Matthias Schoenaerts: ‘Ik ga eerlijk zijn: ik ben enorm teleurgesteld in veel van mijn collega’s, zeker in Vlaanderen’
✦InterviewMatthias Schoenaerts
De lockdown verschafte Matthias Schoenaerts (42) de nodige rust in zijn hectisch filmleven, maar toen schudde de dood van George Floyd hem helemaal door elkaar. De acteur schilderde de schok van zich af op een muur in Parijs. ‘Geweld is gefaalde mannelijkheid.’
Als u dacht dat ’s lands grootste filmster wel voor alles personeel zou hebben: think again. Wanneer Matthias Schoenaerts me vlak bij zijn penthouse in hartje Antwerpen komt oppikken in zijn zwarte SUV, is hij nog volop aan het bekomen van een hectische dag vol praktische beslommeringen. Boodschappen doen, een paspoort regelen, btw-bonnetjes binnenbrengen bij de boekhouder: hij doet het gewoon nog allemaal zelf. Niet dat hij daar een medaille voor verdient, maar de vele bekende koppen met wie hij al het scherm heeft gedeeld – Charlize Theron, Gary Oldman, Jennifer Lawrence, Tilda Swinton en Eddie Redmayne, om er maar enkelen te noemen – zie ik het niet meteen doen.
“Als ik tijd heb, vind ik het leuk om alles zelf te doen”, zegt hij met zijn ogen op de weg gericht. “Ik hou mijn entourage het liefst zo klein mogelijk, want hoe meer mensen je om je heen hebt, hoe meer stemmen en meningen. Maar nu begin ik toch te overwegen om een persoonlijke assistent te zoeken. Ik wil met mijn gedachten bij mijn projecten kunnen zijn, en dat lukt nu niet meer altijd.”
We duiken een tunnel in, en komen weer boven op Linkeroever. Schoenaerts kent een mooie plek aan het water. Maar wanneer we een hobbelig bosweggetje richting Schelde willen inslaan, versperren drie politiecombi’s de doorgang. We maken rechtsomkeert. “Da’s ook weer toevallig: ik kom eraan, en de flikken staan hier”, lacht hij.
Pas later die avond zal ik echt begrijpen wat hij bedoelt: hij verwijst naar de tientallen keren dat hij als balorige tiener op onzachte wijze met de politie in aanraking kwam. Die woelige jeugd van hem vormt nog steeds een vruchtbare voedingsbodem voor zijn acteerwerk.
BIO
• geboren op 8 december 1977 in Antwerpen • debuteerde in 1993 als acteur in Daens • speelde voorts in o.a. Zwartboek, Loft, Rundskop (Oscar-nominatie beste buitenlandse film), De rouille et d’os, A Little Chaos (met Kate Winslet), Suite française (met Michelle Williams), Red Sparrow (met Jennifer Lawrence), Kursk en The Mustang • binnenkort te zien in The Old Guard (met Charlize Theron) en The Last Planet • is onder de naam Zenith fervent bezig met graffiti
Maar dat is voor straks. Schoenaerts heeft me niet naar hier gebracht om te spreken over zichzelf, en zelfs niet over een nieuwe film waarin hij acteert. Hij wil het in de eerste plaats hebben over de wereld. Want die staat in brand, zal hij verschillende keren herhalen. De hemel geeft hem gelijk: wanneer we uiteindelijk gaan zitten op een rustig bankje aan het water, zet een spectaculaire zonsondergang de wolken boven de olieraffinaderijen in vuur en vlam.
De lijst van zaken die Schoenaerts zorgen baren, is lang. De politiek: “Onze leiders zijn a bunch of bitches die dansen naar de pijpen van de bankiers. Gigantische multinationals betalen amper belastingen in ons land. Dat is on-fucking-mogelijk!” Het systeem: “De wereld maakt een morele en emotionele crisis door. We zijn allemaal te gestrest en opgejaagd. Ik heb dan nog het geluk dat ik het leven kan leiden dat ik wil leven, maar een groot deel van de wereldbevolking doet zijn job dik tegen zijn goesting. Die stress is een soort kanker die zich over de hele wereld verspreidt. De mentale gezondheid van de mensen is in gevaar.”
Maar ook de thema’s die de laatste weken volop in de schijnwerpers stonden – racisme en politiegeweld – houden hem bezig. De videobeelden van George Floyd, naar adem happend onder de knie van een politieagent in Minneapolis, deden Schoenaerts trillen van verontwaardiging.
“Ik kreeg de daver op het lijf”, zucht hij. De schok zette hij twee weken geleden om in een impulsief kunstwerk: samen met creatieve duizendpoot JR plakte hij op een muur in Parijs reusachtige foto’s van de ogen van George Floyd en Adama Traoré, de 24-jarige zwarte Fransman die vier jaar geleden in een voorstad van Parijs overleed na een gewelddadige arrestatie. Over de foto’s heen schilderde Schoenaerts grillige barsten: uitvergrote kopieën van de spleten in het asfalt op de plek waar Floyd het leven liet.
Het werk in Parijs is niet alleen een uitnodiging om twee slachtoffers van politiegeweld recht in de ogen te kijken, het is ook een pleidooi om alle andere mensen om ons heen te zien. Écht te zien. Want dat doen we niet genoeg, vindt Schoenaerts. “We ervaren zo veel druk dat we geen aandacht meer hebben voor elkaar. We zijn volledig op onszelf gericht, omdat we bijna niet anders kunnen. Zo vervreemden we steeds meer van elkaar. We voelen ons bedreigd door alles wat anders is dan wijzelf. In combinatie met een ernstig gebrek aan informatie, leidt dat tot veralgemeningen: ‘Marokkanen zijn zus, zwarten zijn zo, homo’s doen dit…’ Om dat te doorbreken, moeten mensen echt gestimuleerd en onderwezen worden.”
Plots hoort hij zichzelf bezig en lacht: “Matthias de pedagoog is in vorm vandaag, hoor.”
Die pedagoog is ook heel actief op sociale media: op Instagram post je bijna dagelijks quotes, artikels en documentaires over racisme en andere maatschappelijke problemen. Hoe reageren je volgers daarop?
Matthias Schoenaerts: “De meeste reacties zijn prachtig, echt waar. Maar ik krijg ook boze berichten, die meestal getuigen van een enorme onwetendheid. Grappig eigenlijk, want ik neem niet eens politieke standpunten in op Instagram. Dat heeft ook geen zin, want dan creëer je antagonisme en polarisatie – terwijl ik juist mensen wil verenigen. De enige manier om dat te doen, is door simpelweg dingen te delen die ik waardevol vind. Ik zeg mensen niet wat ze moeten denken, ik bied hun alleen informatie die hopelijk hun perspectief wat kan verrijken. That’s the least I can do.”
Maar veel van je collega’s doen het niet.
“Ik ga heel eerlijk zijn: ik ben enorm teleurgesteld in veel van mijn collega’s, zeker in Vlaanderen. Ze hebben een platform, ze bereiken 100.000 of 200.000 volgers, maar doen daar niks mee. Ik vraag niet dat ze zich opwerpen als de nieuwe Che Guevara, maar informatie delen kun je gewoon vanuit je eigen zetel doen, in uwe peignoir. Van iemand die zich kunstenaar noemt, mag je toch verwachten dat die begaan is met de wereld? (verheft zijn stem) Het is echt niet zo moeilijk!
“Sorry dat ik zo hevig word, maar het maakt mij echt kwaad. Er zitten veel laffe, suffe honden tussen.”
Zijn die mensen bang om een deel van hun fans tegen de borst te stoten, denk je?
(met Astrid Bryan-achtig stemmetje) “‘Ja maar wat als ik dan tienduizend volgers kwijt ben…’ Dan denk ik: nu toon je je ware gezicht. En op zich is dat niet zo erg, maar dan moet je er ook voor uitkomen. En niet voor de schijn alleen een zwart vierkant posten. Als dat het enige is, dan kun je beter helemaal niks posten. Je kunt niet hálf betrokken zijn. Het is zoals de bekende socioloog en filosoof Brother Cornel West zegt: ‘We don’t need lukewarm folk, we don’t need summer soldiers. We need all season love warriors.’
“En dat bedoel ik: de wereld heeft gewoon liefde nodig. Dat klinkt een beetje hippie, maar het is de waarheid. We need to be nice to each other. En als je dat naïef noemt, dan wil dat zeggen dat je er eigenlijk van uitgaat dat de mens inherent slecht is. Ik geloof dat niet. De mens kan slechte dingen doen, maar hij is volgens mij wel inherent goed. We moeten die goedheid alleen zien aan te wakkeren, zodat ze zich kan verspreiden, als een prachtig virus.”
Heb jij die openheid van thuis uit meegekregen?
“Ik heb nooit iets anders gezien. Mijn vader (acteur Julien Schoenaerts, LT) bracht soms dakloze mensen mee naar huis, en liet ze bij ons overnachten. Erg functioneel was dat niet in een gezin, maar mijn moeder ging erin mee. En dus zat er plots een week lang een onbekende bij ons mee aan tafel. Ik was nog klein toen, een jaar of acht, maar zulke dingen onthoud je. Ik ben opgegroeid met openheid, menselijkheid en hulpvaardigheid.”
Waarom valt er van je politieke engagement zo weinig terug te vinden in je acteerwerk? De meeste films waarin je speelt, zijn intense karakterstudies, maar bevatten niet echt een politieke dimensie.
“Ik zal je zeggen waarom: politiek begint altijd bij het individu. Bij de mens en zijn gevoelens. Daarom zijn die karakterstudies voor mij ook politiek. Kijk naar De rouille et d’os: ik vind het verschrikkelijk als mensen daarover zeggen ‘Allee, hij speelt weer ne struise die een beetje vecht’. Wie dat zegt, staart zich blind op de vorm. Voor mij gaat die film over een man die voor de allereerste keer in zijn leven tegen iemand zegt: ‘I love you’, terwijl hij dat ook echt in elke vezel van zijn lijf voelt. En dát is iets politieks, vind ik.”
Ook achter de schermen ben je geëngageerd: je stond mee aan de wieg van Hakuna, een castingbureau met een focus op diversiteit.
“Er zit veel te weinig kleur in ons medialandschap. Vaak zit ik naar Vlaamse fictie te kijken, en denk ik: ‘Op welke planeet leven die mensen?’ Brussel en Antwerpen zijn zo multicultureel, maar we zien dat nooit naar het scherm vertaald. Je moet je eens inbeelden hoe dat voelt voor bijvoorbeeld jongeren uit de Arabische gemeenschap. De meesten zijn hier geboren en getogen. Belgen dus, period. En toch zien zij zichzelf nooit waarachtig weerspiegeld in Vlaamse fictie. Ze zijn altijd alleen maar de terrorist of de dief of de gangster. Dat kan niet goed zijn voor hun zelfbeeld.
“Daarom liep ik al jaren rond met het idee om een castingbureau op te richten. Alleen heb ik daar zelf het zakelijke inzicht niet voor. Maar toen kwamen Adil El Arbi en Bilall Fallah (regisseurs van ‘Patser’ en ‘Bad Boys for Life’, LT) met het idee voor Hakuna op de proppen. Zij hadden toen geen cash, dus ik heb hun de centen gegeven die ze nodig hadden om te kunnen starten.
“Het probleem met diversiteit situeert zich op leidinggevend niveau. Niet alleen film- en programmamakers, maar ook de bazen van VRT en VTM schieten tekort. En ook dat ligt weer aan een gebrek aan informatie, en een zeer beperkte perceptie over wat die culturen echt inhouden. Ik ben zelf heel mijn leven omringd geweest door mensen met andere achtergronden. Ik zat op de kleuterschool in Brussel, tussen Marokkanen, Rwandezen, Tunesiërs, noem maar op. Ik ging ook bij die kinderen thuis spelen, en daar heb ik zo’n rijkdom aan cultuur ontdekt! Later ben ik ook Arabische dichters beginnen te lezen – om duimen en vingers bij af te likken.
“Ik vind het vreselijk om te zien hoe dat allemaal wordt herleid tot ‘moslims zijn terroristen’. Ook op artistiek gebied is dat heel jammer, want we laten een enorme schat aan verhalen en poëzie liggen. Er ligt overal goud, and we just keep telling the same old boring stories… Fuck!”
Het is niet de eerste, noch de laatste keer dat Schoenaerts zich vanavond opwindt. Maar in zijn hoofd is het heerlijk rustig, zegt hij. Met dank aan corona. “Door de lockdown kon ik eindelijk nog eens vier maanden lang op dezelfde plek zijn – in mijn eigen huis dan nog!” Hij heeft het over het appartement waar hij drie jaar geleden bijna stikte in een huisbrand, en dat pas sinds vorige lente weer bewoonbaar is.
Veel had hij daar sindsdien nog niet van kunnen genieten: vorig jaar stond hij vier maanden lang met Charlize Theron op de set van The Old Guard, een sciencefictionfilm die op 10 juli op Netflix verschijnt. En nauwelijks twee weken na het einde van die opnames begon hij aan een slopende, 3,5 maand durende zwerftocht met de mythische regisseur Terence Malick, voor diens Bijbelfilm The Last Planet.
Alsof dat allemaal nog niet genoeg was, zou Schoenaerts nu normaal gezien alweer in Boston zijn, voor een top secret prestigeproject. Maar daar stak corona dus een stokje voor. “En eerlijk gezegd, ik was opgelucht toen de stekker eruit werd getrokken. Want ik zat op mijn tandvlees.”
De geschiedenis lijkt zich te herhalen: dik twee jaar geleden overkwam hem bijna exact hetzelfde. Toen was het geen gevaarlijk virus, maar een seksueel roofdier dat Schoenaerts van de totale uitputting redde: door de val van Hollywoodproducent Harvey Weinstein werd namelijk plots de nieuwe tv-serie van American Hustle-regisseur David O. Russell geannuleerd. Schoenaerts, die er een hoofdrol in zou spelen naast onder meer Robert De Niro en Julianne Moore, keek na een extreem vermoeiende periode plots tegen een zee van vrije tijd aan, en ging maandenlang herbronnen in de Costa Ricaanse jungle.
Is er dan altijd een externe catastrofe nodig voordat hij zelf even op de rem gaat staan? “Ik moet absoluut beter leren plannen en met tijd omgaan”, lacht hij. “Gewoon om een soort rust en harmonie te kunnen vinden in mezelf. Dat is essentieel voor een kwalitatief leven, en het maakt me ook creatiever. Dat heb ik nu gemerkt tijdens de lockdown: doordat mijn levensritme plots zo vertraagd is, heb ik mijn eigen artistieke stem teruggevonden. Ik ben weer heel veel aan het fotograferen, en ik schrijf voortdurend nieuwe ideeën op.”
Ook voor graffiti heeft Schoenaerts – of Zenith, zoals hij in het milieu bekendstaat – nu weer tijd. Niet alleen in Parijs, maar ook in Antwerpen schilderde hij tijdens de coronacrisis enkele pieces, en deze week nog voorzag hij de gevangenis van Oudenaarde van een meterslange muurschildering. Het is een levenslange passie van hem: “De eerste zes jaar van mijn leven woonde ik bij mijn grootouders in Schaarbeek, en onder de bruggen langs de spoorweg waren de eerste graffiti-artiesten aan het werk. Telkens als we daar met de trein langsreden, plakte ik aan het raam. Ik was meteen gefascineerd, en het heeft me nooit meer losgelaten.”
Op zijn dertiende nam hij voor het eerst zelf een spuitbus ter hand, en onder de vleugels van zijn leermeester Duck – “een onwaarschijnlijke artiest met een soort Miles Davis-talent!” – groeide hij uit tot een van de beste writers van Antwerpen. Het is een tijd waaraan hij met een nostalgische glimlach terugdenkt: “Illegaal gaan spuiten, in een ijskoude beek vallen, toch je piece afwerken en dan zeiknat maar keiblij naar huis fietsen op een gepikte fiets met een platte band… Zalig toch!” Maar zijn wilde jaren hebben ook een schaduwzijde: “Ik heb toen veel problemen gehad met de politie. En niet alleen vanwege die graffiti.”
Vertel?
“Ik hing veel rond op straat, met de gastjes. Ik ben in die tijd heel vaak opgepakt geweest. Wij waren ambetante rotjochies. We hingen altijd op het Frans Halsplein, waar we toen ook graffiti spoten. Als er dan vanuit de cafés in de universiteitsbuurt ladderzatte studenten voorbijkwamen, was het vaak ambras. Ik ben daar niet trots op, maar er heerste een groepsdynamiek van onzekere, zoekende mannelijkheid. We staken elkaar aan, wilden onszelf bewijzen.”
Die onzekere mannelijkheid, is dat niet precies wat in veel van je rollen terugkomt?
“Als je zegt ‘veel’, moet je oppassen. Maar ik heb inderdaad een aantal personages gespeeld die last hebben van gewelddadige reflexen. En geweld is volgens mij altijd een soort gefaalde mannelijkheid.”
Dus wat je daar op dat plein om je heen zag, werd later een belangrijke inspiratiebron voor je werk als acteur?
“Niet alleen om mij heen, ik was zélf zo. Of toch van mijn dertiende tot mijn eenentwintigste. Kijk, al die jongens op dat plein kwamen uit moeilijke thuissituaties: een afwezige of criminele vader, een moeder die aan de fles zat, ouders die elkaar verrot sloegen… Bij mij thuis was er geen geweld, maar toch ook een groot onevenwicht. Mijn vader was een psychiatrische patiënt (Julien Schoenaerts had manisch-depressieve periodes, LT), met wie het onmogelijk samenleven was. Hoe fantastisch hij ook was als kunstenaar.
“Maar ik heb wel het geluk gehad dat ik een moeder had die alles overeind hield met niet-aflatende liefde. Dat is het grote verschil met veel van die andere jongens op dat plein. Pas op, ik zeg niet dat die gasten geen liefhebbende moeder hadden. Maar er is een verschil tussen een moeder die je graag ziet, maar zich wel acht uur per dag compleet zat zuipt of dope zit te dealen vanuit haar café op het De Coninckplein, en een moeder die gewoon constant alles in haar macht doet om het gezin niet te laten instorten.
“Ik kwam onlangs een oude vriend van toen tegen: JP, een gast die ik altijd enorm apprecieerde om zijn positieve energie. Hij wist me te vertellen dat hij net twaalf jaar had binnengezeten. Geïnterneerd. Dankzij de liefde van mijn moeder ben ik niet zoals JP geëindigd. Zij heeft mij gered. Want ik ben op een bepaald moment echt ontspoord. Toen ik zestien was, ging ik helemaal niet meer naar school. Ik hing alleen nog rond op straat, met alle gevolgen van dien. In vier maanden tijd werd ik zes, zeven keer opgepakt. Toen heeft de jeugdrechter me in een instelling geplaatst.”
Wat had je precies uitgestoken?
“Ik wil niet te veel in detail gaan. De feiten waren ernstig genoeg, maar ik heb geen fundamenteel leed aangebracht. Niets waar mensen nu nog altijd van afzien. And I’m fucking happy for that. Want zulke accidenten zijn snel gebeurd. Gastjes van 17 die een homejacking doen, en het loopt fout af… Daar ben ik altijd ver van weggebleven. Als iets te nasty werd, pakte ik liever mijn spuitbus en trok ik naar het spoor. Maar ik heb wel serieuze stommiteiten begaan. En ik ben de jeugdrechter die me geplaatst heeft – rechter Van Caenegem, dat heb ik altijd onthouden – uiteindelijk heel dankbaar, ook al wilde ik toen natuurlijk zijn nek omwringen. (lacht) Hij had destijds ook de dossiers van mijn zussen Helga en Sarah behandeld, en heeft bij mij ingegrepen omdat hij een patroon herkende: hij begreep dat mijn vader de destabiliserende factor was, en wat dat onevenwicht teweegbracht. Mijn jongste zus heeft zelfmoord gepleegd voor de ogen van mijn vader, en de andere is compleet ontspoord. Dat wilde hij mij besparen, denk ik.
“Mijn moeder kwam me in die instelling voortdurend bezoeken, met een onwaarschijnlijke toewijding – wat een koningin! Maar mijn vader? Niet te bespeuren. Ik heb hem daar geen enkele keer gezien. Mijn vader en ik, wij konden elkaar op dat moment niet uitstaan. Hij keek toen op mij neer, en ik wilde ook niets met hem te maken hebben. Want ik zag hoe hij mijn moeder terroriseerde, met al zijn manieren.”
Op het einde van zijn leven zijn jullie toch nog naar elkaar toegegroeid.
“Ja, pas toen ik 21 was. Hij was in coma gegaan, en de dokters zeiden dat hij binnen de 24 uur zou sterven. Tweeënzeventig uur later werd hij mysterieus genoeg toch wakker, maar in een toestand… Ze zeiden dat hij voor de rest van zijn leven een brullende, stotterende plant zou blijven. Maar samen met mijn moeder heb ik hem weer tot leven gebracht. We leerden hem weer stappen, eten… In acht maanden tijd hebben we een mirakel verricht. Ik ben toen zelfs nog vijf jaar lang met papa gaan samenwonen, wat ik daarvoor echt nóóit had kunnen denken. Net zoals ik nooit gedacht had dat ik naar de toneelschool zou gaan. And look where we are now. (lacht)
Het is intussen pikdonker geworden rondom ons. We zien geen hand meer voor ogen, maar proberen toch nog even vooruit te kijken: naar de comicbookverfilming The Old Guard, waarin Schoenaerts een onsterfelijke huurmoordenaar vertolkt – “een mainstreamfilm, maar er zit één scène in waardoor je meteen zal begrijpen waarom ik erin wilde meespelen”.
Maar ook naar toekomstige films waarin hij hád kunnen schitteren. Zoals Jungle Cruise, een peperduur Disney-vehikel met Dwayne Johnson en Emily Blunt. “Ik had de rol van de slechte Duitser aangeboden gekregen”, grinnikt Schoenaerts. “Maar dat voorstel kwam op een slecht moment. Ik voelde me een leeggeperste citroen. Dus ik heb geweigerd. Anders ging ik tegen een muur botsen. Ik heb in diezelfde periode ook nee moeten zeggen tegen een hoofdrol naast Angelina Jolie in Maleficent 2. Ja, toen had ik schandalig veel geld kunnen verdienen. (lacht) Maar daar doe ik het echt niet voor. Ik heb al meer verdiend dan ik ooit had kunnen dromen, en ik leid een comfortabel leven. I’m good.”
The Old Guard is vanaf 10/07 op Netflix te bekijken.