‘De ruk naar rechts is ongunstig voor de VRT’
✦ Interview Christina von Wackerbarth
Tot 2003 stond ze mee aan de leiding van de VRT. Sindsdien reist ze de wereld rond om managers te coachen. Maar Christina von Wackerbarth (65) heeft nog altijd een hart voor de openbare omroep. En een fascinerend persoonlijk verhaal.
“De VRT zit momenteel te veel in het defensief”, zegt Christina von Wackerbarth, die er van 1999 tot 2003 algemeen directeur televisie was – ze begon als de rechterhand van toenmalig CEO Bert De Graeve. “In een ideaal scenario zou je als openbare omroep wat offensiever en positiever uit de hoek moeten kunnen komen. De defensieve houding is geen goede onderhandelingspositie. Jammer, want de VRT doet een goede job. In Europa geldt onze omroep als een model van slagvaardigheid en creativiteit. De programma’s behalen een groot marktaandeel en genieten een enorme waardering bij het publiek.”
Kosmopolitischer dan Christina von Wackerbarth worden ze zelden gemaakt. Ze werd 65 jaar geleden geboren in Duitsland, waar ze tweetalig werd opgevoed, in het Frans en het Duits. Op haar zesde verhuisde het gezin naar Antwerpen, waar ze Nederlands leerde. Ze was jarenlang getrouwd met een Italiaan en beroepshalve is haar voertaal het Engels, als coach voor senior managers van de VS tot Zuid-Korea. Ze reist daarvoor van Parijs naar Abu Dhabi en Singapore, en binnenkort ook regelmatig naar Silicon Valley. Privé pendelt ze tussen haar huis in Antwerpen en dat van haar Franse verloofde in de Franse Ardennes – binnenkort verhuizen ze naar Reims.
Ik vraag haar in welke taal ze droomt, vloekt en tegen zichzelf praat. “Ik weet het niet zo goed”, lacht ze. “Hangt af van de omgeving. In Italië vloek ik in het Italiaans, in Frankrijk in het Frans en in Antwerpen in het Nederlands. En zodra ik het wat rustiger aan zal doen qua werk, ga ik Mandarijn studeren. Een goed middeltje tegen alzheimer.”
• geboren op 16 december 1954 in Braunschweig (DUI) • studeerde Romaanse talen en begon als journalist bij weekblad Panorama • klom snel op tot hoofdredacteur van o.m. Libelle en uitgeefdirecteur bij Mediaxis • was van 1999 tot 2003 directeur televisie en daarna COO bij de VRT • behaalde masterdiploma Coaching & Consulting for Change aan HEC en INSEAD Business School • coacht overal ter wereld senior executives van internationale bedrijven • voorzitter van de organisatie Close the Gap
Toen ik haar belde met de vraag of ze een interview over de VRT wilde geven, was ze aanvankelijk naar eigen zeggen “beschroomd”. Ze voelt zich niet geroepen om grote uitspraken te doen en huldigt het principe dat je nooit natrapt naar mensen met wie je hebt samengewerkt. “Laat ik zeggen dat ik met enige nederigheid spreek”, zegt ze. “Die nederigheid is ingegeven door wijsheid en levensjaren – ik ben net 65 geworden. Maar ook tijd is een factor: ik ben daar weg sinds mei 2003, bijna zeventien jaar. En ik wil niet tot de talloze anciens behoren die de Reyerslaan al dan niet glorieus hebben verlaten en elke denkbare aanleiding gretig aannemen om hun gedacht nog eens te zeggen.”
Toch ondertekende u een visietekst waarin onder meer oud-VRT-journalisten Peter Verlinden en Dirk Barrez oproepen voor een politiek onafhankelijke omroep, met een autonome nieuwsredactie die nog meer diepgang moet bieden.
Christina von Wackerbarth: “Ja, omdat ik de openbare omroep genegen ben. Het idee van een openbare omroep. Ik probeer de grote verbanden te zien; ik verlies mij niet graag in details. En dan zie je ook in andere Europese landen in welk spanningsveld de publieke omroepen zich bevinden. Wat in Vlaanderen gebeurt, is herkenbaar. Er worden elders nog straffere opera’s en koningsdrama’s opgevoerd.”
Dan hebt u het over landen zoals Polen en Hongarije, waar de overheid de publieke omroep aan banden heeft gelegd?
“Die kun je noemen. Maar ook in Italië en Frankrijk is veel gebeurd. In Frankrijk is één zender, TF1, geprivatiseerd. Het spanningsveld is overal hetzelfde. Om te beginnen hebben alle publieke omroepen een omslag moeten maken: vroeger hadden ze een monopolie, nu is er commerciële concurrentie. Daarnaast is er altijd het spanningsveld met de overheid, die aandeelhouder is. Dat is de politieke dimensie.”
Welke rol speelt die politiek?
“In het algemeen kun je zeggen dat een links georiënteerde overheid meer pro openbare omroep zal zijn, en een meer liberaal gerichte overheid meer voor de vrije markt. Een rechtsere regering, zeg maar, heeft minder sympathie voor de openbare omroep.”
Is dat wat nu bij ons aan de hand is?
“Uiteraard. Liberaal georiënteerde politici gaan anders om met de signalen die zij krijgen van de commerciële mediapatroons. De meeste politici zullen ook altijd proberen om geen enkele van de echt belangrijke media voor het hoofd te stoten. De ruk naar rechts in Vlaanderen is ongunstig voor de VRT, want die evolutie weerspiegelt zich duidelijk in de beperktere rol die de overheid de openbare omroep wil toebedelen.”
En u vindt, samen met de andere ondertekenaars van de tekst, onder wie UA-rector Herman Van Goethem en oud-journalist Walter Zinzen, dat de VRT op het vlak van informatie juist nog een tandje mag bijsteken?
“Ja, dat vind ik wel. Het zou nog meer mogen zijn, het mag nog dieper. Het nieuws hoeft niet te cosy, té gezellig te worden. Het mag wat scherper bij momenten. Meer aandacht voor factchecking lijkt mij bijvoorbeeld belangrijk, zoals de Franse publieke omroep dat doet. Steeds meer mensen halen informatie uit niet-geverifieerde bronnen en nemen dat voor waar aan. Daar kan de VRT online, maar ook op televisie, een cruciale rol spelen.”
Waaraan denkt u nog?
“Wat ik in Vlaanderen vaak mis, is een grondig debat waarin iedereen mag uitspreken. Waarin het dus niet gaat om wie het hardste roept, want daar hebben mensen de buik van vol. France 5 in Frankrijk heeft een uitstekend programma, C dans l’air, waarin experts – geen politici, dus – een thema toelichten. Ik zou wat meer experts op de VRT willen zien. Ook meer vrouwelijke experts, al kan ik mij voorstellen dat daar actief naar gezocht wordt. Vrouwen moeten wat meer guts hebben om naar voren te durven treden.”
Wat met amusement?
“Dat heb je nodig om een breed publiek te bereiken. Als je dat niet meer doet, vervalt je nieuwsfunctie, omdat je niet meer relevant bent. Als je wil dat niet alleen de elite kijkt, om het zo maar eens te formuleren, dan moet je zenders zoals Eén en MNM hebben. Daar hebben de commerciële concurrenten het meeste last van. Maar je kunt niet zonder. Zelfs nu het lineaire televisiekijken op de terugweg is, blijft dat zo. Ook online is het cruciaal dat je een populair merk blijft. En het zendschema blijft belangrijk.”
Je hebt Blokken nodig om de mensen naar Het journaal te leiden.
“Precies. Zappen is altijd een daad van onvrede. Latent weliswaar, maar toch: mensen willen gewoon voor de televisie gaan zitten en zich daar goed bij voelen. Dat is aan het veranderen, maar het is nog niet helemaal verdwenen. Nu goed, het grote debat gaat vandaag natuurlijk over het digitale luik, en dan vooral over de aanwezigheid van het eigen merk van de nieuwsdienst, VRT NWS.”
En over de zogenoemde longreads: lange reportages en analyses die online verschijnen. Dat vinden wij bij de krant niet zo prettig: onze verhalen zitten achter een betaalmuur, die op VRT NWS zijn gratis.
“De belastingbetaler heeft al betaald voor de VRT, natuurlijk. Je kunt mensen niet ook nog eens laten betalen om die stukken op de VRT-website te lezen.”
Nee, de vraag is of die stukken daar wel moeten staan. Moet de VRT als radio- en tv-omroep lange journalistieke teksten publiceren?
“Dat is een linke redenering. Ik begrijp uw argumentatie, maar vanuit maatschappelijk oogpunt kan ik daar niet achter staan. Het zou inconsequent en onwenselijk zijn mocht je de nieuwsdienst van de openbare omroep dat ontzeggen. Dan ga je naar een wel héél smalle definitie van onlinenieuws. Zeker gelet op het feit dat nieuws de kerntaak van de VRT is. Daarom heb ik nu juist die visietekst ondertekend.”
Hoe groot is de druk van de commerciële spelers op de politiek, denkt u? DPG Media van Christian Van Thillo, de groep waartoe deze krant behoort, zou een flinke vinger in de pap hebben gehad. Toen u directeur was bij de VRT hebt u eens gezegd dat u geen enkel geciviliseerd land kende waar de commerciële spelers mee de beheersovereenkomst met de publieke omroep proberen in te vullen.
“In mijn tijd werd zelfs gezegd dat de tekst van de beheersovereenkomst eerder op het bureau van Christian Van Thillo lag dan op de VRT. Wat volgens mij een indianenverhaal was – maar als het niet waar was, was het goed gevonden. De vraag is altijd hoe expliciet die druk is. Geen enkele mediapatroon gaat bij politici op tafel slaan, natuurlijk. Maar elke verstandige mediabaas verzorgt wel zijn contacten. En politici hebben op hun beurt contacten in de bedrijfswereld. Dat is de essentie van politiek.”
Hoe kijkt u naar de crisis bij de VRT en de manier waarop directeur Peter Claes op non-actief werd gezet en gedelegeerd bestuurder Paul Lembrechts vervolgens is ontslagen? Is dat ongezien?
“Het is een unieke situatie, dat zeker. Al weet ik niet precies wat er is gebeurd bij de clash tussen Lembrechts en Claes.”
Luc Van den Brande, voorzitter van de raad van bestuur, heeft Claes in elk geval in bescherming genomen tegen de rest van het directiecomité. Omdat hij Claes altijd al als CEO had gewild.
“Er zijn indicaties die daarop kunnen wijzen, maar meer weet ik daar niet van. Ik begrijp dat sommige medewerkers van de VRT actie hebben gevoerd, omdat ze stabiliteit willen. Maar hoe die stabiliteit er moet komen met de bestaande ploeg, is mij niet duidelijk. Er zijn diepe wonden geslagen. Ik benijd Leo Hellemans niet. Al is het goed dat men hem heeft gevraagd om als gedelegeerd bestuurder ad interim de rust te herstellen.”
Hij rapporteerde destijds aan u als directeur van de nieuwsdienst.
“Ik heb altijd zeer goed met hem samengewerkt. Leo is een verstandige, aimabele en rustige man. Hij kent de mensen in het huis en de politieke gevoeligheden.”
Wat is nu het beste? Tabula rasa maken in het directiecollege?
“Nee, je kunt het je niet permitteren om zo’n volledige organisatie te onthoofden. Dat zouden sommige mensen misschien wel willen, maar dat gaat niet. Het is een van de redenen waarom in veel bedrijven het directiecomité nooit in hetzelfde vliegtuig mag zitten. Omdat het bedrijf onthoofd is als het vliegtuig neerstort.”
Wat moet Hellemans dan doen?
“Ik denk dat Leo in zijn wijsheid de juiste weg wel zal vinden. Misschien zal het een traject in verschillende fasen zijn. Ik denk overigens dat de operationele problemen in de organisatie op dit moment niet zo groot zijn. Het probleem ligt eerder in de vraag welke richting het uit moet. Wat worden de kerntaken, en hoeveel geld krijgt de VRT?”
Wat zou u in uw tijd gezegd hebben mocht het Vlaamse regeerakkoord hebben gestipuleerd dat de VRT ‘de Vlaamse identiteit’ moet versterken?
“Ik zou gevraagd hebben dat men mij dan eens zeer nadrukkelijk uitlegt hoe men die Vlaamse identiteit precies ziet. Als het betekend zou hebben dat ik de bierfeesten moest uitzenden, zou ik ervoor gepast hebben. Dat er een historische component verbonden is aan die identiteit, wil ik begrijpen. Maar het is ook belangrijk dat de openbare omroep verkennende zaken doet, dingen die voor de mainstream soms wat vreemder lijken.”
DPG Media wil graag dat de VRT meestapt in het plan om een Vlaamse Netflix te creëren, en de overheid lijkt dat ook een goed idee te vinden. Wat u?
“Ik heb daar geen uitgesproken en gevormde mening over, omdat ik niet alle bijzonderheden van dat dossier ken. Maar ik zou er zeker over willen praten, mocht ik nog bij de VRT werken. Al moet er wel voor iedereen iets in zitten, natuurlijk. En wat dat dan kan zijn voor de VRT, is mij niet geheel duidelijk.”
De nieuwe CEO zal de beheersovereenkomst moeten onderhandelen.
“En dat is altijd een moeilijke taak. Enerzijds is de politiek je aandeelhouder, dus de baas. De overheid zet de lijnen uit. Anderzijds is het wel je taak als CEO om je organisatie te verdedigen. Heel belangrijk daarbij is dat je over een goed netwerk beschikt. Men zegt weleens dat het op dat niveau belangrijker is who you know dan what you know. En dat klopt. Maar eerst moet de rust worden hersteld. Want de messen worden gewet, en allerlei zaken worden nu op straat gegooid.”
We komen de laatste weken inderdaad heel wat te weten over contracten met productiehuizen, regisseurs en schermgezichten.
“En dat is niet goed.”
Is transparantie, bijvoorbeeld over wat schermgezichten verdienen, niet gezond?
“Het klinkt mooi, maar dat kun je niet maken. Dan zullen mensen niet meer voor de VRT willen werken. En bij televisie heb je trekkers nodig, want die programma’s maken het verschil. En sommige schermgezichten en regisseurs maken zulke trekkers.”
Dat de prijs van Blokken is verhoogd, is dus verdedigbaar?
“Blokken is een onverwoestbare publiekstrekker die, zoals gezegd, mensen vasthoudt tot aan Het journaal. Ik zit er zelf soms met stomme verbazing naar te kijken, maar het is een van de langstlopende spelprogramma’s. En dat is veel waard. Wij hebben Blokken in mijn periode nog op die plek in het zendschema gezet, nadat we het contract voor The Bold and the Beautiful waren kwijtgespeeld aan VTM.”
U hebt, samen met toenmalig CEO Bert De Graeve, de openbare omroep versterkt en steviger op de kaart gezet. Wat was de essentie van die kanteling?
“Sinds de aanstelling van Bert De Graeve ging de VRT op een andere manier met de aandeelhouder om. Er was veel minder politieke inmenging in de programmering. Vroeger was die er wel, vooral in verkiezingstijd. Of men wilde een of ander bevriend gezicht in de organisatie of in een van de programma’s plaatsen, dat durfde ook weleens te gebeuren. Dat was vanaf 1999 niet meer mogelijk.”
Toen De Graeve in 2002 vertrok, dachten velen dat u hem zou opvolgen.
“Bert had mij dat gevraagd, en ik had eerst geweigerd. Ik wilde toen al internationaler werken en ook om persoonlijke redenen had ik minder zin om vaak in België te zijn – mijn toenmalige echtgenoot woonde in Italië. Uiteindelijk heb ik toch ‘ja’ gezegd om het voor vier jaar te doen. Ook de raad van bestuur ging daarmee akkoord. Tot er ineens iets gebeurde en ik een selectieprocedure moest ondergaan. Waarna bleek dat iemand anders CEO moest worden.”
Dat was Tony Mary.
“Ik vond die selectieprocedure zeer vervelend, omdat die zo ondoorzichtig was. Er is iets aan het gebeuren, en men vertelt je niet wat. Zeer ergerlijk. Maar goed, na zes maanden heb ik dan beslist om de VRT te verlaten en voor een internationale loopbaan te kiezen.”
Zou u het nu nog willen doen?
“Nee, ik ben de voorbije jaren nog geregeld gebeld geworden, en ook nu zijn er mensen die mij laten voelen dat ik er misschien moet over nadenken. Maar ik doe te graag wat ik nu doe. Ik werk niet meer van zeven uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds en ik reis veel. Ik wil niet meer helemaal in zo’n organisatie duiken. Dat is voor mij een gepasseerd station.”
U bent coach bij de internationaal gereputeerde INSEAD Business School. Wat doet u precies?
“Ik heb aan INSEAD een master in Finance behaald. Dat heeft mij inzicht gegeven in de dynamiek van organisaties en individuen. Het uittekenen van een businessplan is het gemakkelijke deel. Daarna moet je ervoor zorgen dat het plan werkt en dat mensen het uitvoeren. Ik coach senior executives. Ik help hen nagaan wat voor soort leider ze zijn, hoe ze hun taak vervullen, hoe de medewerkers hen zien, waar ze hun energie vandaan halen, hoe ze hun leven inrichten. Er komt veel bij kijken.”
Welke basisfout maken veel leiders?
“Dat ze te weinig delegeren, te veel de controle willen behouden. En dat ze te weinig gebruikmaken van de intelligentie die in hun team zit. Er wordt nog te verticaal gewerkt. Er bestaat een simpel boekje over leiderschap met de titel: What Got You Here, Won’t Get You There. De eigenschappen waardoor je carrière maakt, zijn tegengesteld aan de eigenschappen die je nodig hebt om leiding te geven. Opklimmen doe je door een controlefreak te zijn. Als leidinggevende mág je dat niet meer zijn.”
Geven vrouwen anders leiding dan mannen?
“Mijn ervaring leert dat vrouwen gemiddeld gesproken misschien wat empathischer zijn. Ook de neiging naar perfectionisme lijkt mij iets meer bij vrouwen voor te komen. Vrouwen zijn misschien ook wat minder zelfverzekerd. Maar het gaat om gemiddelden, want ik heb ook al mannen gecoacht die daar last van hebben. En wat de vrouwen betreft, misschien staat er nu een nieuwe generatie klaar die minder last zal hebben van het veeleer vrouwelijke schuldgevoel dat álles perfect moet zijn.”
Perfectie bestaat niet.
“Nee, ik ben van het adagium: something’s gotta give, je kunt niet alles hebben. Dat geldt ook voor mannen. Je moet keuzes maken en prioriteiten stellen. Het idee dat je tachtig uur per week kunt werken, een prachtig lijf kunt hebben en een stel prachtige kinderen voor wie je elke avond eigenhandig een maaltijd bereidt – dat gáát niet.”
Zelf hebt u geen kinderen.
“Nee, de keuze tussen kinderen of carrière heb ik dus nooit hoeven te maken. Maar ik heb in mijn omgeving vaak gezien hoe zwaar die combinatie is, en dat is nogal wat vrouwen erg zuur opgebroken. Een vrouw die carrière wil maken, heeft een partner nodig die daar geen problemen mee heeft, die er tegen kan dat zijn vrouw vaak weg is, en die echt bereid is om de huishoudelijke taken te verdelen. Anders ontstaan er sowieso conflicten. Maar vrouwen moeten de controle, bijvoorbeeld over het huishouden, ook durven loslaten.”
Bent u een feministe?
“Nu meer dan vroeger, denk ik. Ik heb nooit last gehad van het glazen plafond, ik ben altijd omhoog geduwd. Pas bij de VRT ben ik als het ware tegen dat glazen plafond aangeknald. Maar ik was in heel veel functies de eerste vrouw. Ik heb ook zestien jaar als enige vrouw in allerlei raden van bestuur gezeten. Pas de laatste twee jaar komt daar verandering in, en kom ik ook andere vrouwen tegen in de boardrooms.”
U coacht leidinggevenden uit alle hoeken van de wereld. Hoe groot zijn de culturele verschillen?
“Groter dan velen denken. Men communiceert allemaal weliswaar in het Engels met elkaar, maar dat wil nog niet zeggen dat iedereen mekaar begrijpt. In China hebben mensen bijvoorbeeld veel meer respect voor gezag, voor hiërarchie. Ze zullen niet of veel minder vaak hun gedacht zeggen tegen iemand die hoger in rang is. Met als gevolg dat problemen in de organisatie vaak verborgen blijven. Maar ze zijn daardoor wel beter in teamwork.”
Beter dan wij?
“Zeker. Niet alleen Chinezen, ook veel andere Aziaten kijken met verbijstering naar onze navelstaarderij. Hier moet iedereen zijn visie geven, en heeft elk individu zijn rechten. Ik spreek daar geen waardeoordeel over uit, maar veel Aziaten begrijpen die houding niet. Wat mij ook opvalt, is het respect dat men in Azië heeft voor onderwijs. Als kleine Chinese of Japanse rakker moet je na vier jaar bijvoorbeeld al 3.000 ideogrammen kennen, dat is iets meer dan ons alfabet van 24 tekens. Dat leidt tot een concentratievermogen dat het onze te boven gaat.”
U bent ook voorzitter van Close the Gap. Wat doet die organisatie?
“De digitale kloof proberen te dichten. Close the Gap is gesticht door Olivier Vanden Eynde en zamelt in groten getale recente computers in. Die worden gerepareerd, van nieuwe software voorzien en voor een bescheiden som verkocht aan scholen, instellingen, ziekenhuizen en sociale projecten in probleemwijken, vooral in Afrika.”
Waarom een kleine som en niet gratis?
“Omdat mensen anders omgaan met wat gedoneerd wordt dan met iets waarvoor ze moeten betalen. Wij doen geregeld inzamelacties, niet alleen van computers, maar nu ook van smartphones en tablets. We hebben recent een hub geopend in Mombassa, waar we ook mensen opleiden om apps en programma’s te ontwikkelen. Heel belangrijk is ook dat we de dumping van e-waste proberen tegen te gaan: in sommige Afrikaanse steden wordt ons elektronisch afval door kinderen gesorteerd. Dat is een verschrikking, want die spullen zitten vol kwik en zware metalen.”
Hoe kan Afrika erbovenop komen?
“Het zal veel tijd en energie vragen. En meer handel dan hulp. Europa doet al vele jaren aan liefdadigheid, mede uit een soort schuldgevoel, maar zo werkt het niet. Je moet elkaar als gelijken behandelen en partnerships aangaan, handel drijven. Vandaag is vooral China actief in Afrika. Zij bouwen er zowat alle nieuwe infrastructuur: luchthavens, ziekenhuizen, snelwegen. Natuurlijk krijgt China op die manier ook veel grondstoffen in handen. Net zoals ze in Europa al havens in handen hebben.”
Iets anders: hoe kijkt u naar de politieke situatie op federaal niveau?
“De situatie lijkt mij een beetje verzuurd. Er spelen natuurlijk bepaalde agenda’s. Er is duidelijk een kant die niet meer wíl dat het marcheert.”
De N-VA, bedoelt u dan.
“Als er geen regering kan worden gevormd, wordt daarmee bewezen dat België niet meer werkt. Ik hoor in Wallonië nu ook voor het eerst de gedachte dat België niet kan blijven bestaan. En ik begrijp dat Frankrijk, in tegenstelling tot vroeger, eventueel wel interesse zou hebben om Wallonië erbij te nemen, als autonome regio. Het is met spijt in het hart dat ik het zeg, maar ik zie het land nog uit elkaar vallen. En wat ik ook ongaarne zie gebeuren, om het zachtjes uit te drukken, is de opmars van Vlaams Belang.”
Als uitgeefdirecteur bij Mediaxis weigerde u in de jaren 90 om advertenties van het Vlaams Blok te plaatsen.
“Precies. Dat heb ik nooit willen doen. En bij de VRT heb ik eens een daad van burgerlijke ongehoorzaamheid gesteld. Toen het Vlaams Blok via een rechter in kortgeding had afgedwongen dat ze moesten kunnen deelnemen aan een bepaald verkiezingsdebat, heb ik dat vonnis naast mij neergelegd en het debat gewoon laten doorgaan zonder Vlaams Blok.”
Waar komt die felheid vandaan?
“Dat heeft zeker met mijn origine te maken. Mijn moeder was tien in 1933, zij heeft de hele Duitse maatschappij zien veranderen, zij heeft aan den lijve ondervonden hoe die wurggreep van het nazisme op den duur alles verstikte. Ik ben daar dus erg alert voor. Mijn vader was overigens zijdelings betrokken bij de mislukte aanslag op Hitler door kolonel Claus von Stauffenberg in 1944. Ik heb er nooit het fijne van geweten, maar mijn vader zou van die aanslag op de hoogte zijn geweest.”
Bent u optimistisch over de wereld?
“Ik ben zeer nieuwsgierig, optimistisch en positief, en heb veel goesting in het leven. Maar maatschappelijk ben ik wel wat somberder gestemd dan vroeger. Zowel de ecologische situatie als de politieke situatie in heel wat landen – van Brazilië tot de Verenigde Staten – is erg zorgwekkend. Ik weet dat de geschiedenis zich nooit herhaalt, maar het ontkenningsvermogen van mensen herhaalt zich wel. En soms vrees ik dat al die negatieve omstandigheden op een gegeven moment de perfecte storm creëren.”