Hoe voelt het om ouder te zijn van een kind met wie je geen spatje DNA deelt? Tijd voor de Dag van de Niet-Biologische Ouder – Humo: The Wild Site

Gepubliceerd op Auteur: koenarchief


Hoe voelt het om ouder te zijn van een kind met wie je geen spatje DNA deelt? Tijd voor de Dag van de Niet-Biologische Ouder

Saskia de Coster bedacht de Dag van de Niet-Biologische Ouder in de marge van haar nieuwste roman. In ‘Nachtouders’ beschrijft ze hoe ze zich niet terstond moeder voelde, toen zoontje Amos door haar vriendin op de wereld werd gezet. Het moederschap wrong en schuurde aanvankelijk een beetje. Allerlei fundamentele vragen drongen zich op: wie ben ik dan voor mijn zoon, als hij niet uit mijn lichaam is gekomen en ik ook geen zaadje heb geleverd? En ook: kan ik wel moederen, als ik geen geboren moeder ben?

SASKIA DE COSTER «Vroeger betekende ouderschap vooral: je geeft je genen door. Je zet een kind op de wereld en hup, de genetische opvolging is verzekerd. Je hoeft maar even rond te kijken om te zien dat het vandaag anders is. Het leek me logisch een feestdag in het leven te roepen voor die steeds groter en zichtbaar wordende groep van niet-biologische ouders, die ervoor kiezen om hun kamers, hun dagen en hun Netflix te delen met een kind dat geen appel van de boom is waaraan ze zelf groeiden.»

HUMO Je hebt ook al een datum in gedachten: 11 mei.

DE COSTER «De dag vóór Moederdag. Oorspronkelijk was Moederdag de dag van Maria, met haar onbevlekte ontvangenis. Dat ben ik eigenlijk ook: een onbevlekt ontvangen moeder (lacht). Ik heb geen biologische band met mijn kind. Ik ben tot ouder gemaakt, en eigenlijk ben ik het nog altijd aan het worden. Het lijkt me mooi daar eens de aandacht op te vestigen. Niet uit boosheid of verontwaardiging, maar om te tonen dat er ook een veel hedendaagsere invulling van het ouderschap bestaat dan de puur genetische.»

LORIN PARYS «Vanochtend stond Mabel, onze kleinste van 4, nog aan ons bed: ‘Papa, wanneer is het Moederdag?’ Bart en ik keken elkaar aan: ‘Goeie vraag.’ (lacht) Gelukkig wist onze pleegdochter van 6 raad: ‘Het is 12 mei, ik heb het gezien op de kalender.’ Omdat zij haar mama nog ziet, is het een belangrijke dag voor haar. Onze pleegzoon van 9 bezoekt zijn biologische ouders ook nog. Mabel is geadopteerd en ziet haar mama niet, dat maakt het voor haar anders. Ja, de samenstelling van ons gezin is nogal ingewikkeld, maar de kinderen tillen daar totaal niet aan.

»Ik vind jouw initiatief wel fijn, Saskia. Ik kan me voorstellen dat veel ouders die aandacht op prijs zouden stellen.»

DE COSTER «Kinderen groeien nu op in constellaties die totaal anders zijn dan het traditionele gezin. Al schortte er vroeger ook wel wat aan dat plaatje van papa, mama en de kindjes. Hoeveel vaders zagen hun kinderen alleen ’s avonds aan de eettafel? Hoeveel kinderen zijn opgegroeid op internaat?»

CAROLINE GENNEZ (steekt haar hand in de lucht) «Ik! En kijk wat ervan gekomen is (lacht).»

PARYS «Hoe zit het eigenlijk bij jou, Caroline? Hoe ziet jouw gezin eruit?»

GENNEZ «Ik ben lang alleen geweest en had geen uitgesproken kinderwens. Opeens ben ik iemand tegengekomen met twee kleine petotters van 2 en 4 jaar. En wat doe je als je die man graag ziet? Dan ga je ervoor. Bart en ik hebben het wel organisch laten groeien: we hebben ervoor gekozen niet meteen te gaan samenwonen. De kinderen woonden nog niet zo lang alleen met hun papa en we wilden ze de tijd geven om te wennen aan de situatie. Intussen zijn ze 8 en 10, en wonen we wel met z’n allen in één huis, al zijn de kinderen de helft van de tijd bij hun mama.»

HUMO Hoe noemen ze jou?

GENNEZ «Plussie (lacht). Toen we er een term op moesten plakken, zijn we gaan uitzoeken hoe het zat met al die namen. Er zijn de negatieve connotaties uit de sprookjes, en bovendien is een stiefmoeder juridisch gezien de getrouwde partner van de papa. Dat ben ik niet. De niet-gehuwde partner van de papa is de plusmoeder. Zo zijn ze bij plussie terechtgekomen. Al noemen ze me meestal gewoon Caro.»

DE COSTER «Leuk dat de kinderen zelf een naam mochten verzinnen. Amos noemt ons allebei mama. Meemoeder vind ik lelijk, alsof er iets ontbreekt.»

GENNEZ «Als we op zaterdag naar de markt gaan, passeren gaan we altijd bij hetzelfde kraampje. De vrouw die ons bedient, is er heel lang van uitgegaan dat ik de mama van Jef ben. Dan vroeg ze: ‘Mag je een vleesje van mama?’ Hij liet het altijd passeren, tot hij op een dag zei: ‘Ze is eigenlijk niet mijn mama, maar ze zorgt wel heel goed voor ons.’ Zo ontwapenend hoe die kinderen ermee omgaan.»

PARYS «Dat herken ik: mensen gaan er altijd van uit dat het je biologische kroost is. Toen onze kinderen nog klein waren en ik met hen in de buggy op stap was, kreeg ik vaak de reactie: ‘O, ze lijken zo op jou!’ Dat liet ik dan maar zo. Aan zo’n complexe uitleg begin ik niet.»

‘Hoewel het niet zo is, kreeg ik vaak te horen hoe hard Amos op me leek, alsof mensen wilden zeggen: ‘Jij telt wél mee” Saskia De Coster

DE COSTER «Mensen doen het vaak om je te plezieren. Je kunt van ver zien dat Amos en ik fysiek totaal niet op elkaar lijken: hij een blond, blauwogig, Arisch ventje; ik een zwartharige die wel vaker voor een Joodse wordt gehouden. En toch kreeg ik vaak van ons kraambezoek te horen hoe hard hij wel op me leek, alsof ze daarmee wilden zeggen: ‘Jij telt wél mee.’»

Nooit meer Unicef

PARYS «Ik ben me er heel erg bewust van dat ik, als ik tien jaar eerder was geboren, geen kinderen gehad zou hebben. Ik besef goed dat ik met mijn gat in de boter ben gevallen: de wetgeving hier laat het toe en de maatschappij zegt: ‘Proficiat, mannen.’»

DE COSTER «Met enige nuance.»

PARYS «Da’s waar. Je zult nooit iederéén meekrijgen, maar grosso modo wordt het ouderschap bij holebikoppels wel aanvaard. Toen ik een keer één van de kinderen ging ophalen aan de kleuterklas, kwam zijn vriendje naar zijn mama toegelopen met de boodschap: ‘Mama, ik wil óók twee papa’s!’»

DE COSTER «Bij Amos en zijn vriendjes gaat het ook zo: ‘Mijn fiets is groter dan die van jou.’ ‘Ja, maar jij hebt maar één mama en ik heb er twee.’»

HUMO Hebben jullie schrik dat het ooit omslaat in gepest, zodra de kinderen wat ouder worden?

DE COSTER «Om dat te vermijden, helpt maar één ding: exposure. Het is belangrijk dat ons gezin als normaal gezien wordt.»

PARYS «Het maakt inderdaad een groot verschil als kinderen hun eigen situatie kunnen herkennen bij andere kinderen. Op die manier laat je hun voelen dat ze welkom zijn, ook al behoren ze niet tot een doorsneegezin. Al vraag ik me steeds meer af wie wél nog een doorsneegezin vormt.»

GENNEZ «Scholen houden wél nog vaak vast aan de klassieke norm. Omdat ik de commissie Onderwijs volg in het Vlaams Parlement, kreeg ik op een dag een huilend meisje van 18 aan de lijn: haar ouders waren al jaren gescheiden en ze was deels opgevoed door haar pluspapa, al had ze ook een goeie band met haar biologische papa. Voor het feestelijke afstudeermoment had de school alle leerlingen laten weten dat ze twee mensen mochten meebrengen. Mama en papa, dus. Maar dat meisje kon helemaal niet kiezen. Hoe kon ze haar pluspapa, die zoveel had geïnvesteerd in haar schoolcarrière, die dag thuislaten? De reactie van de school was nogal bot: er paste nu eenmaal niet meer volk in de turnzaal.»

DE COSTER «Zoiets is toch compleet achterhaald? Bij Amos op school hebben ze het goed geregeld: op Moederdag maakt hij gewoon dubbele cadeautjes. En voor Vaderdag maakt hij vaak ook nog iets.»

PARYS «Botheid kom ik eigenlijk zelden tegen, hooguit stoten we op wat onbedoeld onbegrip.»

GENNEZ «Het gaat er zeker niet altijd zo aan toe, maar vaak zijn we toch nog ingesteld op het traditionele plaatje. Het klassieke gezin blijft de norm.»

PARYS «Onze pleegzoon moest in de klas een keer zijn stamboom tekenen: die jongen had bijna een A3-blad nodig!»

DE COSTER «Voor mijn part mogen ze de stamboom vervangen door een netwerk. Vandaag kiezen we toch eerder zélf wie tot onze familie behoort. We stellen ze zelf samen, als een roedel. Amos doet dat ook: mijn zus heeft een dochtertje samen met haar vriendin. ‘Zij is mijn zusje,’ zegt Amos. Prima, denk ik dan.»

GENNEZ «Wij doen ook vaak een beroep op een netwerk dat veel minder familiaal is – in de betekenis van bloedverwant – dan vroeger. Het kan ook niet anders: om alle drukke avonden te overbruggen hebben we een leger van babysits. Allemaal jonge tieners en twintigers die zo vaak in ons huis zitten dat we ze bij wijze van spreken hebben geadopteerd.»

PARYS «Love makes a family. ‘Jullie zijn gelukzakken,’ zeg ik vaak tegen de kinderen, ‘jullie hebben zoveel mensen die van jullie houden.’ Dat is wat telt.»

HUMO Behalve als je halsoverkop verliefd wordt op iemand met kinderen, gaat aan het niet-biologische ouderschap altijd een bewuste keuze vooraf.

PARYS «Bart en ik hebben geprobeerd spontaan ouder te worden. Helaas, we failed (lacht). Bij Saskia ligt dat nog net iets anders.»

DE COSTER «Nee, hoor. Bij ons was het ook nooit spontaan gelukt (lacht). Maar bij mij zijn er wel allerlei moeilijke overwegingen aan de beslissing voorafgegaan.»

HUMO Je stond niet te springen om moeder te worden.

DE COSTER «Mijn lijf heeft nooit geroepen: ‘Ik wil kinderen maken!’»

PARYS «Het mijne wel. Ik heb altijd geweten dat ik papa wilde worden. Met man of vrouw zijn heeft dat gevoel dus niks te maken. Ik heb talloze eerste dates verknald met mijn vurige kinderwens. Zo had ik eens een date met een knappe gast, een New Yorks model. Ik heb mijn kinderwens die eerste avond op tafel gegooid. Zijn reactie was eerder lauw: ‘Wow, this is soon.’»

”Ik heb altijd papa willen worden, ik heb talloze eerste dates verknald met mijn vurige kinderwens.’ Lorin Parys

DE COSTER «Nu klink je als een wanhopige vrouw van ergens in de 30, gretig op zoek naar zaad.»

PARYS (lacht) «Nee, zo erg was het niet. Maar ik wilde niet al mijn tijd stoppen in een relatie waarvan ik op voorhand wist dat die nooit kon uitmonden in een gezin.

»Toen ik Bart ontmoette, voelde ik na een tijdje dat hij niet erg happig was om snel papa te worden. Hij is vier jaar jonger dan ik. ‘Oké,’ dacht ik, ‘zoiets kun je niet forceren.’ Net toen ik op het punt stond het op te geven en me te schikken in een leven zonder kinderen, zei hij dat hij ook graag een gezin wilde – wat een opluchting. Ik wilde echt niet het homokoppel worden dat elke mogelijke citytrip heeft gedaan en van wie het huis piekfijn in orde is, met de laatste nieuwe designmeubelen. In mijn huis moet gelééfd worden, met kinderen en alle rommel die daarbij komt kijken.»

DE COSTER «Bij mij is het omgekeerd geëvolueerd: ik had mezelf nooit met kind voorgesteld. Ook mijn moeder heeft altijd gezegd dat ik maar beter nooit aan kinderen kon beginnen: dat zou volgens haar zeker niet goed komen. Ik kan me voorstellen dat ik niet de uitstraling heb van een moeke, maar sinds ik mama ben, begin ik steeds minder te geloven dat dat bestaat, mama’s en papa’s bij wie het ouder-instinct is aangeboren, die vanzelf weten hoe het moet, dat ouderen. Ik ben er meer en meer van overtuigd dat je mama of papa wórdt. Het verhaal stopt niet als je je genen hebt doorgegeven. Dan begínt het net.»

PARYS «Ik geloof volstrekt níét in de roze wolk.»

DE COSTER «Toen Inge en ik begonnen aan de hele procedure om zwanger te worden, kwamen we in een soort fertiliteitsfabriek terecht in het UZ Brussel. Iedereen denkt dat het alleen maar gays zijn die daar baby’s gaan kopen, maar het zit er vol met hetero’s van over de hele wereld – de welkomst-dvd was maar liefst in vijftig talen. Maar wij, de gays, waren de enigen die op gesprek moesten bij de psycholoog. Op zich is het een zinnig idee – mensen die aan een kind beginnen, of ze nu homo of hetero zijn, naar de psycholoog sturen – maar het blijft wel merkwaardig dat de één het wel moet doen en de ander niet.»

PARYS «Er is nog veel zwart-witdenken. Ik moet vaak de biologische ouders van mijn kinderen verdedigen. In de ogen van veel mensen zijn zij de slechteriken en wij de helden. Dan zeggen ze: ‘Jullie moeten vijf jaar wachten voor jullie een kind krijgen en allerlei evaluaties doorstaan, terwijl zij zomaar een kind op de wereld mogen zetten en ze zorgen er niet eens voor.’ Zo is het natuurlijk helemáál niet. Ik hoop dat iedereen eens goed en diep nadenkt voor hij aan kinderen begint, maar een psychologische evaluatie om aan procreatie te mogen doen, lijkt me toch een brug te ver.

»Kinderen krijgen doe je vooral voor jezelf, daar bestaan wel wat misverstanden over. Het is een daad van egoïsme. Dat moet ik ook vaak corrigeren, als mensen weer eens zeggen: ‘Nu moeten jullie nooit meer aan Unicef schenken.’ Alsof wij onze duit al in het zakje hebben gedaan. Nee, ik ben Moeder Teresa niet, ik doe dit ook voor mezelf.»

Toffe tante

HUMO Saskia, net na de komst van Amos had je het gevoel dat je er wat voor spek en bonen bij zat.

DE COSTER «Klopt. Dat had met de borstvoeding te maken: ik had die lichamelijke band niet met hem. En ook wel met het fysieke aspect: ik vind in mijn zoontje niks terug van mijn vader of moeder. Die link is er gewoon niet.»

HUMO Is die fysieke gelijkenis dan zo belangrijk om je ouder te voelen?

DE COSTER «Nee. Nu vind ik het wel leuk dat mijn zoontje heel erg lijkt op zijn biologische ouders. Je kunt daar niet omheen. We wonen in Antwerpen vlak bij de chassidische wijk, tussen de strikt orthodoxe Joden die je eigenlijk niet mogen aankijken. Amos trekt zich zich daar niks van aan, gaat pal voor hun neus staan en kijkt hen recht in de ogen: ‘Hallo!’ Dan zie je ze smelten. Dat hypersociale en zijn totale onstuimigheid heeft hij van zijn mama. Ik vind dat wel mooi. Ik zit er met verbazing naar te kijken. Hij doet ook iets met zijn handen dat me heel erg doet denken aan zijn biologische vader. Amos heeft hem dat nooit zien doen, dus kan het onmogelijk een kwestie van imitatie zijn. Het móét iets zijn dat al in hem zat. Het is dus nature, en niet nurture.»

PARYS «Mooi dat jullie je donor kennen. Ik heb een probleem met anoniem donorschap. Als kind heb je het recht om te weten wie je vader is.»

DE COSTER «Ik heb aan de biologische vader van Amos weleens gevraagd wat hij antwoordt als ze hem vragen of hij kinderen heeft. ‘Dat hangt ervan af,’ zei hij. Naar zijn gevoel heeft hij geen kinderen, al loopt er wel ergens op de aardbol een wezentje rond dat hij op de wereld geholpen heeft. Maar vader is hij niet.

»Toen Amos werd geboren, kregen we vaak de vraag: ‘En wie is nu de papa?’ Kennelijk willen mensen dat toch weten. Ik snap het wel: ik heb dat zelf ook, als twee vriendinnen een kindje krijgen. Maar zodra je het weet en je het kind zelf leert kennen, doet het er niet meer zo toe.»

GENNEZ «Toch vreemd dat we altijd alles willen benoemen. Deze week moest ik voor Het Nieuwsblad een verkiezingsfiche invullen. Bij de vraag of je kinderen hebt, stonden twee vakjes: ja of nee. Ik wilde invullen: ‘Ja, ik heb twee pluskinderen’ – ik wil absoluut niet de plek van hun mama – maar dat kreeg ik dus niet in die vakjes gepropt. We moeten dringend de hokjes overstijgen.»

DE COSTER «Bij de geboorte van Amos heb ik meteen een document ondertekend dat zei dat ik, voor de rest van zijn leven, zijn andere ouder ben. Het is ongelofelijk mooi dat dat kan, dat zoiets voorzien is in ons systeem. Zo is het voor Amos altijd duidelijk dat ik van bij zijn geboorte dat engagement ben aangegaan. Toen die handtekening er stond, besefte ik opeens: ‘En nu is het aan mij.’»

HUMO Sinds dat moment ben je officieel zijn mama. Maar vanaf welk moment vóélde je je ook zijn mama?

DE COSTER «Toen Amos er net was en ik een keertje uitging, flitste het opeens door mijn hoofd: oei, ik heb een kind. Alsof ik het even was vergeten. Ik voelde me bijna zo’n ouder die z’n kind in de auto heeft achtergelaten. Een nachtmerrie!»

PARYS «Opeens voel je je verantwoordelijk voor dat wezentje. Heel gek hoe dat gevoel er meteen is.

»Bij ons kwam het ouderschap heel abrupt. Je kunt je niet voorbereiden op een pleegkind: je weet niet wanneer het komt, of hoe oud het precies zal zijn. Papflessen kopen heeft geen zin: voor hetzelfde geld is je kindje al 3. Toen we het telefoontje kregen over ons oudste pleegzoontje, waren we net op citytrip – onze laatste citytrip als homokoppel zonder kinderen (lacht). We zijn geland en rechtstreeks naar het ziekenhuis gereden. We hadden niks. Ik denk zelfs dat we hem in een wasmand naar huis hebben gebracht. Hij was toen 6 maanden.»

 

HUMO Kom je dan thuis en denk je: ‘En nu ben ik papa’?

PARYS «Ik heb meteen naar mijn moeder gebeld: ‘Hoe dóén mensen dit?’ (lacht) Het was 12 uur ’s middags, ik had nog niks gegeten en had nog niet gedoucht, maar ik had wel al drie luiers ververst.»

GENNEZ «Vrienden van ons hebben ook een pleegkindje. Toen de baby een paar maanden bij hen was, hebben ze een welkomstfeestje gehouden.»

PARYS «Ik voel me nog altijd schuldig dat ik voor mijn twee pleegkinderen geen geboortekaartjes heb verstuurd. Een eerste pleegplaatsing is altijd maar voor zes maanden. Daarna wordt beslist of de plaatsing wordt verlengd. Zeker bij je eerste pleegkind is het bang afwachten: blijft hij straks of blijft hij niet? Voor onze adoptiedochter Mabel hebben we wél een kaartje gemaakt, maar durfden we pas veel later een feest te geven. Na een adoptie heeft de biologische mama nog altijd bedenktijd. Een feest voelde als het lot tarten.»

DE COSTER «Bij de geboorte van Amos zijn we helemaal loosgegaan. We hadden niet alleen een geboortekaartje, we hebben zelfs een fuif gegeven. Op een boot nog wel.»

PARYS «Nu voel ik me nóg schuldiger.»

DE COSTER (lacht) «We hadden zelfs maskers laten maken van Amos’ gezicht. Zo was hij er toch helemaal bij die avond. Je moet het je voorstellen: honderd volwassenen die op een fuif met een babygezichtje rondlopen.

»Soms vraag ik me af of je als niet-biologische ouder de neiging hebt om te gaan overcompenseren, vanuit de gedachte: ik ben niet zijn biologische mama, dus moet ik wel tonen wat ik in huis heb. In het begin had ik dat zeker. Ik ging extra ijverig doen.»

‘Ik zie mijn pluskinderen doodgraag, maar het is wel moeten groeien.’ Caroline Gennez

GENNEZ «Ik denk niet dat ik al ooit ben gaan overcompenseren. Ik gedraag me niet als de toffe tante of de leuke plussie, bij wie je extra veel snoep kan lospeuteren. Maar ik denk wel dat ik iets losser met de kinderen omga, omdat ik de primaire zorg en verantwoordelijkheid aan de twee ouders overlaat. Ik ben een back-up, een plus. Ik benoem het ook altijd zo: ‘Ik ben niet mama, ik ben de vriendin van papa.’ Ik ondersteun Bart vanop de tweede rij. Maar als ze vallen en hun knie schaven, dan zal ik altijd een kusje geven en een pleister plakken. En dan desnoods eentje van Kabouter Plop: dan geneest het sneller.»

PARYS «Je zou mijn huis eens moeten zien. Ik las dat Studio 100 vorig jaar 179 miljoen euro winst heeft gemaakt. Ik had gezworen geen enkel product van hen in huis te halen, maar nu zit bij die winst toch een flinke duit van mij, denk ik.»

GENNEZ «Ik zie mijn pluskinderen doodgraag, maar het is wel moeten groeien. Een plusouder is zoals een feminist: je wordt niet zo geboren, je wordt het langzaamaan. Jef was pas 2 toen ik in zijn leven kwam. In het begin hing hij heel erg aan zijn papa. Ik beschouwde mezelf toen nog meer als een babysit. Eén van de eerste keren dat ik in mijn eentje op de kinderen moest passen, kreeg hij een soort kleuterpuberteitdriftbui. Hij wilde niet stoppen met roepen. Op den duur dacht ik: straks denken de buren nog dat ik de kinderen aan het mishandelen ben (lacht). Hij was gewoon niet meer te kalmeren. Dat heeft een minuut of 10 geduurd – in mijn hoofd leken het drie dagen – tot ik op het idee kwam: ik toon hem gewoon een foto van papa op mijn gsm. Zo heb ik hem uiteindelijk in zijn bedje gekregen. Toen Bart ’s avonds thuiskwam, was ik doodop en nog altijd zwaar onder de indruk, maar voor Jef was het alsof er niks was gebeurd.»

HUMO Een nieuw samengesteld gezin kan ook weer uit elkaar vallen. Zit dat altijd ergens in je achterhoofd?

GENNEZ «Ja. Dat is me in een vorige relatie overkomen. Plots heb je geen enkel contact meer met die kinderen. Dat is keihard. Je gaat door een dubbele rouw: je bent niet alleen je relatie kwijt, maar ook een paar goeie vriendjes. Dat wéét je als je in zo’n relatie stapt, maar je denkt er niet over na.»

‘Je ouder voelen heeft ook veel te maken met angst: in het begin was ik vooral bang’ Saskia De Coster

Blauwe lippen

DE COSTER «Ik heb gemerkt dat je ouder voelen ook veel te maken heeft met angsten. In het begin was ik vooral bang. Dan lag dat kleine ventje eindelijk vredig te slapen en kon ik alleen maar denken: hij ademt niet meer, hij is dood. Ik moest me dan uit alle macht tegenhouden om niet aan hem te gaan schudden. Dan maakte ik mijn vriendin wakker, wierp zij één blik op onze zoon en zei ze: ‘Laat hem slapen, hij is oké.’ Wéér een reden voor mij om te denken: zij voelt dat aan omdat ze zijn biologische mama is, en ik niet.

»Tegelijk trok ik me zijn pijntjes heel erg aan. Daarin zag ik dan een bewijs dat ik wél zijn mama ben. Viel hij op zijn hoofd, dan kon ik alleen maar denken: ik wilde dat ík op mijn hoofd was gevallen, en niet híj.»

GENNEZ «Ik zie die angst om hun welzijn zelfs bij mijn ouders. Hun band met de kinderen is niet zo hecht als die van biologische grootouders, maar hij is er wel. De kinderen zijn een keer met hen naar zee geweest. Jef is een geweldige waterrat en heeft vier uur lang in het water gespeeld. Die hele tijd is mijn moeder op een krukje aan de rand van het water blijven zitten, doodsbang om die kleine ook maar een seconde uit het oog te verliezen. Haar hele rug was verbrand, maar dat had ze ervoor over. Zulke dingen doen we allemaal: vorig weekend deed Jef mee met de Kids Run van de Antwerp 10 Miles. Ik vond de school niet waar het vertrekpunt was, dus heb ik half Antwerpen rondgelopen. ’s Avonds zag ik dat ik 11 kilometer had afgelegd die dag, gewoon om Jef aan de start te krijgen.»

‘Alle shit doen waarvan je dacht dat je er nooit je handen aan zou vuilmaken: dát is ouderschap’ Saskia De Coster

DE COSTER «Kijk, dát is voor mij ouderschap: al die shit doen waarvan je nooit gedacht had dat je er ooit je handen aan zou vuilmaken.»

PARYS «Wij hebben zwemles op zondagochtend om 8 uur. Als dát geen ouderliefde is, dan weet ik het niet meer.»

DE COSTER «Absoluut. Ik háátte zwemmen voor Amos er was, maar toch ga ik nu mee dat zwembad in, in plaats van lekker in de cafetaria een koffie te drinken. Ik ga dan zelf op in dat geploeter. Na een uur of twee weet Amos nog steeds niet van ophouden en zit ik daar met blauwe lippen. Dan denk ik voldaan: ik ben een échte mama.

»Het heeft even geduurd, maar nu denk ik niet meer dat mijn ex-vriendin – we zijn intussen uit elkaar – ons zoontje beter aanvoelt dan ik. Al blijf ik er wel van overtuigd dat er een verschil is. Dat hoor ik ook van lesbische mama’s die elk een baby hebben gedragen: stiekem zeggen ze dat het gevoel anders is bij hun biologische kind. Dat heeft niks met de liefde te maken, maar alles met… »

PARYS «… biologie?»

DE COSTER «Precies. Met oorsprong. De kinderen maken dat verschil ook. Zij denken ook: ‘Ik kom uit die buik en jij uit de andere.’»

HUMO Je stond al niet te springen voor het ouderschap, maar nu moet je het ook nog eens in je eentje doen. Valt het co-ouderschap mee?

DE COSTER «Nu vind ik het zelfs heel tof. Ik kan nu nog meer opgaan in mijn moederrol. Vroeger had ik de neiging om te zeggen: ‘Ik kan dat niet goed, doe jij het maar.’ Nu kan ik er niet meer onderuit. Onze band is daardoor hechter geworden.»

HUMO Krijg je nog vaak de vraag of dat blonde, blauwogige kind bij jou hoort?

DE COSTER «Ik vind het heerlijk als we ergens zijn en hij luidkeels ‘Mama!’ roept. Dat kan me nog steeds verrassen: ‘Ah ja, dat ben ik.’ Maar dat heeft niks meer met onzekerheid te maken. Want laten we toegeven: biologisch of niet-biologisch, niemand weet hoe het moet.»