‘Ik heb de eerste weken alleen maar geknuffeld. Dat kunnen mensen die nu iemand verliezen niet eens’
ÉÉN JAAR WEDUWEHANNELORE BEDERT & ANDA ACKX, VROUW VAN CHRISTOPHE LAMBRECHT
Op dinsdag 5 mei is het precies een jaar geleden dat radiopresentator Christophe Lambrecht totaal onverwacht overleed aan hartfalen en zijn vrouw Anda alleen achterbleef. Enkele maanden daarvoor, op 17 februari, gebeurde hetzelfde met Stijn Sterckx, de man van Hannelore Bedert. Een zware klap die beide weduwes samenbracht. Vandaag krabbelen ze heel voorzichtig weer overeind: ‘Ik heb lang gedacht: vanaf nu zal alles gewoon minder leuk zijn.’
Hannelore Bedert (36) en Anda Ackx (45) kenden elkaar niet, toen ze op 5 mei lotgenoten werden. ‘Ik kreeg een bericht van radiopresentatrice Ilse Liebens: ‘Ik wil dat je het weet vóór het in de media komt.’ Het was als een kortsluiting in mijn hoofd. De herkenning was zó groot.’ Hannelore besloot Anda een bericht te sturen, en legde daarmee de eerste steen voor een vriendschap die hen de voorbije maanden allebei heeft geholpen. ‘Hoe goed mensen het ook bedoelen, als je niet zelf hebt meegemaakt dat je man plots overlijdt, de vader van je kinderen, dat heel je leven in één seconde verandert, dan kun je niet begrijpen wat het is.’
HUMO Voelden jullie meteen: wij zitten in hetzelfde schuitje?
ANDA ACKX «Ik niet. Ik heb ook even gewacht voor ik op Hannelores bericht wilde antwoorden. Ik had tijd nodig om te beseffen dat ik ook in die situatie zat, dat mijn leven er anders zou uitzien.»
HANNELORE BEDERT «In de periode waarin Christophes overlijden in de media kwam, kreeg ik veel berichten: ‘Het lijkt over Stijn te gaan.’ Hoe meer ik over Christophe las, hoe meer ik het gevoel kreeg dat hij en Stijn op elkaar leken. Twee heel geliefde, open, sociale en sympathieke mensen. En dan denk je: het is een huizenhoog cliché, maar dat zijn weer de eersten die moeten vertrekken.»
HUMO Ze zijn ook op bijna dezelfde manier overleden.
ACKX «Allebei na hartfalen. Klík en weg.»
HUMO Maakt het feit dat het zo snel gebeurde, het moeilijker?
ACKX «Het klinkt misschien vreemd, maar: nee. Het maakt het… Makkelijker kan ik niet zeggen, wel duidelijker. We hoeven ons niet af te vragen: heeft hij afgezien, heeft hij het zien aankomen?»
BEDERT (knikt) «Het is, raar gezegd, een aangename dood. Stijn leed aan het brugadasyndroom. Heel eenvoudig uitgelegd slaat het hart soms een tel over. Zijn broer heeft het ook. Hij heeft al een paar keer een hartaanval gehad – gelukkig heeft hij wel een defibrillator – en volgens hem krijg je het even warm en gaat dan het licht uit. Ik heb pas achteraf beseft dat Stijn zijn T-shirt had uitgetrokken. Wellicht is het bij hem ook zo gegaan.»
HUMO Jullie hebben zelf jullie man gevonden.
BEDERT «Ik kwam thuis na een optreden en hoorde Stijn vallen. Hij maakte nog geluid toen ik bij hem kwam. Volgens de arts was dat wellicht een doodsreutel, de kans is groot dat hij er toen al niet meer was. Maar voor mijn gevoel leefde hij nog en heb ik afscheid kunnen nemen. Dat is een enorme troost. Ik heb me niet moeten afvragen: hoelang ligt hij hier al? Ik ben ook blij dat het thuis is gebeurd. In zijn vertrouwde omgeving.»
ACKX (knikt) «Net zo goed was het gebeurd als ze met de kinderen in de auto zaten.»
BEDERT «O, daar had ik zelfs nog niet bij stilgestaan.»
ACKX «Christophe wilde gaan joggen. Hij was zich boven gaan omkleden, en ik dacht dat hij vertrokken was. Drie kwartier later belde de loopcoach: ‘Waar blijft hij?’ Christophes dochter Helena en ik hebben hem gevonden. Zodra we hem zagen liggen, wisten we: we zijn te laat. Hij moet meteen gestorven zijn toen hij boven was gekomen. Hij had zijn loopkleding nog niet aan.»
HUMO Wat was je eerste reactie?
ACKX «Ik wilde hem proberen te reanimeren, maar ik denk niet dat ik het juist deed. Helena duwde me opzij en riep: ‘Ik weet hoe het moet!’ Later heeft de ambulancier het ook geprobeerd, maar tevergeefs.»
BEDERT «Ik had al een cursus reanimatie gevolgd, en het troost me ergens wel dat ik wist wat ik moest doen. Ik heb na de dood van Stijn iedereen opgeroepen om die cursussen te volgen. De mensen van het Rode Kruis hebben me daarvoor bedankt: ze kregen plots veel meer aanmeldingen.
»Ik hoop wel ooit te kunnen vergeten dat ik zijn ribben heb gebroken. Ik hoorde en voelde het bij het reanimeren. De man van de noodcentrale zei: ‘Dat is heel normaal, gewoon doorgaan!’ Maar dat geluid, dat gevoel…»
ACKX «Ik vond de machine van de ambulanciers vreselijk. Ze zetten die op de borstkas, geven een enorme schok en dan klinkt er: ‘Tuuuuut!’ Heel luid. Dat krijg ik nooit meer uit mijn geheugen.»
BEDERT «Het moment waarop iedereen rond je man staat en je begint te voelen: dit komt niet goed. Dat is… (stil)»
HUMO En plots ben je alleen en moet je een begrafenis regelen. Ik kan me zelfs niet voorstellen hoe dat moet zijn.
ACKX «Enkele uren na zijn dood zat ons huis vol vrienden. Ze zijn bij wijze van spreken niet meer weggegaan. Ze hebben samen met mijn collega’s de begrafenis geregeld. Ik zou niet weten hoe ik het zonder hen had gedaan. Het is zo belangrijk om het verdriet te kunnen delen, om iemand te kunnen vastpakken. Het klinkt vast raar, maar de begrafenis was voor mij een prachtige dag. Omdat er zoveel liefde en kracht was, op één moment en één plaats.»
BEDERT «Ik vind dat heel herkenbaar. Het gevoel dat er ieder moment vijf, zes man aan de deur kon staan, vond ik zó belangrijk. Ik denk vaak aan mensen die nu, tijdens de lockdown, iemand verliezen: zij hebben die vriendschap niet, zij kunnen niet geknuffeld worden. Ik heb die eerste weken en maanden niets anders gedaan.»
HUMO De dood van Christophe was een schok: er kwamen ongelofelijk veel reacties.
BEDERT «Ik denk dat dat daarvoor maar één keer is gebeurd: bij het overlijden van Luc De Vos.»
ACKX «Het was écht ongelofelijk. Luisteraars van Studio Brussel konden een boodschap inspreken op een antwoordapparaat, en de mensen van StuBru hebben die reacties op een cd gebundeld voor mij. Ik heb ze nog niet allemaal kunnen beluisteren.»
BEDERT «Bij Stijn was dat ook zo. Na de begrafenis zeiden mensen me dat het hen had doen nadenken: ‘Zou er voor mij ook zoveel volk komen op mijn begrafenis?’ Of: ‘Zou er voor mij ook zoveel volk klaarstaan als mijn partner zou overlijden?’ Zelfs nu, een jaar later, zeggen mensen me: ‘Ik leef anders, ik sta meer stil bij de dingen.’ Het is een magere troost, maar Stijn zou daar trots op geweest zijn.»
ACKX «Ik krijg nog bijna dagelijks berichten: ‘Ik moest aan Christophe denken.’»
HUMO Hebben ze beseft wat ze voor anderen betekenden?
ACKX «Christophe niet. Hij zou het ook nooit geloofd hebben. Daar was hij veel te bescheiden voor.»
BEDERT «Voor Stijn zijn 40ste verjaardag – hij is net geen 41 geworden – had ik veertig vrienden gevraagd om een tekst over hem te schrijven en die had ik in een boekje gebundeld. Hij heeft het in tranen gelezen: ‘Allee, dat kan toch niet dat mensen mij zo graag zien!’ Ik hoop dus dat hij het toch heeft gevoeld.»
HUMO Wat maakte hen zo geliefd?
ACKX «Christophe kroop op een goeie manier onder je vel. Ik hoor vaak van mensen dat het, zelfs als ze hem maar één keer ontmoet hebben, een soort moment was. Hij kon oprecht luisteren, hij gaf je het gevoel dat wat je zei echt belangrijk was, en hij méénde het ook. Mensen die hij niet kende, kwamen soms heelder verhalen vertellen, en zelfs dan bleef hij oprecht luisteren. En hij onthield alles. Als je zei: ‘Die dag gaat er dat gebeuren met mijn kind’, dan stuurde hij een bericht: ‘Hoe is het geweest?’ Ook op verjaardagen was hij bijna altijd de eerste die een bericht stuurde, heb ik van heel veel mensen gehoord. Het mooie is dat hij zo een soort verbondenheid tussen mensen heeft gecreëerd, die er nog steeds is.»
BEDERT «Ook Stijn heeft zoiets nagelaten. Ik heb daar op de begrafenis over gesproken: we hebben lang in een bouwval gewoond en mensen vroegen ons geregeld of ons huis ooit af zou raken. Maar wij lééfden: we gingen op reis, kregen kindjes, gaven etentjes voor vrienden… Ik ben daar nu zo blij om: we hebben niet alleen maar verbouwd. Mensen spreken me daar nu op aan: ‘Wij maken nu ook meer tijd om samen te genieten.’»
HUMO Dinsdag 5 mei zal het exact een jaar geleden zijn dat Christophe is overleden.
ACKX «Het moeilijke aan die sterfdatum is dat je terugvalt op je laatste herinneringen. Vorige week zag ik foto’s van ons laatste weekendje aan zee. Dan besef je: dat was de laatste keer dat we daar geweest zijn. Ik vraag me soms af wat we hadden gedaan als hij had geweten dat hij nog maar een paar weken te leven had. Wellicht was het niet zo anders geweest: op bezoek gaan bij vrienden, paaseitjes rapen bij zijn ouders, een weekendje weg. Dat hebben we allemaal gedaan. Dat is wel een mooi gevoel.»
BEDERT «Ik vond de sterfdatum minder moeilijk dan de jaarwisseling. Ineens moest ik zeggen: ‘Mijn man is vorig jaar overleden.’ Dan zie je mensen denken: dat is dus al een jaar geleden. Terwijl dat niet zo was.»
ACKX «Ik ben vooral bang dat we op 5 mei nog in lockdown zullen zitten, want ik wil die dag niet alleen doorbrengen. Ik denk dan ook aan de ouders van Christophe: wij hebben onze kinderen nog, maar zij kunnen niemand zien.
»Los daarvan denk ik dat Christophe de lockdown fantastisch gevonden zou hebben. Zich helemaal concentreren op zijn gezin: dat was echt iets voor hem.»
BEDERT «Ik heb daar ook al over nagedacht. Ik hoor bij bevriende koppels dat de irritaties de kop beginnen op te steken na zoveel weken samen thuiszitten. Dan vraag ik me af: hoe zou dat bij ons geweest zijn? Het is raar, maar ik kan mij een aantal dingen niet meer inbeelden. Hoe het zou zijn gegaan als we nog samen waren geweest. Beangstigend.»
ACKX «Ik zit nog niet in die fase. Voor mij lijkt het alsof ik Christophe gisteren voor het laatst heb gezien. Ik voel zijn aanwezigheid nog, ik hoor zijn stem nog.»
BEDERT «Ik denk dat dat het tijdsverschil is: bij jou is het een jaar geleden, bij mij een jaar en drie maanden. Dat maakt echt een verschil, merk ik.»
HUMO Voor veel nabestaanden is het eerste jaar het zwaarst.
BEDERT «Ik vind dat niet. Het komt aan, al die eerste keren alleen. Maar het hangt vooral van het moment af: het moeilijkst zijn de gelegenheden waarop heel duidelijk is dat Stijn er had moeten zijn, zoals een etentje met zijn familie.»
ACKX (knikt) «Op onze eerste huwelijksverjaardag na zijn dood dacht ik: gisteren, vandaag of morgen, het is allemaal even moeilijk. Maar Nieuwjaar, bijvoorbeeld, was zéér pittig.»
BEDERT «Rouwen is een proces. In januari zat ik héél diep. Ik had geen idee hoe ik ooit weer uit die put zou raken. ‘Morgen is er een nieuwe dag,’ probeerde ik mezelf voor te houden, maar de dag erna voelde ik me even slecht. Dat is misschien nog het frustrerendst: je weet niet hoelang het zal duren, zoals nu met de lockdown. Maar het ging voorbij. Het keerpunt kwam er plots. We gingen eten met vrienden – (stil) ik zeg nog steeds ‘we’. Ik ging eten met vrienden en ik had vooraf gedacht dat ik daar alleen maar zou huilen, maar het was zo’n fijne avond. De dag erna had ik het gevoel dat ik erdoor was geraakt. Ineens had ik weer zin om te leven en dingen te doen.»
ACKX «Ik heb dat dieptepunt ook gehad. Toen dacht ik: ik moet me er gewoon bij neerleggen dat alles vanaf nu minder leuk zal zijn.»
BEDERT «Het mooie was dat ik haar tegen die tijd kon laten weten: het gaat voorbij.»
ACKX (knikt) «Dat heeft me zóveel deugd gedaan. Aanvankelijk dacht ik: ik laat het gebeuren en wacht tot het voorbij is. Maar dat werkte niet. Tot dan had ik steeds iets omhanden gehad – onze actie voor de Warmste Week, de fuif van Maurice, ons zoontje – en ik merkte dat het beter voor me was om iets te doen. Ik ben toen begonnen met de voorbereidingen van een herdenkingsfeest, dat deze week had moeten doorgaan. Dat kan nu niet, maar het organiseren heeft me geholpen. Het échte keerpunt kwam er tijdens een skivakantie. Toen ik terugkwam, merkte ik dat ik in een andere fase zat. In een ‘het-gaat-wel-fase’. Alsof ik een tweede adem had gevonden. Ik huil ook niet meer elke dag.»
BEDERT «Ik ook niet.»
ACKX «Het moment waarop ik dat besefte, ben ik hard beginnen te huilen. Maar ik voel wel steeds meer dat ik zin heb om iets te maken van het deel dat nog voor mij ligt – hoe moeilijk het soms ook is.»
HUMO Sam De Bruyn zei in De Morgen dat hij grote bewondering heeft voor de manier waarop je met het verlies van Christophe omgaat.
ACKX «Het is een keuze, al is dat woord misschien slecht gekozen. Blijf je overeind of glijd je weg? Zelfmedelijden is een grote valkuil: ‘Zie mij hier nu eens zitten. Ocharme ik.’ Daar kun je jezelf helemaal gek mee maken, en voor je het weet, ben je down the drain. Daar bereik je niets mee.»
BEDERT «Ik ben op dat gebied erg veranderd na de dood van Stijn. Vroeger was ik de emotionele meid die makkelijk in een dip raakte. Stijn haalde mij er dan uit. Na zijn overlijden dacht ik: hoe ga ik dat nu doen? Maar het vreemde is: los van mijn verdriet zijn die dipjes er niet meer. Het klinkt melig, maar ik denk dat er wat van zijn optimisme is achtergebleven.»
HUMO Ex-voetballer Thomas Buffel, die drie jaar geleden zijn vrouw heeft verloren, zei in Humo dat hij het eerste jaar ook moeilijk vond omdat hij beslissingen moest nemen over de spullen van zijn vrouw.
BEDERT «Ik hoor van lotgenoten dat ze veel moeite hebben om spullen van de overleden partner weg te doen, maar ik heb daar weinig last van gehad. Meer zelfs: in de eerste weken was het een houvast voor mij. Een bezigheid. Afleiding. Terwijl er nog vrienden en familie in huis rondliepen, die de kinderen naar school brachten en afhaalden, en voor eten zorgden, heb ik me beziggehouden met de inhoud van de kleerkast. Heel wat kleren zijn naar de kringwinkel gegaan, een grote stapel is opgeborgen voor als de kinderen die later willen hebben of zien, en één trui ligt bij mij in de kast. Iedereen pakt het op zijn of haar manier aan en ik denk dat het belangrijk is om je eigen tempo te bepalen, maar mij hielp het enorm om daar komaf mee te maken. Ook zijn vouwfiets heb ik uiteindelijk verkocht, omdat die mij te veel pijn deed telkens als ik ze in de gang zag staan. Als ik thuiskwam, dacht ik keer op keer: ha, hij is er al.»
ACKX «Ik heb een aantal van Christophes kleren aan zijn dochters, zijn vrienden en zijn papa gegeven, omdat ik wist dat zij daar veel aan hadden. De rest heb ik in zakken gestoken en opzijgelegd voor Maurice. Misschien vindt hij het later wel leuk als hij iets kan aandoen wat van zijn papa is geweest. Het maakt het ook makkelijk voor mij: ik hoef het niet weg te doen.»
BANG HART
HUMO Wisten Stijn en Christophe dat ze een hartkwaal hadden?
BEDERT (knikt) «Het brugadasyndroom is erfelijk. Nadat het bij Stijns broer was vastgesteld, is de familie getest.»
ACKX «Bij Christophe is er ook sprake geweest van brugada, maar het bleek een andere soort ritmestoornis te zijn.»
HUMO Was er niets aan te doen?
BEDERT «Het enige wat het syndroom kan corrigeren, is een defibrillator. Of een pacemaker. Via testen bepalen ze of je die nodig hebt, en bij Stijn waren die keigoed. De cardioloog zei: ‘Als we iedereen met een hartritmestoornis een defibrillator zouden geven, loopt de helft van België ermee rond.’»
ACKX «Christophe heeft die testen ook gedaan. Toen is geconcludeerd dat hij niet zo’n groot risico liep en dat medicatie volstond.»
HUMO Zijn jullie kinderen getest?
ACKX (knikt) «Meteen na Christophes overlijden. Ze zijn allemaal gezond, maar moeten het wel goed opvolgen.»
BEDERT «Hoppe en Polly hebben het brugadasyndroom wel. Dat wisten we al tijdens de zwangerschap: artsen kunnen het gen dat de aandoening veroorzaakt vinden bij een ongeboren kind. Ze hebben ons toen zelfs de optie geboden om de zwangerschap te onderbreken. Nu klinkt dat afschuwelijk, omdat ik over twee kinderen spreek die ik al ken. Maar achteraf gezien denk ik: hadden we geweten hoe ernstig het is, dan hadden we het misschien wel gedaan – ook al wringt het met alles wat ik denk.
»Twee weken vóór de dood van Stijn is Polly flauwgevallen op school. Ik heb dat pas achteraf gehoord, maar blijkbaar heeft Stijn toen tegen vrienden gezegd: ‘Niet tegen Hannelore zeggen, maar volgens mij heeft Polly een defibrillator nodig.’ Ik denk dat hij me wilde beschermen, dat hij dacht: de artsen zullen wel uitsluitsel geven. Een maand na zijn overlijden zaten we op de intensive care: Polly had inderdaad een defibrillator en een pacemaker nodig. Nu kan ik daarover praten, maar als ik foto’s van toen zie, hoe we daar zaten, met mondmaskers op en mijn kind vol buisjes… Ik heb daar mijn verjaardag gevierd en de verpleging bracht me een taartje. Gewéénd dat ik heb. Maar kijk, nu loopt ze rond alsof er niks aan de hand is.»
HUMO Polly is 4 jaar, Hoppe 9 en Maurice 6. Hoe gaan zij om met het verlies van hun papa?
BEDERT «Polly walst door het leven. Voor haar is het evident: ‘Wij zijn met drie en papa ligt op het kerkhof.’ Ze heeft maar één herinnering aan Stijn: de dag vóór zijn dood zijn ze gevallen met zijn fiets. Ze herhaalt dat vaak. Dat maakt het misschien makkelijker. Hoppe heeft zich een tijdje teruggetrokken, maar nu gaat het beter. Misschien omdat ik er zelf zo open over praat. Nu kan hij het gewoon zeggen: ‘Ik mis papa.’ Hij kropt het niet op.»
ACKX «Maurice praat elke dag over Christophe. Ze waren twee handen op één buik. Hij zegt dat soms ook: ‘Papa had meer tijd voor mij dan jij.’»
BEDERT «Au.»
ACKX «Ach, het ís zo. Christophe was een geboren vader, hij had alle geduld van de wereld. Nu, met die lockdown, zou hij het ook veel beter gedaan hebben dan ik. Ik denk wel dat Maurice het kan plaatsen. Een kind is veerkrachtig. Hij krijgt op jonge leeftijd een les die wij nu pas krijgen: dat de dood bij het leven hoort. Bij Helena en Bruna, de dochters van Christophe, is het, wellicht door hun leeftijd, anders. Helena is 18 en ze staat aan het begin van haar volwassen leven, en net dan verliest ze haar papa. Dat is moeilijk. Bruna is 15 en zit volop in haar puberteit. Dat zijn sowieso al geen makkelijke jaren. Ze is introverter dan Helena, maar ook zij doet het goed. Het zijn twee topmadammen.»
HUMO Christophe had met hun mama een weekregeling. Na zijn dood gaven ze aan dat ze die graag wilden behouden.
ACKX «Ik was héél aangedaan toen ze me vroegen of ze mochten blijven komen. Ze hebben hun mama, en zij is voor hen de liefste van de wereld, ik zal nooit proberen om haar te vervangen. Maar die meisjes zijn een deel van mijn leven en Maurice is hun broer, ze hebben nooit over hem gesproken als een halfbroer. Ze horen erbij, en ik ben zo blij dat dat niet verandert omdat hun papa hier niet meer is.»
HUMO In De Morgen vertelde je hoe je met Bruna op zoek ging naar een teken van Christophe en hoe jullie diezelfde dag een wit veertje vonden in de tuin van je ouders.
ACKX «We waren aan het googelen op ’tekenen van overledenen’. Voor veel mensen bleek dat een wit veertje te zijn. Op het kerkhof zei ik, niet eens ernstig bedoeld, tegen Christophe: ‘Als er na dit leven nog iets is, wat ik niet geloof, geef me dan vandaag een teken.’ Later die dag kwam ik bij mijn ouders en vond ik in het gras een wit veertje. Voor wat het waard is, want ik ben daar heel nuchter is. Maar sindsdien zien we dat als een soort symbool. Maurice vindt nu echt overal witte veertjes. Dat is zijn manier om een band met zijn papa te houden.»
BEDERT «Zo schoon.»
HUMO Maar je gelooft niet dat er hierna nog iets is?
ACKX «Ik vind dat toch heel moeilijk te geloven.»
BEDERT «Ik ook.»
ACKX «Ik geloof wel in een soort energie die blijft. Maar een hemel, nee.»
BEDERT «Plus: je wilt opnieuw leven. Dat kan niet als je altijd maar denkt: hij volgt me.»
ACKX «Bruna zei op een dag: ‘Als er dan toch iets is, als papa kan zien hoeveel verdriet wij hebben, hoe verdrietig zal dat hém dan niet maken?’ Daar had ze het heel moeilijk mee.»
BEDERT «Polly begon onlangs ook over de hemel. Ze denkt dat papa daar is. Dat is uiteraard oké, ik leg hun niet op wat ze wel of niet moeten geloven. Maar ze weten dat er voor mij niets meer is. Het sterretje aan de hemel: dat krijg ik niet uitgesproken.»
ACKX «Maurice zegt dat wel. Als hij een grote ster ziet, wijst hij: ‘Dat is mijn papa.’»
OPNIEUW GRAAG ZIEN
HUMO Wat missen jullie het meest?
BEDERT «Een klankbord.»
ACKX «De verbondenheid. Iemand die er altijd is.»
BEDERT «En die jou door en door kent.»
ACKX «En je doodgraag ziet. Iemand van wie je weet: bij hem kan ik mezelf zijn.»
BEDERT «Ik las afgelopen weekend een interview met Ruth Joos. Zij verwoordde het mooi: ‘het gaat er niet om dat je perfect bent, want dat bestaat niet. Het gaat erom dat je elkaar volledig aanvaardt, dat is veel mooier.’ Dat was zo bij Stijn en mij. Natuurlijk waren er dingen waar we het moeilijk mee hadden, maar we waren daar open over. Ik vraag me af hoe ik dat ooit weer met iemand zal kunnen opbouwen. Maar tegelijk denk ik: dit kan toch niet de énige gelukkige relatie in heel mijn leven zijn? Er zal toch nog wel iemand zijn die me op die manier aanvaardt, en die ik op dezelfde manier graag zal zien?»
HUMO Geloven jullie in die mogelijkheid?
ACKX «Dat is een moeilijke vraag. Christophe en ik hebben woelige waters doorzwommen, vooral toen hij enkele jaren geleden in zijn donkere periode zat. Maar hij heeft daar zo hard aan gewerkt, en ik was zo trots op de manier waarop hij daarmee omging, dat we daar als koppel ontzettend sterk uit zijn gekomen: ‘We zijn er, we zullen rustig samen oud worden.’ Of ik dat ooit met iemand anders zal hebben, weet ik niet. Misschien is het gewoon te vroeg om zoiets te kunnen zeggen. Het is echt nog niet aan de orde.»
BEDERT «Ik zit stilaan wel in de fase dat ik het voorzichtig zou toelaten. Ik ben geen persoon om alleen te zijn. Stijn zou dat ook gezegd hebben: ‘Je kunt maar zien dat je geen oude vrijster wordt, zo iemand van wie de kinderen later zeggen: ‘Mama is nooit meer gelukkig geworden.” Ik wil echt geloven dat het opnieuw kan. Maar ik ben wel bang om mij volledig te geven én om gekwetst te worden.»
ACKX «Wat ik wel ervaar, is huidhonger, zoals ze dat vandaag zo mooi noemen.»
BEDERT «Amai.»
ACKX «Het fysieke gemis. We zijn ook maar gezonde mensen.»
HUMO Stel dat jullie opnieuw iemand leren kennen, zal de lat dan hoger liggen? Of net niet, omdat het ’toch nooit meer zo goed zal worden’?
BEDERT «Ik wil er nog in geloven, maar ik weet wat het is om een keigoeie relatie te hebben. De kans zit erin dat ik snel zal denken: dit is het niet. De lat ligt hoog, ja.»
ACKX «Mezelf weer compleet verliezen in een relatie: ik weet het niet.»
BEDERT «Ik ken mezelf: ik kan het nog. Dat is een recent gevoel. Ik herinner me een moment toen Stijn vijf of zes maanden overleden was. Er was een papa op school die af en toe naar me glimlachte. Dat werd het lichtpuntje van mijn dag. Het was niet romantisch, het gaf me gewoon het gevoel: ik heb het nog (lacht). Het moment waarop ik dat aan vrienden vertelde, ben ik keihard beginnen te huilen. Ik voelde me zó schuldig. Toen stond ik daar absoluut nog niet voor open.»
HUMO Jullie zijn allebei gepassioneerd met muziek bezig, net zoals Christophe en Stijn toen ze nog leefden.
BEDERT «Stijn was een punkrockliefhebber in hart en nieren. Maar hij was ook heel betrokken bij mijn muziek: hij was de eerste die een nieuw nummer hoorde, hij maakte het artwork van mijn platen, de magneetjes, de totebags, de posters voor elke tournee… Na zijn dood heb ik al mijn optredens geannuleerd. Mijn stem wilde niet meer mee.»
HUMO Vorige maand kwam onverwacht je prachtige versie van ‘We zullen doorgaan’ van Ramses Shaffy.
BEDERT «Dat was op verzoek van Radio 1. Naar aanleiding van de coronacrisis hadden ze tien artiesten gevraagd om een huis-tuin-en-keukenversie van dat nummer te maken. Een vriend van me werkt op de redactie en vroeg of ik wilde meewerken. Ik heb enorm getwijfeld, ik was al zo lang niet meer in mijn muziekkot geweest. Maar uiteindelijk heb ik het gedaan, en het deed me deugd.»
ACKX «O, dat hoor ik graag.»
BEDERT «Ja, maar dat was vooral omdat ik dat nummer in mijn eigen cocon kon maken. Ik weet niet of ik ooit weer op een podium zal staan. Ik denk eigenlijk van niet.»
HUMO Er is veel reactie op dat nummer gekomen: je hebt er mensen mee geraakt.
BEDERT «De tekst ging voor 10 procent over corona en voor 90 procent over mezelf. Dat voel je, denk ik. De reacties waren fijn, maar tegelijk hebben ze me, in een periode waarin het weer beter leek te gaan, onderuitgehaald. Er was niemand om ze mee te delen, en dat kwam keihard binnen. Ik heb het hele weekend gebleit.»
ACKX «Dat snap ik.»
HUMO Anda, jij bent behalve producer ook dj.
ACKX «Ik heb net als Hannelore gedacht: ik stop ermee. Maar ik ben er toch weer mee begonnen, en nu doet het me goed. Gewoon bezig zijn met die muziek, van de ene plaat naar de andere gaan en even geen tijd hebben om aan iets anders te denken: ik kan mij daar helemaal in verliezen.»
BEDERT «Dat heb ik met schrijven. Ik heb een theaterstuk af, ik werk aan een novelle en aan een tweede roman, en ik schrijf wekelijks een column voor Libelle. Ik kan tijdens het schrijven van fictie in een ander personage kruipen. Dat is fijn.»
HUMO Je eerste boek, ‘Lam’, dat in oktober werd bekroond met de Bronzen Uil Publieksprijs, gaat over het loslaten van het verleden. Zullen jullie dat ooit kunnen?
BEDERT «Ik wil dat niet. Net zoals Christophe Anda en Stijn mij deels hebben gevormd, heeft hun overlijden dat ook gedaan. Ik zou de pijn willen vergeten, maar tegelijk besef ik: ook die heeft mij gemaakt tot wie ik nu ben.»
ACKX «Dat is mooi gezegd. Je wilt dat niet ontkennen.
»Ik moet zeggen: ik heb heel veel spijt dat ik Stijn nooit heb ontmoet.»
BEDERT «Ik denk dat jullie het goed met elkaar hadden kunnen vinden. Stijn en Christophe ook. Gisteren realiseerde ik me ineens iets. Stijn en ik zijn getrouwd in 2013. We hadden Ilse Liebens gevraagd om op ons feest te draaien, en zij had toen gezegd: ‘Zal ik Lambi Bambi vragen om mee te komen? Hij doet dat keigoed.’ Gisteren herinnerde ik me dat Christophe toen een keilieve mail heeft gestuurd dat hij er niet bij kon zijn. Zo jammer. Het was schoon geweest, als we elkaar daar alle vier hadden kunnen ontmoeten.
»En kan corona dan nu alsjeblieft verdwijnen, zodat we elkaar een knuffel kunnen geven?»