Bosbranden in Australië zullen ook ons doen zweten: “De oven van de wereld”
De bosbranden in Australië hebben ondertussen al een gebied van meer dan twee keer de oppervlakte van België in de as gelegd. Niet alleen de omvang, maar ook de duur van de branden is verontrustend: elk jaar is er wel een periode waarin er branden zijn, maar dit jaar is die veel vroeger begonnen dan anders.
Dit weekend zorgde een aantal plensbuien en een daling van de temperatuur voor een adempauze voor de hulpdiensten. Maar het gevaar is nog niet geweken. “Het kan nog meer dan een maand duren vooraleer het droge seizoen voorbij is”, zegt Hans Verbeeck, professor bos- en vegetatie-ecologie aan de UGent. Een satelliet van de NASA heeft ook vastgesteld dat er dit jaar zo’n drie à vier keer meer branden zijn dan normaal.
Waarom is dat ons probleem?
De uitstoot van broeikasgassen zoals CO₂ zorgt voor de opwarming van het klimaat. “Bossen kan je zien als CO₂-containers: ze nemen wereldwijd CO₂ op uit de lucht en slaan die op. Als de bossen vergaan in branden, kunnen ze geen CO₂ meer opslaan én komt de opgeslagen CO₂ vrij in de atmosfeer. Dat dubbele effect is wereldwijd voelbaar”, legt professor Verbeeck uit. “In 2011, een erg nat jaar, konden we het omgekeerde merken. Toen groeiden de bossen meer aan dan normaal, en dat was toen ook voelbaar in de concentratie van CO₂ wereldwijd.”
De stijging van CO₂ in de lucht zal dit jaar dus sneller gaan dan normaal, dat is het globale effect van de bosbranden. Bomen zorgen echter ook voor afkoeling, omdat ze water verdampen. Als de bossen afbranden, dan is er dus minder afkoeling, waardoor de opwarming van de aarde sneller gaat.
“Dit zal vooral voor een lokale opwarming van het klimaat zorgen”, zegt professor Verbeeck. “De waterverdamping is een uitlaatklep voor opwarming.” Maar, omdat dit lokale klimaat zodanig ontwricht raakt, kan het zichzelf niet meer herstellen. Het bos verandert zo in grasland.
Wat is CO2 nu ook weer? Bekijk hieronder de explainer-video en lees daarna verder:
Omslagpunt
Die lokale verandering van het klimaat heeft dan ook een globaal versterkend effect. Eenvoudigweg: als de bossen zichzelf niet meer kunnen herstellen, is er minder CO₂-opslag, waardoor er ook globaal meer opwarming is van het klimaat. Daardoor zijn er dan weer minder bomen, meer opwarming, enzovoort, de start van een vicieuze cirkel. Daarom noemen we zo’n lokale klimaatverandering een tipping point, of omslagpunt.
Kan dit ook op andere plaatsen dan Australië gebeuren? “Wat we nu zien, ligt eigenlijk binnen de lijn van de verwachtingen. Dit soort scenario’s worden door computersimulaties eigenlijk al twintig jaar voorspeld”, zegt professor Verbeeck. “De frequentie, intensiteit en oppervlakte van bosbranden zal toenemen.”
“Dat is geen rooskleurig vooruitzicht. Ik hoop dat dit soort fenomenen die de wetenschappelijke modellen bevestigen een trigger kan zijn voor beleidsmakers om stappen te ondernemen. Zo kunnen de branden toch nog iets positiefs teweegbrengen”, besluit Verbeeck.
Beluister hier het volledige gesprek met professor Hans Verbeeck in “Nieuwe feiten” op Radio 1.