‘Dat huis vol leugens, dat zijn wij’
✦ Interview Nicci French
In hun gloednieuwe literaire thriller Huis vol leugens verkent het bijna dertig jaar lang gehuwde schrijversechtpaar Nicci French de diepe krochten van een lang huwelijk. ‘Dat huis vol leugens, dat zijn wij.’
In de nazomer van 1996 hoorde ik voor het eerst over het schrijversechtpaar Nicci French. Ik werkte voor het Belgische bijhuis van hun Nederlandse uitgeverij Ambo/Anthos en woonde een vergadering bij in het hoofdkwartier aan de Keizersgracht in Amsterdam. Met veel zwier stelde (de inmiddels legendarische) uitgever Robbert Ammerlaan zijn nieuwe vondst Het geheugenspel voor, de in februari 1997 te verschijnen allereerste literaire thriller ooit. Op de stijlvolle zwart-witcover prijkte het beeld van een engel op een grafzerk. Op de achterflap stond een pasfotootje van de debuterende schrijfster Nicci French, ‘journalist en woonachtig in Londen’. Ammerlaan vertrouwde ons toe dat de illustere mevrouw Nicci French eigenlijk een echtpaar was, maar dat mijnheer French verkoos in de luwte te blijven. Hij vroeg ons dat stil te houden.
NICCI GERRARD
• geboren in 1958 in Worcestershire • studeerde Engelse literatuur aan de universiteit van Oxford • werkte als journalist voor The New Statesman toen ze Sean French ontmoette • in 2003 verscheen haar solodebuut De onderstroom
SEAN FRENCH
• geboren in 1959 in Bristol • studeerde Engelse literatuur aan de universiteit van Oxford • werkte als columnist voor The New Statesman toen hij Nicci Gerrard ontmoette • in 2004 verscheen zijn solodebuut Dit is het begin
NICCI FRENCH
• samen schreven Nicci en Sean sinds 1997 21 thrillers en een handvol novelles • in Vlaanderen en Nederland verkochten ze meer dan 6 miljoen boeken • hun bekendste werk is de achtdelige Frieda Klein-reeks • omwille van hun gigantische succes in de Lage Landen verschijnt Huis vol leugens eerst in het Nederlands.
Bijna 23 jaar later zit ik samen met het inmiddels wereldberoemde schrijvende koppel Sean French en Nicci Gerrard in de bar van een Amsterdams hotel. Op tafel ligt hun nieuwste thriller Huis vol leugens. Op de cover ditmaal geen marmeren wraakengel, maar hun schrijversnaam in grote witte letters. Vanop de zijflap glimlachen ze hun miljoenen lezers in kleur toe. “Ga je schrijven dat je ons al heel lang kent?”, vraagt Nicci. “Maar natuurlijk”, zegt Sean. “Schrijf: ‘Ik was met die twee op stap toen ze nog niets voorstelden’.”
In de jaren na het overdonderende succes van hun debuut voerde ik Nicci en Sean naar inmiddels ter ziele gegane literaire festivals in Vlaanderen. Tijdens signeersessies op de Antwerpse Boekenbeurs schreef ik hen in drukletters de namen voor van hun Vlaamse fans die rijen dik stonden aan te schuiven. We ontdekten een gedeelde liefde voor de muziek van Elliott Smith en praatten over onze opgroeiende kinderen. Nadat ik de boekenwereld voor de journalistiek inruilde, verloren we elkaar uit het oog, al las ik wel trouw elke nieuwe thriller die sindsdien verscheen.
Hoe lang waren jullie al samen toen jullie debuut uitkwam?
Sean French: “We werden een koppel in 1990. Op 1 januari 1995 begonnen we Het geheugenspel te schrijven. We werkten allebei als journalist en hadden op dat moment zelfs nog geen uitgever. Of het boek ooit gepubliceerd zou worden, was niet onze eerste bekommernis.”
Nicci Gerrard: “Het geheugenspel was niet meer dan een spel voor ons, een experiment: we wilden uittesten of we samen een roman tot een goed einde konden brengen.”
Was het ook een relatietest?
Gerrard: “Dat werd het uiteindelijk toch wel.”
French: “We kennen een paar andere koppels die ook samen hebben proberen te schrijven. Hun relaties zijn er niet op gestrand, maar het is hen nooit gelukt om een boek af te werken. In je eentje schrijven is hard labeur; met twee kan het nog erger worden. Want die andere sleutelt dan aan jouw vondsten en knoeit met jouw zinnen. Schrijvers ervaren zoiets als zeer ingrijpend en dat kan alleen als je elkaar blind vertrouwt. Samen schrijven mag nooit een strijd om controle worden of ontaarden in een gevecht om macht.”
Gerrard: “Door samen te schrijven, kregen we ook inzage in elkaars verbeelding. Dat is soms heel bizar.”
Dat moet dan zeker gelden voor Huis vol leugens, een boek dat bulkt van het overspel.
Gerrard: “Huis vol leugens is niet alleen een thriller, het is ook een portret van een huwelijk, met een man en een vrouw die al heel lang getrouwd zijn. De vragen komen dan vanzelf: hoe kun je zo lang samenblijven? Hoe slaag je erin om al die jaren zowel vrij als loyaal te zijn?”
French: “In vergelijking met de meeste andere echtparen brachten wij de voorbije jaren ontzettend veel tijd samen door. Niet alleen naast elkaar, maar ook in elkaars hoofd. We zijn zo beginnen geloven dat we elkaar vanbinnen en -buiten kennen. Huis vol leugens zette ons met beide voeten weer op de grond. Want tijdens het schrijven van dit boek kwamen we erachter dat we wel degelijk allebei nog onontgonnen innerlijk terrein hadden. Hebben we trouwens niet allemaal onze geheimen, zelfs voor de mensen die het dichtst bij ons staan?”
Gerrard: “De hoofdpersonages uit Huis vol leugens, de vijftigers Neve en Fletcher, zijn al hun hele volwassen leven samen en zijn té gewend aan elkaar geraakt. Neve wordt door anderen gezien als ‘de goede moeder’, ‘goede vrouw’, ‘goede vriendin’, ‘goede werknemer’… Zelf wil ze dat ook heel graag zijn en ze voelt zich ook verantwoordelijk voor het welzijn van anderen. Maar onder die laag van voorbeeldige echtgenote zit een andere Neve verborgen: de vrouw die avonturen wil beleven en het juk van die verantwoordelijkheden wil afwerpen. Als je als vrouw lang met iemand getrouwd bent en kinderen hebt, is de kans groot dat je je net als Neve gaat voelen.”
French: “Zeker als je man net zoals ik constant in huis rondhangt. Dan bega je als vrouw vanzelf een misdaad.” (lacht)
Gerrard: “Ons vertrekpunt voor Huis vol leugens was: wat zou deze ‘goede vrouw’ Neve doen als ze het lichaam van haar vermoorde minnaar in hun afspraakflat vindt?”
De politie bellen?
Gerrard: “Omdat het een Nicci French-thriller is, belt ze die net niet.”
French: “Nee, ze begint als een gek de flat te poetsen.”
Gerrard: “In dit boek wordt heel wat afgepoetst. Het is een huishoudelijke thriller geworden, vol poetsen, koken, eten en drinken. (lacht) Voor Neves kennissen en vrienden lijkt haar leven gewoon verder te gaan, terwijl ze in werkelijkheid van de ene in de andere crisis belandt. Ze is voortdurend bang om ontmaskerd te worden als de minnares die de plaats delict een grondige poetsbeurt gaf. Tijdens het schrijven raakten we ons er gaandeweg van bewust dat we ook die kroniek van een lang huwelijk aan het optekenen waren.”
French: “Vóór dit boek schreven we jarenlang over de psychotherapeute Frieda Klein, een vrouw die mijlenver van ons verwijderd stond. Huis vol leugens, dat zijn wij.”
Neve en Fletcher zijn Nicci en Sean?
French: “Toch niet, maar dit boek is wel de wereld waarin wij leven. Dat mag je heel letterlijk nemen: de flat waar Neve het lichaam van haar minnaar Saul vindt, was onze flat in de Londense wijk Covent Garden. Intussen hebben we die verkocht en zijn we verhuisd naar Islington.”
Gerrard: “Onze flat in Covent Garden lag in een andere straat, maar de indeling is exact zoals in het boek.”
French: “Onze kinderen waren in alle staten toen ze ontdekten dat we die flat als decor voor overspel en moord gebruikten. Neve en Fletcher wonen in Clapton, de buurt waar de kinderen nu wonen. Neves fietstocht van Clapton naar het centrum van Londen kennen zij als hun broekzak.”
Jullie kinderen vinden het niet fijn dat jullie delen van hun leven in boeken verwerken?
French: “Toen jij ons voor het eerst ontmoette, zaten ze op de lagereschoolbanken. In die tijd gebruikten we in onze fictie ook al plekken en gebeurtenissen uit hun en ons bestaan. Toen beseften ze dat niet, nu wel. Intussen zijn ze onze eerste lezers geworden. Ze beginnen altijd heel nerveus aan een nieuw boek: ‘Wat hebben onze oudjes nu weer uitgespookt?’ We hebben een paar boeken vol donkere seksuele obsessies geschreven waarvan ik me afvraag wat ik er als kind van gevonden zou hebben als ze van mijn ouders kwamen. Ik vermoed dat ik met schaamrood op de wangen ‘Oh my god’ gepreveld zou hebben. Nicci is ervan overtuigd dat er één boek is dat onze kinderen niet willen lezen omdat ze bang zijn erdoor getraumatiseerd te raken.”
Welk boek?
French: “Bezeten van mij, over een jonge vrouw die meegesleurd wordt in een allesverzengende liefdesaffaire met een volslagen vreemde.”
Gerrard: “Misschien is het maar best dat ze dat boek nooit lezen.”
French: “Maar het zijn intussen dertigers, Nicci.”
Spraken jullie tijdens het schrijven van Huis vol leugens vaak over trouw en ontrouw?
French: “De hele tijd.”
Gerrard: “We kennen koppels die getrouwd blijven omdat ze nu eenmaal getrouwd zijn. Ze blijven samen omdat ze niet uiteengaan. Er zit geen enkele positieve dynamiek in hun relatie. Ze zitten in een uitzichtloze situatie waar ze nooit meer uit geraken. Ik mag er niet aan denken dat ons huwelijk ooit zo deprimerend wordt. We praten er dus vaak over hoe we elkaar de mogelijkheid kunnen geven om te veranderen, om open te staan voor de wereld terwijl we elkaars veilige haven blijven.”
Om Sting te citeren: ‘If you love somebody, set them free’?
Gerrard: “Ja, maar dan vrij om jezelf te zijn, niet vrij om een affaire te hebben. Vrij om op eigen benen te staan en niet het bezit van een ander te worden.”
French: “Neve rijdt geen scheve schaats enkel voor de lol of omdat ze geen geweten heeft. Ze schrikt van haar eigen overspel, want ze vindt zichzelf helemaal niet het prototype van de ontrouwe partner. De voornaamste reden waarom ze de politie niet belt, is omdat ze haar gezin wil sparen. Ze voelt zich schuldig en wil niet dat haar man en kinderen omwille van haar daden de vernieling ingaan.”
Gerrard: “Ze is zich bewust van de schade die ze haar gezin zou berokkenen, maar ook van hoe de mensen over haar zouden denken. Ze voelde zich gevangen in haar leven en die affaire was een manier om los te breken. Ze vindt het oneerlijk om gestraft te worden omdat ze het lijk van haar minnaar vindt.”
Heeft bijna 25 jaar samen schrijven jullie relatie veranderd?
French: “Samen schrijven ís onze relatie. Het is als een klimplant die zich rond een boom slingert: na jaren kun je die twee ook niet meer uit elkaar halen. Bijna elke dag merkt een van ons op: ‘Zit daar geen verhaal in?’”
Gerrard: “Sorry Sean, maar ik ben het er niet mee eens dat schrijven onze relatie is. Er zijn ook nog andere dingen. Ik aanvaard dat niet.”
French: “Maar het samen schrijven kan toch niet los worden gezien van onze relatie?”
Gerrard: “Het klopt dat het moeilijk is om die twee te ontwarren, maar onze relatie is toch veel meer dan al die gezamenlijke boeken? Door samen te schrijven hebben we elkaar wel leren kennen zoals dat op geen enkele andere manier mogelijk geweest zou zijn. We zijn dingen van elkaar te weten gekomen die we anders nooit zouden hebben ontdekt.”
Zoals?
Gerrard: “Hoe vreemd Sean is. (lacht) Ik heb toegang gekregen tot de rare kronkels in zijn brein. Ik vind ons gezamenlijk schrijven met alles wat eraan vasthangt, heel fijn. We hebben samen succes en gaan samen ook de mist in. We kunnen niet meer aan elkaar ontsnappen, maar dat weegt niet op tegen het gelijkwaardige, kameraadschappelijke plezier dat we beleven aan het samen creëren van fictie.”
French: “Het is alsof we samen voortdurend een nieuw huis aan het bouwen zijn. ‘Het dak ligt er bijna op. Oei, waar komt dat lek vandaan? Probeer jij het te dichten of doe ik het?’”
Jullie schrijven nooit samen aan dezelfde tafel?
French: “Nee. Zelfs als een redacteur ons vraagt om een woord te vervangen, zullen we dat nooit samen doen. Een van ons beiden trekt zich dan terug, denkt na en beslist.”
Gerrard: “Tijdens het schrijven moet je je zelfbewustzijn verliezen; dat lukt enkel als je alleen bent.”
Net als in jullie Frieda Klein-reeks speelt Londen opnieuw een belangrijke rol. Jullie houden van die stad?
Gerrard: “We hebben een haat-liefdeverhouding met Londen. De helft van de tijd wonen we in de stad en de andere helft in een dorp in Suffolk.”
French: “Als baby leefde ik al in Londen. (lacht) Rond ons veertigste kregen we een midlifecrisis en trokken we met de kinderen naar dat dorp op het platteland. Een paar jaar lang zetten we bijna geen voet meer in Londen. Tot we opnieuw te veel heimwee naar de stad kregen en de flat in Covent Garden kochten.
“Weet je wat zo raar was? Zodra we in dat dorp woonden, begonnen we te verlangen naar Londen.”
Londen is een personage in dit boek.
French: “Ja, en dat was de stad ook al in de Frieda Klein-thrillers. Eigenlijk zijn we geobsedeerd door Londen. Ondanks de gruwelijke en walgelijke kanten van die stad.”
Welke ‘gruwelijke en walgelijke kanten’?
Gerrard: “Ze telt tien miljoen inwoners en is overbevolkt. Je vindt er de meest afstotelijke rijkdom en goorste armoede. Neve en al haar vrienden zijn geen armoezaaiers. Ze hebben misschien niet veel geld op de bank staan, maar ze wonen wel in hun eigen huizen. Wie eigenaar is van een huis in een gegeerde Londense wijk, is rijk.”
French: “Vandaag zijn er veel vijftigers zoals Neve die in de jaren 80 een Londens huis gekocht hebben toen het nog betaalbaar was.”
Gerrard: “Onze kinderen kunnen zich geen huis in Londen permitteren. Voor wie in armoede leeft, is de stad ongenadig en hard. Er leven ontzettend veel arme mensen. Tezelfdertijd is het een superdiverse, opwindende plek. In tegenstelling tot wat er zich nu in ons land afspeelt, blijft Londen verwelkomend en gastvrij. Ongeacht waar je vandaan komt, in Londen vind je een thuis.”
En toch verlieten jullie met jullie vier kinderen die stad. Omdat jullie niet wilden dat ze daar opgroeiden?
Gerrard: “Helemaal niet. De oudste was toen al bijna elf.”
French: “Hun tienerjaren brachten ze door in dat dorp. Daarna gingen ze naar de universiteit en dachten we: ze zullen nu wel uitzwermen over Groot-Brittannië naar prachtige steden als Manchester. Maar ze trokken alle vier terug naar Londen. Daar beleven ze nu de tijd van hun leven, ook al huren ze hun appartementen. Een van onze dochters is dokter en verdient goed haar boterham. Toch lukt het ook haar niet om huiseigenaar te worden. Dat is enkel weggelegd voor bankiers uit de City en Russische oligarchen.”
In Huis vol leugens kwam ik maar één keer het woord ‘brexit’ tegen.
Gerrard: “Oei, staat dat erin? Waar precies?”
Bladzijde 93.
Gerrard: “Dat was niet de bedoeling, ook al vergiftigt ‘brexit’ nu alle Britse conversaties.”
French: “We schrijven doelbewust nooit over politiek, want dan is een boek snel gedateerd. Dat ‘brexit’ er nu toch één keer ingeslopen is, komt waarschijnlijk doordat het all over the place is.”
Misschien ook omdat hij onafwendbaar is?
French: “Bij lange niet.”
Gerrard: “Niemand weet wat er zal gebeuren. Er raakt gewoon geen enkele brexitdeal door het parlement.”
Als Boris Johnson premier wordt, komt er een no-dealbrexit.
Gerrard: “Een ‘no deal’ komt er enkel als Johnson als premier geen poot meer uitsteekt en alles op zijn beloop laat. Niemand wil dat. Als hij voor een ‘no deal’ gaat en de hele boel laat crashen, verlaat hij het pad van de democratie. Ach, ik weet het niet. Wij hopen nog steeds dat er iets gebeurt waardoor er geen brexit komt, al is dat wellicht wishful thinking.”
French: “Groot-Brittannië, en zeker Engeland, is in twee gesplitst. De ene helft is internationaal en kijkt met open blik naar de rest van de wereld, de andere helft kruipt in zijn schulp en verlangt naar de 19de eeuw. De wereld waarin onze verhalen zich afspelen, wordt bevolkt door mensen die openstaan voor outsiders en ze ook verwelkomt. In onze boeken vind je Engeland zoals het bedoeld was te zijn.”
Ooit was Boris Johnson de razend populaire burgemeester van Londen.
French: “Boris Johnson is het vleesgeworden opportunisme. Toen hij nog journalist bij The Telegraph was, zoog hij het ene na het andere eurofobische verhaal uit zijn duim. Om toch maar burgemeester van Londen te kunnen worden, mat hij zich een tof, stedelijk imago aan. Plots hield hij van homo’s en lesbiennes én van vreemdelingen. ‘Oh, they’re so great!’”
Gerrard: “Wij houden niet van hem. Hij is verwerpelijk.”
French: “Nu Johnson de stemmen van al die oude leden van de Conservatieve Partij nodig heeft, valt hij vreemdelingen en moslims aan.”
Gerrard: “Vrouwen die nikabs dragen, noemt hij brievenbussen en reduceert hij zo tot objecten. Er is niets goeds over die man te zeggen. Daarom vernoemen we hem ook niet in ons boek.” (lacht)
Hebben jullie ooit overwogen om samen een compleet andere roman dan een thriller te schrijven?
French: “Dan zou het geen Nicci French zijn. Die naam staat voor dit soort van psychologische thrillers. Dit is onze corebusiness.”
Gerrard: “Ik ben het daar niet mee eens. Ik zeg niet dat we nu een andere roman zullen schrijven, maar ik sluit ook niet uit dat het ooit gebeurt.”
Was de reeks rond Frieda Klein een poging om het over een andere boeg te gooien?
Gerrard: “Dat was méér dan een poging; we hebben het acht boeken lang volgehouden. Als we het juiste personage vinden, gebeurt dat misschien nog wel eens opnieuw.”
French: “We voelen ons geen gijzelaars van ons genre. Er zijn onwaarschijnlijk veel invalshoeken om een psychologische thriller te schrijven. In onze boeken over Frieda Klein hebben we ook heel wat geëxperimenteerd. We zijn nu de laatste hand aan het leggen aan een thriller waarin we weer compleet nieuwe paden verkennen.”
Huis vol leugens ligt nog maar pas in de winkel en het volgende boek is al af?
French: “Ik schat dat we er nog zes uur werk aan hebben. Op de trein terug naar huis werken we dat boek definitief af.”
Is het hoofdpersonage opnieuw een sterke vrouw, zoals in al jullie boeken?
Gerrard: “Het zijn niet altijd sterke vrouwen.”
French: “Maar het zijn wel altijd vrouwen die soms een sterkte in zichzelf ontdekken.”
Gerrard: “Frieda Klein was een bijzondere vrouw, maar de meeste andere vrouwen uit ons oeuvre zijn heel gewoon. En oké, vaak zijn ze sterk, maar het zouden je vriendinnen kunnen zijn.”
Is het denkbaar dat een toekomstig hoofdpersonage een man is?
Gerrard: “Alleen als er een goede reden voor is.”
French: “Nu vindt iedereen het vanzelfsprekend en zelfs toe te juichen dat de vrouwelijke ‘Nicci French’ altijd een vrouw als belangrijkste personage heeft. Maar zou er evenveel lof gekomen zijn als ik onder mijn mannelijke alter ego Sean French al die boeken solo geschreven zou hebben? ‘Waarom schrijft die kerel constant over vrouwen? Is hij geobsedeerd? Waarom steelt die patriarch al die vrouwelijke eigenschappen?’ Als deel van het Nicci French-duo kan ik nu als man vanuit een vrouwelijk perspectief schrijven zonder dat iemand daar vragen over stelt. Ik vind dat fantastisch. Eigenlijk is dat heel toevallig zo gegroeid. Het verhaal van onze eersteling Het geheugenspel kon alleen maar verteld worden door een vrouw. Als ons eerste idee geschreeuwd had om een man als hoofdpersonage, denk ik dat al onze thrillers er anders hadden uitgezien.”
Gerrard: “Het was toch van in het begin vrij duidelijk dat de auteur ‘Nicci French’ meer vrouw dan man zou worden?”
French: “Misschien omdat ik meer in vrouwen geïnteresseerd ben dan jij in mannen?” (lacht)
Gerrard: “Nee Sean, we wilden van meet af aan de vrouwelijke stem in het thrillergenre laten doorklinken. Want we vonden dat die al te lang verdrongen was. Dus waarom zouden we dan voor ons debuut een mannenstem gecreëerd hebben? De hele literatuur bulkt van de kerels.”
French: “Ja, je hebt gelijk. Zeker in onze beginperiode was een vrouwelijk tegenwicht nodig, al is dat intussen veranderd.”
Gerrard: “Vind je? Hoe krachtig vrouwen nu ook zijn, ze staan nog steeds aan de zijlijn. Hoe zwak mannen ook zijn, zij blijven het centrum bezetten.”
Saul, de dode vijftiger in Huis vol leugens, hopte van de ene minnares naar de andere. Voor Neve was Saul haar eerste minnaar.
Gerrard: “We wilden dat ze verliefd werd op een sleazebag, een immorele, corrupte vent. Een charmante praatjesmaker die haar zegt dat hij haar graag ziet, maar enkel met haar van bil wil gaan. Ze mocht niet verliefd worden op een held. De Sauls van deze wereld delen nog steeds de lakens uit in bedrijven en regeringen.”
French: “Op veel terreinen in de Britse samenleving brengen vrouwen het er een stuk beter van af dan mannen. Aan de richting geneeskunde studeren meer vrouwen af dan mannen. Over een paar jaar zijn al onze dokters vrouwen. Vrouwen overklassen mannen op de maatschappelijke ladder en toch is er zoiets als de MeToo-beweging. De top van de grote ondernemingen in Groot-Brittannië wordt nog steeds gedomineerd door mannen. Ook al doen vrouwen het veel beter dan mannen, als het op ‘leiderschap’ aankomt, vallen ze meestal uit de boot. Kijk naar de zich op gang trekkende presidentscampagne in Amerika. Bij de Democraten werpen vervelende oude mannen als Joe Biden en Bernie Sanders zich in de race. Ze worden uitgedaagd door dynamische jongere vrouwen als Kamala Harris en Elizabeth Warren. Toch hoor je mensen klagen: ‘Ik weet het niet hoor, die Warren heeft een vreselijk irritante stem.’”
Gerrard: “Of: ‘We vinden haar te bazig’.”
French: “Of ze vragen: ‘Hoe zal u uw politieke leven combineren met de opvang van de kleinkinderen?’ Zo’n Joe Biden heeft een geheugen als gatenkaas en ziet eruit als een zielenpoot. Toch wordt hij opgehemeld tot ‘sterke kandidaat’.”
Jullie hebben pas de drempel van de zestig overschreden. Lonkt het pensioen?
Gerrard: “Zolang mensen ons willen lezen, blijven we samen schrijven. Van in het begin hebben we een afspraak gemaakt: we stoppen ermee als een van beiden vindt dat het schrijven een opdracht wordt, begint te vervelen, of in een formule ontaardt. We zijn niet bang dat de ideeën ooit opdrogen. Want die halen we uit het leven zelf.”
French: “We zien wel vrienden van ons op pensioen gaan. Sommigen zijn blij dat ze eindelijk van hun strontjob verlost zijn en kunnen gaan vissen. Voor mij was schrijven van meet af aan mijn droomjob. Ik heb geen enkele behoefte om ermee op te houden. Ik bezoek graag kunstgalerieën en lees graag boeken van anderen, maar daar heb ik geen pensioen voor nodig.”
Is schrijven dan geen uitputtende geestelijke inspanning?
Gerrard: “Toch wel. Het is zeer vermoeiend. Maar een van de voordelen van ouder worden, is dat je een leeftijd bereikt waarop je niets meer hoeft te bewijzen. Ik ben niet meer ambitieus; ik doe gewoon mijn zin.”
French: “Toneelauteur Noel Coward zei: ‘Work is much more fun than fun’. Hij heeft gelijk. Mijn grootste momenten van geluk zijn die waarop ik tijdens het schrijven in een flow geraak. Want het is zalig om, amper bewust van de rest van de wereld, de woorden van een tekst in elkaar te zien passen.”
Nicci French, Huis vol leugens, Ambo/Anthos, 400 blz., 21,99 euro