Live From The Field

Gepubliceerd op Auteur: koenarchief
Dank je, Wies.

Koen
Op 23 mei 2019 om 10:49 heeft Wies Descheemaeker <Wies.DESCHEEMAEKER@vrt.be> het volgende geschreven:

Te laat waai ik het café binnen. Ik kus verontschuldigingen en prop me neer op de bank. Mijn jas houd ik aan. Binnen anderhalf uur keer ik toch weer huiswaarts, want ik reed nu al knikkebollend van de vaak naar hier. Verfrommeld kijk ik rond. Op de vraag hoe het met me gaat, antwoord ik eerst thee en daarna uit reflex “goed”. Twee hoofden kantelen schuin, het onuitgesproken “tegen ons kan je het vertellen”. Dus vertel ik over hoe zwaar de dingen zijn, dat ik niet goed weet van welk hout pijlen te maken, en dat ik het daarom maar doe van de poten die onder mijn stoel gezaagd worden. Hoe ik mezelf in stukjes breek, om leegtes in anderen te vullen, en daarbij alles zo draaiende probeer te houden, dat mijn hoofd tolt. Een carrousel waarbij ik haast uit de bocht vlieg, maar waarin het lot me telkens vanuit onverdachte hoek opnieuw de flosj toewerpt, zodat ik nog een keer moet. Ik hou vol, dat wel. Maar het is niet altijd duidelijk hoe. Ik snak naar rust in hart, hoofd en huishouden. Even zorgenvrij.

“Ik snak naar rust in hart, hoofd en huishouden. Even zorgenvrij.”

Na mijn relaas is mijn thee koud geworden. De sfeer ook enigszins bekoeld. De vriendinnen kijken bezorgd. Ze denken na. “Je moet wel goed voor jezelf zorgen, hoor.” “Ja”, valt de andere metgezel haar bij, “Me time is super belangrijk.” “Ga anders eens gewoon naar de sauna.” Ik krijg uitgebreid de les gespeld over hoe cruciaal het is dat ik er even tussenuit knijp. Alsof een mens een oplader heeft, die eenvoudigweg een halfuur in het stopcontact moet, waarna je vol energie het leven kan aanpakken. Ik knik. Probeer me te bedenken hoelang het zou duren om naar de sauna te rijden en te stomen en hoeveel het zou kosten en dat ik ondertussen misschien beter afspraken regel met de garage en verder solliciteer en de inkopen doe en moet verzinnen wat we gaan eten en of er nog genoeg propere kleren zijn en dat ik nog moet terugbellen naar… Maar nee. Naar de sauna, dus. Dat is de oplossing van mijn problemen.

Nog iets op mijn to do lijst dus. Voor mezelf zorgen. Eigenlijk is het allemaal mijn eigen schuld. Als ik beter voor mezelf zorgde, dan zat ik nu niet in de problemen. Als ik maar regelmatig met een thee in de zetel zat of mijn nagels liet doen of iets nieuws kocht om mezelf te verwennen, was alles goed. Het is zo simpel. Maar hoe kan ik ontspannen genieten van die verheerlijkte massage als daarna mijn bord nog voller ligt dan ervoor?

“Een overwerkt persoon ook nog eens opzadelen met een extra taak, is gewoon krankzinnig.”

Iedereen heeft op een zeker moment te veel lasten om te dragen. Je zorgt voor je zieke geliefde of familie, of hakt vergeefs en verwoed door de tropenjaren met jonge kinderen. Je bent een naaste nabij, of probeert met een extra job je rekeningen te betalen. Een vriend met een depressie, een engagement dat veel vergt, even te veel ballen in de lucht. Je krijgt tegenslagen te verwerken, maar moet door. Soms komt alles opeens samen. Je draaft van hot naar her, en houdt het schip nét vlottend. Maar we gaan als samenleving raar om met die wankelende pakezels vol zorgen. Zien we iemand verzuipen in werk, taken of verdriet? Dan drukken we ze snel snel op het hart aan zelfzorg te doen. We wassen onze handen in onschuld, nadat we de ander op het hart drukken te baden. Ziezo, als ze nu niet luistert, dan is het haar eigen schuld. Een overwerkt persoon ook nog eens opzadelen met een extra taak, is gewoon krankzinnig. Alsof de persoon tegen wie je het zegt niet zelf bedacht heeft dat uitslapen of iets fijn doen, zou kunnen helpen. Maar vaak is daar objectief de ruimte, de tijd of het geld niet voor.

Zelfzorg naar voren schuiven als heilige graal is het failliet van een solidaire en warme maatschappij. Het is laf en lost zelden iets op. Mensen moeten niet alleen voor zichzelf zorgen, maar ook voor elkaar. Ironisch eigenlijk, dat je haarscherp kan aanvoelen dat iemand hulp nodig heeft, maar dat het niet in je opkomt dat jij die hulp wel eens zou kunnen verstrekken. Nee, in plaats van zelf voor iemand te zorgen, moet de noodlijdende ook dàt nog doen. Zelfzorg wordt uitgehold en als lapmiddel gebruikt.

“Zelfzorg naar voren schuiven als heilige graal is het failliet van een solidaire en warme maatschappij.”

Wil je écht dat iemand aan zelfzorg doet? Creëer dan de randvoorwaarden. Kook, terwijl hij in bad weekt. Ga inkopen doen, terwijl zij even kracht opdoet in het bos. Bezweer hen niet voor zichzelf te zorgen, maar zorg zélf voor hen. Voor je nog eens een jonge mama, zich uit de naad werkende zoon, ploeterende vriendin of overwerkt familielid bezweert tijd te nemen voor zichzelf, vraag je dan eerst af of je je eigen verantwoordelijkheid en zorg niet doorschuift naar die persoon, van wie we juist zorgen moeten overnemen. Als er te veel op je schouders drukt, zijn er immers twee oplossingen om niet neer te zijgen: de draagkracht verhogen of de draaglast verminderen. Het eerste is vaak een werk van langere adem. Maar – en dat is het goede nieuws – dat laatste ligt bijna in ieders macht. Vraag wat hun leven zo zwaar maakt, en waarmee je hen kan verlichten. Vraag door. Luister, zonder gratuite oplossingen naar voren te schuiven. Doe iets banaal, dat misschien nét de druppel is die de emmer zou doen overlopen.  Op die manier zorg je ervoor dat de ander voor zichzelf kan zorgen op een blijvende manier. We hebben geen nood aan me-time, maar aan we-time.

 

 

<image001.jpg>Met vriendelijke groeten,

Wies Descheemaeker

secretaris ACOD-VRT

 

 

— Disclaimer —
Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie
Auguste Reyerslaan 52
1043 Brussel

 

nv van publiek recht
BTW BE 0244.142.664
RPR Brussel
VRT Gebruikersvoorwaarden