Worstelen met slapeloosheid: ‘Iedereen kan leren slapen, maar je moet wel een inspanning doen’ – Humo: The Wild Site

Gepubliceerd op Auteur: koenarchief

Worstelen met slapeloosheid: ‘Iedereen kan leren slapen, maar je moet wel een inspanning doen’

Lees ook deel 1: ‘Ik haat mijn bed. Vreselijk dat ik er straks weer in moet kruipen’

‘Ik ben eens in het midden van een gesprek in slaap gevallen. Ik ging net mijn punt maken, maar heb het einde van de zin niet gehaald’

John Crombez: ‘Powernaps op de trein’

Het is niet vanzelfsprekend dat een toppoliticus zich van zijn kwetsbare kant laat zien, maar SP.A-voorzitter John Crombez (46) ziet er geen graten in om een boom op te zetten over zijn slaaplijden. Hij laat een glas rode wijn aanrukken en jaagt de vlam in zijn sigaret: ‘Niet iedereen is blij dat ik hierover praat. Ik vind dat raar: waar zijn ze bang voor?’

JOHN CROMBEZ «Ik slaap al zestien jaar slecht. Of ik me het kantelpunt herinner? Jazeker: 1 juli 2003, de dag waarop ik in de politiek ben gegaan (lacht).

»Volgens mijn moeder deed ik als baby niet veel meer dan slapen en eten. Ik sliep ook heel vast. Mijn vader vertelt vaak over die keer dat hij ’s avonds na het werk thuiskwam en vroeg: ‘En waar is de kleine?’ ‘Oei,’ zei mijn moeder, en ze liep de trap op. Ze had me voor een middagdutje in mijn wieg gelegd en was me glad vergeten. Als puber sliep ik na een stevige nachtelijke uitspatting een gat in de dag. En ook later, toen ik aan de universiteit werkte, sliep ik zonder probleem acht uur per nacht. Maar dan belandde ik op het kabinet van Johan Vande Lanotte

‘Ik houd van de nacht. Vroeger was ik goth, ik heb altijd van dat donkere, unheimliche sfeertje gehouden’

HUMO Het is de schuld van Vande Lanotte!

CROMBEZ «Alles is zijn schuld, want Johan is een sos. Eén die trouwens maar een paar uur per nacht slaapt. Niet omdat hij aan slapeloosheid lijdt, Johan is een kortslaper. (Snel) En een ADHD’er.

»Ik moest op het kabinet de beursgang van Belgacom begeleiden, een helse klus. Ik werkte me krom van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Mijn tot dan perfect gezonde slaapritme is toen aan gruzelementen geslagen. Anderhalf jaar later werd ik kabinetschef en kwam er nog eens een pak stress bovenop, ik denk dat ik op den duur nog drie, vier uur sliep: de doodsteek voor mijn slaapkamergeluk. Dat is gaandeweg uitgemond in een knoert van een slaapstoornis. Als ik vrijdagavond laat, wanneer de adrenaline was uitgewerkt, in de zetel plofte, viel ik als een blok in slaap. Om twintig minuten later wakker te schieten: de rest van de nacht kon ik op mijn buik schrijven. Eén keer ben ik zelfs in het midden van een gesprek met vrienden in slaap gevallen. Ik was zelf aan het woord, ging eindelijk nog eens een punt maken, maar ik heb het einde van de zin niet gehaald (lacht).

»Sindsdien is het alleen maar bergaf gegaan. Als ik in het normale werkritme zit, slaap ik bitter weinig, tijdens de kalmere periodes slaap ik beter. Tijdens de vakanties, wanneer ik met mijn dochter en haar vriendinnen in de zee ga ravotten, heb ik minder problemen. Het heeft met stress te maken.

»Sinds ik meedeed aan ‘Perfect’, het programma van Karen Damen over gezond leven, draag ik een sporthorloge. Je telt er je stappen mee, het aantal gelopen kilometers, maar het monitort ook je slaap. Het maakt zelfs een onderscheid tussen verschillende slaapfasen, zoals de diepe slaap en de remslaap. Ik heb intussen twee jaar aan statistieken verzameld: (fluit) confronterend. Al maken de dokters zich meer zorgen dan ik. Ik redeneer: zolang ik me niet laat onderzoeken, is er geen officiële diagnose en is er officieel geen probleem (lacht). Ik ondervind er zelf gewoon weinig last van, het weegt niet op mijn functioneren: als de dag begint, neemt de adrenaline over. Mensen zeggen mij vaak: ‘Amai, ge ziet er moe uit.’ Maar ik vóél mij niet moe: ik heb gewoon een vermoeid uiterlijk. Andersom zijn er volgens mij veel slechte slapers aan wie je het niet ziet. Vermoeidheid heeft volgens mij ook met je mindset te maken. En met koffie (lacht). Ik drink sloten koffie, te veel om de tel bij te houden. Ik heb mijn consumptie een tijdlang afgebouwd, maar veel verschil maakte dat niet: ik denk dat ik intussen resistent ben tegen cafeïne.»

HUMO Hoe hebt u vannacht geslapen?

CROMBEZ «Kort. Ik was tot halftien in Brussel voor ‘De afspraak’, ik heb tijdens de rit naar huis de ene telefoon na de andere gedaan. Thuis heb ik nog twee uur in de zetel gezeten en dan ben ik in bed gekropen. Ik heb het nog één uur weten worden en om twintig voor zes ben ik opgestaan: een kleine vijf uur, dat is een stevige nacht voor mijn doen.»

HUMO Ongezond weinig, zegt de wetenschap.

CROMBEZ (wuift) «Dat zeggen ze, ja, maar ik slaap nu al zo lang slecht: ik heb er geen last van. Ik denk dat ik in mijn jeugd een voorsprong heb genomen waar ik nu nog altijd op teer.»

HUMO Ik betwijfel of u met die redenering de wetenschappelijke toets doorstaat.

CROMBEZ (mijmerend) «Ik houd van de nacht, het heeft wel iets om te leven wanneer de rest van de wereld onder zeil is gegaan. Ik was vroeger goth, ik heb altijd van dat donkere, unheimliche sfeertje gehouden. En je wint tijd, want ik blijf nooit liggen als ik de slaap niet kan vatten. Ik sta op en doe iets nuttigs of plezierigs. Dat heb ik altijd spontaan gedaan en dat is mijn redding geweest. Ik doe het meeste van mijn werk voor de universiteit bij nacht en ontij, ik heb ettelijke series gebingewatcht. Soms begon ik als een gek mails te sturen, maar daar ben ik mee gestopt nadat mensen kloegen: ‘Gaat het een beetje?’ (lacht) Je legt wel druk op die manier. Vroeger las ik mezelf in slaap, maar dat werkt niet meer voor mij. Dat is wellicht het enige wat is weggevallen sinds 2003: ik las een paar boeken per week, dat kan ik nu niet meer opbrengen.

»Ik mag alles bij elkaar niet klagen over mijn slaapproblemen. Het geeft me zelfs een voorsprong bij nachtelijke onderhandelingen. Ik blijf helder en alert wanneer anderen indommelen. Het is een kwestie van het juiste moment af te wachten en toe te slaan (lacht). Ik kan me een aantal beslissingen herinneren waarvan ik achteraf dacht: hier hebben we boven onze categorie gebokst.»

‘Ik klaag niet over mijn slaapprobleem, het geeft me een voordeel bij nachtelijke onderhandelingen: ik wacht tot de anderen indommelen en sla toe’

HUMO Komaan: op tafel ermee.

CROMBEZ «Neenee, het is te gênant voor de tegenpartij (lacht luid).»

HUMO Ik heb me ooit laten vertellen dat Patrick Dewael rechtopstaand kan slapen. Handig.

CROMBEZ «Ik heb het hem nog nooit zien doen, maar het verbaast me geen seconde (lacht). Korte dutjes zijn goud waard, heel verkwikkend. Ik neem vaak de trein – uit veiligheidsoverwegingen, want ik merkte dat mijn ogen dichtvielen tijdens avondlijke autoritten – en de cadans maakt me slaperig: ik doe dan vaak een korte powernap. Dat moet een geweldig gek zicht zijn, maar so be it: het doet deugd. Dat gebeurt trouwens vaker in de namiddag, wanneer ik al liters koffie opheb. Ik zeg het nog: ik ben immuun voor cafeïne.»

HUMO Hebt u ooit naar slaap- of peppillen gegrepen?

CROMBEZ «Nee, omdat ik niet wakker lig van het wakker liggen (lachje). Ik heb nog nooit iets goeds gehoord over slaappillen en heb een hekel aan medicatie in het algemeen. Ik was als kind allergisch en astmatisch, daardoor heb ik al bergen pillen geslikt. Op een gegeven moment heb ik beslist dat het genoeg was geweest. Het enige wat ik neem, zijn vitamines, maar dan ook alleen tijdens de zware periodes.

»Wat ook helpt, is lopen. Je zou het niet zeggen, maar ik ben wel degelijk blijven hardlopen na ‘Perfect.’»

HUMO Ook dat raden slaapspecialisten af: avondlijk sporten verstoort de slaap. U bent een ontkenning van de wetenschappelijke consensus.

CROMBEZ «Klopt, op veel vlakken (lacht). Ik weet dat het niet goed is, en ik duik ook niet meteen erna in bed, maar ik vind het een erg prettige manier om van de zee te genieten. Ik ben er trouwens van overtuigd dat de buitenlucht een weldadig effect heeft. Niet hier in Brussel, maar in Oostende, waar ik woon (snuift)… Als ik als kind een dag bij de boer had gewerkt, sliep ik als een os. Op woensdagen, na de voetbaltraining, nóg beter.»

HUMO Is slaap, en meer bepaald het tekort eraan, een geliefkoosd gespreksonderwerp onder collega-politici?

CROMBEZ «Het komt af en toe ter sprake, ja. Sommige collega’s zeggen dat ze op den duur net als ik met minder slaap toekomen. Andere moeten na een nachtelijke onderhandeling slaapschuld inhalen. (Snel) Wat overigens dik oké is.»

HUMO Ik wilde het net zeggen: het machismo tiert nog altijd welig in de Wetstraat.

CROMBEZ «Dat is verschrikkelijk, maar het omgekeerde is ook waar: als ik zeg dat ik toekom met weinig slaap, word ik al snel voor macho versleten. Terwijl het is wat het is.»

HUMO Denkt u dat politici risicopatiënten zijn?

CROMBEZ «Ik denk van wel, omdat we allemaal tot een kot in de nacht werken en de tijd niet nemen om een zachte landing te maken. Die abrupte overgang naar de nacht is natuurlijk dodelijk.»

HUMO Verkiezingen brengen vanzelfsprekend veel stress met zich mee: het zijn onverbiddelijke publieke examens.

CROMBEZ «Ik heb de nacht voor 26 mei nochtans goed geslapen. Maar het is zoals bij de examens vroeger: als het blokken erop zat, was het out of my hands. Als de campagne voorbij is, kan ik er niets meer aan veranderen. Ik word pas nerveus wanneer de mensen beginnen te stemmen.»

HUMO Het verkiezingsresultaat van uw partij was niet om over naar huis te schrijven: ik neem aan dat u die nacht niet als een roos hebt geslapen.

CROMBEZ «Door alle interviews en debatten had ik niet veel tijd om te slapen, maar laat ons het erop houden dat het verloop van de dag niet heeft bijgedragen aan een vlekkeloze nachtrust (lacht).»

Mark Coenen: ‘Kameraad prostaat’

Afgaande op de schier eindeloze activiteitenlijst van Mark Coenen (61) – columnist, opleidingshoofd, communicatieadviseur en schrijver van boeken over Italië – doet vermoeden dat de man aan het eind van de dag kapseist, om dan na acht uur comateuze slaap fris als een hoentje te ontwaken. Maar schijn en zijn is twee: Coenen is al jaren danig op de sukkel.

MARK COENEN «Ik heb geen speciale slaaprituelen, maar ben wel katholiek in de leer: tussen tien en elf neemt den ouwe afscheid van iedereen, hij gaat naar boven en leest dan nog een halfuur in bed. Dan slikt hij twee pilletjes melatonine, een slaaphormoon, en slaapt hij in als een baby. Die pilletjes zijn meer psychologie dan iets anders, maar als ik ze niet heb gepakt, begint het toch te jeuken.

»Inslapen is nooit een probleem: ik kan tot een halfuur voor bedtijd ingespannen werken aan mijn stukken voor de krant of Humo en mezelf nadien op eenvoudig verzoek uitschakelen. Dat mag een klein wonder heten: zelfs tijdens de woeligste professionele en persoonlijke episodes in mijn leven heb ik niet wakker gelegen. Na mijn scheiding – een heel stressvolle, onnatuurlijke periode – sliep ik op een klein matrasje in een appartement in Boechout, maar op de één of andere manier konden mijn lichaam en geest die stress bolwerken.

»De miserie is begonnen toen ik met kameraad prostaat ben beginnen te sukkelen. Ik weet niet hoe dat bij u zit, maar mannen die ouder worden, hebben de neiging om ’s nachts op te staan om te gaan plassen. Ik had het op den duur vijf keer per nacht vlaggen en ben naar de dokter gestapt: ‘Ik heb een pilletje nodig, dokter.’ Waarop hij: ‘Neenee, we gaan u onderzoeken. Buig u maar voorover.’

»In die periode is mijn slaappatroon helemaal ontregeld geraakt – ik denk dat ik zelfs niet meer aan mijn remslaap toekwam – en dat is nooit meer hersteld. Een prostaat heb ik intussen niet meer, maar ik word nog altijd één keer per nacht wakker. (Haalt een papiertje boven) Vannacht was het twaalf over drie. Twee, drie uur: dat is het gebruikelijke moment van de paniek. Ik durf al bijna niet meer op de wekker te kijken, ik weet dat het sowieso te vroeg is. En dan is het het hele eiereneten: slaap ik opnieuw in? Vannacht is dat gelukt: ik ben opnieuw in slaap gesukkeld en heb nog een dik uur geslapen. Voor hetzelfde geld was het niet gelukt en was de hele dag naar de kloten geweest.

»Ik heb ook het gevoel dat ik meer cortisol (een stresshormoon, red.) aanmaak dan de gewone mensen. Het is alsof ik mijn bijnieren hoor aanslaan: ‘Tsjak!’ Ik kan dan nog zo hard hopen als ik wil, mijn machine zegt: ‘Fuck you, Coenen!’ Ik heb snel geleerd om geen moeite te doen: als ik voel dat ik niet meer kan slapen, sta ik zo snel mogelijk op. Ik denk dat ik zo gemiddeld vijf à zes uur per nacht slaap.»

‘Eigenlijk zouden ze overal op het werk comfortabele fauteuils moeten installeren in prettige ruimtes – daar kun je dan eventueel ook van bil gaan’

HUMO Is dat genoeg?

COENEN «Redelijk wat CEO’s hebben mijn wegen gekruist, en de meesten kwamen ruim toe met vijf uur. Ik niet. Tony Mary stond op om vier uur. Hij ging lopen, nam een douche en vertrok dan naar kantoor. Hij had daar wel een chaise longue gezet, waarin hij overdag dutjes deed. Bij de lunch dronk Tony drie glazen wijn, ’s avonds nog eens twee. Ik zou na een week in de kliniek liggen, hij bleef gaan.

»Ik zou het zelf niet willen, maar als je toekomt met drie uur slaap per nacht, kun je makkelijk zestien uur per dag werken. En als die mannen elke nacht twee uur minder slapen dan ik, winnen ze per week een werkdag. Tim Cook van Apple is ook zo’n type dat om vier uur ’s nachts mails rondstuurt.»

HUMO Mary deed dat ook: kan tellen qua passieve agressie.

COENEN «Passief? Zeg maar: full-blown agressief. Als ik weer eens wakker ben op een onchristelijk uur, zet ik ook soms wat gedachten op mail, maar ik schrijf dan ook expliciet dat ik niet onmiddellijk antwoord verwacht.

»Halfvijf is voor mij te vroeg, maar halfzes is oké. Ik heb veel tijd nodig voor mezelf, die ochtendlijke uren zijn het paradijs. Ik zet me achter mijn computer, tot een uur of zeven: dan draai ik de kraan van het bad open en smeer ik de boterhammen van de kinderen. Dat is het moment waarop ik de rest tegenkom in de gang: zij met zulke ketten van ogen, terwijl ik dan al twee keer de wereld heb verbeterd. Als ik daar dan enthousiast verslag van uitbreng, worden ze zot: ‘Vader, drink minder koffie!’

»Die ochtendlijke uren zijn mijn beste uren, terwijl ik vroeger uitblonk in nachtbrakerij. Toen ik op de universiteit zat, woonde ik in een gemeenschapshuis waar iedereen aan de drank zat: ik ging slapen bij het krieken van de dag en lag in mijn bed tot de zon weer was ondergegaan. Nu moet ik dat niet proberen, of ik heb twee weken recuperatie aan mijn been.»

HUMO ‘Paniek,’ zei je aan het begin van het gesprek: zijn die doorwaakte nachten de hel in huis?

COENEN «Paniek is wat sterk uitgedrukt, het is een vorm van stress: ‘Als ik nu niet slaap, hang ik straks paraplu.’ Maar op die manier jaag je jezelf natuurlijk op. We zijn immers niet gemaakt om ’s nachts te leven: alles voelt anders, je dénkt ook anders en zeker als je iets gesmoord hebt, dreigt de paranoia. Dat heb ik geprobeerd, ja, maar dat was het niet voor mij: het scherpt mijn zintuigen aan. Dat je bij het minste gerucht opschrikt, is verre van ideaal.»

HUMO Je zei daarnet dat je melatonine slikt: heb je je al eens aan steviger spul gewaagd?

COENEN «Nee, ik blijf ver weg van slaappillen.»

HUMO Lize Spit vertelde vorige week dat ze soms een half pilletje slikt, maar dat ze zich daar onmiddellijk schuldig over voelt.

COENEN «Ik ben niet principieel tegen pillen: ik vind dat mensen moeten kunnen slapen. De impact van slaaptekort is enorm, het weegt op je humeur, je fysiek en uiteindelijk op je sterfdatum. Je moet daar zorg voor dragen. Mijn bezwaar is eerder technisch: ik kan moeilijk om drie uur ’s nachts iets pakken, want dan word ik wakker met een dikke kop en ben ik de hele dag teut. En dan heb ik geen drie maar zeven koffies nodig om op gang te komen. Koffie is mijn drug, ik kan mijn hoofd ermee kickstarten. Ik ben trouwens pas koffie beginnen te drinken toen ik 40 was, omdat ik het fysiek niet meer rondkreeg: jonge kinderen, hard werken, bazaar…

»Sinds ik slecht slaap, deel ik mijn dagen op in twee delen. Het eerste deel loopt van ’s morgens vroeg tot drie uur ’s middags, wanneer ik wegzink in een halve coma. Dan moet ik opnieuw kickstarten, als ik het einde van de dag wil halen. Daarom drink ik ook minder dan vroeger, zeker overdag. Toen ik nog directeur was van de VRT, moest iedereen van alles hebben van mij, en werd ik elke dag uitgenodigd voor de lunch. Daar werden dan ook de betere wijnen geschonken. Na de lunch was ik klokkenpis en kon ik mijn hoofd evengoed op mijn toetsenbord leggen. Nu werk ik vaak thuis en kan ik mij twintig minuten neerleggen: ik slaap dan als een steen, dat is mijn groot geluk. Eigenlijk zouden ze overal op het werk comfortabele fauteuils moeten installeren in prettige ruimtes – daar kun je dan eventueel ook van bil gaan.»

HUMO Word je mismoedig wanneer je te weinig geslapen hebt?

COENEN «Ik ben van nature een melancholisch mens, maar daar heb ik meer last van als ik veel heb gedronken. Als ik te weinig slaap, word ik hoogstens wat somber. Dat bevecht ik dan met koffie, vettigheid en zoetigheid – waarna je overvallen wordt door een sugar blues en binnen de kortste keren te vet staat. Dan word je ook depressief. Het is verschrikkelijk, maar ik probeer het van mij af te zetten. Dat heb ik de laatste jaren wel geleerd. Eigenlijk is het niet goed om erover te praten. Wedden dat ik vanavond wakker lig? Dan bel ik u. Om halfvier: ‘Dikke merci, Humo!’»

Annelies Smolders: ‘Slaap moet je máken’

Het laatste woord is aan Annelies Smolders, een psychotherapeute en slaapexpert die zelf ettelijke nuits blanches doorstond, tot ze zich verdiepte in het thema slaap, de regels van de kunst op zichzelf toepaste en die later in een boek en een trainingsprogramma goot: ‘Start to sleep.’

ANNELIES SMOLDERS «Ik was lange tijd geen denderende slaper, ik zeg altijd dat ik een flitshoofd heb: mijn hersenen bruisen continu. Als kind stond ik vaak in het holst van de nacht naast het bed van mijn ouders, heel vaak hebben ze mij verwenst (lacht). En ik ben ook een extreem ochtendlijk type, tot ieders afgrijzen maakte ik de rest van het huis wakker voor dag en dauw: ‘En wat doen we vandaag?’ Dat ik een ochtendtype was, viel vooral op aan de universiteit. Mijn kotgenoten waren avondmensen: na een nacht stappen, sliepen zij uit tot voorbij de middag, maar werd ik elke keer vroeg wakker. Dat bleef niet zonder gevolg: ik heb toen een serieus slaaptekort opgebouwd.

»Het gekke is: ik studeerde psychologie, maar tijdens de colleges of in de cursussen ging het nooit over slaap. Het is me ook pas later – toen ik mijn praktijk had opgestart – opgevallen hoeveel mensen met slaapproblemen kampen. Als ik patiënten behandelde voor een burn-out of depressie, viel het me op dat ik dweilde met de kraan open zolang ze slecht sliepen.

»Ik ben me gaan verdiepen in het thema en ben terechtgekomen bij het pionierswerk van Charles Morin, een Canadees die de cognitieve gedragstherapie is gaan toepassen op insomnia. Ik ben zijn inzichten gaan gebruiken bij mijzelf en bij mijn patiënten.

»Alles begint met begrip: hoe werkt slaap? Maar vooral: hoe werkt het niet? Vroeger, toen ik me nog door de dag moest slepen, had ik de gewoonte om steeds vroeger in bed te kruipen. Ik bouwde mijn dagen ook niet af: ik bleef erg actief tot ik ging slapen. Twee keer fout. Ik heb me in eerste instantie op slaapdeprivatie gezet: dat betekent dat je een tijdlang zo lang mogelijk wakker blijft. Zo leer je om weer slaperig te worden, zodat je hersenen het signaal herkennen: het is tijd om te gaan slapen. Slaap kun je namelijk niet afdwingen, het ligt niet te wachten in bed. Je bent zelf de maker van je slaap.»

HUMO Hoe máák je slaap?

SMOLDERS «Door simpelweg pas te gaan slapen wanneer je je slaperig voelt, door af te bouwen, door niet-functioneel gedrag te stellen. De laatste uren voor ik ga slapen, kijk ik Netflix of lees ik een boek. Je moet je hersenen rust gunnen. Zelfs als ik een lezing geef aan de andere kant van het land, neem ik thuis nog ruim de tijd om de dag neer te leggen, ook als het laat is en ik de dag nadien vroeg uit bed moet. Ik heb het afgeleerd om naar de klok te kijken: een goede, krachtige slaap is belangrijker dan de duur. Een andere basisregel: blijf niet liggen wanneer de slaap niet wil komen. Ik slaap veel beter dan vroeger, maar het overkomt me nog weleens dat ik niet meteen indommel. Dan sta ik op en ga ik weer Netflix kijken.»

HUMO Voor mij doet rode wijn wonderen, na de sport en voor het slapengaan. Twee faux pas, weet ik.

SMOLDERS «Als ik tijdens mijn studententijd niet kon slapen, dronk ik ook weleens een slaapmuts, omdat mijn kotgenoten dat ook deden. Je induceert wel een zekere slaperigheid, maar je slaap is lichter en vaak wordt die onderbroken. Sporten is geen goed idee in de laatste drie uur voor bedtijd.»

HUMO Een no-brainer: slaap-medicatie is uit den boze. Ik pleit opnieuw schuldig.

SMOLDERS «Toen ik in Leuven slecht sliep, hebben verschillende dokters me slaapmedicatie voorgeschreven. Af en toe heb ik dat geprobeerd, maar het werkte te kort en eigenlijk wilde ik helemaal niet aan de pillen. Pas op: ik ben niet vierkant tegen. Als je af en toe een hoekje afbreekt en lang toekomt met een doosje, kan het geen kwaad. Als depannage. De waarheid is natuurlijk dat veel mensen die bij mij aankloppen elke dág pillen slikken. En dat is geen goed idee: je slaapkwaliteit daalt dramatisch.»

‘Veel mensen die bij mij aankloppen, slikken pillen. Dat is geen goed idee: je slaapkwaliteit daalt dramatisch’

HUMO Het is me de voorbije weken opgevallen hoe groot het probleem is. Wat zeggen de statistieken?

SMOLDERS «Eén op de drie tot zelfs één op de twee Belgen kampen sporadisch met slaapproblemen, 10 procent van de Belgen is chronisch slapeloos. Dat betekent dat je over een periode van een paar weken tot zes maanden een paar keer per week slecht inslaapt, niet doorslaapt, te vroeg wakker wordt of zo licht slaapt dat je ’s morgens moe wakker wordt: ‘Hier heb ik niets aan gehad.’»

HUMO Is het probleem groter dan vroeger?

SMOLDERS «Tot een jaar geleden gebruikte ik tijdens lezingen altijd dat cijfer van één op de drie, maar het laatste jaar neigen meer en meer onderzoeken naar één op de twee. Over de langere termijn zijn de cijfers niet duidelijk, maar ik heb uit twintig jaar ervaring in mijn praktijk gemerkt dat het probleem alleen maar groter is geworden. Mensen hebben er natuurlijk meer oor naar dan vroeger, en dat is geweldig, maar je kunt er niet omheen dat onze maatschappij heel veel druk oplegt, wij worden overvraagd. Bij de burn-outs kun je stilaan van een epidemie spreken. Onze werkdagen zijn te zwaar, onze slaaphygiëne slecht. Vroeger zaten we met de neus in een boek, nu hebben we een iPad op de schoot. Wie wel nog boeken leest, doet dat dikwijls ook met de tablet. Amerikaanse onderzoekers hebben het effect daarvan onderzocht. Een groep mensen moest de ene dag een papieren boek openslaan en de dag nadien voortlezen op de iPad: de slaap werd drie uur verlaat. Dat blauw licht van die schermen is echt niet oké. Tv-kijken is wel goed: het toestel staat verder weg van je neus, en je bent niet aan het surfen en niet aan het werk. Je hersenen moeten kunnen kalmeren.

»Elk slapeloosheidsprobleem wordt veroorzaakt door een veelvoud aan factoren. Mijn patiënten sukkelen dikwijls ook met een burn-out of een depressie, scheidingen spelen een grote rol, net als stress. Maar het grootste probleem is die slechte slaaphygiëne. Mensen stoppen hun dag te vol, en als ze dan op de klok zien dat het laat is, willen ze meteen hun bed in. Natuurlijk slaap je dan niet.»

HUMO U houdt bij hoog en bij laag vol dat u zelfs de slechtste slapers weer op het rechte pad krijgt. Is dat realistisch?

SMOLDERS «Er zijn 88 verschillende slaapproblemen en dan heb ik het enkel over slapeloosheid. Mijn online slaaptraining duurt zes weken, geregeld praat ik in op mijn patiënten. Het vergt een grote inspanning, want je moet anders leren denken. Dat is gedragstherapie uit ’t boekje: als je anders denkt, ga je je ook anders gedragen én anders voelen. Ik hamer erop: volg mijn aanwijzingen zes weken lang heel gedwee, als een handleiding die je regel na regel moet volgen. Als ze dat doen, zie je alleen maar vooruitgang. Iemand die niet meer denkt in termen van uren slaap, zal meer uren slapen. Als je ’t aanvaardt wanneer het niet lukt, zul je vanzelf ook loslaten en toch beter slapen.

»Iedereen kan leren slapen, maar je moet bereid zijn om een inspanning te doen. Ik krijg soms telefoons van dj’s: ‘Kun je mij helpen?’ Maar als ik één oog op hun slaapdagboek heb geworpen – ik vraag ze om nauwgezet te noteren wanneer ze gaan slapen en wanneer ze opstaan – weet ik: ‘Mission impossible.’ Ik kan geen slaap toveren. Als je de ene keer om zeven uur ’s ochtends gaat slapen, de andere keer om tien uur ’s avonds en daarbovenop nog eens eet en drinkt voor je in bed kruipt, is het de normaalste zaak van de wereld dat je niet slaapt.»

HUMO En wat met de lui die al jaren aan de pillen hangen?

SMOLDERS «Het maakt niets uit of mensen al zes maanden, vijf jaar of tien jaar slaapmiddelen gebruiken. Na twee weken treedt er al gewenning op en vermindert het effect van dat pilletje. Maar de slaapkwaliteit is sowieso minder. In mijn onlinetherapie vraag ik zelfs niet meer hoelang ze al slikken, ik wil enkel weten welk medicijn ze nemen: dan bouwen we dat af in samenspraak met hun arts.»

HUMO Bestaat er dan echt geen ongeneesbare categorie van ‘hopelozen’, zoals compulsieve piekeraars die panikeren wanneer ze weer eens klaarwakker in bed liggen?

SMOLDERS «Natuurlijk spelen psychische en fysieke klachten mee in het verhaal van insomnia, net als de attitude van de patiënt. Maar zelfs goede slapers worden om het uur wakker, maar slechte slapers kijken dan op de wekker en laten hun hoofd volgieten met gedachten. Die paniek komt vanzelf wanneer je in het donker naar het plafond ligt te staren: ’s nachts is alles zwarter, je hersenen staan maar half aan, je zit in een melatonineroes. Nachtelijke paniekgedachten zijn heel typisch, maar zelfs die krijg je eruit. Onder meer door mensen een korte tijd op slaaprestrictie te zetten. Als ze met meer slaapdruk naar bed gaan, slapen ze sneller in en slapen ze beter door. Dan komt het vertrouwen snel terug en neemt de paniek af. Je leert te slapen door vicieuze cirkels te doorbreken. Eigenlijk herprogrammeren we je hersenen. Reset, herbegin van nul. En het best van al: slaapverbetering is er altijd, als je consequent de technieken toepast.»