‘Niemand kende Pablo Escobar beter dan ik’: Virginia Vallejo was jarenlang de minnares van de drugsbaron | De Morgen

Gepubliceerd op Auteur: koenarchief
‘Niemand kende Pablo Escobar beter dan ik’: Virginia Vallejo was jarenlang de minnares van de drugsbaron | De Morgen

‘Niemand kende Pablo Escobar beter dan ik’: Virginia Vallejo was jarenlang de minnares van de drugsbaron

Ze was de minnares van Pablo Escobar. Vijf jaar lang was de Colombiaanse journaliste en presentatrice Virginia Vallejo (70) in de ban van een van de grootste terroristen ter wereld. ‘In zijn dromen was hij zelfs bereid om een bom op het Witte Huis en het Pentagon te laten vallen.’

Al vrij vroeg in hun relatie wisten Pablo Escobar en Virginia Vallejo allebei wat de toekomst voor hen te bieden had. Escobar wist dat hij een legende ging worden, Vallejo wist dat zij zijn biografie zou schrijven. In 2007 bracht ze haar boek Loving Pablo, Hating Escobar uit en blikte ze uitgebreid terug op de woelige jaren tachtig en zijn dood in december 1993. Het voorbije decennium werd ze meermaals geportretteerd in series en films, zoals de Netflix-hit Narcos en de film Loving Pablo waarin Penélope Cruz de rol van Vallejo vertolkt.

“Mijn verhaal is een verhaal dat verteld moet worden. Het gaat niet alleen over liefde en tragedie, maar ook over corruptie. Niemand kende Escobar beter dan ik. Pablo wist dat wel. ‘Jij bent de enige die mijn echte levensverhaal kan vertellen’, zei hij dan. Hij dacht twee keer na vooraleer hij iets zei, omdat hij wist dat zijn woorden in de loop der jaren geciteerd zouden worden. Al heb ik een grote prijs betaald door dit boek te schrijven. Ik ben slachtoffer geworden van achtervolgingen en doodsbedreigingen. De machtigste families en drugskartels van Colombia hebben er alles aan gedaan om mijn boek te saboteren. Uiteindelijk werd het boek een bestseller in de Verenigde Staten.”

Waarom maakten zij zich zo druk?

“In mijn boek klaag ik de corruptie van vier opeenvolgende Colombiaanse presidenten aan. Naast vier machtige families zijn er nog vier miljardairs in Colombia. Zij beheren samen een land van 44 miljoen inwoners. Acht families, waaronder die van voormalig president Juan Manuel Santos (Nobelprijswinnaar voor de Vrede in 2016, ERA) heersen over Colombia en dat is de reden waarom er zo’n gewelddadige conflicten hebben plaatsgevonden. Ondertussen probeert Colombia zich als een progressief en modern land voor te doen, maar het contrast tussen arm en rijk blijft enorm groot. Colombianen hebben een grote afkeer tegen de politieke elite. Ik hoop dat er binnen tien tot twintig jaar eerlijke politici aan de macht komen die deze dynastieën van de macht stoten. Door hen ben ik in 2006 naar de Verenigde Staten moeten vluchten, waar ik gelukkig politiek asiel heb gekregen.”

Toen u verliefd werd op Pablo Escobar was u een van de beroemdste televisiepresentatoren van Colombia. Hoe kon u dat overkomen?

“Ik heb Pablo voor het eerst ontmoet op zijn haciënda. In die tijd was ik met iemand samen, we hadden zelfs plannen om te trouwen. Een bekende zanger had ons uitgenodigd om mee naar een landgoed te gaan, waar volgens hem een zoo was met giraffen, olifanten en nijlpaarden. De eigenaar ervan had een vliegtuigje gestuurd om ons op te komen halen. Ik dacht dat we naar de haciënda van een of andere rijke corrupte politicus gingen. Naar verluidt ging het om een populaire politicus die verschillende sociale projecten had gerealiseerd. Toen wist ik nog niet dat Pablo Escobar een drugsbaron was. Op dat moment was hij ook nog geen moordenaar of terrorist.”

Wat heeft Escobar gedaan om u te veroveren?

“Hij heeft die dag  mijn leven gered. Het was mooi weer en bij de haciënda was een rivier. Ik was daar aan het zwemmen, maar belandde in een draaikolk. Pablo was de enige die van de oever sprong en naar me toe zwom om me te redden. Hij zette zijn eigen leven op het spel voor mij. Later heeft Pablo me uitgenodigd om met mij een vuilnisbelt in Medellin te gaan bezoeken. Op die vuilnisbelt woonden duizenden mensen. Ik zag voortdurend kinderen en volwassenen tussen het vuil op zoek naar eten. Pablo liet me zien dat hij al zeshonderd huizen voor deze mensen had gebouwd en dat hij er nog tweeduizend extra zou laten bouwen. Ik was ontroerd door zijn verhaal. Ik wist niet waar hij zijn geld vandaan haalde, maar ik wist dat Pablo goede dingen deed met dit geld. Die avond nodigde hij mij uit om samen met hem te gaan eten. Hij heeft me toen zijn liefde verklaard. 

Bio Pablo Escobar

– Colombiaanse drugsbaron (1949 – 1993)

– Begon in de jaren ’70 met het verhandelen van cocaïne, had in de jaren ’80 met zijn Medellin-kartel 80 procent van de cocaïnehandel in handen en was op zijn toppunt de op zeven na rijkste man ter wereld.

– Escobar was van 1982 tot 1983 volksvertegenwoordiger in Colombia. Hij was zo misnoegd om zijn politieke exit dat hij de verantwoordelijken daarvoor liet ombrengen.

– Hij is verantwoordelijk voor naar schatting 8.000 doden. Tegelijkertijd gaf hij veel om de arme bevolking van zijn land (voor wie hij huizen liet bouwen) en exotische dieren die hij verzamelde in een heuse zoo.

– De drugsbaron zat in 1991 en 1992 in een eigen ontworpen gevangenis na een deal met het Colombiaanse gerecht. Omdat hij ook vanuit die gevangenis zijn kartel bleef runnen, zou hij verplaatst worden naar een gewone cel. Hij ontsnapte echter en werd een jaar later doodgeschoten bij een achtervolging.

– Escobars leven was een inspiratie voor de eerste twee seizoenen van de populaire Netflix-serie Narcos.

“Ik vertelde hem over mijn ex-man die de papieren voor onze scheiding niet wou ondertekenen. Op dat moment was ik nog getrouwd met een Argentijnse filmregisseur die gevlucht was voor de Argentijnse dictatuur. Hij weigerde om de papieren te tekenen omdat hij niet wou dat ik met mijn toenmalige vriend zou trouwen. Pablo zei me dat hij me volgende week opnieuw zou uitnodigen voor een diner en dat we dan mijn scheiding zouden vieren. Ik zei tegen Pablo dat dit niet zou gebeuren, maar inderdaad: een week later was ik gescheiden. Pablo stuurde me duizend orchideeën en zijn privévliegtuig om mij op te halen. Die dag was de eerste keer dat we als minnaar en minnares samen waren. Ik vermoed dat Pablo een revolver heeft gebruikt om deze scheiding te kunnen waarmaken.”

Op dat moment wist u toch dat hij zijn geld verdiende met drugshandel?

“Ik wist toen nog niet dat hij mensen had vermoord. Ik wist wel dat hij cocaïne transporteerde van Colombia naar de VS, maar in die tijd kende de drugsindustrie nog niet zo’n oorlogstoestanden als nu. Alleen de rijke mensen uit Washington en New York konden zich cocaïne veroorloven omwille van de hoge kostprijs. Ik dacht in het begin: ‘oké: als die rijken uit Amerika zoveel geld voor cocaïne willen betalen en Pablo gebruikt dit geld om straatarme mensen in Colombia van basisgoederen en eenvoudige woningen te voorzien, dan is het nog wel goed.’ Ik heb er toen voor gekozen om bij hem te blijven. Hij hield van mij en ik was verliefd op hem. We hebben samen zeer mooie tijden beleefd.”

Virginia Vallejo.Beeld RV

In uw boek beschrijft u uw ontmoeting met Alvaro Uribe, de latere president van Colombia.

“De eerste keer dat ik hem ontmoette, was tijdens een van zijn politieke bijeenkomsten in de dorpen rond Medellin. Pablo was betrokken bij de campagne van twee politici, Alberto Santofimio en Jairo Ortega. Pablo was verkozen als vervanger van Ortega in het Huis van Afgevaardigden. In al mijn naïviteit dacht ik toen nog dat Santofimio een goede presidentskandidaat zou zijn omwille van zijn sociaal en liberaal gedachtegoed. Toen Pablo me dus voorstelde aan Uribe, vertelde hij me dat Uribe hoofd van het departement voor burgerluchtvaart was. Hij zei ook dat Uribe verschillende van zijn neven geholpen had. Hij sprak ook over de familie Ochoa, die het drugskartel van Medellin leidde. Zij waren neven van Uribe. 

“Enkele maanden later hebben guerrillero’s van de rebellenbeweging FARC de vader van Uribe vermoord en zijn broer ernstig verwond. Pablo heeft toen zijn helikopter aan Uribe geleend om het lijk van zijn vader en zijn gewonde broer te gaan halen. Toen dit verhaal bekend werd, heeft Uribe er alles aan gedaan om dit te ontkennen, maar dat kon niet meer. Bewijsmateriaal was via alle mediakanalen verspreid. Een tweede en laatste keer dat ik Uribe heb gezien, was op de luchthaven, vlak nadat ik voor het allerlaatst afscheid had genomen van Pablo. Het was september 1987 en twee gasten die voor Pablo werkten, hadden me naar de luchthaven gebracht. Uribe herkende me en begroette me hartelijk. Hij was op dat moment al senator in Colombia. We spraken een tijdje en op het einde zei hij tegen die gasten die bij mij waren: ‘Doe de groeten aan el patrón’.”

Waarom besloot u een punt achter uw relatie met Escobar te zetten?

“Op het einde van mijn relatie met Pablo beleefde ik verschrikkelijke tijden. De spanningen tussen zijn Medellin-kartel en het rivaliserende Cali-kartel liepen hoog op. Ik heb nog met de kartels proberen te onderhandelen om een akkoord met de overheid te bereiken, maar ze waren bereid om een oorlog te starten. Die oorlog heeft uiteindelijk meer dan 30.000 slachtoffers gemaakt. Ik voelde dat mijn rol om deze grote dreiging tegen te houden, uitgespeeld was. Mijn relatie met Pablo was immers meer dan een liefdesrelatie. Als journaliste zag ik Pablo ook als een studieobject om een biografie over te schrijven. Ik heb hem in het begin ook geholpen bij zijn evolutie van lokale onbekende politicus naar een nationale figuur. 

“Maar toen Pablo absoluut voor de oorlog koos, besefte ik dat hij zou transformeren tot een terrorist. Hij vertelde mij dat hij iemand van de de Baskische terroristische beweging ETA, die toen nog actief waren in Spanje, had gecontacteerd om hem en zijn mannen instructies te geven over hoe ze krachtige bommen konden maken. Hij wou iedereen die hem probeerde tegen te houden uit de weg ruimen. In zijn dromen was hij zelfs bereid om een bom op het Witte Huis en het Pentagon te laten vallen. Toen ik dat hoorde, sloeg ik in paniek. ‘Als je dat doet, kan ik niet langer met jou leven’, zei ik. ‘Dan wil ik je nooit meer zien!’

“Tegelijk vernam ik dat Pablo plannen had om Cuba als springplank voor zijn afzetmarkt in Miami te gebruiken. Hij droomde luidop van een ontmoeting met Fidel Castro. Ik had toen een Amerikaans visum en ik wou absoluut vermijden dat ik dat zou verliezen. Toen hij door had dat ik plannen had om Colombia te verlaten, is hij achter mijn rug naar mijn appartement gegaan. Hij heeft er 30.000 dollar, het laatste geld dat ik had, gestolen. Ik was zo arm dat ik gedurende elf dagen niet heb gegeten. Ik had geen geld om naar de markt te gaan en doordat ik afstand had genomen van Pablo, liep mijn leven gevaar. Paramilitairen, leden van het drugskartel van Medellin en leden van het drugskartel van Cali zaten achter mij aan. Toevallig had ik een vriendin die naar Duitsland was verhuisd omdat haar vriend op de Colombiaanse ambassade van Duitsland werkte. Zij bracht mij op de hoogte van een beurs die Duitsland uitreikte voor een studie aan het Internationaal Instituut voor Journalistiek in Berlijn. Ik heb daarvoor gekandideerd, leerde in sneltempo Duits en kon naar Duitsland vertrekken.”

Virginia Vallejo en Pablo Escobar. Beeld RV

Werd u in Duitsland nog achtervolgd?

“Van bij mijn aankomst heeft Interpol mij achtervolgd. De Colombiaanse inlichtingendiensten hadden de Duitse inlichtingendiensten op de hoogte gebracht dat ik de minnares van Pablo Escobar was. Ze dachten dat ik in Duitsland was om drugs te transporteren of om geld te laten witwassen. Beeld je in! Ze achtervolgden mij overal en uiteindelijk hebben ze mij op een bepaalde dag bij hen geroepen. Ze zeiden me: ‘We hebben alles onderzocht, maar uiteindelijk beseffen we dat je drugskartels haat. Je hebt meermaals naar de Amerikaanse ambassade in Bonn gebeld om hen informatie over de kartels te geven.’ Dat klopte. Helaas hebben de mensen altijd de telefoon neergelegd toen ik hen belde. De Duitse inlichtingendienst had mijn telefoongesprekken afgetapt, mijn post onderschept en was zelfs in mijn kamer in Berlijn geweest. Ze hadden alles gecontroleerd en vroegen me tot slot om met hen samen te werken. Ik ben daar op ingegaan. Ik heb hen alle informatie gegeven die ik had. Sinds 1989 werk ik met verschillende anti-drugsagentschappen ter wereld samen.”

Waar was u toen Pablo Escobar vermoord werd?

“Ik was in Bogotá. Ik werkte er toen voor de radio.”

In 2006 klopt u aan bij de Amerikaanse ambassade in Colombia na uw getuigenis in de zaak tegen Alberto Santofimio.

“Ik weet dat Santofimio Pablo had aangezet om in 1989 presidentskandidaat Luis Carlos Galan te vermoorden. Maar de aanklacht werd al na een week gesloten omdat er zogenaamd onvoldoende bewijzen waren. Verschillende mensen met informatie werden in die periode vermoord. Ik vreesde voor mijn leven en ben toen naar de ambassade gegaan en heb gevraagd om mijn leven te redden. In ruil bood ik hen aan om informatie te geven over de broers Rodriguez Orejuela van het Cali-kartel. Zij waren net uitgeleverd aan de VS door president Uribe en hun proces begon enkele weken later in Miami. 

Voor ik naar de VS ben vertrokken, heb ik nog een video-opname gemaakt. In die video heb ik verteld hoe het komt dat Pablo zo rijk is kunnen worden. Een belangrijke reden was dat hij bescherming kreeg van de politieke elite van Colombia. Er zijn veel politici die hun succes te danken hebben aan het Medellin-kartel. Ik heb deze video aan een vriend gegeven voor het geval ik vermoord zou worden. Mijn vriend heeft deze video-opname verkocht aan een Colombiaanse televisiezender voor 30.000 dollar. Hij heeft 10.000 dollar voor zichzelf gehouden en 20.000 dollar aan mij gegeven. Maar liefst veertien miljoen Colombianen keken naar die tv-uitzending. Het nieuws dat naar boven kwam, verlamde Colombia.”

De Verenigde Staten zijn bijzonder streng in het uitreiken van politiek asiel. Hoe komt het dat u dit wel verkreeg?

“Ik ben in 2006 in de VS gekomen en vier jaar later heb ik politiek asiel gekregen. Ze hebben heel mijn leven onderzocht, maar nergens een rechtszaak of aanklacht tegen mij gevonden. Wel vonden ze de bedreigingen vanuit de Colombiaanse staat: op internet circuleerde vreselijke dingen over mij. Het Colombiaanse tijdschrift Semana – waarvan de eigenaar gedurende 40 jaar de economische partner was van de familie Escobar – had doodsbedreigingen op het internet gezet. Ze publiceerden mijn adres en schreven daarbij dat wie mij voor de camera zou verkrachten 100.000 dollar zou krijgen. Aan de oproep werd nog toegevoegd dat ik nadien met benzine overgoten moest worden en levend verbrand moest worden. Die doodsbedreiging was op ongeveer een miljoen websites terug te vinden. 

“Uribe en Santos waren razend op mij omdat ik het durfde om zoveel informatie over de Colombiaanse overheid te verspreiden. Vergeet niet dat president Uribe tijdens zijn tweede termijn meer dan honderd miljoen dollar heeft gekregen om de georganiseerde misdaad en de guerrillabewegingen te bestrijden. Met dat geld hebben ze contracten aan hun vrienden gegeven om hun hele arsenaal aan wapens, helikopters en vliegtuigen te vernieuwen. Zij hebben agentschappen gecontacteerd die als opdracht kregen om mij uit de weg te ruimen. Toen ik in 2009 op het consulaat van Colombia werd uitgenodigd om te getuigen over de dood van Carlos Galan (waarvoor Santofimio in al 24 jaar celstraf had gekregen, ERA), hebben ze een aanslag op mij gepleegd. Een auto reed expres op mijn wagen in. Als ik terug naar Colombia had moeten gaan, zou ik zeker zijn vermoord. De Amerikaanse rechter die zich uitsprak over mijn politiek asiel heeft dat ook zo beoordeeld. Ze feliciteerde me zelfs voor mijn moed en volharding. Ik ben toen hard beginnen huilen. Na al die jaren van onrecht en vervolging, kon ik niet geloven dat een rechter mij feliciteerde en politiek asiel gaf. Het was de gelukkigste dag van mijn leven.”

Oud-president Santos slaagde er in 2016 in om na meer dan vijftig jaar oorlog vrede te sluiten met de FARC. Hij kreeg er de Nobelprijs voor de Vrede voor.

“Na het vredesakkoord zijn er meer leden van de FARC en sociale leiders vermoord dan daarvoor. Het bereiken van het vredesakkoord door president Santos is verre van een nobele daad. Hij heeft gewoon zijn eigen vel gered. Zowel Santos als oud-president Uribe zijn verantwoordelijk voor de dood van ongeveer vierduizend onschuldige burgers die door het leger werden opgepakt, naar het platteland werden getransporteerd en daar doodgeschoten en in kleren van guerrillastrijders werden gestopt. En dat allemaal omdat de militairen een bonus van 700 dollar kregen per doodgeschoten FARC-strijder. Op die manier konden ze de statistieken met het aantal vermoorde FARC-strijders laten stijgen en zich legitimeren voor het geld dat ze vanuit de Verenigde Staten kregen in de strijd tegen de drugskartels. Ik vermoed dat Santos de kans erg groot achtte dat hij bij het neerleggen van zijn politiek ambt voor het Internationaal Strafhof van Den Haag zou moeten verschijnen voor misdaden tegen de mensheid. Het was een meesterzet van hem om deze straf te ontkomen door de vrede met de FARC te sluiten.”

Koen