Deze skatende meisjes doen lekker wat ze willen: de rolmodellen van HBO-reeks ‘Betty’
De nieuwe zesdelige HBO-reeks Betty gaat verder dan skateboarden. Het is een serie over je plek in de wereld vinden, al dan niet met een plank onder je voeten.
Een meisje met een felgekleurd shirt en een al even spectaculaire blauwe plek op haar bil vliegt op een skateboard door de straten van New York. Ze laveert handig tussen het drukke verkeer, duikt af en toe dollend weg voor een boze bestuurder en maakt snelheid terwijl ze uitgelaten Facetimet met haar beste vriendin.
De openingsscene van de nieuwe HBO-reeks Betty is porno voor beeldmakers. Met de laaghangende zon die tussen de wolkenkrabbers heen schijnt terwijl een meisje (!) op een skateboard (!) lekker doet wat ze wil (!) is ze de perfecte metafoor om een serie over female empowerment in te leiden.
Alleen: dit is geen metafoor. Of toch niet één die er vingerdik op ligt.
Dit zijn beelden van Nina Moran, die al sinds haar kindertijd skatet, in alle waarachtigheid vastgelegd door filmmaker Crystal Moselle. Een viertal jaar geleden raakte Moselle gefascineerd door de twee jonge vrouwen in de zitjes tegenover zich op de metro in New York. Eén van hen, Moran, vertelde geanimeerd over haar eerste kus met een meisje, die ze liefkozend ‘glitter tits’ noemde. Tegen hun knieën rustten skateboards.
Skate Kitchen
Moselle had net haar bekroonde documentaire The Wolfpack ingeblikt, over zes jongens die door hun vader worden gegijzeld op een klein appartement, met een dvd-collectie als enige band met de buitenwereld. De regisseur leerde de jongens kennen op straat toen die verkleed als de cast van Reservoir Dogs een zeldzame wandeling maakten. Moselles methode om interessant ogende mensen aan te spreken had haar dus nog geen windeieren gelegd. Toen de skaters wilden afstappen vroeg ze hen dan ook prompt: “Zijn jullie met meer?”
Moran en haar kompaan Rachelle Vinberg stelden de filmmaker voor aan hun collectief The Skate Kitchen. Vinberg bedacht de term toen ze op YouTube de reactie “Nice, but she belongs in the kitchen” onder een video van een vrouwelijke skater zag staan. Sindsdien strijden Vinberg, Moran en de andere leden Kabrina Adams, Ajani Russell, Dede Lovelace en Jules en Brenn Lorenzo voor inclusiviteit in de skatewereld. Omdat huidskleur, gender, seksuele voorkeur of queerness niet zou mogen uitmaken wanneer je een zieke kickflip in de benen hebt.
Moselle besefte al snel dat ze op een goudmijn was gestoten, maar in plaats van gewoon haar camera documentairegewijs op de grindende grieten te richten besloot ze zich onder te dompelen in hun wereld. Zodat het verhaal kon worden verteld zoals het moest worden verteld: hoe overdonderend het is om als beginnend buitenbeentje een skatepark binnen te wandelen. Hoe belangrijk het is dat je in een individuele sport als skateboarden toch je tribe kan vinden. En hoe cruciaal die groep is wanneer je als achttienjarige door het leven probeert te navigeren.
Gecast in de halfpipe
Morelle trok een jaar lang op met Vinberg, Moran en co en maakte kennis met de skatecultuur, maar praatte met hen ook urenlang over wat hen als jonge vrouwen bezighield. Van #MeToo tot culturele toe-eigening, van tampons tot daten. Het is uit die conversaties dat Moselle een script uitwerkte voor de film Skate Kitchen, die in 2018 debuteerde op het Sundance-filmfestival en nu herwerkt werd naar de zesdelige reeks Betty, waarin Moselle met de hulp van Lesley Arfin (Girls, Love) verder inzoomt op het leven van hoofdpersonages Kirt, Camille, Janay, Honeybear en Indigo.
De leden van The Skate Kitchen spelen zichzelf – maar dan met andere namen – en hoewel er geen vaste dialogen waren opgeschreven, kregen ze van Moselle wel te horen waar de scène naartoe moest gaan. Dat is meteen de triomf van Skate Kitchen en de andere twee skatefilms die dat jaar het witte doek haalden. Ook Minding The Gap (Bing Liu) en Mid 90s (Jonah Hill) werden rechtstreeks in de halfpipe gecast. Waar eerdere filmmakers graag wilden inzetten op de zogenaamde lifestyle van de skatecultuur en acteurs inhuurden waarvan ze gewoon vonden dat ze er cool uit zagen, fungeren Moselle, Hill en Liu louter als gids in het verhaal dat wordt uitgetekend en verteld door skaters zelf. In de eerste aflevering van Betty wordt daarnaar geknipoogd wanneer Indigo, die (nog) niet kan skaten, wordt gefotografeerd door een casting director omdat die fan is van haar look.
Geen lijdend voorwerp
Toch is Betty zoveel meer dan een skateboardprent. Het is een coming of age-serie over jonge vrouwen in een grootstad, met skateboarden als doeltreffende manier om het verhaal te vertellen. Skateboarden draait om het letterlijk innemen van ruimte, om op ieder plein, aan iedere metro-ingang en in elk obstakel een mogelijk te overwinnen parcours te zien. Wanneer je de charmes van skaten echter toont door vrouwelijke ogen, wordt dat toe-eigenen van een bestaansplek ook een figuurlijk dingetje. Het is vechten tegen stereotyperingen en seksisme, knokken voor het recht om op je bek te gaan en weer overeind te mogen krabbelen. Liefst dankzij een uitgestoken hand.
De gelijkmaker in een sport als skateboarden schuilt immers in de belofte dat je wel zal slagen, zolang je maar je best doet en doorzet. Uren op het gebetonneerde stukje achter je huis oefenen op je eerste ollie, geschaafde knieën en gekneusde ellebogen ten spijt. Het maakt de hoofdrolspelers in Betty verfrissend: vrouwen wier verwondingen hen niet ‘overkomen zijn’ omdat ze het lijdend voorwerp waren, maar omdat ze het heft en het skateboard in eigen handen namen. Ongeacht de commentaren.
“Wanneer een meisje valt, zegt iedereen dat vrouwen niet kunnen skaten. Wanneer een jongen valt is het simpelweg omdat hij nog aan het leren is”, blaast Nina Moran als Kirt, een sentiment dat ze eerder al uitte tijdens haar TedX Talk ‘Girls Belong In The Skate Kitchen’. “Jongens zijn in shock wanneer ze me bezig zien”, vertelde ze toen. “‘Oh, je kan écht skaten?’, zeggen ze verbaasd. Dan denk ik altijd ‘Bro really? Dacht je nu echt dat ik mijn board droeg als een accessoire? Als een handtas?’” Die laatste zin heeft de serie ook gehaald.
“Een vrouw met een board trekt meteen de aandacht”, vertelt Rachelle Vinberg in Huckmag. “Je wordt beoordeeld voor je een kans krijgt om te proberen, en mensen willen je constant testen. Je moet trucjes laten zien om te bewijzen dat je wel het recht hebt om met dat board rond te wandelen, terwijl ze dat nooit zouden vragen aan een jongen.”
Realistisch rolmodel
Het is ook om die reden dat het collectief instemde om zich te laten volgen door een camera. Omdat de leden zelf hebben ondervonden wat voor een rol visuele representatie speelt. “Instagram is van vitaal belang voor de skategemeenschap”, liet Ajani Russell optekenen in The Face. “Je vindt er skaters in alle vormen en maten, van een zestienjarige in Spanje tot een veertiger in Utah. Het houdt de sport levend en inclusief. Toen ik begon met skaten had ik niemand naar wie ik kon opkijken. Ik vond het gewoon cool. Natuurlijk kende ik Tony Hawk, maar hoe kon ik me aan hem spiegelen? Ik ben een donker meisje. Vandaag wil ik het rolmodel zijn dat ik zelf niet had”, zegt Russell.
Betty blijft weg van het soort feminisme dat de serie in een niche zou duwen, maar toont in plaats daarvan de rauwe realiteit: iedereen heeft het recht om alles te proberen, maar niet ieders weg is geplaveid met lekker bollende leisteen. Het wel en wee van Kirt en co kan perfect gebinged worden door wie geen affiniteit heeft met de subcultuur – het is een ticketje richting tiener zijn, met een trendy soundtrack, tijdloze emoties en eigentijdse problemen – maar het zou verbazen als de smakelijk vormgegeven serie op zijn minst niet wat extra blauwe billen oplevert.
Wie ooit al de zwarte, korrelige grip onder haar voeten heeft gehad weet dat weinig bevredigender en bevrijdender is dan op een deck door de straten denderen. Moselle slaagt erin die emoties perfect vast te leggen in langgerekte slomoshots, vakkundig aan elkaar gemonteerd door Nico Leunen (A Beautiful Boy). Je voelt haast zelf de wind door je haren waaien en de oneffenheden van het asfalt in je enkels knetteren. Het is in deze scènes dat Skate Kitchen en Betty op hun sterkst zijn, wanneer de crew woordeloos door de straten cruiset en alle problemen, vooroordelen en hindernissen van het dagelijks leven in een grootstad als New York achter zich laat. In Betty gebruiken de meisjes hun skateboards om te ontspannen én te ontsnappen. Wanneer Janay vertelt dat haar buschauffeur telkens zegt wat voor een mooie meid ze is geworden, reageert Camille ontzet. “Eww. Gross. Daarom hebben we onze boards. Zodat we de bus niet moeten nemen.”
Ja, Betty loopt volgens een vooraf geschreven scenario, maar de gevoelens en de verhalen erachter zijn oprecht en universeel. In een realitytelevisielandschap dat momenteel gedomineerd wordt door airbrush en absurdisme is deze serie in ieder geval het dichtste dat we bij al bij de realiteit zijn gekomen.
Betty, nu op Telenet Play en Play More, Skate Kitchen is te bekijken op dalton.be en cinemabijjethuis.be en vanaf 28/05 op Telenet