Is de Vlaming wel bereid om zijn portie frieten vaarwel te zeggen?
Vincent Verbeecke is bioloog en doctorandus in de functionele plantenbiologie aan de UGent.
Vlaanderen kampt met een acuut grondwaterprobleem. Daardoor staat onder meer de Vlaamse aardappelteelt erg onder druk. Dit valt niet vol te houden. Het plaatst ons voor een dwingende keuze: onze gewassen (genetisch) aanpassen of biefstuk met quinoa eten.
Na de droge zomers van de afgelopen jaren belooft het (nu al) rampenjaar 2020 niet veel goeds. Landbouwers pompen reeds massaal grondwater op om hun gewassen te bevloeien. Er rest hun weinig andere keuze: de intensieve teelt van een gewas als de aardappel, centraal in het Belgische voedingspatroon, vergt nu eenmaal veel waterverbruik. De vraag hoelang we dit nog kunnen volhouden dringt zich op. Er is nood aan een degelijk alternatief. Met ggo-technologie (genetische modificatie van gewassen) zou het mogelijk kunnen zijn om een aardappelvariant te ontwikkelen die droogtetolerant is.
België scoort flagrant slecht in de waterstressindex, een internationaal erkende maatstaf die de waterbeschikbaarheid van een land vergelijkt met de waternood. Landen in het Midden-Oosten, zoals Qatar, voeren de lijst aan. België staat op de 23ste plaats tussen Andorra en Marokko. Vooral Vlaanderen scoort slecht, meer dan de helft van het Vlaamse grondgebied valt in de categorie ‘extreem hoge waterstress’. Hiermee scoren we slechter dan bijvoorbeeld Jemen. “De waterpeilen staan nu al bijna even laag als tijdens de droge zomers van 2018 en 2019”, zegt Kris Huijskens, de nieuwe droogte- en watercoördinator van de provincie Antwerpen, in een interview met VRT Nieuws.
De Belgische – en vooral de Vlaamse – bouwwoede doet ons mee de das om. Vlaanderen is grotendeels geasfalteerd en hierdoor kan regenwater onvoldoende doorsijpelen naar de grondwaterreservoirs. Twee jaar geleden trokken wetenschappers ook al aan de alarmbel omdat er meer dan zeven hectare open ruimte per dag verloren gaat aan bebouwing in Vlaanderen.
Oogst garanderen
De hoge waterstress weegt vooral zwaar op de landbouwsector. Na de droogte van 2018 betaalde de Vlaamse overheid bijna 100 miljoen euro aan schadevergoedingen aan duizenden landbouwers. Daarnaast voorspellen onder meer de Verenigde Naties dat we steeds drogere periodes tegemoet gaan onder invloed van de klimaatsverandering. Het is daarom essentieel dat we werk maken van een performant waterbeleid en overschakelen op droogtetolerante gewassen om de oogsten te garanderen.
Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) bestudeert al enkele jaren of gewassen zoals quinoa hier kunnen groeien. Dit Zuid-Amerikaanse gewas kan goed tegen droogte. De vraag blijft of het wenselijk is om massaal over te schakelen naar de teelt en consumptie van dit soort gewassen. Is de Belg bereid om zijn portie frieten vaarwel te zeggen?
Een alternatief zou zijn om de huidige gewassen droogtetolerant te maken. Een vereiste hierbij is dat deze verbeterde gewassen snel worden uitgerold op onze velden. Hier kan ggo-technologie van pas komen. In tegenstelling tot de klassieke veredeling (het kruisen van gewassen om nieuwe eigenschappen te bekomen) laat ggo toe om snel te schakelen. Met deze technologie kan men een stukje DNA dat voor droogtetolerantie zorgt rechtstreeks binnenbrengen in een commercieel interessante variant.
In de Verenigde Staten teelt men al enkele jaren droogtetolerante ggo-maïs. Daarnaast ontwikkelde een Canadees bedrijf droogtetolerant koolzaad met de hulp van ggo-technologie. Deze planten zijn zo ontwikkeld dat ze na een week droogte nog steeds groen zijn, waardoor de oogsten niet mislukken. De techniek wordt momenteel verder toegepast in soja- en graangewassen.
Wereldwijd, dus ook in Vlaanderen, wordt onderzocht hoe gewassen aangepast kunnen worden om beter om te gaan met droogte. Dit soort innovaties zouden een welkom hulpmiddel zijn voor onze landbouwers, zonder dat we massaal moeten overschakelen op nieuwe gewassen zoals quinoa. Europa houdt ggo-toepassingen echter tegen. De complexe en archaïsche Europese wetgeving en vooral de politieke onwil staan dit momenteel in de weg.
Het is essentieel dat ggo’s hand in hand gaan met de ontwikkeling van een duurzaam landbouwsysteem. Ggo-technologie an sich zal het droogteprobleem natuurlijk niet kunnen wegwerken. Er moeten ook oplossingen komen voor het acute waterprobleem zelf. Zo is de aangekondigde betonstop voor 2040 een goede, maar op zich ontoereikende maatregel. Er is meer nodig.
Alleszins is de huidige stellingenoorlog rond ggo’s contraproductief. Om een duurzaam landbouwmodel tot stand te brengen, kan Europa ggo’s niet langer ontzien. We moeten kiezen voor de vlucht vooruit.