‘Bij bevallingen is de vrouw het slachtoffer van een ontwerpfout in de evolutie’ | De Morgen

Gepubliceerd op Auteur: koenarchief
‘Bij bevallingen is de vrouw het slachtoffer van een ontwerpfout in de evolutie’ | De Morgen

‘Bij bevallingen is de vrouw het slachtoffer van een ontwerpfout in de evolutie’

Reportage

Bas Veersema: ‘De vrouw is de dupe geworden van een ontwerpfout in de evolutie.’Beeld RV UMC Utrecht

‘We moeten af van het automatisme van de vaginale bevalling’, zegt kersvers hoogleraar gynaecologie Bas Veersema. ‘Het lichaam van een vrouw is eigenlijk steeds minder geschikt geworden om een kind te baren.’

Het verhaal dat gynaecoloog Bas Veersema afgelopen maandag bij zijn benoeming tot hoogleraar vertelde, was lange tijd niet aan hemzelf besteed. Hij herinnert zich de nachtdiensten waarin hij zware bevallingen moest begeleiden. Als hij dan een keizer­snede had weten af te wenden en de baby was gezond, dan vond hij dat het goed was gegaan.

De ouders waren na afloop altijd tevreden. Logisch, zegt hij, ze hielden hun kind in de armen. Maar hoe het na zo’n zware bevalling afliep met de moeder, in haar hoofd en met haar lijf? Hij wist het niet en vroeg het zich ook nooit af. “Ik was trots als ik een bevalling technisch goed had begeleid, zo was ik ook opgeleid. Maar terugkijkend vraag ik me vaak af: heb ik het altijd wel goed gedaan?”

De ontboezeming komt aan het einde van het gesprek, nadat hij in zijn werkkamer in het Universitair Medisch Centrum Utrecht beelden heeft laten zien van de enorme krachten die tijdens de baring worden uitgeoefend op de spieren en banden in de bekkenbodem. Welbeschouwd is een bevalling een enorme aanslag op het lichaam van een vrouw. Dat is wat Veersema nu, na zoveel jaren praktijk, is gaan inzien en dat heeft de kijk op zijn vakgebied én op zijn eigen handelen veranderd. “Het lichaam van een vrouw is eigenlijk steeds minder geschikt geworden om een kind te baren, daar kan ze lichamelijk en psychisch zelfs door getraumatiseerd raken.”

Dat het hier zo vaak goed gaat, komt door de medische zorg, vertelt hij. Vrouwen sterven amper nog in het kraambed. Maar ze betalen daar vaak op latere leeftijd de prijs voor, met klachten die nogal eens zijn terug te voeren op een zware bevalling. Vandaar de prikkelende gedachte die in zijn oratie weerklinkt: moet dat automatisme van een vaginale bevalling niet ter discussie worden gesteld? Moet voor aanstaande moeders met een hoog risico op latere klachten niet een keizersnede mogelijk zijn?

Hij zegt het met enige voorzichtigheid, zich bewust van de gevoeligheden die het onderwerp omkleden. Onze moeders, onze grootmoeders, allemaal hebben ze vaginaal hun kinderen gebaard, zo hoort het gewoon te gaan. Een keizersnede is alleen voor noodgevallen of als vaginaal bevallen niet verantwoord is. Van dat idee moeten we af, zegt Veersema, die zich als hoogleraar benigne gynaecologie zal bezighouden met de goedaardige aandoeningen in zijn vakgebied.

“Een vaginale bevalling is gewoon niet voor alle vrouwen geschikt. We zouden de risico’s per vrouw in kaart moeten gaan brengen, zodat de arts haar een keuze kan voorleggen. En zodat vrouwen zo kunnen bevallen dat hun kind in optimale conditie wordt geboren en ze er zelf, ook op lange termijn, minimale schade aan overhouden.”

Een gesprek aan de hand van zeven thema’s.

Bas Veersema: ‘Als een keizersnede het beste is voor de moeder, en haar kind ondervindt er geen schade van, dan moet dat de eerste optie zijn.’Beeld Eva Faché / Claudie de Cleen

1. Kleindochter

Op de deur van zijn werkkamer hangt een felicitatie: de zaterdag ervoor is zijn kleindochter Coco geboren. “Mijn schoondochter is vlot bevallen, alles is goed gegaan, dus ik betrapte me heel even op de gedachte: waar héb ik het over? Ik wil de vaginale bevalling, thuis of in het ziekenhuis, niet ter discussie stellen. De meeste vrouwen geven de voorkeur aan een vaginale bevalling en dat is vaak volstrekt verantwoord. Ze kunnen zelf, of in overleg met een verloskundige, die afweging maken. Maar ik weet ook dat een soepele bevalling niet voor iedereen is weggelegd.”

2. Het obstetrisch dilemma

“Een paar weken geleden was ik in een dierenpark waar net een jonge neushoorn was geboren. Ik vroeg aan de verzorgers hoe dat was gegaan, of ze hadden moeten assisteren. Welnee, de moederneushoorn had zich wat afgezonderd en de volgende ochtend lag het kalf in het stro. In de natuur verloopt een geboorte meestal probleemloos. Alleen de mens is bij de bevalling hulpbehoevend geworden.

“Dat komt door een soort ontwerpfout in de evolutie, een fout waarvan de vrouw de dupe is geworden. Toen de mens rechtop ging lopen, werd het bekken smaller en kreeg het een andere vorm. Daardoor heeft het geboortekanaal een kromming gekregen. De ingang en de uitgang staan loodrecht op elkaar, het kind moet tijdens de baring een draai maken. Tegelijkertijd is de hersen­inhoud van de mens toegenomen, we zijn slimmer geworden. Het hoofdje van baby’s is zo groot geworden dat de ruimte in het bekken nog maar net toereikend is om het erdoor te laten.

Voordelen van vaginale bevalling: • Sneller herstel dan na een keizer­snede. • Voor het wijdverbreide idee dat je pijn en moeite over moet hebben om een kind te krijgen, bestaat geen hard bewijs, zegt Veersema. “Het is ook lastig te onderzoeken.”

Nadelen van vaginale bevalling: • Bij 3 tot 5 procent van de vrouwen doet zich een totaal­ruptuur voor, waarbij de ruimte tussen vagina en anus doorscheurt en de kring­spier kapot­gaat. Oorzaak: de bevalling gaat te snel, het kind is te groot of er wordt verkeerd ingeknipt. Vijf jaar later heeft ruim de helft van de vrouwen na een totaal­ruptuur nog moeite met beheersing van de kring­spier. Op termijn ontstaat meer risico op incontinentie. • Op de lange termijn meer risico op bekken­bodemklachten omdat de banden en spieren in dat gebied bij een bevalling uitrekken en scheuren. • Bij 30 tot 35 procent van de bevallingen wordt de vrouw ingeknipt. Bij kunstverlossingen (waarbij tang of vacuümpomp worden gebruikt) wordt knippen vaak aangeraden. “Dan krijg je meer ruimte voor het hoofd, je bespoedigt de bevalling.” Of er bij een spontane bevalling wel moet worden ingeknipt en wat de juiste wijze is, daarover bestaat weinig wetenschappelijke onderbouwing. Veersema noemt dat “onthutsend”. Terwijl er landen zijn waar routinematig bij elke bevalling wordt ingeknipt.

Voordelen van keizersnede: • Een bevalling duurt gemiddeld twaalf uur, die urenlange pijn blijft een vrouw bespaard. • In geval van nood kan de moeder snel worden verlost. • Geen spanning op de bekkenbodem waarmee veel latere verzakkingen worden voorkomen. • Een geplande keizer­snede kan soms een traumatische ervaring voorkomen.

Nadelen van keizersnede: • Iedere operatie gaat gepaard met een klein risico op complicaties. • Het litteken vormt een zwakke plek in de baarmoeder en die kan bij een volgende bevalling door de kracht van de weeën openscheuren. Dat gebeurt niet vaak, maar vrouwen moeten na een eerdere keizer­snede altijd in het ziekenhuis bevallen zodat eventueel snel kan worden ingegrepen. • Bij 60 procent van de vrouwen ontstaat na de keizersnede een zogeheten niche: het litteken gaat aan de binnen­kant wat wijken waardoor zich een holte vormt. Een derde van die vrouwen krijgt klachten, zoals buikpijn. Een niche wordt in verband gebracht met verminderde vruchtbaarheid: het sperma zou minder makkelijk zijn weg vinden omdat de plek van de niche licht ontstoken is. Vrouwen kunnen ook pijn­klachten overhouden aan een keizersnede door vergroeiingen van de baarmoeder met de buikwand. Mogelijk dat beide problemen te maken hebben met de manier van hechten.   

“Die combinatie, van een smal bekken en een groot hoofd, heeft tot gevolg dat de baring voor de moeder grote risico’s kan opleveren. Om efficiënt te kunnen lopen is een smal bekken nodig, om goed te kunnen baren een breed bekken: dat is wat wij het obstetrisch, ofwel verloskundig, dilemma noemen.

“Bij apen is het geboortekanaal nog altijd recht en het babyhoofdje klein. Daarom hebben die dieren meestal een makkelijke bevalling.”

Eigenlijk vreemd: de evolutie is gericht op het voortbestaan van de soort, maar dit rare fenomeen heeft de vrouw behoorlijk in de problemen gebracht.

3. Zo natuurlijk mogelijk

“In Nederland doen we nu jaarlijks zo’n 25.000 keizer­snedes, het gaat om 15 procent van alle bevallingen. Dat is relatief weinig ten opzichte van andere landen. (In België ligt het percentage volgens de meest recente gegevens op 21,4 procent, red.) Er is kritiek op landen als Cyprus, waar de helft van alle baby’s door middel van een keizer­snede ter wereld komt. In China gaat het zelfs om acht op de tien baby’s.

“Een keizersnede doen we hier meestal alleen op medische indicatie, als het kind of de moeder in gevaar is, of als de bevalling niet op gang komt. Als een vrouw er zelf om vraagt, dan krijgt ze bijna altijd een afwijzing. Een keizersnede op verzoek is hier not done, gynaecologen staan daar behoorlijk gereserveerd tegenover.

(Een enquête van de Vlaamse Vereniging van Gynaecologen van enkele jaren geleden wees uit dat in Vlaanderen 17 procent van de gynaecologen toezegt wanneer een vrouw een keizersnede vraagt zonder dat daar dwingende medische redenen voor zijn. Volgens experts ligt dat cijfer ondertussen zelfs wat hoger, red.)

“Waarom gynaecologen in Nederland bijna altijd nee antwoorden op de vraag om een keizersnede? Omdat het een operatie is en daar zitten altijd risico’s aan vast, hoewel die klein zijn. Omdat het voor het kind, als dat gezond is, niet aantoonbaar beter is. En vooral: omdat het wordt gezien als onnodig medicaliseren.

“Het overheersende beeld is nu dat vaginaal bevallen het allerbeste is omdat de natuur dat nu eenmaal zo heeft bedoeld. Meer keizersnedes zouden niet tot betere uitkomsten leiden. Maar niemand bekijkt of een vrouw zo’n bevalling wel aankan, er is nauwelijks aandacht voor de fysieke gevolgen die zij op lange termijn ondervindt. Dat moet veranderen: als een keizersnede het beste is voor de moeder, en haar kind ondervindt er geen schade van, dan moet dat de eerste optie zijn.”

Veersema wijst naar de kamer naast zich en zegt: “Mijn buurman ziet veel vrouwen met een verzakking. Als ik hem vraag hoe die problemen ontstaan, dan begint hij vaak over de vaginale bevalling.”

4. De bekkenbodem

Dat klopt, zegt zijn buurman een paar dagen later aan de telefoon. Hoogleraar uro-gynaecologie Huub van der Vaart ziet veel jonge, actieve veertigers die last hebben van urine-incontinentie en vrouwen van boven de 50 met tal van klachten omdat baarmoeder of blaas niet meer op hun plek zitten. Hij somt de cijfers op: een op de zes Nederlandse vrouwen tussen de 45 en de 85 krijgt in haar leven last van een verzakking, jaarlijks worden er 13.000 vrouwen aan geopereerd. Een op de vier Nederlandse vrouwen boven de 40 heeft weleens last van urine-incontinentie.

Er zijn meer risicofactoren voor verzakkingen, zegt Van der Vaart: het lichaamsgewicht en ook genetische aanleg spelen bijvoorbeeld. Maar de geboorte van een kind én de leeftijd van de moeder zijn de belangrijkste, zo blijkt uit tal van internationale onderzoeken.

De bekkenbodemspier ligt in een V-vorm onder in de buikholte, legt hij uit, en vangt daar de druk op die in de buik ontstaat. Tijdens de bevalling kan die spier tot 250 procent worden opgerekt. “Doe dat eens met een biceps, dat er dan schade kan ontstaan, lijkt me duidelijk.” Op echo’s die na de bevalling worden gemaakt, is soms te zien dat de bekkenbodemspier aan beide kanten is ingescheurd op de plek waar de spier aan het schaam­been is bevestigd, vertelt hij. “Dat kan genezen, maar het geeft aan hoe groot de kracht is die erop wordt uitgeoefend.”

De banden waarmee baarmoeder en blaas vastzitten, blijven tijdens de baring weliswaar intact, maar bij het ouder worden eist de zwaartekracht haar tol en beginnen de banden uit te rekken. Als de bekkenbodemspier dan te weinig steun geeft, zakken de organen omlaag. Pijn, ongemak en incontinentie zijn de meest voorkomende gevolgen. “Het is een groot probleem, maar er wordt maar weinig over gepraat”, zegt Van der Vaart.

5. Trauma

“Het is schrikbarend hoeveel vrouwen een trauma oplopen van hun bevalling”, zegt Veersema. “Lange tijd hadden we daar geen aandacht voor, maar dat is veranderd door promotie­onderzoek van gynaecoloog Claire Stramrood. Voor 9 procent van alle vrouwen is de bevalling traumatisch, 1 tot 2 procent ontwikkelt symptomen van een posttraumatische stress­stoornis. Dat zijn niet allemaal vrouwen die vaginaal bevallen, het kan ook gaan om een spoedkeizersnede. Het heeft te maken met angst, met pijn, met verlies aan controle.

“Ik denk dat we het aantal trauma’s kunnen verminderen door vrouwen een vaginale bevalling soms niet aan te doen. En door vrouwen na een zware bevalling beter te begeleiden. Ik heb vaak genoeg bevallingen gedaan die pittig waren, maar daarna nam ik afscheid van zo’n echtpaar en zag ik ze nooit meer. Terwijl veel vrouwen én hun partner behoefte hebben om nog eens door te spreken wat er allemaal is gebeurd. En dan zouden wij hen vaker moeten vragen: wat heeft het met ú gedaan?”

6. Wie denkt er nog aan de bevalling terug?

“Als een vrouw twintig jaar na een zware bevalling een verzakking krijgt, wie beseft dan dat een bevalling weleens de oorzaak kan zijn? Als een vrouw een paar jaar na de geboorte van haar kind met darmproblemen bij de maag-darm-lever­arts komt, wie bedenkt dan dat het misschien wel door de totaalruptuur komt die ze ooit heeft opgelopen?

“Klachten die ontstaan door een bevalling kunnen zich pas na lange tijd voordoen. Als vrouwen zich dan ook nog in een ander ziekenhuis melden dan waar ze zijn bevallen, en hun medisch dossier dus niet bekend is, wordt het verband vaak niet gelegd. En zolang niet wordt teruggeblikt en die dwarsverbanden niet worden geregistreerd, kunnen wij niet vooruitblikken en vrouwen goed voorlichten.

“Ik zou graag willen weten welke vrouwen ik een keizersnede zou moeten adviseren, maar het ontbreekt ons nu aan voldoende wetenschappelijk bewijs om zo’n keuze, samen met vrouwen, te maken. Ik kijk met afgunst naar Zweden, waar ze een prachtige databank hebben waar alle medische informatie in wordt vastgelegd. Wie daar een slimme vraag stelt, kan zo het antwoord vinden. Maak een selectie van alle vrouwen die vaginaal bevallen en die een keizersnede krijgen, en laat zien hoeveel van hen op hun zestigste aan een verzakking worden geopereerd. Dan zie je overduidelijk het verschil.

“Hier zijn al die gegevens versnipperd vastgelegd. Er moet een centrale databank komen, zodat we kunnen achterhalen hoeveel vrouwen en welke vrouwen later met klachten terugkomen. Dat geeft ons de kans om de zwangere vrouwen van nu betere zorg te geven en risico’s voor te zijn.”

7. Kansberekening

“Mevrouw, we zien dat uw moeder ooit is geopereerd aan een verzakking. Dus we gaan uw bekken opmeten, we noteren uw leeftijd, lengte en gewicht, we meten de grootte van het hoofd van de baby en schatten het gewicht en dan rekenen we uit hoe groot het risico is dat u over twintig jaar ook een verzakking krijgt, of urine-incontinentie. En als dat risico hoog is, dan zouden we u adviseren om een keizersnede te laten doen. Wilt u dat? Of zullen we afspreken dat u vaginaal bevalt en dat we het aankijken, en alsnog een keizersnede doen als het te lang duurt?

“Zo zou het moeten gaan in de toekomst, we moeten de individuele risico’s van een vaginale bevalling kunnen afwegen ten opzichte van een keizersnede en dat met iedere vrouw bespreken. Zo’n rekenmodel bestaat al, het is ontwikkeld op basis van gegevens van negenduizend vrouwen uit Zweden, Schotland en Nieuw-Zeeland. Stop de gegevens erin en er rolt een percentage uit. Het is een model dat ik graag ook hier zou willen hebben.

“Ja, met zo’n aanpak krijgen we mogelijk meer keizersnedes. De vraag is of we daarmee uiteindelijk geen geld besparen. We zijn nu zuinig met de keizersnedes, maar hebben wel 13.000 verzakkings­operaties per jaar. Over het geld zou het eigenlijk niet mogen gaan, veel belangrijker is of we vrouwen een hoop leed op latere leeftijd kunnen besparen. Mooi meegenomen als het dan ook de zorg doelmatiger maakt.”

Elke Van den Bergh: ‘Vrouwen nemen vaak te weinig platte rust’

Elke is vroedvrouw bij groepspraktijk Zwanger in Brussel.

‘Scheurtjes klinken erg, maar zijn dat niet per se. De kleine hechten we zelfs niet’. Beeld Joris Casaer

“Wij vroedvrouwen hebben een beetje de naam absoluut tegen keizer­snedes te zijn, maar dat klopt niet. Soms is het een opluchting dat keizer­snedes bestaan, namelijk wanneer een bevalling te moeilijk loopt en er geen andere opties meer zijn.

“Maar wij zien geen reden om angst voor bevallen bij vrouwen te voeden met ongefundeerde uitspraken als zou het vrouwelijk lichaam steeds slechter aangepast zijn aan een vaginale bevalling. Daar is geen bewijs voor en in de praktijk zien wij dat de grote meerderheid van de vaginale bevallingen gewoon goed verloopt. In meer dan driekwart van de gevallen is er geen medische ingreep zoals knippen, de vacuümpomp of een noodkeizersnede nodig.

“Onze bevindingen verschillen wel van die van het Studie­centrum voor Perinatale Epidemiologie (SPE). Bij ons moet bij minder dan 2 procent van de bevallingen geknipt worden, terwijl het officiële Vlaamse cijfer op 42 procent ligt. In Wallonië is het 25 procent. Verder ligt ons percentage keizersnedes op 3 procent, terwijl het Belgische gemiddelde rond de 20 procent ligt.

“Hoe komt dat? De vrouwen die omwille van risico’s voor een keizer­snede gaan, worden natuurlijk niet opgevolgd door de vroedvrouw. Maar verder is het verschil volgens ons toe te schrijven aan de voorbereiding op de bevalling, één vertrouwenspersoon hebben en alle tijd krijgen. Niet moeten liggen met de benen in de lucht speelt ook een rol, want dat is zo ongeveer de meest benarde positie om een kind uit je lichaam te persen. Staand, hurkend, bewegend, op de zij liggend, in een bad, dat kan vaak ook. Hoewel men daar in ziekenhuizen nog raar van opkijkt, hebben vrouwen altijd zo bevallen en dan zie je dat er minder ingrepen nodig zijn.

“Scheurtjes klinken erg, maar zijn dat niet per se. De kleine hechten wij zelfs niet, die herstellen zich redelijk snel. De zorg na de bevalling is wel dikwijls te beperkt. En de vrouwen zelf nemen vaak te weinig platte rust, gaan snel weer heel actief doen, stoer sporten en dan herstel je minder goed.” (BDB)

Uwe Porters: ‘Ik kwam gehavend uit de bevalling’

Uwe is mama van twee, vroedvrouw en auteur van ‘Verlos ons’

‘Luisteren naar wat een moeder in spe nodig heeft, moet centraal staan.’Beeld Joris Casaer

“Mijn eerste vaginale bevalling was erg zwaar. Ik had voordien duidelijk gezegd dat ik geen keizer­snede wilde, tenzij in nood. Maar het liep niet goed. Mijn dochter raakte niet door het geboorte­kanaal, wellicht omdat ik ooit als kind ben gevallen. Daardoor zat mijn staartbeentje vast, terwijl het de bedoeling is dat dat kan meebewegen. Gelukkig was de foetus niet in nood. En gelukkig ken ik dit vak.

“Ik wilde geen keizer­snede, dus er is een pomp bijgehaald. Ik moest toen gaan liggen, met de benen in de beugels. Dat is iets wat ik ook niet wilde, omdat het de slechtste positie is om in te bevallen. Maar dit was nu de enige optie. Het was zo’n ouderwetse pomp in koper, de grootste. Die vier tracties waren heel zwaar. Ik kwam er gehavend uit. Mijn clitoris is gescheurd en zonder verdoving gehecht omdat die veel te bezenuwd is om daar verdoving toe de dienen. Dat was een helse pijn. Ook is mijn perineum onderaan gescheurd. Nadien is mijn clitoris compleet hersteld. Maar door die scheur had ik stug weefsel en dat deed telkens pijn bij het vrijen.

“Toen ik opnieuw zwanger werd, kwam uiteraard de vraag of ik nu dan geen keizer­snede wilde. Toch heb ik er niet voor gekozen. Sowieso betaal je bij een bevalling een zekere fysieke prijs. Voor mij wegen de nadelen van een keizersnede te zwaar. Je moet veel langer herstellen, bent niet mobiel, kunt niet direct naar huis, kunt flink wat last krijgen met littekenweefsel. Bij die tweede bevalling was wel opnieuw een pomp nodig, maar dit keer gelukkig een kleinere. Omdat ik nog altijd met dat stugge weefsel zat, is dat toen weggeknipt en genaaid. Maar die genezing liep slecht. Negen maanden later heb ik daarom een herstel­operatie ondergaan. Nu is alles weer helemaal in orde.

“Ondanks die fysieke trauma’s, ben ik toch blij dat het twee keer via vaginale weg ging. Ik was telkens erg goed omringd en dat maakt veel verschil.

“Ik begrijp de bezorgdheden over vaginaal bevallen wel, maar ons bekken is er wél op voorzien. Het zet uit en wordt week. En de schedel van het kindje is nog niet dicht en geeft mee. Ook draait het hoofdje automatisch om door het bekken heen te gaan. Ik weet dat goed en heb daarop vertrouwd. Maar iemand die alle informatie kreeg en een keizer­snede wil, moet die ook kunnen krijgen. Luisteren naar wat een moeder in spe nodig heeft, moet centraal staan.” (BDB)

Hendrik Cammu: ‘Veel vrouwen met smalle bekkens bevallen erg vlot’

Hendrik is hoogleraar en gynaecoloog verbonden aan UZ Brussel

‘Een keizer­snede ‘bestellen’ omdat je bang bent voor de pijn is echt niet logisch.’Beeld Damon De Backer

“Het klinkt goed wat gynaecoloog Veersema zegt, dat we op voorhand zouden moeten weten hoe groot het risico bij elke vrouw is op onder andere verzakkingen en incontinentie of een noodkeizersnede. Maar kán zo’n precieze voorspelling wel? Iedere gynaecoloog weet bijvoorbeeld dat er veel vrouwen met smalle bekkens zijn die erg vlot bevallen. Zo’n bekkenmeting zegt zeker niet alles.

“Een Zweeds algoritme zou zo’n precieze voorspelling kunnen maken, maar gek genoeg heb ik daar nog nooit van gehoord. Bovendien ligt het aantal keizersnedes in Zweden op hetzelfde niveau als in Nederland: zo’n 16 procent van de bevallingen. Dat betekent dat de inschattingen van gynaecologen zonder zo’n algoritme even goed zitten.

“Ik begrijp de angsten voor verzakkingen en incontinentie, voor pijn en scheuren zeker. Maar het is cruciaal dat vrouwen de juiste cijfers kennen. Vlaanderen is kampioen in epidurale verdoving, dus een keizer­snede ‘bestellen’ omdat je bang bent voor de pijn is echt niet logisch. Zeker niet als je beseft dat een keizer­snede risico geeft op infectie, long­embolie en slechte wondheling.

“Het is ook dodelijker dan de vaginale bevalling. De twee à drie gevallen van moeder­sterfte per jaar in Vlaanderen hebben meestal te maken met een keizersnede. Ook is het zo dat je dan door de pijn aan je buikwonde vaak minder goed borstvoeding kunt geven.

“De scheuren komen voor, maar helen na zes à acht weken volledig. Totaal­scheuren zijn grote uitzonderingen. Een operatie voor een verzakking van blaas, endeldarm of baarmoeder, en/of urine-incontinentie op latere leeftijd treft 10 à 19 procent van de vrouwen. Het verband met de vaginale bevalling is daar duidelijk. Maar: 81 à 90 procent krijgt hier nooit mee te maken.

“Veersema heeft wel gelijk als hij zegt dat de vaginale bevalling niet voor alle vrouwen is. Maar dat is een nietszeggende uitspraak, want er is werkelijk niemand die dat betwist. In veel verschillende situaties is er geen enkele twijfel over dat de keizersnede de beste optie is: als een kind in stuit ligt, bij een tweeling, bij een zwangere vrouw met suikerziekte, bij een zware baby, bij een tweede zwangerschap na een keizersnede of bij sommige prematuurtjes. Het is echter iets anders om aan te bevelen dat in alle gewone gevallen vaginale bevalling niet de eerste, meest logische keuze zou zijn. Veel meer vrouwen zonder reden gaan opereren betekent trouwens ook meer ziekenhuiskosten.

“Maar hoe dan ook stelt het probleem zich hier niet meteen. Van de Vlaamse vrouwen zonder indicaties voor een keizersnede vraagt maar een klein aantal, zo’n 2 à 3 procent, om er een operatie van te maken.” (BDB)

An-Sofie Van Parys: ‘De baby schrikt enorm bij een keizersnede’

An-Sofie is vroedvrouw, seksuologe en mama van twee

‘Verzakkingen en incontinentie ontstaan deels al tijdens de zwangerschap.’Beeld RV

“Ik heb zelf twee keizer­snedes gehad. Het heeft wat tijd gekost om die eerste ingreep te plaatsen, omdat ik al jaren droomde van een vaginale bevalling. De tweede keer werd ik beter begeleid, ik had een gevoel van controle over de situatie.

“Ik werk wekelijks met vrouwen die worstelen met de vraag: keizersnede of niet? Ik onderzoek het thema ook voor mijn doctoraat aan de UGent. Het doel moet zijn het risico op een (spoed)keizersnede en het risico op vaginale of bekkenbodemproblemen achteraf, absoluut tot een minimum te beperken. Na lange weeën dan plots toch die operatie moeten ondergaan, kan traumatisch zijn.

“De afmetingen van het bekken zijn niet de enige factor die kan leiden tot zo’n noodingreep. Te gehaast een bevalling doorduwen, de liggende positie die de zwaartekracht niet gebruikt en een slechte begeleiding zijn ook mogelijke oorzaken van problemen bij een bevalling en schade nadien. Al die elementen moeten we beter in kaart brengen, zodat we vrouwen advies op maat kunnen geven. Wel moeten we beseffen dat er altijd onvoorspelbare factoren zijn.

“Maar een keizersnede is niet dé oplossing. In Nederland is het aandeel keizersnedes goed voor 16 procent. Het is daar nog meer not done dan hier om een keizersnede op simpel verzoek te krijgen, ook als er geen risico’s zijn. In Vlaanderen – 20 procent keizersnedes – lijkt het verzoek om een keizersnede vlugger ingewilligd te worden. Dat zorgt voor dat hogere cijfer hier. Een eerdere, negatief ervaren vaginale bevalling of gewoon angst, daar moet rekening mee worden gehouden. Ons onderzoek uit 2011 toonde echter ook aan dat factoren als de vrees voor aansprakelijkheid, druk die wordt ervaren vanuit de patiënte en de tijdsdruk bij artsen leiden tot meer keizersnedes.

“Ondertussen garandeert een keizersnede niet dat je ongehavend uit een bevalling komt. Verzakkingen en incontinentie ontstaan deels al tijdens de zwangerschap. En we moeten ook aan de baby’s denken. Door een keizersnede wordt hij of zij niet blootgesteld aan de beschermende effecten van de vaginale flora, en er blijft ook meer water in de longen. De baby kan bovendien enorm schrikken als hij plots, zonder voorbereidende arbeid, vanuit een donkere, warme baarmoeder in een felverlichte, koude ruimte in vreemde handen terechtkomt.” (BDB)  

Anne Broekman: ‘Zo blij dat ik niet vaginaal moest bevallen’

Mama van een dochter, koos voor een keizersnede

‘ De bevalling van mijn tweelingzus had me met een enorme angst opgezadeld.’Beeld RV

“Ik ben zo blij dat ik een keizer­snede kreeg, ook al was daar geen medische reden voor. De bevalling van mijn tweelingzus had me met een enorme angst opgezadeld. Haar oudste dochter was met een vacuümpomp geboren, dat was al heftig. De tweede keer, drieënhalf jaar later, zou het wel beter gaan, dachten we. Niet dus. Ik was erbij. Toen het hoofdje tevoorschijn kwam, gebeurde er niets. Ze zat vast.

“De gynaecoloog probeerde het sleutelbeen te breken, maar ze kon er niet bij. Er kwam een kinder­arts, een reanimatie­team. Er werd gerend en geroepen. De gynaecologe zei tegen mijn zus: ‘Mevrouw, ik probeer uw kind te redden. Blijf heel stil liggen, ik ga een ingreep doen.’

“In één beweging zaagde ze met een zaagje haar schaambot door. Het kind kwam los, maar haar gezicht zag bijna zwart, haar lijfje was grijs en ze was levenloos. Ze had een gezondheidsscore van nul, maar nog een lichte hart­slag. Als bij wonder heeft ze het gehaald. Ze is gereanimeerd en begon eindelijk te krijsen.

“Nu stelt ze het goed, dankzij de koelbloedigheid van die arts. Mijn zus moest acht maanden herstellen, maar beseft hoeveel geluk ze heeft dat haar dochter leeft.

“Toen ik negen maanden later zelf zwanger bleek, sloeg de schrik me om het hart: dat ik een perfect gezond kindje nog op de valreep kon verliezen door de bevalling. Ik was doodsbang, en vroeg om een keizer­snede. Op mijn verzoek belandde ik bij de gynaecoloog van mijn zus. Ze begreep me meteen. Ze legde de risico’s uit, maar mijn keuze stond vast.

“De geboorte van Rosa was vreugdevol en zonder angsten. Ze was er in een kwartiertje, en ze was bijna meteen bij mij. Ik had natuurlijk pijn toen ik me voor het eerst uit bed wilde hijsen, maar ik herstelde opmerkelijk snel.

“Buitenstaanders reageren soms negatief op mijn keuze. Ze vinden het niet natuurlijk, of flauw. Of ze vinden dat ik het gewoon ‘had moeten proberen’. Maar het is mijn lijf. Ik kies. En ik zou willen dat alle vrouwen zouden mogen kiezen.” (BDB)

Koen