Siegfried Bracke (N-VA): ‘De VRT zwemt in het geld. Echt’
Siegfried Bracke (66) mag dan wel met pensioen zijn, zijn meningen hebben nog een fulltimebaan. Een gesprek over de VRT, zijn oude liefde, en over de zorgwekkende politieke stand van het land. ‘Ik wil Belg blijven.’
Het regent in Mol. Pijpenstelen. Maar van Siegfried Bracke straalt de zon af. Even is hij terug in het land, een bezoekje van een week of drie. Eind deze maand neemt hij opnieuw het vliegtuig naar Zuid-Afrika. Daar, op een boogscheut van Kaapstad, midden in wijngebied, brengt hij nu voor het eerst zijn winter door. “Een oude mens, hè!”, zegt hij, wijzend naar zichzelf, terwijl hij koffie zet. Een brede grijns volgt. “Ik was er vooraf bang voor, maar ik kan u met de hand op het hart zeggen: ik ben heel goed in gepensioneerd zijn. Maar echt, héél goed.”
In mei werd Bracke als uittredend Kamervoorzitter niet herkozen. Dat was even verrassend als pijnlijk en een maand later besloot hij om dan maar helemaal met politiek te stoppen. Wat zijn belangrijkste politieke nalatenschap is, vragen we. Heeft hij in de afgelopen tien jaar een kei kunnen verleggen? Bracke haalt de schouders op. “Dat is aan anderen om over te oordelen.”
Liever weidt hij uit over de cottage die zijn vrouw en hij momenteel in Zuid-Afrika huren, over hoe ze na enkele korte reizen in de ban zijn geraakt van het land en nu overwegen om er een pied-à-terre aan te schaffen. Het leven daar bevalt hem extreem. Het licht, de zon, de warmte. En iedere ochtend natuurlijk zijn vast ritueel: het lezen van vijf Vlaamse kranten en Le Soir. “Onlangs heb ik eens een dag geen kranten kunnen lezen. Jongens toch, dan loop ik echt lastig. Ik kijk ook elke dag naar De afspraak en Terzake, ik denk niet dat ik in Zuid-Afrika twee uitzendingen gemist heb. Dus nee, loslaten, dat ga ik nooit kunnen. Dit was mijn leven, daar kan ik niet mee stoppen.”
BIO
• geboren op 21 februari 1953 in Gent • werkte van 1981 tot 2010 voor VRT • was daar tussen 2007 en 2009 hoofdredacteur Duiding • stapte in 2010 in de politiek voor N-VA • was Kamervoorzitter van 2014-2019 • werd op 26 mei verrassend niet herkozen • nam in juni ook ontslag uit de Gentse gemeenteraad en stopte zo met politiek
Wie soms eens een blik werpt op Twitter, weet: ook het becommentariëren kan hij niet laten. Hoe moeilijk moet het hem vallen dat hij voor het eerst in decennia – eerst als journalist, de afgelopen tien jaar als mitspieler – niet met zijn neus bovenop de regeringsonderhandelingen zit? Meteen gaat de blik naar ernstig. Een antwoord komt er niet, wel meteen een eerste analyse.
“Het is jammer dat we al zo lang geen regering hebben. Maar het was uiteraard een accident waiting to happen. And now it happens. Robert Houben, de laatste voorzitter van de unitaire CVP-PSC had in de jaren 1960 al voorspeld dat de verschillen tussen Noord en Zuid op een bepaald moment zo groot gingen zijn, dat we niet meer verder zouden kunnen. Die blokkage, we zijn er.”
Nu loopt u op de zaken vooruit. Er is wel degelijk nog een regering mogelijk.
“Akkoord, de Vivaldi-coalitie (paars-groen plus CD&V, red.) is nog een optie. Al lijkt mij dat een bijzonder riskante onderneming. Het is echt niet verboden om op iets langere termijn te denken. Wat gaat dit voor gevolgen hebben over vijf jaar, denkt u?”
Zegt u het maar.
“We gaan op veel kortere termijn dan eerst gedacht tot een toestand komen waarbij we noodgedwongen zullen moeten splitsen. De Vlaming zal die Vivaldi-regering niet tolereren. Ik kan me ook bijna niet voorstellen dat je zo’n coalitie in elkaar krijgt. Dat is pure kamikaze voor de partijen aan Vlaamse kant.”
Het klinkt als een droomscenario voor wie het einde van België wil, zoals de Leuvense politicoloog Bart Maddens. Hij zegt: N-VA moet passen voor de federale regering en vanuit Vlaanderen een verrottingsstrategie volgen. Vervolgens kunnen ze dan in 2024 samen met Vlaams Belang voor de Vlaamse onafhankelijkheid gaan.
(afkeurend) “Dat zou ik verschrikkelijk vinden. Sorry, maar ik ben niet dat soort flamingant. Ik wrijf me niet in de handen bij het idee aan onbestuurbaarheid, daar gaan we echt niet beter van worden. De Vlaamse onafhankelijkheid, dat heb ik nooit gewild, daar ben ik heel duidelijk over geweest vanaf mijn overstap naar N-VA.
“Ik wil Belg blijven. Daarom pleit ik voor een regering met een Vlaamse meerderheid. En ik heb de pretentie om te zeggen dat in Vlaanderen de meeste mensen ook niet staan te springen om onafhankelijk te worden.”
Maar wil N-VA wel meeregeren?
“Er is verdeeldheid, maar die is er ook bij CD&V en Open Vld. Heel het politieke systeem zit met hetzelfde probleem. Zelfs bij de PS vragen ze zich af: moeten wij wel in de regering stappen?
“Ik wil een regering met Vlaamse meerderheid, maar tegelijk is er de realiteit: Magnette (PS-voorzitter, red.) zegt njet. Hij heeft de deur dichtgedaan, niet N-VA. Al wil N-VA natuurlijk ook niet met de PS besturen, en met recht en reden. Ik ben niet degene die de standpunten van de PS gaat afdoen als des duivels. Ze zijn zeker legitiem. Maar ze zijn onverenigbaar met die van de grote meerderheid van de Vlaamse partijen en kiezers. Er is dus geen gemeenschappelijk doel.”
De perceptie is dat de politiek niet eens probeert om er één te vinden.
“Maar neen! Die aanname is vals. Het ligt niet aan de politici. Het ligt aan het fundamentele probleem. Noord en Zuid zijn uit elkaar gegroeid. Daar moet je iets mee doen. De kiezer ziet dat ook, die is niet dom. Ik word daar eigenlijk heel boos over, de commentaren in de kranten: ‘als je wilt, dan kan het toch’. Nee, nee, en nog eens nee: dat gaat níét.
“Stel dat u tien euro verdient en ik vijf. Dan is er een model dat dat verschil aanneemt als een feit, maar beiden de mogelijkheid wil geven om vooruit te gaan. Een ander model zegt: ‘U tien en ik vijf euro? Dat wordt dan allebei 7,5.’ Waarbij de volgende stap – dat is historisch bewezen – ook vaststaat. Van 7,5 naar 6, dan naar 5, enzovoort. Dat is in wezen het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië.”
Wat stelt u dan voor?
“Een reorganisatieplan van de Belgische staat dat op relatief korte termijn kan worden uitgewerkt, waarbij natuurlijk de voorwaarde is dat we geleidelijk aan zullen evolueren naar een ander samenlevingsmodel. We gaan niet in de nacht van 11 op 12 januari het confederalisme invoeren. Maar we zouden nu wel een princiepsakkoord moeten sluiten dat we daar op zo kort mogelijke termijn werk van maken en dat de solidariteit tussen de deelstaten lang genoeg zal duren. Anders krijg je dat in Wallonië nooit verkocht. En ik versta dat heel goed.”
Wat doet u denken dat de Franstalige partijen bereid zouden zijn tot zo’n pact?
“Het alternatief is een vijandige scheiding over zoveel jaar. Of de boel nu voor jaren blokkeren. Dat laatste kunnen we ons echt niet permitteren, en het eerste zou ik echt vreselijk vinden.
“Ik heb als Kamervoorzitter uitstekende contacten gesmeed over de taalgrens. Ik ga deze week nog eten met enkele vrienden bij de PS. Ik ben ook heel veel in Wallonië geweest de afgelopen jaren. Als je daar met de mensen praat, die snappen het wel hoor. Meer zelfs: ze smeekten keer op keer dat N-VA ook in Wallonië zou opkomen.”
Als u zulke goede contacten hebt, zou de koning ú dan niet beter het veld insturen?
“Ik heb beslist om te stoppen en daar hou ik me aan. Ook al krijg ik nog wekelijks aanbiedingen om allerlei dingen te doen.”
U bent wel degelijk gepolst om een rol te spelen in de formatie?
“O nee, dat niet. Ik ben enkel nog lid van de partij, point final. Maar ik krijg talloze keren de opmerking dat men me mist in het partijbestuur, omdat ik daar blijkbaar de stem van de buitenstaander verkondigde. Ik ben wel tien jaar politicus geweest, maar in mijn hoofd ben ik altijd journalist gebleven. Dat heeft me altijd een helikopterzicht gegeven. Waarschijnlijk is het dat.”
Staan beroepspolitici soms te ver van de werkelijkheid?
“Natuurlijk, dat kan bijna niet anders.”
De kritiek is vaak dat politici te veel verdienen om te beseffen wat de impact van hun maatregelen is.
(nadrukkelijk) “Politici zijn met veel te veel, maar ze verdienen helemáál niet te veel. Toen ik voor het eerst verkozen werd, werd ik onmiddellijk ondervoorzitter van de Kamer. Daardoor had ik ietsje meer dan ik voorheen verdiende op de VRT. Dat is toch niet normaal? Ik kan u verzekeren dat mijn leven bij de VRT heel wat comfortabeler was dan in de politiek, hoor. En dan die oefeningen in zelfkwelling die worden georganiseerd…
Bedoelt u de hervorming van de uittredingsvergoedingen?
“Bijvoorbeeld.”
U hebt uw vergoeding opgenomen, goed voor 175.000 euro.
“Er waren 176 volksvertegenwoordigers die er na de verkiezingen recht op hadden. Eén heeft zijn vergoeding niet gevraagd. Ik wel. Waarom zou je daar geen gebruik van maken?
“Maar eigenlijk ben ik nooit met geld bezig geweest. Dat is ook een deel van mijn ondergang geweest.”
Zo wist u niet of u nu al dan niet betaald werd voor uw advies aan Telenet, hoewel het over 12.000 euro ging. Snapt u dat mensen dat onbegrijpelijk vinden?
(knikt) “Maar ik heb ook altijd genoeg gehad, ik moest daar niet mee bezig zijn.”
Bewijst dat niet juist het punt dat politici wel degelijk te veel verdienen om voeling te hebben met de maatschappij? We zitten hier in uw buitenhuis, u hebt nog een woning in Gent en de gemiddelde mens kan evenmin overwinteren in Zuid-Afrika.
“Ik denk dat je ervan zou kunnen schrikken wat de gemiddelde mens heeft. Kijk maar naar hoeveel geld er geparkeerd staat op de spaarboekjes.”
Het gemiddelde Belgische maandinkomen schommelt rond de 3.500 euro bruto.
“Ja, er is verschil. Maar dat is het model van daarstraks. De ene verdient 10 euro, de andere 5. Maar allebei 7,5, dat gaan we niet doen.
“U hebt het over de afstand tussen de politicus en de man in de straat. Wel, hoe langer u hier nog over doorgaat, hoe groter die nog zal worden. Maar doet u maar.”
Maar vindt u het dan gek dat de man in de straat zegt: we betalen hen zoveel en ze krijgen niet eens een regering gevormd?
(scherp) “Dat heeft niets, maar dan ook niets met elkaar te maken.
“Ik weet het: dit is een discussie die ik niet kan winnen, maar ik ken heel veel mensen die veel meer verdienen dan politici, zonder dat ze buitenissige jobs hebben of Jeff Bezos (oprichter van internetbedrijf Amazon, red.) zijn.”
Dat zegt dan misschien meer over de kringen waarin u verkeert.
“Nee hoor, dat zijn heel gewone mensen. Kijk, iedereen heeft gelijke kansen. Er zijn alleen geen gelijke uitkomsten. Je hebt veel schilders die heel hard hun best doen maar nauwelijks iets verkocht krijgen, en dan heb je Luc Tuymans die miljoenen krijgt voor een schilderij. Dit is een fair systeem en ik ben voor dat systeem.”
Intussen verkeert de VRT in crisis, sinds het voltallige directiecomité zich tegen Peter Claes, de nummer twee van diezelfde directie, keerde. Hoe kijkt u daarnaar?
“Met zeer verwonderde ogen.”
Zei hij geamuseerd.
“Neen, echt niet. Ik kan echt niet begrijpen wat leden van een directie bezielt om een gezamenlijke brief te schrijven aan de Vlaamse overheid, haar enige aandeelhouder, om het vertrouwen in een van haar collega’s op te zeggen. Hoever moet je van de werkelijkheid weg zijn om dat te doen? Tenzij je natuurlijk kiest voor een soort van collectieve zelfmoord. Dat lijkt me de enige plausibele uitleg: dat al die directieleden sowieso aansturen op ontslag. Ik neem aan: mét uittredingsvergoeding.”
Het directiecomité en de CEO moeten weg en Claes moet blijven?
“Dat laatste weet ik niet, want ik ken die mens eigenlijk niet zo goed. Maar ik hoor uit alle mogelijke hoeken dat hij de enige is met kennis van zaken wanneer het gaat over de corebusiness van het huis.”
De raad van bestuur van VRT duidde intussen een bemiddelaar aan. Noël Slangen tweette daarover dat dat een poging is van die raad van bestuur om de hete aardappel door te schuiven naar hun opvolgers. Ze moeten binnenkort namelijk vervangen worden. U reageerde met ‘it’s far more wicked’. Wat bedoelt u daarmee?
“Natuurlijk is het far more wicked. Wie is de bemiddelaar? De man die Paul Lembrechts op zijn stoel heeft gezet (Fabiaan Van Vrekhem van consultancybedrijf Accord Group Belgium die destijds de selectieprocedure voor de nieuwe VRT-CEO begeleidde, red.). Als uitgerekend die man wordt aangesteld om te bemiddelen, is dat duidelijk met een agenda gebeurd.”
U vermoedt een politieke zet?
“Ik mag niet antwoorden: ‘ja’. Maar het zou me verbazen mocht het geen politieke zet zijn. Er zijn mensen die het niet kunnen laten zich in dat soort situaties te mengen.”
Zoals?
“Namen zal u van mij niet krijgen.
“Ik heb het Mark Coenen (oud-directeur VRT Radio, red.) onlangs nog horen vertellen in Touché op Radio 1. Hij was in de running om CEO te worden, tot hem wordt meegedeeld dat het iemand moest worden van de partij van de toenmalige minister. Hij zegt dat letterlijk. Ik heb dat zelf ook gezien. Dat is het grote drama van de VRT. Eric Van Rompuy (CD&V, Vlaams minister van Media van 1995-1999, red.) verdient een standbeeld voor de depolitisering van de VRT. Maar na hem kwam de politiek petit à petit terug binnen sluipen.
“Ik ken er maar één die zich zeker nooit bemoeid heeft en dat is Geert Bourgeois. Hij was Vlaams minister-president toen Paul Lembrechts werd aangesteld. Toen de selectieprocedure liep, heeft hij op het partijbureau verschillende keren gezegd: we laten het aan de headhunter over. Terwijl de politieke beïnvloeding natuurlijk juist via die headhunters verloopt. Je betaalt die mensen veel geld om te doen wat jij vraagt. (lacht) Ik hou van Geert, het is echt een schat van een mens, verstandig en al wat je wilt, maar tot op zekere hoogte een beetje naïef.”
Hoe moet het nu verder?
“Natuurlijk is wat nu gebeurt nefast voor de VRT, maar het is tegelijk een enorme kans. De nieuwe minister van Media, Benjamin Dalle (CD&V), kan zo goed worden als Van Rompuy. Als hij nu de juiste man op de juiste plaats kan zetten, zit hij gebeiteld. Het wordt tijd dat je iemand aan de kop zet die verstand heeft van media. En niet iemand uit een koekjesfabriek of een veearts (hij doelt op Paul Lembrechts, red.) die zogezegd verstand heeft van financiën.
“Weet je wat de VRT nodig heeft? Een eigen Mike en Guido (Verdrengh en Depraetere, oprichters van VTM, red.). Ik heb die alle twee heel goed gekend. Zij hadden echt heel verschillende talenten. Guido kon tellen, Mike veel minder. Maar die kon wel een studio binnenkomen en meteen zien dat het licht totaal verkeerd hing. Dat heb je nodig. Mike en Guido.
“Je merkt toch dat het ontbreekt aan visie waar het met de VRT naartoe moet. Bij de VRT zullen ze me weer verwijten dat ik hen bash maar dat is absoluut onjuist. Er werken op de VRT – niet allemaal – maar toch een voldoende groot aantal zeer goede mensen. En die hebben recht op een beter beleid. Dat zal ons ook betere programma’s en betere content online opleveren.
Dat wordt moeilijk met die extra besparingsronde.
“Dat heeft daar niets mee te maken. Die besparingsoefening betekent echt niets voor de VRT. Er kan gigantisch veel aan efficiëntie gewonnen worden. Wie in een privé-mediaomgeving heeft gewerkt, kan niet anders dan zich bescheuren van het lachen als hij hoort dat de VRT niet meer kan besparen. Ze zwemmen in het geld. Echt.”
Toch krijgen we steeds meer herhalingen te zien.
“Omdat ze op de verkeerde dingen besparen. Als je iedereen aan boord wilt houden, kun je op den duur alleen nog in het programma-aanbod knippen. De mismatch, waarvan ze bij de VRT blijven beweren dat die niet bestaat, is er wel degelijk. Er lopen aan de Reyerslaan mensen rond voor wie ze iets moeten zoeken om ze bezig te houden. Mensen die tweeënhalve dag krijgen om iets te doen wat in anderhalf uur kan. Er kan gigantisch veel aan efficiëntie gewonnen worden.
“Het mooiste wat ik in mijn leven heb meegemaakt, is de omslag van het ministerie van radio en televisie van Cas Goossens naar het bedrijf VRT, geleid door Bert De Graeve. Maar Tony Mary heeft daarna aan de Reyerslaan opnieuw een Mexicaans leger geïnstalleerd. Al wie malcontent is, wordt chef en moet niet meer werken. Een beetje zoals in het onderwijs. Ook daar heb je gigantisch veel mensen die niet voor de klas staan maar toch betaald worden.
“Ach, we hebben een land met potentie. Alleen wordt het verschrikkelijk slecht bestuurd. Op macroniveau, maar ook op microniveau, zoals bij de VRT.”
Er zijn toch pogingen geweest om een en ander efficiënter te doen verlopen, zoals de eenmaking van de nieuwsdienst?
“Een van de dingen die voor mij de deur dichtdeden, waren de verkiezingsprogramma’s. Die waren verschrikkelijk. Je hebt het over federale en regionale verkiezingen en je vindt er niets beters op dan de formats van de gemeenteraadsverkiezingen te kopiëren. Enkel dankzij het grote talent van Phara is dat nog een beetje rechtgetrokken.
“En dan maken ze ook nog zulke gigantisch stomme fouten. Eindeloos focussen op het klimaat bijvoorbeeld, waarvan ze intussen hebben toegegeven dat dat verkeerd was. Of dat filmpje dat ze getoond hebben in een debat tussen Guy Verhofstadt en Geert Bourgeois, net op het moment dat Verhofstadt een argument maakt dat daarbij aansloot. Iedereen die televisie maakt, weet dat dat not done is. Je kunt het niet maken om tijdens een debat een bepaald argument met beeldmateriaal te ondersteunen.
“Het was een menselijke fout van de regisseur, weet ik intussen, maar geef dat dan toe. Maar als ik daarover tweet, krijg ik van Kathleen Cools als antwoord: ‘Meneer Bracke, u bent dat misschien vergeten, maar televisie wordt nu eenmaal met beeld gemaakt’. Dan denk ik: ‘It’s over’. Dan valt er niet meer te praten.”
Was u geschrokken van hoe gedetailleerd de VRT in het Vlaams regeerakkoord aan bod kwam?
“Ik was verschrikkelijk blij. Het Vlaams regeerakkoord is een heel uitgebreid document. Daar ben ik in principe nochtans een tegenstander van. Toen de vorige beheersovereenkomst onderhandeld moest worden, had ik een proeve van zo’n beheersovereenkomst gemaakt voor de eigen partij. Dat document was amper twee bladzijden lang. Maar ik kan u verzekeren: hadden ze dat uitgevoerd, dan stond de VRT er een stuk beter voor dan vandaag.”
Wat stond daarin?
“Het uitgangspunt was vertrouwen, hoe raar dat ook mag klinken. Maar ook controle was belangrijk.
“Alleen had mijn document binnen de N-VA geen schijn van kans. Toen de uiteindelijke beheersovereenkomst binnen de partij besproken werd, had men maar oog voor één ding: of er iets in stond over het gebruik van Standaardnederlands. En warempel, dat stond praktisch op de eerste bladzijde. Het idee dat de VRT ging beginnen uitzenden in het Chinees, kreeg dus geen kans (grijns). Voor de N-VA was dat dé essentie. Meer moest het voor hen niet zijn. Die overdreven belangstelling voor het Nederlands op de VRT is belachelijk.”
In het regeerakkoord staat nu wel duidelijk wat VRT allemaal moet doen.
“Dat is typisch Jambon. Hij is een zakenmens.”
Bij VRT heerst de angst dat N-VA er een staatszender van wil maken.
“Ik kan daar maar één zinnetje op antwoorden: C’est le ridicule qui tue. Hebben ze nu echt de bedoeling om hun eigen problemen te vergroten of hoe zit het? Dat insinueren is gewoon belachelijk.”
De schrik die er heerst komt ook niet uit de lucht vallen. De kritiek, vooral vanuit N-VA-hoek, was de voorbije jaren snoeihard.
“Natuurlijk. Maar het is niet de bedoeling van de N-VA om te bepalen welke programma’s er worden gemaakt en wie daarin aan bod komt. En mocht het zo zijn, dan zul je deze jongen horen foeteren.”
U zegt dat u zo goed bent in gepensioneerd zijn, waarom geeft u dan toch nog zo graag uw mening?
“Ik kan niet anders. Kent u dat boekje van Ronald Giphart, De voorzitter? Dat gaat over een man die voorzitter is van een voetbalclub. Hij heeft een visitekaartje maar onder zijn naam staat niet ‘voorzitter’, maar wel ‘voor al uw bemoeienissen’. Dat is iets wat ook bij mij zou kunnen staan. (lacht) Ik ben een moeial. Ik kan niet woordeloos toekijken. Maar ik ken mijn plaats wel.”
Is die niet eerder in de raad van bestuur van VRT?
“Neen, neen. Laat mij maar af en toe een stukje schrijven.”
Bent u al gepolst?
“Ik heb daar twintig telefoons van journalisten over gekregen.”
Maar geen enkel van de N-VA?
“Ik heb meteen laten weten dat ik geen vragende partij was.”
Aan de zijlijn blijven roepen is ook de makkelijkste keuze. Dan moet u geen verantwoordelijkheid opnemen.
“Ik ga antwoorden met Sun Tzu, auteur van De kunst van het oorlogvoeren: ‘Je kunt de oorlog het makkelijkst winnen door niet te vechten.’”
Toch is wat u op Twitter gooit over de VRT niet bepaald vredestichtend.
“Vindt u?”
Vreest u dat u zich te veel zou opwinden, mocht u in de raad van bestuur zetelen?
“Ik kan heel goed doen alsof ik me gigantisch opwind, ook als er eigenlijk amper iets aan de hand is. Toen ik baas was op de VRT, deed ik dat ook: af en toe eens doen alsof ik heel kwaad was. Ik word één keer om de zeven jaar kwaad. En dan eigenlijk enkel om privézaken. Het gebeurt uiterst zelden, maar wanneer het zover is, hoed u dan. Dan zeg ik niets meer, maar ben ik wel levensgevaarlijk.”
De dag dat u niet meer tweet, zoeken we best dekking?
“Ja. Al kan het natuurlijk ook zijn dat ik dood ben.”