Hoe Bo Van Spilbeeck haar gezin vertelde dat ze vrouw wilde worden. ‘Ik moet er alles aan doen om mijn vrouw niet te verliezen’ – Humo: The Wild Site

Gepubliceerd op Auteur: koenarchief

Hoe Bo Van Spilbeeck haar gezin vertelde dat ze vrouw wilde worden. ‘Ik moet er alles aan doen om mijn vrouw niet te verliezen’

Dat parcours reconstrueert ze in de autobiografie ‘Eindelijk vrouw’, een openhartig relaas dat schokt, ontroert en vooral begrip afdwingt. In deze voorpublicatie vertelt Bo hoe ze in de tweede helft van 2017 haar familie inlicht over haar nakende transformatie.‘Mijn keuze is erg egoïstisch. Voor mijn vrouw moet het verschrikkelijk zijn: zij ziet dertig jaar geluk in elkaar storten.’

Eind juli 2017 word ik halsoverkop naar Zuid-Frankrijk gestuurd. Door de droogte en een stevige mistralwind woeden er enorme bosbranden in Bormes-les-Mimosas. Veel Belgen gaan daar op vakantie. Duizenden hectaren zijn al in vlammen opgegaan. Ik maak er reportages, maar breng ook rechtstreeks verslag uit tijdens het ‘VTM Nieuws’. Sinds maanden heb ik mijn haar niet geknipt. Zeker met die harde wind moet ik er elke keer een halve bus haarlak op spuiten om het netjes bijeen te houden. Nog even en ik zal het met een elastiekje bijeen moeten houden, denk ik bij mezelf. Meer dan eens vloekt mijn cameraman omdat mijn haar weer alle kanten uit waait. Niemand weet waarom ik het wil laten groeien, al denk ik dat de stylingafdeling van Medialaan wel vermoedt dat ik steeds vrouwelijker wil worden.

‘Papa, je ziet er veel beter uit als vrouw. Ga er maar voluit voor’

Wanneer de Franse blusvliegtuigen en honderden brandweermannen de bosbranden hebben bedwongen, heb ik mijn kapsel nog steeds niet onder controle. Maar ik mag terug naar huis, netjes op tijd voor onze vakantie naar de Verenigde Staten. Ik wil er in Nashville, Tennessee, samen met mijn vrouw Marianne de Great American Eclipse meemaken, de zonsverduistering op 21 augustus. Maar eerst gaan we twee weken naar Florida met onze volwassen kinderen. Zij zijn niet zo geïnteresseerd in de zonsverduistering, maar wél in de vele pretparken rond Orlando, en wij ook: Walt Disney World, Universal en zelfs het Kennedy Space Center, dat eigenlijk een groot rakettenpretpark is.

Naarmate de reis nadert, wordt het enthousiasme bij iedereen groter. Maar ik ga daar niet helemaal in mee.

‘Ik heb al heel mijn leven het gevoel dat ik iets mis. En dat gevoel is de laatste jaren zo sterk geworden, dat ik geen andere uitweg meer zag.’

‘En papa, ben je klaar voor de reis?’ Enthousiast neemt mijn dochter Michèle aan tafel plaats. Onze kinderen hebben de hele trip uitgestippeld, ze zijn al maanden bezig met de voorbereidingen. Verwachtingsvol kijkt ze me aan, maar in plaats van enthousiast te reageren klap ik dicht. Ik richt mijn blik naar beneden. Marianne schuifelt ongemakkelijk op haar stoel, Michèle schrikt.

‘Is er iets?’ vraagt ze.

‘Nee,’ zeg ik snel. ‘Er is niets.’

Mijn blik verraadt iets anders. Marianne springt me bij. ‘Nee, er is niets. We kijken uit naar de vakantie!’

Maar niemand houdt Michèle voor de gek. ‘Ik wil nu weten wat er aan de hand is,’ zegt ze. Ze kijkt me met een vastberaden blik aan.

Marianne sputtert nog tegen, maar dan flap ik het eruit. ‘Michèle, ik moet je iets vertellen.’ Ik pak mijn smartphone en toon haar mijn foto’s als vrouw. ‘Dit ben ik. En zo wil ik steeds meer zijn. Zo wil ik leven.’

Ze bekijkt de foto’s op het schermpje. Ik in een zomerjurk in een boetiek, in bikini aan het zwembad, in een shortje voor het vakantiehuisje. Michèle kijkt aandachtig. Ze schuift de telefoon in mijn richting en kijkt me aan. ‘Voor mij blijf je dezelfde. Kijk, jullie hebben ons met een open geest opgevoed, dankzij jullie hebben wij de kans gekregen om met een ruime blik naar de wereld te kijken. Als ik met een soortgelijke boodschap zou thuiskomen, weet ik dat jullie me nog altijd met open armen zouden ontvangen. Ik zou mezelf verloochenen als ik je hierom zou afwijzen.’

 

Ik zie opluchting in Mariannes ogen. Daarnet had ze nog een blik die zei: ‘Waarom ben je hierover begonnen?’ Dat is jaren een discussiepunt geweest: vertellen we mijn geheim aan de kinderen of niet? Tien jaar geleden was ik het met haar eens dat ze misschien nog te jong waren, en midden in de puberteit, en dat ze dan meer dan genoeg aan hun hoofd hadden met zichzelf. Maar toen ze ongeveer 20 waren, vond ik het tijd om het te vertellen, ook omdat het voor mij steeds zwaarder werd om erover te zwijgen. Maar ik had de indruk dat Marianne het geen goed idee vond. Omdat ze onze kinderen wilde beschermen, besef ik nu. En dus ben ik blijven zwijgen.

Nu is het er heel spontaan uit gekomen. In een opwelling. Misschien niet op het beste moment, zo vlak voor onze reis, maar ik had het ook niet gepland.

Enorme schok

Deze reis naar Florida betekent veel voor ons allemaal. Wij zijn fervente Disneyfans en in Orlando zijn er maar liefst zes verschillende Disneyparken. Michèle en haar vriend en onze zoon Nicolas hebben maanden geleden al onze toegangspassen gereserveerd. We kunnen twee weken lang elke dag gaan. En in de Universalparken is er Harry Potter, nog een hoogtepunt. Zij blijven er nog een paar dagen langer, en wij reizen dan door om de zonsverduistering te zien. Maar voor die twee weken in Orlando hebben we een huis gehuurd. Ook dat hebben de kinderen geregeld.

Dat betekent dat ik veertien dagen constant andere mensen om me heen heb, waardoor ik geen dag, zelfs geen enkel moment als vrouw kan doorbrengen. Nu kleed ik me elk vrij moment als vrouw. Het gaat niet zozeer om de kleren die ik aantrek, het is vooral mentaal. Ik wil me niet alleen meer vrouw voelen, ik wil een vrouw zijn en voortaan als vrouw léven.

Ik besluit mijn twijfels niet te uiten tegenover Marianne, maar in mijn hoofd wordt het probleem alsmaar groter. Tot ik er niet meer omheen kan. Eigenlijk tot Michèle me er, zonder het zelf te weten, mee confronteert.

Het lijkt wel alsof er geen goed moment is om tegen iemand te zeggen dat je je niet goed voelt in je lichaam. En vaak is het het moeilijkst om het te zeggen tegen mensen van wie je houdt. Nu dient het moment dat ik onvermijdelijk achtte en waar ik tegelijk bang voor was, zich spontaan aan.

‘Waarom heb je het ons nooit eerder verteld?’ vraagt Michèle. ‘Al had je het ons tien jaar geleden misschien nog niet moeten vertellen. Maar de laatste jaren was voor ons duidelijk dat je je in korte tijd veel ongelukkiger was gaan voelen, alleen wisten we niet waarom. Wel hebben we altijd geweten dat het niet aan mam of jullie relatie lag, en dat vind ik belangrijk.’

Ik knik. ‘Ik weet het,’ zeg ik. Marianne zit er een beetje verslagen bij, ze zegt niet veel. Net zoals dit moment voor mij heel bepalend is, besef ik dat het dat voor haar ook is. Nu is er geen weg terug meer. We kunnen niet meer doen alsof. Michèle weet ervan, dus het bestaat.

‘We moeten het ook tegen Nicolas vertellen, nog vóór de vakantie,’ zegt Michèle resoluut. We zullen drie dagen later vertrekken en Nicolas zal niet meer bij ons komen voor die tijd. Ik besef meteen dat het niet zal lukken. Michèle wil het ook graag tegen haar vriend zeggen. ‘Maar als het niet voor de vakantie aan Nicolas verteld kan worden, wil ik niet dat het tijdens de reis gebeurt,’ zegt ze. ‘Dat zou de hele reis kunnen vergallen en dat wil ik niet.’

Ik begrijp het. In dit soort situaties is zij altijd degene die alles nuchter kan benaderen. ‘Ik steun je. Voor mij verandert er niets. Ik hou van je en ik blijf van je houden.’

Geen tranen. Geen ruzie. Geen drama’s. Dat is Michèle. En daar ben ik erg blij om. Even lijkt ze in gedachten verzonken, dan besluit ze: ‘Ik hoop dat jullie niet uit elkaar zullen gaan.’

Dat is een enorme schok voor me. Ze gaat er nu van uit dat ons huwelijk niet zal standhouden bij een volledige transitie, terwijl dat voor mij niet het geval hoeft te zijn. Ik besluit iets heel belangrijks voor mezelf: ik moet er alles aan doen om Marianne niet te verliezen.

‘Hoelang weet jij het al?’ vraagt ze aan Marianne. Het besef dat Marianne al van mijn gevoelens wist vóór we trouwden, lijkt haar gerust te stellen. Het feit dat we het tot nu toe samen hebben aangepakt, is voor haar een goed teken, denk ik. We zijn een sterk koppel, maar ik weet dat een scheiding van de ouders vaak de grootste angst is.

Wanneer Michèle even later de deur uit is, blijft Marianne verslagen aan tafel zitten. Bij mij overheerst de opluchting, maar zij zit met een wrang gevoel. Ze ziet dertig jaar geluk in elkaar storten. Voor haar moet het verschrikkelijk zijn. Dat wat ze dertig jaar lang verborgen heeft willen houden, samen met mij, kan nu niet meer toegedekt worden. Het is er. En het roept hard.

Ik verontschuldig me. Die excuses verdient ze, vind ik. Maar ik kan niet terugnemen wat gebeurd of gezegd is. We hebben het er verder niet meer over. Omdat het voor ons allebei heel moeilijk is.

DISNEYSOUVENIR

Ik zie Michèle pas terug in Florida, omdat Marianne en ik een andere vlucht nemen. Nicolas hebben we ook niet meer gezien, dus die is nog niet op de hoogte. Michèle vertelt me discreet dat haar vriend het intussen wel weet.

Op een ochtend trekken mijn dochter en ik onze loopschoenen aan om te gaan joggen. Als vanzelf komt ons gesprek onderweg weer op gang. Voorzichtig vertel ik haar waar ik mee zit. Ik leg haar uit dat het altijd mijn grote angst is geweest dat ik mijn gezin zou verliezen. Ik probeer duidelijk te maken dat ik ervoor wil gaan, dat ik als vrouw wil leven, dat ik niet meer anders kan. Michèle luistert. Volgens mij begrijpt ze het. ‘Het is meer dan me af en toe omkleden,’ besluit ik. ‘Als het daarmee opgelost was, zou ik het daarbij houden. Maar het is veel meer dan dat.’

Ik merk dat Michèle nog steeds met vragen zit. ‘Wanneer kleedde je je dan als vrouw? En hoe? Had ik het door kunnen hebben? Had ik het moeten zien?’ Voor die laatste vraag was ik bang geweest, omdat ik niet wil dat iemand zich schuldig voelt over het feit dat hij het al die tijd niet heeft geweten.

We hebben het ook over geluk, wanneer iemand gelukkig is en wat dat geluk dan is. Ik maak haar duidelijk dat ik me niet meer gelukkig voel met mezelf. Al lang niet meer.

‘Ik ben bang dat jullie zullen scheiden,’ zegt Michèle uiteindelijk. En ik begrijp haar angst. Maar ik ken ook onze kracht. Ik vermoed dat Michèle ook nog met Marianne zal praten over de kwestie. Ik meen een zekere spanning tussen hen te voelen. Misschien vindt Marianne dat Michèle niet had moeten doorvragen? Maar ik besef nu dat ze gewoon bang was voor wat er met ons gezin zou gebeuren. En eigenlijk hadden we allemaal dezelfde zorg: we zijn altijd een warm nest geweest, een hecht en liefdevol gezin. En niemand van ons wil dat op het spel zetten. Maar in Florida hebben we geen kans om er met zijn drieën over door te praten, omdat nog niet iedereen op de hoogte is.

Ik blijf me ongemakkelijk voelen. Mentaal wordt het met de dag moeilijker. Ik hunker naar mezelf als vrouw, naar het omkleden, het gevoel dat ik heel even mezelf kan zijn. Het zit ook in allerlei kleine dingen, die voor mij van levensgroot belang zijn.

‘Ik kan me er niet van weerhouden om een T-shirt van Minnie Mouse te kopen. Ik bezwijk ook voor enkellaarsjes, die ik in mijn koffer verstop’

Voor deze reis heb ik geen vrouwenkleren meegenomen, omdat ik ze toch niet zou kunnen dragen. Maar het gemis lijkt ondraaglijk. In de buurt van ons vakantiehuis zijn er grote shoppingmalls, veelal met Disneysouvenirs. Ook kleren. Ik kan mezelf er niet van weerhouden om een T-shirt van Minnie Mouse te kopen. Tegelijk bedenk ik hoe belachelijk dat is, als volwassene. Ik bezwijk ook voor een paar enkellaarsjes met een hoge hak, die ik in mijn koffer verstop.

Als we in de pretparken foto’s maken, krijg ik telkens de opmerking dat mijn haar nergens op lijkt. Ook na de bosbranden in Frankrijk heb ik het niet laten knippen. Niet alleen Marianne heeft daar moeite mee, ook de kinderen vinden het vreselijk. En als ik de foto’s bekijk, moet ik hun gelijk geven: het is geen gezicht. Maar ik heb voor mezelf uitgemaakt dat ik het laat groeien tot het er vrouwelijk genoeg uitziet. Ik ben blind, want ik zal later beseffen dat het veel te dun is geworden.

‘Ik ga vanmiddag naar de kapper,’ beloof ik. Ik heb gezien dat er in één van de winkelcentra een groot kapsalon is. Ik ga ernaartoe. Het wordt uitgebaat door Aziaten, minstens zes kappers en kapsters. Vooraf heb ik op het internet naar androgyne kapsels gezocht. Ik toon een foto aan de kapper die mij gaat knippen en vraag of hij met mijn haar hetzelfde kan doen. Op de foto staat een jongeman die een dragqueen is, maar die op zijn Instagrampagina ook foto’s van zichzelf als man heeft staan. Hij is duidelijk gay en bijna veertig jaar jonger dan ik. Ik zie de kapper gniffelen, maar hij doet zijn best om mijn haar een androgyne touch te geven.

‘Er is niets af,’ merkt mijn vrouw op als ik terug ben. Inderdaad, veel heeft hij er niet afgeknipt, moet ik toegeven.

‘Alleen de puntjes, had ik gevraagd. En hij heeft het een beetje vrouwelijk geföhnd.’ Ik denk dat Marianne het maar een flauw excuus vindt.

Verkleedfeestje

Onze vakantiedagen zijn goed gevuld en ik slaag erin om echt te genieten. Iedereen trouwens. Ik merk dat Marianne, Michèle en zelfs ik op sommige momenten alles lijken te vergeten. Maar mijn gevoel zegt toch dat er een forse schaduw over de reis hangt, alsof er ergens een bom ligt die elk moment kan ontploffen. En sommigen weten van de bom, anderen weten van niets. Van de leuke momenten ga ik naar moeilijke momenten, waarop ik een enorm gevoel van onbehagen ervaar. Ik probeer te denken aan wat komen zal, en ik probeer me met die gedachte staande te houden als vader van een gezin.

Uiteindelijk scheiden onze vakantiewegen en zetten Marianne en ik onze reis met z’n tweeën voort, om te eindigen met een hoogtepunt: in Nashville genieten we van de prachtige zonsverduistering, de Great American Eclipse. Die is tegelijk symbolisch voor mijn gevoelens: de zon is even weg in mijn leven, en daar kunnen Marianne en de kinderen niets aan doen. Het zit in mijn hoofd.

Terug thuis besef ik dat het hoog tijd wordt om mijn bloedeigen zoon te vertellen wat er aan de hand is. Tot drie keer toe probeer ik Nicolas met een smoes naar huis te krijgen, maar hij heeft een drukke baan en veel verplichtingen. Telkens ketst onze afspraak op het laatste ogenblik af. Ik word er gek van, ik zeg Marianne dat ik hem moet zien. Wat later stuur ik hem een berichtje: ‘Wanneer kun je langskomen? Ik moet je iets belangrijks vertellen.’

Meteen belt hij. ‘Ik ben over een uurtje bij jullie, maar ik heb nog niet gegeten. Is er nog een pizza in de diepvries?’

In afwachting van zijn komst zijn Marianne en ik enorm zenuwachtig. Hoe zal hij reageren? Zal hij het aanvaarden? Zal hij meteen weer opstaan en de deur achter zich dichtslaan? Zoals ik hem ken, en na de reactie van Michèle, durf ik te hopen dat ook hij mijn keuze zal aanvaarden. Maar 100 procent zeker ben ik niet.

Wat later hoor ik de voordeur opengaan. ‘En?’ vraagt hij.

Ik steek meteen van wal. ‘Ik voel me al heel lang niet goed meer in mijn lichaam als man. Ik voel me al jaren vrouw. Het gaat veel verder dan me als vrouw kleden. Ik voel me steeds meer vrouw en ik wil ook steeds meer zo gaan leven. Ik doe dat al wanneer ik een vrije dag heb.’

Nicolas komt naar me toe, pakt me vast en geeft me een dikke, warme knuffel. ‘Hoe je ook bent, je blijft altijd mijn papa,’ zegt hij.

Ik pak mijn smartphone en wil hem foto’s tonen, dezelfde die Michèle ook te zien heeft gekregen. ‘Ik hoef nu geen foto’s te zien,’ zegt hij. ‘Trouwens, ik heb ooit op de computer toevallig een paar foto’s van jou als vrouw gevonden. Ik vond het wel raar, maar heb me daar verder niets over afgevraagd. Ik wist wel dat je ooit als vrouw naar een verkleedfeestje was gegaan.’

Ik dacht dat ik altijd alles perfect verborgen had kunnen houden. Bij Michèle is dat blijkbaar gelukt, maar Nicolas… Dat had ik niet durven te denken.

‘Weet Michèle het?’ vraagt hij.

Ik knik. ‘Zij weet het van voor de vakantie, maar het is niet gelukt om jou toen ook nog in te lichten. Sorry daarvoor.’

‘Nu weet ik waarom je haar zo lang was op reis.’ Het is een opmerking die hij langs zijn neus weg maakt. Nicolas stelt me op zijn manier gerust. Het is oké, ik ben oké, wij zijn oké. De opluchting is enorm. Niet alleen bij mij, maar ook bij Nicolas en Marianne. Het feit dat onze twee kinderen me aanvaarden om wie ik ben, is voor mij enorm belangrijk. Ik ben er nu van overtuigd dat ons gezin niet uiteen zal vallen. Dat was niet alleen mijn, maar ook en vooral Mariannes grootste vrees.

Wanneer ik even uit de kamer ben, polst Nicolas bij Marianne: ‘Hoe gaat het met jou, mam?’

‘Het gaat wel.’

‘Ik heb haar toen gezegd,’ vertelde Nicolas later, ‘dat ik dacht dat jij echt volledig vrouw wilde worden. Maar ik had de indruk dat mam dat toen nog niet wilde toegeven voor zichzelf.’

Achteraf denk ik dat ik mijn keuze misschien niet duidelijk heb gecommuniceerd, hoewel die stap voor mij heel duidelijk was. Om hun de tijd te geven eraan te wennen door het niet allemaal in één keer te vertellen? Het is zeker niet bewust gebeurd, maar het zou kunnen. Al snel voel ik dat de kinderen vrede hebben met mijn keuze. De trein van mijn transitie is vertrokken. Er tijdens de rit af springen is geen optie. Ik denk dat ook bij hen intussen het besef is gegroeid dat ik voor mezelf geen weg terug meer zie. Ze geven niet de indruk dat ze er onoverkomelijke problemen mee hebben.

‘Ik vind het vooral zo erg voor jou dat je zo lang ongelukkig bent geweest,’ zegt Nicolas.

‘Ik ben niet altijd ongelukkig geweest,’ antwoord ik. ‘Ik ben al meer dan dertig jaar gelukkig met mam, en ook jullie hebben mij gelukkig gemaakt. Maar ik heb al heel mijn leven het gevoel dat ik iets mis. En dat gevoel is de laatste jaren zo sterk geworden, dat ik geen andere uitweg meer zag.’

Ik ben Marianne en mijn kinderen dankbaar voor zoveel begrip. Ze draagt mijn geheim al mee van voor ons huwelijk. Voor haar is mijn beslissing heel moeilijk, maar ze wil ervoor blijven gaan. De kinderen hebben jarenlang niets geweten en dat is misschien nog moeilijker – of juist niet?

Enkele weken later is er een familie-etentje gepland. Ik weet dat Nicolas tegen die tijd ook zijn vriendin ingelicht zal hebben. Wanneer ik haar begroet, doe ik alsof er niets aan de hand is, want ik weet niet in hoeverre ze het erover wil hebben. Maar als ik wat later alleen in de keuken sta, komt ze erbij. ‘Bij de organisatie waar ik werk, ken ik een transjongen en een transmeisje,’ zegt ze terloops. Ik ben opgelucht, want ik weet dat ze daarmee wil zeggen dat het oké is voor haar.

Stoere handtas

Kort na mijn coming-out tegenover mijn kinderen breekt de eindejaarsperiode aan. Er zijn veel etentjes – de beste gelegenheid om mijn nieuws te brengen. De transitie is in gang gezet, mijn gezin en mijn werk zijn op de hoogte, dus mijn familie en vrienden kunnen niet achterblijven. Ik moet mijn broer en zijn vrouw inlichten, en de twee broers van Marianne.

‘Nodigen we de drie koppels samen uit?’

‘Nee, misschien toch liever apart, één voor één.’

Maar dan krijgen we een uitnodiging van mijn broer en schoonzus om bij hen te komen eten. Ik zie mijn kans schoon om mijn verhaal te doen. Als het zover is, kleed ik me bewust zo androgyn mogelijk: een zwarte blouse met daarover een kort vrouwenvestje, strakke, zwarte damesjeans en daarover mijn lievelingslaarzen. Ik voel dat Marianne zo mogelijk nog zenuwachtiger is dan ik. ‘Ga je het meteen vertellen? Of ga je wachten tot na het eten?’ vraagt ze.

‘Ik weet het nog niet goed. Ik zal afwachten hoe de sfeer is, maar ik zou er het liefst niet tot na de maaltijd mee wachten.’

Wanneer we aankomen, zie ik nog andere auto’s op hun oprit staan. We zijn blijkbaar niet de enigen vanavond. ‘Hallo, kom binnen,’ zegt mijn broer bij de voordeur. ‘Ja, we hebben onze kinderen ook uitgenodigd, omdat het lang geleden is dat ze jullie hebben gezien.’

Daar gaat mijn voornemen. Ik zie me mijn verhaal niet doen met de drie zonen van mijn broer en hun partners erbij. Ik ga wat onwennig in de woonkamer zitten. Wat zouden ze van mijn outfit denken? Zouden ze iets vreemds merken?

‘Je hebt mooie laarzen aan. Gedurfd, maar mooi,’ zegt de vriendin van één van de kinderen. Ik vertel nog maar eens dat ze uniseks zijn en dat de man van het ontwerpersduo ze ook draagt.

‘Op de tennisclub zei iemand dat hij jou onlangs in het winkelcentrum had gezien met vrouwenlaarzen aan en met een handtas,’ zegt mijn broer. Tja, ik ben natuurlijk bekend, ook bij mensen die ik zelf niet ken, omdat ik televisiereporter ben.

‘Dat is een man bag,’ lieg ik. Want mijn eerste schoudertas was inderdaad een man bag, gemaakt voor mannen, maar dat was gewoon een wat stoere dameshandtas. En ik heb die bewust gekozen, omdat hij voor vrouwen was.

Die avond blijft het daarbij, maar intussen heb ik niet kunnen vertellen wat ik wilde vertellen en dat maakt me zenuwachtig. We besluiten om mijn broer en schoonzus zo snel mogelijk bij ons uit te nodigen. We verzinnen een smoes en enkele dagen later komen ze bij ons eten.

Dit gesprek met mijn broer is heel belangrijk voor mij. Na mijn vrouw en kinderen is hij de belangrijkste persoon in mijn leven. Net als mijn kinderen heeft hij mijn bloed. Het voelt heel onwennig om mijn verhaal te beginnen. Het is niet meer de eerste keer dat ik het vertel, dus ik weet wel hoe ik het moet doen. En toch is het nu moeilijker.

‘Ik heb goed nieuws,’ vertel ik, zonder te beseffen dat het misschien alleen voor mij goed nieuws is, en niet voor anderen. ‘Ik word vrouw. Ik voel me al jaren niet goed in mijn vel.’

Ik vertel alles, ik toon de foto’s. Mijn broer en schoonzus zijn verbouwereerd. Een hele tijd zeggen ze niets. Ik probeer het hun uit te leggen. Pas later besef ik hoe hard mijn boodschap is aangekomen. Mijn broer heeft het er heel moeilijk mee. Ons gesprek verloopt stroef en moeizaam, we lijken elkaar niet te begrijpen. En toch is dit gesprek zo belangrijk voor mij.

We vallen elkaar in de armen. Nooit eerder heb ik me zo close gevoeld met mijn broer als nu, maar wat verderop in het gesprek blijkt dat hij er toch een ander gevoel aan overhoudt. ‘Waarom weten zoveel mensen het al zo lang? Waarom weet ik het nu pas?’

‘Soms schaam ik me omdat ik het mijn ouders nooit heb durven te vertellen. Toen ze nog leefden, waren ze heel trots op me omdat ik op tv kwam’

Die vraag kan ik moeilijk beantwoorden. Omdat hij te dicht bij me staat? Omdat ik te bang was voor zijn reactie? Eigenlijk wilde ik het hem al eerder vertellen, maar ik had drempelvrees. En zo is mijn broer al die jaren in het ongewisse gebleven. Ik kan de klok niet terugdraaien, maar nu heb ik er spijt van. Het zal lang duren voordat hij daaroverheen is, maar ik wil hem die tijd gunnen. ‘Ik heb lang gedacht dat jij een vermoeden had,’ zeg ik nog verontschuldigend.

‘Nee, niet in het minst,’ antwoordt hij.

Soms denk ik dat onze moeder het wist. Al sinds mijn 18de verborg ik vrouwenkleren in een koffertje onder mijn bed. ‘Ik vraag me af of zij het wist,’ zeg ik tegen hem.

‘Ik denk het niet,’ antwoordt hij.

‘En papa?’

‘Zeker niet.’

Mijn moeder is bijna tien jaar geleden overleden, mijn vader vijftien jaar geleden. Ik ben geen kerkganger, maar ik ben wel gelovig. En soms probeer ik me in te beelden dat zij ergens daarboven kunnen zien wat ik doe. Dan vraag ik me af of ze het zouden goedkeuren. Vroeger schaamde ik me daarom soms als ik me aan het opmaken en omkleden was. En soms schaam ik me omdat ik het hun nooit heb durven te vertellen. Toen ze nog leefden, waren ze heel trots op me omdat ik op tv kwam. Zouden ze nu even trots geweest zijn? Ik hoop het wel.

Soul sisters

Ook mijn twee schoonbroers en schoonzussen moeten ingelicht worden. Hoewel ik dat moet nuanceren. Met één van mijn schoonzussen had ik vijftien, twintig jaar geleden een heel goede band. Nu nog, maar we zien elkaar minder. Toen waren we soulmates, vonden we, en haar heb ik het toen al verteld. Vanaf dat moment waren wij zelfs soul sisters. Een paar keer is ze zelfs met mij gaan winkelen in het grootste winkelcentrum van de stad en heeft ze foto’s van me gemaakt. Dat was voor mij de mooiste bevestiging die er was. Tot we daarmee moesten stoppen, want mijn schoonbroer, die ik intussen ook had ingelicht, vreesde dat mensen zouden denken dat hij de vrouw was die naast zijn vrouw liep. Nu kunnen we erom lachen, maar toen vond ik het jammer dat ik niet meer met mijn soul sister op stap kon. Zij weten dus al jaren dat ik mijn dagen af en toe als vrouw doorbreng. En nu moet ik hun vertellen dat ik er volledig voor ga, dat ik onder medische begeleiding ook lichamelijk een vrouw zal worden.

We nodigen hen uit zonder te zeggen dat ik iets te vertellen heb. Opnieuw heb ik me bewust heel vrouwelijk gekleed. Ik denk dat ze daar niet verrast door zullen zijn, want ze hebben me zo al gezien. Ik ben benieuwd naar hun reactie, want kort ervoor heb ik tegenover mijn schoonzus al laten doorschemeren dat ik er volledig voor wilde gaan. Zij heeft het me toen resoluut afgeraden.

Wanneer ik hun mijn beslissing vertel, zijn ze perplex. Nooit hadden ze gedacht of willen geloven dat ik het werkelijk zou doen. Ze beseften ook niet hoe groot de psychische druk bij mij geworden was. Ik zit zó opgesloten in mijn bubbel dat ik nauwelijks merk hoe moeilijk mijn schoonzus en schoonbroer het ermee hebben. We zijn heel close, en het is voor hen een afscheid van een schoonbroer die ook een goede vriend was. Ze zijn ook – en terecht – ontzettend bezorgd om Marianne en onze kinderen.

Een jaar later hebben de schok, de boosheid en het verdriet plaatsgemaakt voor aanvaarding. ‘Eigenlijk ben je, behalve uiterlijk, nog helemaal je vroegere zelf, hè!’ lacht mijn schoonzus. ‘En we moeten nog eens samen gaan winkelen.’

Maar hun bezorgdheid om ons gezin blijft, en dat begrijp ik. Mijn keuze is dan ook erg egoïstisch: wat ik doe, is onomkeerbaar. Ik neem Marianne de man af op wie ze verliefd is geworden, de man van wie ze nog altijd houdt en die haar twee prachtige kinderen heeft geschonken. En daar heeft ze niet om gevraagd. De gesprekken die we met anderen hebben, zijn voor haar erg confronterend. Deels zou ze alles het liefst stilhouden, vanuit het standpunt dat ze haar man dan nog zou hebben – een man die liever als vrouw wil rondlopen, maar die wel nog steeds haar man is. En langzaam maar zeker vallen die man en het leven dat bij hem hoort weg.

De andere broer van Marianne en zijn vrouw weten officieel nog van niets. Ook bij hen gaan we op bezoek. Ze zijn allebei kunstenaar, tekenaar en illustrator en hebben een open blik op de samenleving. Ik verwacht dat zij het wel zullen accepteren en mijn hoop komt uit. Maar hadden ze al iets vermoed, vraag ik me af. ‘Nee, we wisten echt van niets. Maar voor ons blijf jij gewoon Bo.’

Plissérok

Naarmate mijn officiële coming-out nadert, besef ik dat mijn kinderen moeten zien welke vrouw ik ben. Ik kan het hun niet aandoen dat ze het pas tegelijk met heel Vlaanderen zien. Ze hebben het recht om te wennen. Maar dat wordt heel raar, voor hen en voor mij.

We spreken een datum af waarop de kinderen naar het ouderlijk huis komen en ik hen zal ontvangen als vrouw. Als het zover is, ben ik enorm zenuwachtig, en Marianne nog veel meer: ‘Wat als ze niet goed reageren en meteen vertrekken?’

‘Dat geloof ik niet. Ze waren de vorige keren toch positief? Zie ik er trouwens een beetje vrouwelijk uit?’

‘Ja, je ziet er goed uit.’

De bel gaat. De kinderen staan voor de deur. Mijn hart klopt in mijn keel als ik de deur opendoe.

‘Hallo,’ zeg ik zo opgewekt mogelijk. Niemand bekijkt me vreemd. Iedereen doet alsof er niets aan de hand is, alsof ze me nooit anders hebben gekend. Eerste test doorstaan, denk ik. Ik voel ook dat Marianne een beetje gerustgesteld is. We praten over de gewone dingen: wat iedereen de afgelopen weken heeft meegemaakt, hoe het op het werk gaat. Des te beter, denk ik.

Na een tijdje maakt Michèle een opmerking. ‘Ik vind je rok niet zo mooi,’ zegt ze. Het is een antracietkleurige plissérok tot op de knie, maar er zit een metaalachtige schittering in de stof. Eigenlijk is het misschien meer een feestrok, geen rok voor elke dag. ‘Je vindt het toch niet erg dat ik dat zeg?’

‘Nee, natuurlijk niet. Ik weet dat je dat doet uit bezorgdheid.’

‘Ja, ik wil gewoon dat je er goed uitziet.’

Marianne wijst me wel vaker op kledingkeuzes die in haar ogen beter kunnen. Zij wil niet dat ik onnodig de aandacht trek en ergens is dat logisch. Ze is zelf ingetogener, ze heeft een ander karakter. Later zal mijn kledingstijl veranderen en subtieler worden. Maar op dit moment dient die vrouwelijke kleding op de één of andere manier als compensatie, denk ik.

Ik voel me toch al meer op mijn gemak. De rest van de avond verloopt zoals elk vorig etentje met onze kinderen. Er wordt over allerlei onderwerpen gesproken, maar niet meer over mijn vrouwelijke verschijning.

‘Ik denk dat we eens naar huis gaan,’ zegt Michèle aan het einde van de avond. Iedereen staat op. We geven elkaar een zoen. Wanneer ik Michèle omhels, kijkt ze diep in mijn ogen. ‘Papa, je ziet er veel beter uit als vrouw. Ga er maar voluit voor.’

Bo Van Spilbeeck, ‘Eindelijk vrouw’, Horizon