‘Gedemoniseerd voel ik me. Dit is mijn weerwoord’: Arielle Veerman over de vechtscheiding met Joost Zwagerman | De Morgen

Gepubliceerd op Auteur: koenarchief
‘Gedemoniseerd voel ik me. Dit is mijn weerwoord’: Arielle Veerman over de vechtscheiding met Joost Zwagerman | De Morgen

‘Gedemoniseerd voel ik me. Dit is mijn weerwoord’: Arielle Veerman over de vechtscheiding met Joost Zwagerman

Ze is de ex-vrouw van Joost Zwagerman en lijdt nog steeds onder de gevolgen van zijn zelfgekozen dood in 2015. In haar boek De langste adem vertelt Arielle Veerman haar verhaal. Want nu wil zij óók gezien en gehoord worden.

Het eerste wat opvalt: ze kan wel schrijven. Haar boek heeft vaart, ze roept in kale zinnen krachtige beelden op. Vlak daarna komt de vuistslag: De langste adem doet pijn. Het is het verslag van een moeilijk huwelijk, een vechtscheiding én de zelfgekozen dood van een van de exen – vanuit het perspectief van de andere ex. Een onthutsende leeservaring.

Een leven met Joost Zwagerman, zo luidt de ondertitel van het pas verschenen boek. De schrijfster is Arielle Veerman, restaurator van schilderijen van beroep; dit is haar debuut. Ze is ook de ex-vrouw van de beroemde schrijver, die in 2015 uit het leven stapte. Zijn dood had zó veel impact op haar leven, dat ze zich genoodzaakt voelde om de pen op te pakken.

“Naast hem had ik dit nooit kunnen schrijven”, vertelt Veerman tijdens haar eerste interview ooit. Als ze vroeger al in de schijnwerpers stond, dan alleen als partner van de man met wie ze twintig jaar getrouwd was en drie kinderen heeft. Maar nu wil zij óók gezien en gehoord worden.

De langste adem is háár verhaal over haarzelf én hem, over zijn depressie, over de jaren na hun huwelijk waarin ze elkaar bevochten in rechtszaken. Het laat een kant van Zwagerman zien die voor het grote publiek niet eerder zichtbaar was: zijn obsessieve, woedende kant, zijn neiging om mensen in zijn omgeving tot vijand te verklaren.

Ook over hun jeugd schrijft Veerman, want zij en Zwagerman leerden elkaar al kennen op de middelbare school. Veerman roept het beeld op van een jonge Joost met veel bravoure en geldingsdrang, die erg graag beroemd wil zijn en op een feestje met zijn eerste publicatie loopt te leuren. Eigenlijk, zegt ze, was hij altijd al heftig, uiteindelijk too much voor haar. “Mijn leven was een klein strijkje naast het voltallige orkest van Joost.”

Wat dreef u om dit verhaal te vertellen?

“De laatste vier jaar van Joosts leven heb ik ontzettend veel met hem meegemaakt, hij zat me dicht op de huid. Hij sprak heel slecht over me tegen iedereen die hij tegenkwam. Hij belaagde me met e-mails, soms wel dertig per nacht, nog tot twee weken voor zijn dood. Dat was heel ingewikkeld en moeilijk en ik ben daar heel eenzaam in geweest. Niemand wilde er iets van weten, tenminste niemand uit zijn kring – en die was breed. Er waren twee kampen ontstaan, twee gescheiden oorlogsgebieden.

“Als hij geen zelfmoord had gepleegd, maar rustig een ander leven was gaan leiden, was dit boek er niet gekomen. Maar nu zat ik met mijn verhaal, een heel groot verhaal. Dat wil ik met anderen delen.”

Dat kan ik me voorstellen, maar waarom wilt u het delen met het grote publiek?

“Omdat ik me gedemoniseerd voel. Door zijn boze woorden voelde ik me in die jaren van de scheiding achter een hek geplaatst, ik kreeg geen contact meer met de omgeving, merkte dat mensen me niet meer groetten op straat. Mensen uit de literatuur met wie ik twintig jaar lang heb opgetrokken. Dat kan ik ze niet kwalijk nemen, zo gaat het nu eenmaal, Joost had vaak vijanden en toen wij nog getrouwd waren, ging die vijandschap ook op mij over.

“De vijandigheden gingen door na zijn dood, dat was een bittere verrassing. Ik heb een stigma gekregen door het conflict dat we hadden. Ik weet niet of het alleen in mijn eigen hoofd bestaat, maar ik voel een onuitgesproken beschuldiging: dat ik medeplichtig ben aan zijn dood. Zo van: was zij het, heeft zij hem over de rand geduwd? Zijn dood heeft een enorme impact gehad op mijn positie in het leven.”

Eerst nog over uw beslissing om dit boek te publiceren. Mensen kunnen De langste adem opvatten als moddergooien over het graf heen. Joost kan niets meer terug zeggen.

“Die reactie kan ik me voorstellen, maar Joost was een man van macht en aanzien, hij vertelde ook aan iedereen over onze scheiding. Ik denk dat dit boek mijn weerwoord is, mijn wederhoor.”

In de media sprak hij niet over u.

“Nee, maar hij sprak in het publieke domein wel over zijn depressie. Daar sluit mijn verhaal bij aan, ook daarom voel ik me gerechtigd om dit verhaal over hem te vertellen. Joost had waanzinnige krachten die hij aanwendde voor fantastische dingen. Zeker als essayist vond ik hem heel erg goed, ik bewonderde de manier waarop hij over kunst schreef, zijn invalshoeken. Maar hij had ook een destructieve kant: zijn bevlogenheid werd een bezetenheid die uiteindelijk tot zijn ondergang leidde.

“Joost is natuurlijk veel meer dan mijn boek, maar hij was ook veel meer dan die geweldige schrijver die steeds weer opduikt in publicaties over hem. Die zijn toch vooral juichend van aard. Er zijn herdenkingen, er worden plaquettes onthuld, een bankje, er komt een prijs, iedereen is er heel ijverig mee bezig. Altijd maar weer die bewieroking en dat tromgeroffel. Over de doden niets dan goeds.

“Maar Joost was ook een heel méns, een persoon met vele kanten, ook ingewikkelde. Ik verwacht trouwens dat die ook in zijn biografie zullen worden belicht, ik heb goed contact met zijn biografe.”

Uw boek is niet bedoeld als afrekening?

“Nee, mijn drijfveer was: begrijpen wat er is gebeurd. Ik heb niets weggegumd en ik spaar mezelf niet. Ik heb mijn eigen achtergrond, met gescheiden ouders en mijn jeugddepressie; ook die maakt dat ons gezamenlijke verhaal zich zo heeft ontwikkeld.

“En: c’est le ton qui fait la musique. Ik denk dat ik empathisch over Joost geschreven heb. Ik heb ook ontzettend veel van Joost gehouden, we hebben drie kinderen gekregen. Maar er ging iets heel erg mis. Het hoe en waarom heb ik nauwkeurig willen beschrijven.”

Waarom noemde u het De langste adem?

“Joost gebruikte die uitdrukking in een e-mail aan een vriend. Daarin beschrijft hij zijn ‘Tien stappen om Arielle kapot te maken’. Aan het einde zegt hij: ‘Je weet, ik win altijd, want ik heb de langste adem’.

“Nou, hij heeft dus niet gewonnen. Maar ook weer wel, want zijn zelfgekozen dood heeft zo’n impact op de nabestaanden. Ja, daar hoor ik als ex óók bij, die plek eigen ik me toe, ook al lijkt het dat sommigen me als nabestaande hebben willen uitgummen, iets wat de verwerking van zijn dood heeft bemoeilijkt.

“De langste adem slaat ook op het stempel dat hij me heeft opgedrukt, vragen over de beeldvorming waarvan ik moeilijk los kan komen. Ik zal ergens ook wel getraumatiseerd zijn.”

Waar heeft u precies last van?

“Ik ben nog dagelijks achterdochtig: klopt dit wel, diegene groette me niet, wat betekent dat, ben ik nog steeds degene die Joost van mij heeft geprobeerd te maken? Dat gaat op veel niveaus door, nog steeds, ja. Ik denk dat het nooit meer overgaat. Er zullen altijd twee sporen in mijn leven zijn: het spoor van verdriet, rouw en onbeantwoorde vragen en het spoor van het gewone leven dat ik leid.”

Kunt u uitleggen welk effect zijn zelfgekozen dood heeft op u en uw gezin?

“In zijn boek Door eigen hand heeft Joost dat effect zelf beschreven: zelfmoordenaars maken van de nabestaanden moordenaars. De schuldvraag, daar heb ik veel last van. Ook omdat Joost tegen de kinderen slecht over mij gesproken heeft, helaas.

“Toen hij nog leefde, dacht ik: oké, jammer, maar ik ga er niet op in, ik probeer gewoon verder te leven en liefdevol met mijn kinderen om te gaan. Maar zijn dood heeft het loyaliteitsconflict dat ze toch al hadden verergerd, het is in één keer geëxplodeerd. Ik was iemand tegen wie Joost enorm streed, ik was medeplichtig aan zijn dood, zo voelde dat in ieder geval voor mij.”

Voelde dat ook zo voor uw kinderen?

“Dat weet ik niet. De naam Joost valt vaak bij ons thuis, maar we praten nooit over zijn dood. Denken jullie er veel aan, wat denken jullie dat er is gebeurd: die vragen stellen we niet. Joost is geen taboe, maar zijn zelfmoord wel.”

Hoe komt dat?

“Hier is niet over te praten.”

Hebben ze uw boek gelezen?

“Mijn oudste zoon en zijn vriendin wel. Zij vond het heel erg mooi en liefdevol, maar zij staat er natuurlijk verder van af. Mijn zoon had mixed feelings, hij vindt het lastig. Maar daarna had ik er wel een goed gesprek met hem over. De kinderen vinden sowieso alles wat over Joost wordt geschreven heel erg lastig, omdat die stukken gaan over de publieke figuur die hij was. Daar heb je als kind niets aan, omdat je in die figuur niets herkent.

“Ik ga mijn boek niet op de nachtkastjes van mijn kinderen leggen. Maar ik heb zoiets van: er verschijnen heel veel boeken over Joost en er komt ook een biografie, dit is óns verhaal.”

‘Ons’ verhaal? Of uw verhaal?

“Het is natuurlijk ook hun verhaal. Zij hebben de echtscheiding meegemaakt, en Joost als vader met een heftige kant, en dan zijn zelfmoord, die is natuurlijk ook heel bitter. Ik weet alleen niet of dit nu voor hen het moment is om het te lezen. Ik ga het ze niet onder de neus duwen.”

Nu ligt wel het verhaal van de vechtscheiding van hun ouders op straat, inclusief rechtszaken over de kinderalimentatie.

“Nee hoor, want dit is nog maar het topje van de ijsberg. De werkelijkheid was veel ingewikkelder, ik heb het verhaal geresumeerd. Het is vooral een verhaal over onmacht geworden. En ik herhaal: Joost was er zelf heel mededeelzaam over, ook over al die rechtszaken. Die waren allemaal mijn schuld, ik sleepte hem weer voor de rechter, ik probeerde hem uit te knijpen. Hij kon op het laatst van zijn leven niet meer met geld omgaan, dat was onderdeel van zijn ziektebeeld, denk ik. Hij dacht echt: ik ga failliet. De cijfers wezen iets anders uit, maar geld was zijn vijand geworden.

“Dat gedoe over geld moeten zij niet persoonlijk nemen, net zoals ze zijn dood niet persoonlijk moeten nemen. Het zijn heel sterke kinderen, tijd heelt veel wonden, het gaat ze wel lukken, maar dit is inderdaad wel een heftige, zware opdracht voor ze, ja.”

Wat heeft het schrijven van dit boek u opgeleverd?

“Helderheid. Echt een secce analyse. Dit was Joost, dit was ik, dit waren wij samen. Mijn boek is geen dreun die ik heb willen uitdelen, het gaat over ieders onvermogen. Het is een verhaal waarin iedereen machteloos staat, Joost ook, ik ook, zo is de mens, we zijn geen helden.”

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op zelfmoord1813.be

Arielle Veerman, De langste adem. Een leven met Joost Zwagerman, Prometheus, 256 pag., 19,99 euro

Koen