‘Alles wordt totaal anders’: futuroloog Yuval Noah Harari schetst de wereld na de coronacrisis
Apps worden in tijden van pandemieën beste vrienden met de overheid. Ze geven door waar we zijn geweest, met wie we in contact zijn gekomen, maar ook waar we woedend over worden, of vrolijk. Dreigt daar geen misbruik? Yuval Noah Harari (44), bekend van Sapiens en 21 lessen voor de 21ste eeuw, over de valse keuze tussen privacy en gezondheid.
De mensheid maakt een wereldwijde crisis door. Misschien wel de grootste crisis van deze generatie. De knopen die mensen en regeringen de volgende weken moeten doorhakken, bepalen wellicht hoe de wereld er de komende jaren zal uitzien. Niet alleen onze gezondheidszorg, maar ook de economie, de politiek en onze cultuur. We moeten snel en vastberaden handelen. We moeten tegelijk oog hebben voor de gevolgen van onze daden op lange termijn. Als we tussen alternatieven kunnen kiezen, moeten we ons afvragen hoe we niet alleen de onmiddellijke dreiging het hoofd kunnen bieden, maar ook in welke wereld we zullen leven zodra de storm is gaan liggen. Ja, de storm zal overwaaien en de mensheid zal hem overleven. De meesten van ons zullen nog in leven zijn, maar we zullen in een compleet andere wereld leven.
Veel noodmaatregelen op korte termijn zullen een deel van ons leven gaan uitmaken. Dat is nu eenmaal eigen aan noodgevallen: ze versnellen historische veranderingen. Problemen waarover men anders jaren beraadslaagt, worden nu in een paar uur opgelost. Jonge en zelfs gevaarlijke technologieën worden snel toegepast, omdat het gevaarlijker is om niets te doen. Volledige landen zijn proefkonijnen in sociale experimenten op grote schaal. Wat gebeurt er als iedereen thuis werkt en alleen vanaf een afstand communiceert? Wat gebeurt er als scholen en universiteiten online gaan? In normale tijden zouden regeringen, bedrijven en schooldirecties nooit willen overgaan tot zulke experimenten. Maar dit zijn geen normale tijden.
In deze crisistijden worden we geconfronteerd met twee bijzonder belangrijke keuzemogelijkheden. De eerste is die tussen totalitaire controle en burgers die zelf verantwoordelijkheid dragen. De tweede is die tussen nationalistische isolatie en wereldwijde solidariteit.
Onderhuids toezicht
Om de pandemie een halt toe te roepen, moeten hele bevolkingsgroepen zich aan strikte richtlijnen houden. Er zijn grosso modo twee manieren om dat voor elkaar te krijgen. Ofwel gaat de overheid de bevolking monitoren en straft ze de mensen die de regels overtreden. Ofwel verstrekt ze wetenschappelijke feiten, waardoor de inwoners de autoriteiten kunnen vertrouwen en kunnen doen wat moet.
Voor de eerste keer in de geschiedenis van de mensheid is er technologie beschikbaar die het mogelijk maakt om iedereen op elk moment van de dag in de gaten te houden. Vijftig jaar geleden was de KGB niet in staat om 240 miljoen Sovjetburgers dag en nacht te bespioneren, en ze kon evenmin alle vergaarde informatie efficiënt verwerken. Ze moest vertrouwen op haar agenten en analisten, maar ze kon niet elke burger van de Sovjet-Unie laten volgen. Vandaag kunnen regeringen zich verlaten op alomtegenwoordige camera’s en sensoren en op krachtige algoritmes in plaats van op spionnen van vlees en bloed.
In hun strijd tegen de coronapandemie hebben verscheidene overheden al nieuwe bewakingstechnieken toegepast. Het bekendste voorbeeld is China. De Chinese autoriteiten controleerden de smartphones van de inwoners, maakten gebruik van honderden miljoenen camera’s die gezichten kunnen herkennen en verplichtten burgers om hun lichaamstemperatuur en medische toestand na te gaan en te rapporteren. Zo kon de overheid niet alleen snel individuen identificeren die ervan verdacht werden drager van het coronavirus te zijn, ze kon ook hun bewegingen nagaan en iedereen opsporen met wie ze contact hadden gehad. En een resem apps waarschuwde burgers als ze in de buurt van besmette patiënten kwamen.
Die technologieën worden niet alleen in Azië gebruikt. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu gaf de Israëlische veiligheidsdienst onlangs de toestemming om coronapatiënten op te sporen met bewakingstechnologie die ook wordt gebruikt in de strijd tegen het terrorisme. Toen de bevoegde parlementaire subcommissie weigerde die maatregel te bekrachtigen, duwde Netanyahu ze erdoor met een nooddecreet.
Je zou kunnen argumenteren dat dat niets nieuws is. De voorbije jaren hebben overheden en bedrijven steeds verfijndere technologieën aangewend om mensen te volgen, te controleren en te manipuleren. Maar als we niet oppassen, zou de corona-epidemie een belangrijk keerpunt kunnen zijn. Niet alleen omdat de grootschalige ontplooiing van bewakingsapparatuur in landen die dat tot dusver verworpen hebben, het nieuwe normaal zou kunnen worden, maar des te meer omdat het wijst op een spectaculaire overgang van uiterlijke naar onderhuidse bewaking.
Tot nog toe wilde de regering weten waar je op klikte als je iets aanraakte op het scherm van je smartphone. In coronatijden verandert de focus: nu wil de regering de temperatuur van je vinger weten, en je bloeddruk.
Pudding in tijden van nood
Eén van de problemen die opduiken als we willen weten hoe het met die bewaking is gesteld, is dat niemand precies weet hoe we bewaakt worden, en wat ons de komende jaren te wachten staat. De bewakingstechnologie evolueert razendsnel en wat tien jaar geleden sciencefiction leek, is vandaag al achterhaald. Stel je bijvoorbeeld eens een hypothetische regering voor die van elke burger eist dat hij een biometrische armband draagt die 24 uur per dag de lichaamstemperatuur en hartslag registreert. Al die gegevens worden verzameld en geanalyseerd door algoritmes van de overheid. De algoritmes zullen sneller dan jijzelf weten dat je ziek bent, en ze zullen ook weten waar je bent geweest en wie je hebt ontmoet. De keten van mogelijk besmette personen kan op die manier drastisch ingekort worden, of zelfs afgebroken. Zo’n systeem zou de epidemie in enkele dagen tijd kunnen doen stoppen. Klinkt fantastisch, niet?
De keerzijde is natuurlijk dat je zo een nieuw, angstaanjagend bewakingssysteem legitimeert. Als jij bijvoorbeeld weet dat ik op een link van Fox News heb geklikt in plaats van op een link van CNN, kun je iets te weten komen over mijn politieke standpunten en misschien zelfs over mijn persoonlijkheid. Maar als je kunt controleren hoe mijn lichaamstemperatuur, bloeddruk en hartslag reageren als ik naar die videoclip kijk, weet je ook wat mij doet lachen of huilen, en wat me echt woedend maakt.
Het is uitermate belangrijk om in het achterhoofd te houden dat woede, blijdschap, verveling en liefde biologische verschijnselen zijn, net zoals koorts en een hoestbui. Dezelfde technologie die een hoest kan opsporen, kan ook een schaterlach identificeren. Als bedrijven en regeringen massaal onze biometrische data verzamelen, zullen ze ons veel beter leren kennen dan wij onszelf kennen. Ze zullen niet alleen onze gevoelens correct kunnen voorspellen, maar ze ook kunnen manipuleren en ons alles aansmeren wat ze maar willen – of het nu een product of een politicus is. Biometrische controle zou de hackingpraktijken van Cambridge Analytica er als relicten uit de steentijd doen uitzien. Beeld je eens Noord-Korea anno 2030 in, waar elke burger 24 uur per dag een biometrische armband moet dragen. Als je naar een toespraak van de Grote Leider luistert en de armband pikt signalen op die op boosheid wijzen, is het afgelopen met jou.
Je zou natuurlijk kunnen pleiten voor biometrische bewaking als een tijdelijke maatregel voor een noodtoestand. Zodra het niet meer nodig is, schaf je ze weer af. Maar tijdelijke maatregelen hebben de vervelende gewoonte om ook van kracht te blijven als de noodtoestand voorbij is, vooral omdat er altijd een nieuwe noodsituatie aan de horizon opdoemt. Mijn vaderland Israël, bijvoorbeeld, kondigde de noodtoestand af tijdens de onafhankelijkheidsoorlog van 1948. Die rechtvaardigde een hele resem tijdelijke maatregelen, zoals censuur van de pers, de confiscatie van grond en speciale richtlijnen over hoe je pudding moet maken (echt waar!). De onafhankelijkheidsoorlog is al lang afgelopen, maar Israël heeft de noodtoestand nooit opgeheven en de meeste tijdelijke maatregelen uit 1948 zijn nog altijd van kracht (het puddingnooddecreet werd wel afgevoerd, in 2011).
Zelfs wanneer het aantal besmettingen met het coronavirus tot nul is herleid, zullen sommige overheden argumenteren dat ze de biometrische bewakingssystemen willen behouden omdat ze een tweede golf van het coronavirus vrezen, of omdat er een nieuwe ebolastam is opgedoken in Afrika, of omdat… Enfin, je begrijpt wat ik bedoel. De voorbije jaren woedde er een hevig debat over onze privacy. De coronacrisis zou weleens een keerpunt kunnen zijn, want als mensen moeten kiezen tussen hun privacy en hun gezondheid, zullen ze doorgaans voor hun gezondheid kiezen.
De zeeppolitie
Mensen vragen om te kiezen tussen hun privacy en hun gezondheid: dat is eigenlijk de kern van het probleem, want het is een valse keuze. We kunnen en moeten genieten van zowel privacy als van een goede gezondheid. We kunnen ervoor kiezen om onze gezondheid te beschermen en de epidemie te stoppen door burgers meer macht te geven in plaats van totalitaire regimes te installeren.
De afgelopen weken werden de succesvolste pogingen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan ondernomen door Zuid-Korea, Taiwan en Singapore. Die landen hebben weliswaar gebruikgemaakt van opsporingstechnieken, maar ze hebben nog meer vertrouwd op uitgebreide testen, op eerlijke rapportage en op de bereidwillige medewerking van een goed geïnformeerde bevolking.
Een gecentraliseerde controle en zware straffen zijn niet de enige manier om mensen richtlijnen te doen respecteren voor hun eigen bestwil. Als je ze de wetenschappelijke feiten meedeelt en als ze erop kunnen vertrouwen dat de autoriteiten die zullen geven, kunnen inwoners zelf doen wat moet, zonder dat Big Brother over hun schouders meekijkt. Een gemotiveerde en goed geïnformeerde bevolking is veel machtiger en efficiënter dan een gecontroleerde, onwetende bevolking.
Neem nu bijvoorbeeld het handen wassen met zeep. Dat was een van de grootste stappen voorwaarts in de geschiedenis van de menselijke hygiëne. Die simpele handeling redt elk jaar miljoenen levens. We vinden dat nu vanzelfsprekend, maar pas in de 19de eeuw ontdekten wetenschappers hoe belangrijk het is om je handen met zeep te wassen. Daarvóór voerden dokters en verpleegsters de ene operatie na de andere uit zonder hun handen te wassen. Nu doen miljarden mensen dat dagelijks, niet omdat ze bang zijn van de zeeppolitie, maar omdat ze het nut ervan inzien. Ik was mijn handen met zeep omdat ik over virussen en bacteriën heb gehoord, omdat ik begrijp dat die kleine organismen ziekten veroorzaken, en omdat ik weet dat ik ze met zeep kan verwijderen.
Als je zo’n meegaandheid en medewerking wilt bereiken, heb je vertrouwen nodig. Mensen moeten de wetenschap, de overheid en de media kunnen vertrouwen. De afgelopen paar jaar hebben politici moedwillig het vertrouwen in de wetenschap, de autoriteiten en de media ondermijnd. Nu zijn diezelfde politici geneigd de weg naar een autoritair systeem in te slaan, met het argument dat je er niet op kunt vertrouwen dat de massa de juiste dingen zal doen.
In normale omstandigheden kan vertrouwen dat jarenlang is ondermijnd, niet een-twee-drie hersteld worden. Maar het zijn geen normale tijden. In een crisis kunnen ook de geesten snel rijpen. Je kunt jarenlang ruzie hebben met je familie, maar wanneer zich een noodgeval voordoet, ontdek je plots een verborgen reservoir van vertrouwen en vriendschap, en help je elkaar zo snel mogelijk. In plaats van een controlerend regime te installeren, is het nog niet te laat om het vertrouwen van de mensen in de wetenschap, de overheid en de media te herstellen. We moeten zeker ook gebruikmaken van nieuwe technologieën, maar die moeten de burgers meer macht geven. Ik heb er niets op tegen dat mijn lichaamstemperatuur en bloeddruk worden gecontroleerd, maar die gegevens mogen niet gebruikt worden om een oppermachtige regering te creëren. Die gegevens moeten me in staat stellen beter geïnformeerd persoonlijke keuzes te maken, en ook om de regering verantwoordelijk te houden voor haar beslissingen.
Als ik mijn eigen medische toestand 24 uur per dag zou kunnen screenen, zou ik zelf niet alleen weten of ik een gezondheidsrisico ben geworden voor andere mensen, maar ook welke gewoonten een effect hebben op mijn gezondheid. En als ik toegang heb tot betrouwbare statistieken over de verspreiding van het coronavirus en die gegevens zelf mag analyseren, zou ik kunnen beoordelen of de regering mij de waarheid vertelt en of ze het juiste beleid voert om de epidemie te bestrijden. Als mensen het over controle en bewaking hebben, moeten ze er rekening mee houden dat dezelfde technologie niet alleen door overheden gebruikt kan worden om individuen in de gaten te houden, maar ook door particulieren die overheden willen controleren.
De coronacrisis is in die zin een belangrijke toets voor het burgerschap. De komende dagen zou
ieder van ons ervoor moeten kiezen om de wetenschappelijke data en gezondheidsexperts te vertrouwen boven ongefundeerde samenzweringstheorieën en politici die alleen het eigenbelang voor ogen hebben. Als we er niet in slagen de juiste keuze te maken, zou het weleens kunnen dat we onze kostbaarste vrijheden afstaan, in de overtuiging dat dat de enige manier is om onze gezondheid te garanderen.
Mondiaal plan nodig
De tweede belangrijke keuze waar we voor staan, is die tussen nationalistische isolatie en wereldwijde solidariteit. Zowel de epidemie als de daaruit voortvloeiende economische crisis zijn wereldomvattende problemen. Ze kunnen alleen efficiënt opgelost worden door wereldwijd samen te werken.
Als we het coronavirus willen verslaan, moeten we eerst en vooral alle informatie met elkaar delen. Dat is het grote voordeel dat mensen op virussen hebben. Een coronavirus in China kan geen tips met een soortgenoot in het Westen uitwisselen over hoe ze mensen zullen besmetten. Maar China kan met het Westen wel veel waardevolle lessen over het virus delen en tips geven voor de bestrijding ervan. Wat een Italiaanse dokter ’s ochtends vroeg in Milaan heeft ontdekt, kan ’s avonds al levens redden in Teheran. Als de Britse regering niet kan kiezen tussen verschillende maatregelen, kan het advies krijgen van de Koreaanse overheid, die een maand geleden al met zulke dilemma’s werd geconfronteerd. Maar dan moeten we wel wereldwijd willen samenwerken en elkaar vertrouwen.
Landen moeten bereid zijn om informatie uit te wisselen en mogen zich niet te goed voelen om advies in te winnen, en ze moeten in staat zijn om de gegevens en de inzichten die ze krijgen ook te vertrouwen. We moeten ook een wereldwijde inspanning leveren om medische apparatuur en materiaal te vervaardigen en te verdelen, en dan in het bijzonder testkits en beademingstoestellen. Elk land probeert dat nu zelf te doen of probeert zoveel mogelijk materiaal te pakken te krijgen, maar in plaats daarvan zou een wereldwijd gecoördineerde inspanning de productie enorm kunnen versnellen en ervoor zorgen dat levensreddende toestellen eerlijker verdeeld worden. Net zoals landen in oorlogstijd strategische industrieën nationaliseren, lijkt het aangewezen om cruciale productielijnen te reserveren voor de oorlog van de mensheid tegen het coronavirus. Een rijk land dat weinig zieken telt, moet bereid zijn kostbare apparatuur te verschepen naar armere landen die veel zwaarder zijn getroffen, in de wetenschap dat andere landen te hulp zullen schieten als het zelf alsnog in de problemen raakt.
Eenzelfde wereldwijde inspanning is denkbaar als het over medisch personeel gaat. Landen met weinig coronagevallen kunnen artsen en verplegers uitsturen naar de zwaarst getroffen regio’s in de wereld, waar ze niet alleen het meest nodig zijn, maar waar ze ook kostbare ervaring kunnen opdoen. Als het zwaartepunt van de epidemie verschuift, kan de hulp de andere richting uitgaan.
Wereldwijde samenwerking is ook van levensbelang op economisch vlak. Gezien het mondiale karakter van de economie en de productieketens zou het coronavirus chaos en een steeds erger wordende crisis kunnen uitlokken als elke regering handelt zonder rekening te houden met andere landen. We hebben nood aan een globaal actieplan, en snel ook.
Een ander pijnpunt is een wereldwijd akkoord over het vrij verkeer van mensen. Als internationaal reisverkeer maandenlang onmogelijk is, kan dat voor enorme moeilijkheden zorgen en de strijd tegen het coronavirus belemmeren. Landen moeten samenwerken zodat minstens de essentiële reizen weer toegelaten zijn voor wetenschappers, dokters, journalisten, politici en zakenlui. Dat kan door een globaal akkoord af te sluiten waarin wordt afgesproken dat het thuisland de reizigers vóór het vertrek grondig test. Als je de zekerheid hebt dat alleen zorgvuldig geteste reizigers op het vliegtuig kunnen stappen, zul je sneller geneigd zijn die in jouw land binnen te laten.
Jammer genoeg is dat allemaal nog niet aan de orde in de meeste landen. De internationale gemeenschap lijkt wel verlamd door de coronacrisis: alle volwassenen lijken het pand verlaten te hebben. Je zou verwachten dat de wereldleiders weken geleden al bijeengekomen waren om een actieplan op te stellen. Pas vorige week zijn de leiders van de G7 erin geslaagd een videoconferentie te organiseren, maar die heeft nergens toe geleid.
Tijdens vorige wereldomspannende crisissen, zoals de financiële crisis van 2008 of de ebola-epidemie van 2014, hebben de VS een leidende rol gespeeld. Maar de huidige machthebbers hebben die rol nu van zich afgeschoven. Het is meer dan duidelijk geworden dat ze veel meer begaan zijn met het aanzien van de VS dan met de toekomst van de mensheid.
De Amerikaanse regering heeft zelfs haar naaste bondgenoten in de steek gelaten. Toen ze alle reizen vanuit de Europese Unie verbood, heeft ze de EU daar niet vooraf van op de hoogte gebracht, laat staan dat ze de Unie heeft geraadpleegd over die drastische maatregel. Ze schoffeerde intussen Duitsland door een Duitse farmareus naar verluidt 1 miljard dollar te bieden op de rechten voor een nieuw Covid-19-vaccin. En als ze nu het geweer van schouder verandert en een wereldwijd actieplan voorstelt, zullen weinig landen geneigd zijn een leider te volgen die nooit de verantwoordelijkheid neemt, nooit fouten toegeeft, alle pluimen op zijn hoed steekt en de schuld op de anderen afschuift.
Als het vacuüm dat de VS hebben achtergelaten niet door andere landen wordt opgevuld, zal het niet alleen veel moeilijker zijn om de corona-epidemie een halt toe te roepen, maar zullen de internationale relaties nog jarenlang vergiftigd blijven. Nochtans is elke crisis een opportuniteit. We moeten blijven hopen dat deze epidemie de mensheid doet beseffen dat de wereldwijde verdeeldheid een acuut gevaar inhoudt.
De mensheid moet een keuze maken. Kiezen we voor de weg van de tweedracht, of gaan we het pad van de wereldwijde solidariteit op? In het eerste geval zal de crisis niet alleen langer duren, maar wellicht tot nog grotere catastrofes leiden. Als we voor globale solidariteit kiezen, zal dat niet alleen een overwinning op het coronavirus zijn, maar op alle toekomstige epidemieën en crises die de mensheid in de 21ste eeuw kunnen belagen.
© Financial Times / Yuval Noah Harari 2020