Trio
Drie schitterende acteurs, één functionerende camera en één schrander draaiboek. Meer heb je niet nodig om een geweldige langspeler in elkaar te steken, zo bewijzen Bruno Vanden Broecke, Matteo Simoni en Ruth Beeckmans met het op een theaterstuk van Stefaan Van Brabandt gebaseerde ‘Trio’. Wim (Vanden Broecke) is een man die op z’n gelukkigst is wanneer hij in z’n dooie eentje naar een serie of film op dvd kan kijken, met een goeie Chimay of een Orval ernaast, plus bijbehorende kaasblokjes. Wij konden onszelf voor honderd procent met Wim identificeren. Zijn halfbroer Gert (Simoni), daarentegen, is zo’n kerel die graag achteroverleunt in de sofa terwijl hij z’n hand achter zijn broeksriem laat verdwijnen, een door Simoni hilarisch vertolkte handeling die niet alleen wijst op een loszittend overhemd maar ook op een obsessie met zijn leuter.
Gert heeft voor zijn halfbroer een ontmoeting met een escortmeisje (Beeckmans) geregeld, een verrassing die door Wim wordt onthaald op een oprecht ‘Ik dacht dat we tv gingen zien!’ En wat een immens plezier is het om tussen Simoni, Beeckmans en Vanden Broecke in één lange, vloeiende take verbaal vuurwerk te zien ontvonken. Wat hierbij het meest indruk maakt, is de natuurlijke flow die deze drie perfect op elkaar ingespeelde kanjers in hun spel weten te leggen. Tijdens het emotionele traject dat de drie personages in amper één uur tijd afleggen – van grappige gêne naar onderlinge rivaliteit naar bittere verwijten – vallen de acteurs eigenlijk maar één keer te betrappen op een ietwat geforceerd aanvoelend brugje naar het volgende stukje dialoog. Zal de ontmoeting eindigen met een vrijpartij? Ontwikkelt Lise werkelijk een crush op één van hen, of blijft ze een rol spelen? Wiens hart zal worden gebroken? Zelfs al rekent Lise 80 euro aan per extra kwartier, dit heerlijke triootje had wat ons betreft nog veel langer mogen duren.