Liegen, botte burenruzies en een volledig doorgedraaide Nederlander: pop-upvrederechters klappen uit de praktijk
‘Ik heb een moeder huiswaarts gestuurd die later haar kinderen heeft gedood. Daar voel ik me nog altijd slecht over’
Een jonge vrouw komt klagen dat haar louche Tinderdate haar nog 200 euro verschuldigd is. Een andere vrouw koopt een hond bij een illegale broodfokker en is verbaasd dat het beestje ziek wordt. Een oudere man klaagt dat bomen hun bladeren laten vallen: ‘Het is hier altijd herfst.’ De problemen die aan bod komen in ‘Pop-uprechtbank’ zijn niet van staatsbelang, maar voor de betrokken partijen daarom niet minder prangend.
Herlinde Van de Wynckel «Wat futiel is voor u en mij en voor één van de partijen, is vaak van levensbelang voor de andere partij, dát is het centrale probleem bij alle bemiddeling. Sommigen fixeren zich zo op een klein probleem dat het in hun ogen enorme proporties aanneemt.»
Alberic De Roeck «Zo herinner ik me een verhuurcontract waarin bepaald was dat het verhuurde appartement elk jaar geschilderd moest worden. De verhuurder was ziedend omdat het appartement níét werd herschilderd, nadat de huurder er amper acht maanden in woonde. Ik ben ter plaatse gaan kijken. Dat appartement was píékfijn in orde, op geen enkele muur was ook maar één krasje of vlekje te bespeuren. Het was de enige keer dat ik heb gezegd: ‘Mevrouw, zijn er nu echt geen ergere problemen in de wereld? Ik sluit hierbij het dossier!’»
HUMO Een vrederechter staat dicht bij de strijdende partijen. In een top drie van karaktertrekken die een vrederechter moet hebben, zou ik daarom mikken op empathie, geduld en gezond verstand.
De Roeck «Klopt. En zet geduld maar op één (lacht). En op vier tact, en op vijf kunnen luisteren. Ik probeerde altijd om het eerste uur niets te zeggen.»
Van de Wynckel «Je moet ook respect kunnen opbrengen voor de meest rare mensen. En meegaan in hun verhaal. Ooit had ik een onberekenbare, agressieve man voor mij die tierde dat hij mij zou vermoorden als zijn kinderen in een instelling zouden worden geplaatst. ‘Denkt dat kreng nu écht dat ik dat pik?!’ Ik heb hem laten razen en geduldig geluisterd naar zijn relaas. Toen heb ik rustig op hem ingesproken en hem aan het verstand gebracht dat een goede huisvader aan het welzijn van zijn kinderen denkt, en dat hij zijn kroost geen dienst bewijst door te weigeren. Uiteindelijk is hij zijn kinderen zélf gaan afzetten aan de instelling.»
De Roeck «Vrederechters waren lang bevoegd om voorlopige maatregelen te nemen bij ‘dwingende huwelijksperikelen’. Dat kwam er vaak op neer dat wij bij een vechtscheiding de twee partijen uit elkaar moesten houden om te voorkomen dat ze elkaar zouden uitmoorden. Ik herinner me een koppel dat 45 jaar getrouwd was. ‘Dat wijf wil ik nooit meer zien!’ brulde de man. Vervolgens voerde zijn vrouw het hoge woord. Haar man zei urenlang geen woord meer. Die twee heb ik níét kunnen verzoenen. Misschien maar goed ook (lacht).»
HUMO Vrederechters zijn ook bevoegd voor onteigeningen, terwijl ik dacht dat een onteigening door stad of staat sowieso onaanvechtbaar is?
De Roeck «Dat is zo. Het dispuut gaat dan over de gepaste som. Zo werd eens een hele loods en appartementsgebouw onteigend omdat aan een tramhalte extra ruimte nodig was voor de voetgangers. Bij de onteigening gingen de eigenaars van acht van de dertien appartementen meteen akkoord met de prijs die de overheid bood. Vijf anderen weigerden en trokken naar de vrederechter. Een expert schatte dat elk van die appartementen een derde meer waard was. Natuurlijk wilden die eerste acht ook elk een derde meer, maar voor hen was het te laat.»
Van de Wynckel «Er ontstaan ook vaak conflicten over erfdienstbaarheid, bijvoorbeeld als de eigenaar van een woning verplicht is om zijn buur te laten passeren langs een pad dat doorheen het perceel van de eigenaar loopt. Die wil dat pad afsluiten om zijn privacy te beschermen, waarop de buur bezwaar aantekent… Zo’n conflict kan decennialang aanslepen voor het bij die mensen opkomt om ons te raadplegen.»
‘Vaak slepen conflicten decennialang aan voor het bij mensen opkomt een vrederechter te raadplegen’
HUMO Als de vrederechter iemand ontbiedt, kan die persoon beslissen om niet op te dagen. Is dat niet onzinnig? Alleen wie schuldig is, kiest er toch voor om niet op te dagen?
Van de Wynckel «Iemand heeft het recht om zich níét te verdedigen. Dat is een manier om te zeggen: ik leg me nu al neer bij het oordeel van de rechter. In die houding kan arrogantie of minachting voor het slachtoffer schuilen, maar in dat geval zal de rechter met die laakbare houding rekening houden in zijn oordeel.
»Ik heb het geval behandeld van een verpachter die zijn pachter op staande voet wilde opzeggen. Maar dat kan natuurlijk niet zomaar. De pachter weigerde te vertrekken, waarop de verpachter met een tractor heel diens oogst kapotreed. De pachter eiste schadevergoeding. De verpachter, een erg moeilijke man, liet verstek gaan. Ik heb dus vonnis uitgesproken in zijn afwezigheid en de pachter heeft zijn centen gekregen. Uiteindelijk is onze uitspraak bindend.»
‘Dat mensen te kwader trouw zijn, verbaast me niet, maar hoe vér ze durven gaan wel’
Vechtende bomma’s
HUMO Wat me verbaasde, is dat ook collocaties onder de bevoegdheid van de vrederechter vallen. Zijn dat voornamelijk gevallen van moegetergde mannen die hun vrouw gedwongen willen laten opnemen omdat ze haar beu zijn?
Van de Wynckel «Of omgekeerd (lacht). Soms moet je tot collocatie overgaan in het belang van de gemeenschap, omdat iemands gedrag grote risico’s inhoudt voor de omgeving. Ik heb het geval meegemaakt van een heel forse zwarte vrouw die een psychose had. De vraag kwam toen van het parket, want zij zat in de cel. De griffier en haar advocaat waren erbij en zeiden me: ‘Dit is delicaat: ze is naakt en weigert zich aan te kleden. Ga jij maar alleen binnen.’ Toen ik de cel betrad, eiste die vrouw dat ik met haar zou douchen. Toen ik tactvol weigerde, greep ze me vast en sleurde ze me mee naar de douche. Mensen in een psychose hebben ongelofelijk veel kracht, ze hebben die vrouw met drie mensen van me af moeten trekken! Ze had toch mijn trui uitgetrokken en die in het toilet gegooid, dus ik stond daar zelf halfnaakt.»
De Roeck «Ik heb ooit te maken gehad met een volledig dolgedraaide Nederlander die door de politie was opgepakt. Hij was apestoned, stomdronken en agressief. Bovendien had hij in de kathedraal tegen het altaar geplast. Zijn verhaal was dat hij een paar keer per jaar in Antwerpen zwaar doorzakte, maar dat hij verder perfect evenwichtig was. Op het moment zelf zijn zulke mensen psychotisch en onhandelbaar, maar tegen de tijd dat ik ze zie, zijn ze gekalmeerd en blijken ze inderdaad op die ene uitspatting na vrij normaal.
»Er was ook het geval van de zoon van een bekende Vlaamse sportman die verslaafd was aan drugs. Die jongen was extreem psychotisch en de ouders konden hem niet de baas. De vader zei me ten einde raad: ‘Ik geef mijn zoon nog één kans, en als dat niet lukt, mag u hem definitief opsluiten.’ Zover is het niet gekomen: die jongen is enkele dagen later voor de trein gesprongen.»
Van de Wynckel «Ik was lang jeugdrechter en toen was mijn grootste probleem dat er altijd onvoldoende plaats was om alle acute probleemgevallen op te vangen. Eén jaar werden slechts 600 van de 1.100 beslissingen tot opname uitgevoerd omdat ambtenaren zeiden: ‘Sorry, geen plaats.’ Ik ken jeugdrechters die meisjes die door hun vader werden misbruikt terug naar huis moesten sturen omdat nergens plaats was. Dat is… ellendig.
»Ooit, met Kerstmis dan nog, kwamen de moeder en grootvader van een 15-jarige psychotische jongen smeken om hem op te nemen. Op hun knieën. Letterlijk. Ik heb zélf bij alle autoriteiten en bevoegde instanties gesmeekt, zelfs bij mijn schoonbroer die een leidinggevende functie had in een ziekenhuis, maar er was nergens plaats. Ik had geen keuze dan te zeggen: ‘Neem hem terug mee naar huis.’ Waarop de moeder en grootvader huilend zeiden: ‘Dat kunt u ons niet aandoen!’ Over hun eigen kind! Ik krijg nog kippenvel als ik eraan terugdenk. Intussen was die jongen in de cel dermate uit de bol gegaan dat ze hem toch hebben laten colloqueren op eis van een dokter. Dat was onze ‘redding’.»
HUMO Bent u ooit bedreigd geweest?
Van de Wynckel «Neen, maar ik ben wel ooit bijna bij een vechtpartij betrokken geraakt. Op de gang was zelfs een rechter in toga bij dat relletje betrokken geraakt. Een twintigtal mensen raakte verzeild in dat gevecht, mannen én vrouwen. De stoelen vlogen door het raam… Ik heb toen geprobeerd om twee oververhitte bomma’s van elkaar te scheiden. Na afloop heb ik nog plukken haar op de vloer gevonden.»
De Roeck «Ze hebben ooit een beer van een vent in een isolatiecel gestopt. Niemand durfde daar nog binnen te gaan, maar ik móést hem spreken, dat is de wet. Ik stapte de cel binnen, en tot mijn verbijstering werd die man ijzig kalm.»
Van de Wynckel «Ik moest eens een man in de isoleercel spreken die dreigde een pot pis over de bewakers uit te gieten. Ik zette me schrap, maar hij pakte de pot en… goot het over zijn eigen hoofd.»
HUMO Ik zag ooit in Amerika een huwelijksfeest waarbij de bruid nog diezelfde dag naar de vrederechter stapte.
De Roeck «Dat heb ik ook meegemaakt. Op een huwelijksfeest ontstond een gigantische ruzie tussen de twee families. De schade aan de locatie bedroeg 20.000 euro en de factuur van de traiteur werd niet betaald. Diezelfde dag nog ging het echtpaar uit elkaar. Wie moest betalen? De juridische moeilijkheid was dat strikt gezien de bruidegom het feest en de traiteur had besteld, dus volgens de wet moest ik enkel hem veroordelen, terwijl hij niet noodzakelijk de oorzaak van die burgeroorlog was. Het was slopend om dat tot ieders tevredenheid te regelen, ik word nog moe als ik eraan terugdenk.»
‘Ik werd ooit geraadpleegd door de eigenaar van een nieuw appartementsblok wiens huurder op de bovenste verdieping niet betaalde. Toen we de deur openden, bleek het appartement volledig gestript. Letterlijk álles was weg’
Politiek correct
HUMO Soms gaat de vrederechter ter plaatse om te verifiëren of de geschetste situatie waarheidsgetrouw is. Wat kom je dan tegen?
De Roeck «Ik ga altijd kijken bij huurgeschillen. Ik ben al in panden geweest waar een advocaat uit Limburg 700 euro huur vroeg voor een piepklein arbeidershuisje waarvan het dak lekte en waar letterlijk níéts naar behoren functioneerde. De klager was een man die mij had benaderd omdat hij uit burgerlijke ongehoorzaamheid weigerde zijn huur te betalen. Ik oordeelde dat de huurder geen huur meer moest betalen tot álles hersteld was. De advocaat maakte het toen meteen in orde. Assertief zijn helpt.
»In het kanton Borgerhout heb ik op dat vlak onvoorstelbare wantoestanden gezien. Arme huurders durven vaak niet naar de vrederechter te stappen, ze zijn allang blij dat ze een dak boven het hoofd hebben, ook al lekt het.»
HUMO U zetelde in kanton Borgerhout, een relatief arme gemeente met veel inwoners van allochtone origine, en later in Schilde, een residentiële gemeente met welgestelde mensen. Constateerde u een fundamenteel verschil tussen die twee?
De Roeck «In Schilde had ik bijna geen werk. Waar mensen op grote percelen wonen die de privacy garanderen, zijn beduidend minder disputen dan waar burgers dicht op elkaar wonen. Eerlijk gezegd speelt ook het niveau van beschaving mee. In Schilde waren ook bijna nooit geschillen met huurders, simpelweg omdat daar bijna iedereen koopt, niet huurt.
»In Borgerhout en Berchem, daarentegen… (Diepe zucht) Het is moeilijk om daar iets over te zeggen zonder dat het stigmatiserend of polariserend overkomt. Maar de feiten zijn de feiten, hè. Er was het geval van een Marokkaanse vrouw die zes kinderen had uit haar eerste huwelijk en die trouwde met een veel oudere Marokkaanse man met vijf kinderen. Zij trokken voor die elf kinderen kindergeld, waarmee de man al jaren systematisch landbouwgrond en sinaasappelplantages in Marokko aankocht. De moeder kreeg voor het onderhoud van de elf kinderen 200 euro per maand van hem, een aalmoes. Die kinderen waren ondanks alles stuk voor stuk hardwerkende pubers, die klusjes deden om hun moeder bij te staan en die hun best deden op school. Maar de vader was een ramp. Ik heb een vonnis uitgesproken waarbij vanaf dan 80 procent van alle inkomsten van de man naar zijn vrouw werden doorgestort.»
Van de Wynckel «In Zandhoven waren de allochtonen vaak Nederlanders met illegale wietplantages (lacht). Verder kreeg ik vooral te maken met geschillen tussen buren. Burgers zijn mondiger dan ooit – dat is een tactvol eufemisme – en ze aanvaarden minder dan ooit redelijke beslissingen die de autoriteiten nemen.»
De Roeck «In Borgerhout was mijn griffier een dame van Marokkaanse origine. In de overgrote meerderheid van de gevallen spraken de beklaagden geen Nederlands en er was geen budget voor een tolk. Als ik dan vroeg of een geïntegreerd familielid wilde tolken, gebeurde het geregeld dat dat familielid de antwoorden op mijn vragen heel opportunistisch vertaalde. Eén keer zei die griffier me: ‘Dat neefje vertaalt niet, hij fluistert zijn tante in wat ze moet zeggen of antwoordt in haar plaats! Wat hij zegt is iets helemaal anders dan wat ik haar net hoorde zeggen!’ Voor u het vraagt: de griffier mag officieel niet tolken.
»Er was ook een man die op de vijfde verdieping van een flatgebouw een schaap had geslacht in een badkuip, waardoor de leidingen van het hele gebouw verstopt waren, met gigantisch hoge kosten tot gevolg. Die man bezat niets, dus de gemeenschap draaide voor die kosten op. Nogmaals, de feiten zijn wat ze zijn: met de zwarte gemeenschap had ik in Borgerhout nooit last.»
Van de Wynckel «Met de Turkse gemeenschap ook veel minder. En met de Joodse al helemaal niet: áls daar al een probleem is, dan lossen zij dat intern op. Wij werden ooit een maand lang gevolgd door een cameraploeg van de VRT. Bij meer dan twintig van de dertig behandelde zaken toen was een Marokkaan of een Turk de oorzaak van het probleem. Die man van de VRT zei mij vlakaf: ‘Dit kan ik niet uitzenden, het is niet politiek correct.’ Da’s geschiedenisvervalsing, hè.»
HUMO Wat zijn de praktische feitelijke grenzen van uw bevoegdheid?
De Roeck «De ouders van een onhandelbaar kind kunnen als het 18 jaar wordt de uithuiszetting aanvragen. Dat vind ik altijd lastig. Ik woon daar niet, ik zie die mensen maar één of twee keer een uurtje. Vaak zijn dat soort jongeren totaal onberekenbaar. Het is al gebeurd dat de situatie leek te verbeteren, waarna het kind een terugval kent en plots heel gewelddadig handelt. In één geval stelden de overige kinderen van dat gezin hun ouders voor de keuze: ‘Ofwel hij weg, ofwel wij.’ Die jongen bedreigde hen met een mes.»
Van de Wynckel «Ik heb een geval gehad waarbij een vrouw werd gecolloqueerd nadat ze haar kinderen met de dood had bedreigd. De psychiater adviseerde dat het hier om een uitwas van een bittere echtscheiding ging en dat de storm wel zou gaan liggen. Na ook de advocaat te hebben gehoord heb ik die vrouw naar huis laten gaan. Ik heb wel de sociale diensten en de hulpverleners van het voorval op de hoogte gebracht. Maar later heeft die moeder haar beide kinderen gedood. Daar voel ik me nog altijd slecht over. Maar wij zijn niet alwetend, niet helderziend, en gaan niet altijd ter plaatse.
»Van een ouderpaar waarvan zowel moeder als vader junkies waren heb ik ooit het 5-jarige dochtertje in een instelling geplaatst opdat ze veilig zou zijn. Ik had gezegd: ‘Je krijgt haar terug als je clean bent.’ Zes maanden later waren ze ‘afgekickt’ en kregen ze hun dochter terug – waarop de ouders prompt hervielen. En het kind kreeg een pot kokend water over zich heen. Ben ik kortzichtig geweest? Te goedgelovig? Wij mogen niet aan wishful thinking doen, maar soms hoop je tegen beter weten in op verbetering.»
HUMO Zijn betwistingen soms een geval van David versus Goliath? Een kleine garnaal die een zaak aanspant tegen de staat, bijvoorbeeld?
De Roeck «Dat gebeurt. En Goliath wint niet altijd. De eigenaar van een immobiliënkantoor in Mortsel had naast het kantoor ook een stuk grond in eigendom. Die strook had hij laten verharden om als parking te dienen voor zijn klanten en personeel. De gemeente verbood dat en plaatste paaltjes zodat niemand er nog kon parkeren. Ik heb toen beslist dat die paaltjes binnen de week moesten verwijderd worden, met een dwangsom van 5.000 euro per dag. De volgende dag waren ze weg.»
HUMO Moeten vrederechters zelf de handen uit de mouwen steken of hebt u daar personeel voor?
Van de Wynckel «Ik heb een zaak behandeld waarbij een alleenstaande oude dame in een vervallen boerderij woonde. Het was winter, het vroor, de kachel werkte niet, het dak lekte, op de ruiten stond ijs aan de binnenkant… De kans was reëel dat die vrouw zou doodvriezen. De sociale huisvesting vroeg om haar uit haar huis te zetten omdat ze sociale woningen op dat perceel wilden bouwen. De bewoonster weigerde te verkassen en beriep zich op haar pachtcontract. Maar pacht impliceert volgens de letter van de wet landbouwexploitatie en die vrouw was in de 80 en bovendien slecht te been, dus landbouwactiviteit was zeer onwaarschijnlijk. Toch beweerde ze dat ze nog dagelijks met de tractor reed. Waar ze niet op had gerekend, was dat ik haar om de sleutels vroeg en zélf die tractor probeerde te starten. Meteen bleek dat die overduidelijk al járen niet meer was gebruikt. Uiteindelijk zegde de huisvestingsmaatschappij toe dat die vrouw als eerste aanspraak kon maken op onderdak in één van hun projecten. Al kwam die toezegging te laat, want ze heeft het einde van de winter niet gehaald.»
‘Toen de VRT ons volgde, was bij meer dan twintig van de dertig behandelde zaken een Marokkaan of Turk de oorzaak. Men zei toen: ‘Dit kunnen we niet uitzenden, dit is niet politiek correct”
Kwade bedoelingen
HUMO In ‘Pop-uprechtbank’ blijkt dat verzoeningsgesprekken er vaak op uitdraaien dat ook een onschuldige partij water bij de wijn moet doen. Eigenlijk is dat niet eerlijk: als de ene partij volledig in fout blijkt, waarom zou de tegenpartij hem dan moeten tegemoetkomen?
De Roeck «Omwille van de goede vrede op lange termijn. Maar in sommige gevallen wordt de boosdoener te weinig gestraft en moet het eigenlijke slachtoffer toch tot op bepaalde hoogte de andere wang keren. Bovendien is de schade vaak al geschied, en heeft de schuldige al veel schulden lopen of is hij straatarm. Dan valt er bij hem niets te halen.»
HUMO Ik heb al vaak verhalen gehoord waaruit blijkt dat enkele egoïstische profiteurs hardwerkende burgers ellendig veel schade kunnen toebrengen.
De Roeck «Dat is helaas zo. De overlast van dat soort figuren voor de maatschappij is gigantisch. Er zijn profiteurs die elk jaar verhuizen om daar op hun nieuwe woonplaats ongestoord hun volgende wandaad te plannen. Te lang werd niet van de ene provincie naar de andere doorgegeven dat een bepaald persoon elders al een waslijst van asociale of frauduleuze handelingen op z’n kerfstok had.»
HUMO Hoe is het gesteld met de vergevingsgezindheid van de modale burger? Rancune heeft een goed geheugen. In de ‘Pop-uprechtbank’ zei een klager: ‘Dit conflict begon feitelijk in de jaren 60…’ We zijn een halve eeuw later.
Van de Wynckel «Ik heb een geval meegemaakt waarbij een dispuut was ontstaan over wie voor de begrafeniskosten van de vader moest opdraaien. Bij navraag bleek dat de oorsprong van het conflict terug te voeren was tot de kindertijd van die mensen, die nu zestigers waren. Bleek dat de ene zoon voor zijn plechtige communie géén fiets had gekregen, en de andere wél. Iets van die orde…»
HUMO Een andere precaire materie is de bewindvoering; als de familie kan beslissen dat opa niet langer geschikt is om zijn zaken te beredderen…
De Roeck «Niet enkel de familie, in principe kan iederéén bewindvoering aanvragen…»
HUMO Ik vind het hier in uw mooie langgevelhoeve wel gezellig toeven en u lijkt me niet echt evenwichtig…
De Roeck «Voor u de zaak hier kan overnemen, moet u dat eerst bewijzen (lacht). Roepen dat uw buurman gek is, volstaat niet. Vroeger volstond een verzoekschrift van enkele bladzijden, maar de trend is dat alles strenger en omslachtiger wordt, dus nu zult u al een tiental bladzijden moeten vullen met valabele argumenten. Plus een certificaat van een dokter. Maar bij bewindvoering kom je zaken tegen… (Blaast) Ik kwam eens terecht bij een vrouw die al wekenlang in haar eigen uitwerpselen marineerde én in die van haar hond en kat. Zij verzette zich niettemin tegen voorlopig bewind.»
Van de Wynckel «We moeten er altijd over waken dat de vraag tot aanstelling van een bewindvoerder geen slinkse manier is om aan iemands geld te kunnen. Ik werd eens geraadpleegd door de nicht van een oude vrouw die al in een rusthuis zat. De nicht beweerde dat ze haar tanteke zo graag zag, maar dat ze, helaas, het huis van haar tante moest verkopen om de zorg te bieden die ze verdiende. Toen ik met de nicht in het rusthuis was, bleek ze haar tante niet eens te herkennen omdat ze haar al járen niet meer had gezien! Eerst had de nicht het spaargeld van haar tante erdoor gejaagd, en nu wilde ze haar huis opsouperen.»
HUMO Heeft u na al die jaren een zesde zintuig ontwikkeld voor dat soort onfrisse menselijke motieven?
De Roeck «Ik vrees van wel. Ik ben in elk geval véél argwanender geworden. Het burgerlijk wetboek vertrekt vanuit de fictie dat iedereen geacht wordt te goeder trouw te handelen. (Droog) het sleutelwoord in die zin is ‘fictie’. Meineed plegen wordt, in tegenstelling tot in de rechtbank, bij de vrederechter de facto niet bestraft, maar ik ruik het na al die jaren bijna als iemand liegt. Dat mensen te kwader trouw zijn, verbaast me niet, maar hoe vér ze gaan wel.
»Ik werd ooit geraadpleegd door de eigenaar van een nieuw appartementsblok wiens huurder op de bovenste verdieping niet betaalde. Navraag leerde dat de buren die man al wekenlang niet meer hadden gezien. Dan denk je toch: hij is dood en zijn lijk is aan het ontbinden… Maar toen we de deur openden, bleek het appartement volledig gestript. Letterlijk álles was weg: leidingen, de afwasmachine, kranen, verwarmingstoestellen, lichtschakelaars, stopcontacten… Zelfs de badkamer was volledig uitgebroken!»
Van de Wynckel «Als ik mijn geloof in de mensheid moet toetsen aan mijn ervaring… (Zucht) Als jeugdrechter heb ik de mens in al zijn facetten al leren kennen: liegen, bedriegen, manipuleren… Ik vrees dat ik door die ervaringen een heel strenge moeder ben geworden (lacht).»
HUMO Jullie waren behalve vrederechter dus ook nog psycholoog, therapeut en diplomaat…
De Roeck »En bliksemafleider (lacht).»
HUMO Bestaat dankbaarheid nog? Mensen die het waarderen dat u hen uit de nood hebt geholpen?
De Roeck (droog) «Dat bestaat, maar het is niet de regel. Ik schrok er wel soms van hoeveel voldoening ik zélf kon puren uit een verzoening van twee strijdende partijen.»
Van de Wynckel «Absoluut. Van een Marokkaanse familie van dertien kinderen die ik voor me kreeg, was één zoon doodgeschoten en een tweede zat al jaren in de cel. Voor de overige elf kinderen vreesde ik eerlijk gezegd dat het niet goed zou komen. Maar we hebben thuisbegeleiding georganiseerd en jaren later spurtte een volwassen vrouw van Marokkaanse origine op me af: ‘Bent u mevrouw Van de Wynckel?!’ Waarop ze mij uitvoerig bedankte ‘voor alles wat u voor ons hebt gedaan, want het is goed gekomen met ons!’ Ik had kunnen janken van blijdschap en ontroering. Daarvoor doe je het.»