Drank, drugs en Bhagwan: Samuel Vermeulen keert terug naar de commune waarin hij opgroeide – Humo: The Wild Site

Gepubliceerd op Auteur: koenarchief

Drank, drugs en Bhagwan: Samuel Vermeulen keert terug naar de commune waarin hij opgroeide

HUMO Netflix bracht vorig jaar ‘Wild Wild Country’ uit, een documentaire over de Bhagwan-beweging en haar leider, Osho. Zijn die beelden herkenbaar voor jou?

SAMUEL VERMEULEN (33) «De docu speelt zich af vóór mijn tijd, van 1982 tot 1985. Een periode waarin Osho besloot zijn beweging naar Oregon in Amerika te verhuizen en daar, in een enorme verlaten ranch, een utopische commune te starten. In de documentaire zie je Osho omringd door duizenden sannyasins, in het rood geklede aanhangers. Hij predikt er absolute vrijheid en eigenliefde. Die ideeën leven vandaag, 29 jaar na zijn dood, nog steeds onder zijn aanhangers.»

HUMO De samenleving die hij op poten zette, was niet altijd even liefdevol. Getuige afluisterpraktijken, drank en drugs, wapenbezit en zelfs moorden. Weet je daar iets van?

VERMEULEN «Er is inderdaad veel misgelopen. Ik heb geruchten gehoord over een vergiftiging. En over prostitutie en drugssmokkel, om de hoge verblijfskosten in de commune te kunnen betalen. Als je de docu bekijkt, heb je vaak het gevoel dat je naar een dramareeks kijkt. Het is haast niet te geloven dat het allemaal echt is gebeurd.»

HUMO In 1990 sterft Osho in het Indiase Poona, waar jij en je ouders in een commune verblijven. Jullie maken de rituele lijkverbranding mee en reizen daarna terug naar Nederland. Je ouders hebben er niet de zelfontplooiing gevonden die ze zochten?

VERMEULEN «Mijn vader is verstrikt geraakt in druggebruik, mijn moeder is in de psychiatrie terechtgekomen. Van de zenbeleving die Osho predikte, hebben ze weinig opgepikt. Zijn kernboodschap is mediteren, opgaan in de stilte. Maar mijn ouders deden dat amper. In zijn memoires schreef mijn vader dat hij mediteren zinloos vond, dat het zijn trauma’s niet kon helen. Hij rookte liever sigaretten.

»De Bhagwan-beweging was in de jaren 70 en 80 gigantisch populair onder intellectuelen en kunstenaars. Ramses Shaffy was trouwens ook lid. Ook mijn vader dacht er de rust te vinden waarnaar hij zo verlangde – tevergeefs. Hij was huisarts en had altijd een zwak voor alternatieve therapieën gehad.»

HUMO Denk je dat de Bhagwan-beweging de kwetsbaarheden van je ouders heeft versterkt?

VERMEULEN «Ik denk dat mijn ouders al verloren waren nog vóór ze lid werden. Voor mijn moeder heeft het alleszins niets goeds betekend. Ze werd mentaal nóg instabieler door dat constante over en weer gereis tussen Amsterdam en India en de steeds wisselende woonvormen en woongroepen waarin ze terechtkwam. Uiteindelijk verzandde ze in een verregaande schizofrenie. Ze had eigenlijk beter in haar geboortedorp, dicht in de buurt van mijn oma, kunnen blijven wonen.

»En mijn vader, die is er in contact gekomen met heroïne, hoewel drank en drugs er zogezegd niet werden getolereerd. Toch zijn er aanwijzingen dat er geëxperimenteerd is met xtc-therapie.»

HUMO Een commune is een levensstijl die niet voor iedereen is weggelegd.

VERMEULEN «De beweging van Osho was héél vrij, ver weg van de reguliere maatschappij. Maar die vrijheid vergt ook een enorme verantwoordelijkheidszin. Er is niks om op terug te vallen. Alles is mogelijk, maar je bent helemaal op jezelf aangewezen. Dat kan leiden tot een soort eindeloze keuzestress. Zo’n leven is niet voor iedereen weggelegd, zeker niet voor instabiele mensen zoals mijn ouders.»

HUMO In Nederland werd al snel duidelijk dat je ouders niet voor je konden zorgen. Je bent opgegroeid in een pleeggezin. Hoe heb je die tijd ervaren?

VERMEULEN «Mijn pleegfamilie heeft me voor het eerst in mijn leven stabiliteit kunnen schenken. Ik kwam er op mijn 6de toe met rotte tanden en schoenen die twee maten te klein waren. Twaalf jaar lang hebben ze me met liefde opgevoed. Kordaat ook. Als kind en zeker als puber vond ik dat beklemmend. Ik had als jongen soms het gevoel dat ik gekortwiekt werd. Maar nu besef ik dat ze een prestatie van wereldformaat hebben neergezet door mij zo consequent op te voeden. Voor mijn eigen ouders bestond ik amper. Mijn pleegouders vroegen daarentegen altijd hoe het met me ging en lieten me soms bij hen in bed slapen.»

HUMO Omdat je ouders er te weinig voor je waren, ben je later gediagnosticeerd met verlatingsangst.

VERMEULEN «Ik ben lang doodsbang geweest voor vrouwen, ik zag hen als onberekenbaar en meedogenloos. Waarschijnlijk omdat de afstand met mijn moeder zo groot was. De liefde die ik als kind voor haar voelde, vond zij kennelijk zo bedreigend dat ze er alles aan deed om mij weg te jagen. Met haar zelfmoordpogingen heeft zij mij meermaals afgewezen en in de kou laten staan. En ook de heroïneprostituee die mijn vader na mijn moeders opname in huis nam om voor mij te zorgen, heeft mijn beeld van de vrouw niet veel goeds gedaan.»

HUMO Heeft die verlatingsangst een impact gehad op je liefdesrelaties?

VERMEULEN «Ik heb relaties gehad waarin ik mijn vriendin elke 5 minuten vroeg of ze nog van me hield. Anderzijds heb ik net als mijn vader ook een beetje een redderscomplex. Zo bepaalde ik soms welke master mijn vriendinnetjes gingen doen of voor welke job ze moesten solliciteren. Dat gaf me onbewust een gevoel van controle.»

HUMO Je hebt de Bhagwan-beweging lange tijd verfoeid. Waarom besloot je twee jaar geleden dan om terug te keren naar Poona?

VERMEULEN «Na het overlijden van mijn vader, vijf jaar geleden, ontdekte ik zijn memoires, in een plastic doos onder de sofa. Een 2.000 pagina’s tellend hersenspinsel. Ik las zijn woorden en besefte dat ik hard op hem lijk. Op het eerste gezicht had ik alles voor elkaar: twee diploma’s, een goeie job, mooie vriendin. Maar ik voelde eenzelfde gemis als mijn vader. Ook hij had het gevoel dat er nooit iemand voor hem was geweest, dat niemand van hem hield zoals hij was. Op zijn 45ste heeft dat gemis zich gewroken en heeft hij zich verloren in drugs. Ik wou dat gemis laten verdwijnen voor het ook met mij zou mislopen.

»Twee jaar geleden besloot ik naar Poona terug te keren. Instinctief, maar ook vanuit journalistieke interesse, want ik vond het allemaal maar zweverige flauwekul. Ik sprak er met mensen die er dertig jaar geleden ook al woonden. Wekenlang heb ik in zo’n rode jurk gemediteerd, gedanst, gehuild en gelachen. Het was intens. Ik ben geen lid, ik ben niet bekeerd en heb geen hindoenaam, maar ik ervaar het als een prettige club waarin ik de rust vind die ik, net als mijn vader, al even zocht.»

HUMO Heeft het boek de manier waarop je naar je ouders kijkt veranderd?

VERMEULEN «Ik ben voor het eerst voorzichtig boos op hen geworden. Als kind neem je je ouders automatisch in bescherming. Pas nu besef ik ten volle hoe egoïstisch ze zijn geweest. Zo liet mijn vader me de aansteker onder de zilverpapiertjes houden om zijn shot heroïne te prepareren. Mijn ouders zijn geen slechte mensen, maar ze hadden nooit een kind mogen krijgen.

»Op mijn mama kan ik niet kwaad zijn. Als ik haar ga bezoeken in de psychiatrie, praat ik tegen een muur. Ze zit wat voor zich uit te staren. Ze is één en al wazigheid en kwetsbaarheid.

»Ook tegen mijn vader kan ik niets meer zeggen. Twee jaar voor zijn dood heb ik hem proberen te interviewen, op video. Zo wou ik erachter komen wie hij nou eigenlijk was, wat hem had bewogen om zijn leven zo te leiden. Hij zat toen weer elke winter in Thailand, tussen de hoeren en de drugs. Ik wou hem uitleggen hoe moeilijk ik het had als kind, omdat hij zich nooit echt als een vader heeft gedragen. Maar keer op keer stuurde hij het gesprek weg van zichzelf.

»Ik zou willen dat hij weet dat ik de cirkel heb doorbroken. Ik ken mezelf nu goed genoeg om op een gegeven moment ook zelf kinderen op de wereld te zetten. Voor dit boek was ik daar níét geschikt voor, net als mijn ouders. Ik voel me bevrijd. Al klinkt dat misschien net iets té zweverig (lacht).»

HUMO Je bent ondertussen een succesvol advocaat en ondernemer. Het is goed gekomen?

VERMEULEN «Ik ben destijds rechten gaan studeren, omdat ratio lang mijn enige vriend is geweest. Mijn intelligentie gaf me eigenwaarde en bestaansrecht. Wat maakte dat ik de ratio soms te veel de bovenhand gaf. In relaties zag ik ruzies als pleidooien in de rechtbank. Met woorden gaf ik mijn vriendinnen een uppercut. Maar relaties draaien niet om gelijk krijgen, wel om samen door één deur kunnen. Ik kan steeds beter om met mijn emoties, en weet nu dat ik meer ben dan alleen een advocaat. Ik ben ook een vriend en een minnaar.»

Samuel Vermeulen, ‘Prins van liefde’, Lebowski Publishers