zeeland, en slechts voor de duur van de oorlog. Men zoekt vandaag geen tijdelijke bescherming, men zoekt een nieuw leven.”
Hoe zou u zelf zijn?
“Natuurlijk. Ik vind dat volkomen eerbaar en begrijpelijk, vanuit menselijk en ethisch standpunt hebben zelfs illegale migranten gelijk om naar hier te willen komen. Die mensen zoeken het geluk, en dat is een diepmenselijke behoefte. Maar de optelsom van al die individuele beslissingen heeft een enorme impact op de gastlanden. Wij moeten ervoor zorgen dat ons sociale weefsel niet teloorgaat.”
Even voor de goede orde: u wordt bij N-VA niet de nieuwe Joachim Pohlmann.
“Nee, Joachim was ook communicatiedirecteur. Ik word adviseur ideologie. Maar mijn precieze rol moet nog worden uitgestippeld. Ik blijf in elk geval bloggen op Facebook en schrijven voor Doorbraak. Ik ben een man met een mening. Ik begin mij schoorvoetend op Twitter te wagen. Al is dat echt glad ijs, vind ik. Het is er te hard, ik vind er te weinig nuance. Het is een vechtersbazencafé. Verschrikkelijk.”
Theo Francken kan er inderdaad wat van.
(lacht) “Dat is waar. Theo is een bokser. Als hij een mep krijgt, geeft hij een mep terug. Hij krabbelt altijd recht, niemand zal hem ooit tegen de grond krijgen. Maar hij is een warme familieman met een hart van goud.”
Zou kunnen. Maar dat is irrelevant voor zijn beleid of ideeën.
“Dat is juist. Ik bedoel alleen dat ik zijn gevoeligheid ken. En dat sommige commentaren er echt wel inhakken. De reacties die hij soms krijgt van zogenaamde verbinders die zich moreel superieur voelen, zijn beneden alle peil. Hoe hij soms wordt ontmenselijkt, dat is ongehoord. Ik kan zeggen dat Theo achter de schermen veel heeft gedaan voor kinderen die goed geïntegreerd waren, maar geen verblijfsstatuut konden krijgen.”
Als ik uw teksten lees, zit dat u het meeste dwars: die morele houding van links.
“Ja, de moral high ground die links claimt. Terwijl het praktische gevolg van een links beleid een minder sociale maatschappij is. Ons sociale kapitaal verdampt als sneeuw voor de zon in de context van open grenzen en een sterke staat die iedereen een uitkering geeft. Op dat vlak is links kortzichtig en naïef.”
Maar wie is er nu voor open grenzen?
“Aan het begin van deze eeuw, onder de regeringen van Guy Verhofstadt, hebben wij de grenzen wagenwijd opengezet. Gezinshereniging werd ontdaan van alle voorwaarden. En er kwam een snel-Belgwet. Er was zo een positief migratiesaldo van zestigduizend mensen per jaar. Gelukkig hebben wij dat tij kunnen keren, maar het saldo is nog te hoog. Onze samenleving gaat daar moreel aan kapot.”
Wat is dan uw definitie van moraliteit?
“Ik zou mij willen beperken tot de essentie van de moraliteit: de gelijkheid van elke burger voor de wet, en de gelijkwaardigheid van ieder mens. Dat is het cultuurchristelijke ideaal, dat je ook in de traditie van de verlichting kunt plaatsen.”
Wat die gelijkheid voor de wet betreft, laat ik het eens concreet maken: als u of ik bij IS gruweldaden verricht, behouden we onze Belgische nationaliteit en gaan we hier in de gevangenis. Als we, bij toeval, de dubbele nationaliteit hebben omdat onze ouders pakweg Marokkaanse wortels hebben, kan men onze Belgische nationaliteit afnemen. Dat vind ik diep onrechtvaardig.
“Bij mensen die tijdens hun leven de Belgische nationaliteit hebben verkregen, kan dat inderdaad nu al. Bij wie geboren is in België met de Belgische nationaliteit kan dat niet. De N-VA wil dat wel, alleen steunen CD&V en Open Vld dat niet.”
Gelukkig maar.
“Ik begrijp uw kritiek dat de maatregel oneerlijk is omdat je hem alleen kunt toepassen bij mensen met de dubbele nationaliteit. Maar het is helaas niet mogelijk om mensen staatloos te maken. Daarover bestaan allerlei internationale verdragen. Eerlijk gezegd vind ik dat wij ons daar niet te veel van moeten aantrekken. Wat mij betreft mag ook de nationaliteit van IS-strijders met alleen de Belgische nationaliteit worden ingetrokken.”
Toe maar.
“Natuurlijk. Als u de meest elementaire regels van het burgerschap verwerpt en met de wapens bestrijdt, dan mag u wat mij betreft uit de res publica worden verstoten. Dan verdwijnt u het liefst in de gevangenis, of u blijft in het Midden-Oosten waar u met IS gevochten hebt, het kan mij niet schelen – maar de Belgische nationaliteit verdient u dan niet meer. Er is trouwens een precedent: na de Tweede Wereldoorlog hebben we dat met bepaalde Belgische SS’ers ook gedaan.”
Wat dan met pakweg Marc Dutroux? Meisjes verkrachten en vermoorden past ook niet bij de regels van ons burgerschap. Maar hij zit in onze gevangenis, zoals het hoort. Of moeten we zijn nationaliteit ook afpakken?
“Ik heb daar geen taboes over. Ik vind dat nationaliteit veel meer gelinkt moet zijn aan normen, waarden en participatie, zoals bij de Grieken en de Romeinen. Nu is het maar een vodje papier, dat volgens u blijkbaar zelfs niet van IS’ers mag worden ingetrokken. Ik heb weinig compassie met criminelen op dat niveau. Criminaliteit is een keuze.”
U noemt zichzelf een cultuurchristen.
“Inderdaad.”
Ik weet niet of Jezus blij zou zijn met uw uitspraken.
(even stil) “Dat is een goede vraag. Vergeving is een belangrijke waarde.”
Sterker nog: Jezus nam het op voor de verschoppelingen, dronkaards, prostituees, daklozen, gevangenen en vluchtelingen. Van de modale hardwerkende Vlaming zou hij maar in geringe mate wakker hebben gelegen. Dénk ik.
“U overvalt mij met die opmerking. Maar als u de christelijke theologie een beetje kent, weet u dat behalve het goede ook het mooie en het rechtvaardige bestaan. Je mag niet het goede doen op een manier die jezelf of je omgeving schade toebrengt. Door de secularisering is dat evenwichtige kader van de christelijke theologie losgelaten en leven wij vandaag onder de dictatuur van het goede. Friedrich Nietzsche heeft daarover al geschreven. Hij heeft de gutmensch al voorspeld.”
Definieer die eens, de gutmensch?
“Voor mij is een gutmensch iemand die zodanig verblind het goede doet dat hij niet ziet welke negatieve consequenties dat heeft voor hemzelf en zijn omgeving.”
Maak dat eens concreet.
“‘Wir schaffen das’. Dat was de dictatuur van het goede.”
Angela Merkel wordt wel op handen gedragen door haar bevolking.
“De Duitse natie is dan ook een geval apart in Europa. Je kunt de uitspraak ‘Wir schaffen das’ niet verklaren zonder de Holocaust. Anders was heel Europa op die kar gesprongen en dat is niet gebeurd. Alleen de progressieve elites hebben Merkel gevolgd.”
Maar nogmaals: Merkel vertolkte ook een christelijk ideaal. Jezus heeft nergens gezegd: ‘Laat de vreemdeling aan de grenzen tegenhouden!’
“Je moet al zijn uitspraken in hun context bekijken. Hoe had Jezus gereageerd als hij zou gezien hebben dat intercontinentale migratie leidde tot de instroom van mensen die de gelijkwaardigheid van ieder mens radicaal verwerpen? Dat is een interessante vraag. Jezus zou de grootste islamcriticus geweest zijn.”
Over de islam gesproken: is rechts niet al te geobsedeerd door het abstracte systeem, in plaats van te kijken naar de manier waarop moslims deel uitmaken van onze samenleving? Links maakt misschien de omgekeerde fout, maar toch: focust u niet te veel op een systeem in plaats van op mensen?
“Er zijn gelukkig enorm veel gradaties in de manier waarop mensen hun religie beleven, dat is in alle geloofsgemeenschappen zo. Maar dat neemt niet weg dat de teksten van de islam nog altijd richtinggevend zijn voor een groot deel van de moslims. De islam heeft een reële impact op het persoonlijke gedrag van honderdduizenden mensen in België. Daarover moet je durven te spreken.”
Wat is voor u het grote probleem?
“Dat de islam niet uitgaat van het christelijke ideaal van de gelijkwaardigheid van elke mens. Er bestaat een onderscheid tussen gelovige en ongelovige, en tussen man en vrouw.
Zo kent de islam vier aparte categorieën met elk hun eigen rechten en plichten. Dat is moeilijk verzoenbaar met de westerse maatschappij. Dat vloekt en dat wringt.”
Volgens filosoof Maarten Boudry, die in zijn boek Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat een hoofdstuk wijdt aan de vrees voor islamisering, is het christendom door ‘de wasmachine van de verlichting’ gegaan, en zal dat ook met de islam gebeuren.
“Natuurlijk slaat bij veel moslims de moderniteit toe. En met die mensen kun je de brug maken. Maar met sommige anderen hebben wij geen enkele connectie.”
Boudry vindt trouwens dat we de verlichting kennen ondanks en niet dankzij het christendom, zoals u in uw teksten suggereert.
“Dat is typisch Gents denken. Ik kan het niet grondiger met iets oneens zijn. Geen universele verklaring voor de rechten van de mens zonder de Bergrede van Jezus. Het is geen toeval dat de verlichting in Europa wortel heeft geschoten, en enkel daar. Ik ben een historicus en zie enorme divergenties in morele opvattingen door de geschiedenis heen. Daarom verzet ik mij ook tegen de criminalisering van onze geschiedenis.”
Hoe bedoelt u?
“Neem het debat over de kolonisering. Ja, er was onderdrukking en economische exploitatie, maar toch vind ik de westerse kolonisator in Afrika niet de drager van het kwaad, maar eerder de drager van het idee van gelijkheid en menswaardigheid. Ik was onlangs nog in Benin. Daar werden tot eind negentiende eeuw kinderen geofferd. En wat België betreft: de periode van Congo-Vrijstaat mag je niet in onze schoenen schuiven. Toen was het gebied eigendom van Leopold II en was het een vrijhandelszone waarvan multinationals zoals Dunlop en Sunlight de hoofdaandeelhouders waren.”
De periode van Belgisch-Congo daarna was toch ook een gruwel?
“De geschiedenis is nooit zwart-wit, maar grijs. Wij hebben in Congo vrede gebracht, de ‘Pax Belgica’, die meteen teloorging na de terugtrekking van België uit het land. Waarover gaat de Gangreen-cyclus van Jef Geeraerts? Onder andere over de verschrikkelijke stammenoorlogen die uitbraken en aan vele duizenden mensen het leven kostten. Tijdens de Belgische kolonisatie lag de nadruk op de menswaardigheid van elk individu.”
U meent het.
“Zeker. Vele Congolezen in Congo zelf zijn ons daar nog altijd dankbaar voor. Wij hebben alfabetisering gebracht, wij hebben de kindersterfte doen dalen. Er waren missiezusters die leprozen opvingen, omdat die mensen overal werden verstoten. Natuurlijk was er ook politieke onderdrukking, en arbeid onder dwang – dat was onaanvaardbaar. Maar deze geschiedenis moet evenwichtig worden verteld.”
Wat vond u van de spijtbetuiging van de koning?
“Een spijtbetuiging voor de wandaden zou gepaard moeten gaan met een uiting van erkentelijkheid voor de positieve dingen. Nogmaals: gewone mensen in Congo zijn ons ook erkentelijk. Alleen had ik dat graag eens uit de mond van de leiders gehoord. Ik juich het debat toe, hoor. Maar we leggen te veel de nadruk op het slechte.”
‘Weg met ons’, zou Theo Francken tweeten.
“Die criminalisering van onze geschiedenis dient een politiek doel. Het aankweken van een schuldgevoel, het wegboetseren van historische trots. Men wil de geschiedenis herschrijven op een selectieve manier. Ik gruw daarvan als historicus. Ik ben overtuigd van de morele superioriteit van de westerse beschaving. Dat is de grootste emancipatiemachine uit de wereldgeschiedenis. Ik vind het bizar dat zoveel historici daar blind voor blijven.”
Mag ik eens iets raars zeggen? Het is van 2006, toen ik Bart De Wever voor het eerst interviewde, dat ik nog eens een Vlaamse rechts-conservatieve denker zo overtuigd en bevlogen hoorde spreken.
“U doet mij blozen. Ik heb veel respect voor de intellectuele erfenis van Bart De Wever. Hij heeft vele taboes doorbroken. Hij heeft de moed gehad om dingen te zeggen waarvan hij wist dat ze hem kritiek zouden opleveren. Hij was bereid om die kritiek te trotseren. Ik ben op dat vlak ook de Rubicon overgestoken. Al heeft mij dat dus vrienden gekost. Wat ik nog altijd niet begrijp. Tolerantie begint bij het besef dat iedereen het beste wil voor de samenleving, maar vanuit een andere insteek.”
Ook Vlaams Belang?
“Vlaams Belang is een brede partij, zowel qua electoraat als qua politici.”
Sommige van die politici, zoals Dries Van Langenhove en Filip Dewinter, verkopen wel racistische praat.
“Ik ga geen uitspraken doen over collega’s, maar ik wil wel zeggen dat ik mij erger aan de manier waarop het woord ‘racisme’ tegenwoordig door sommigen wordt ingevuld. Bovendien is het aan de kiezer om in eer en geweten te oordelen.”
Een partij die democratisch aan de macht komt, kan wel illiberale ideeën hebben en de rechtsstaat bedreigen.
“De kern van ons systeem, ik wees er al op, is de gelijkheid van elke burger voor de wet. En die wordt vandaag vooral bedreigd door links, niet zozeer door rechts. Opgelegde quota, die vormen een bedreiging voor onze rechtsstaat.”
Dus een coalitie met Vlaams Belang moet kunnen?
“Ik spreek mij daar liever niet over uit. Maar laat ik het zo zeggen: ik ben een jurist en ik heb vertrouwen in ons systeem. Artikelen 10 en 11 van onze grondwet, waarin de gelijkheid en gelijkwaardigheid zijn verankerd, worden rigoureus bewaakt door het Grondwettelijk Hof. Dus zelfs als er een partij aan de macht zou komen die daaraan wil morrelen, zal dat niet mogelijk zijn.”
Gwendolyn Rutten, toen ze nog voorzitter van Open Vld was, werd door uw voorzitter een ‘rijkelijke beloning’ beloofd als ze met het VB had willen besturen.
“Nu wilt u mij toch iets over partijpolitiek doen zeggen. Nog eens: ik spreek in eigen naam. Het verbaast mij wel dat politieke commentatoren niet wijzen op het overduidelijke politiek-strategische belang dat Open Vld, en ook andere partijen, hebben bij het vasthouden aan het cordon. Op die manier wordt het democratische speelveld ingeperkt, waardoor zij zelf onmisbaar zijn voor een regeringsvorming.”
Misschien hebben die partijen ook principes.
“Als het cordon verdwijnt, kunnen partijen zoals Open Vld en CD&V niet meer boven hun gewicht boksen. Dat is volgens mij de echte reden voor hun categorieke stellingname. Politiek gaat over principes, zeker, maar finaal ook over macht.”