Hard fietsen begint wellicht in de darmen
TOURCOLUMN Laten we deze Tour de France beginnen met een vies verhaal. Want hoewel u voor de vorm vaak wel wat protesteert, weet ik dat u smult van de vieze verhalen die ik sporadisch schrijf. Laat ik het met u hebben over poepdoping. Ja, u leest het goed. Poepdoping.
Elke Tour is het weer wachten op het nieuwste dopingschandaal. De laatste edities bleef het behoorlijk rustig rondom dit onderwerp – ik tel het gisteren gepubliceerde onderzoek naar epo getest op matig getrainde niet-profwielrenners even niet mee. Ik weet zeker dat dat komt omdat er de laatste jaren stukken minder doping wordt gebruikt dan pak ‘m beet vijftien jaar geleden.
Dat wil niet zeggen dat sporters niet continu op zoek zijn naar manieren om hun prestaties te verbeteren. Veel van die manieren zijn legaal, in ieder geval nu nog wel. Bij de gratie van voortschrijdend inzicht komen sommige zaken in de toekomst op de dopinglijst, en andere niet. Hoe dat zal gaan met de poepdoping waar ik het over wil hebben, kan ik niet voorspellen.
Prevotella-bacterie
Hoe dan ook, het zit zo. Een Amerikaanse mountainbikester, Lauren Peterson, is ook wetenschapper. Ze doet onderzoek naar poep. Of eigenlijk naar de bestanddelen van poep: ze heeft ontdekt dat topwielrenners een handjevol andere micro-organismen in hun ingewanden hebben dan gewone mensen. De bacterie Prevotella is misschien wel de belangrijkste. Maar tien procent van de gewone mensen heeft die bacterie in z’n buik, terwijl álle toprenners die Peterson onderzocht Prevotella in hun darmen hebben.
En wat is er nu zo bijzonder aan deze bacterie? Nou, het schijnt dat Prevotella het herstelvermogen van spieren verbetert. Sneller spierherstel betekent sneller klaar zijn voor een nieuwe topprestatie, en dat komt handig uit als je profrenner of willekeurig welke andere topsporter bent. Nu kun je, als je zelf geen Prevotella in je darmen hebt, een poeptransplantatie doen. Dat is riskant, want als je het niet goed doet, kun je ook allerlei andere, in het ergste geval zelfs dodelijke bacteriën in je lijf krijgen.
Peterson nam het risico, bij zichzelf. Niet per se om harder te gaan fietsen, maar vooral omdat ze aan de ziekte van Lyme lijdt, waardoor haar weerstand al jaren erg zwak was. Met het inbrengen van Prevotella uit de poep van een ander hoopte ze de toestand in haar darmen zo op te knappen dat ze zich in ieder geval een beetje fitter zou gaan voelen. Via een klisma-achtige procedure die ik hier maar niet te veel zal beschrijven bracht ze de poep bij zichzelf in.
Verbeterde prestaties
En wat gebeurde er? Ze knapte zienderogen op. Sterker, ze ging steeds harder fietsen, voelt zich fitter dan ooit en wint nu zelfs races bij de profs. Natuurlijk is dit onderzoek verre van wetenschappelijk bewijs. Maar Peterson en haar collega’s zijn er wel van overtuigd dat je door verbetering van het darmsysteem, prestaties kunt verbeteren.
Het lijkt me niet dat dit al op grote schaal in het wielrennen gebeurt, al zag ik wel dat Peter Sagan al jaren zijn plas onderzoekt – om met de analyse van de stofjes die daarin zitten, inderdaad, zijn prestaties te verbeteren. Tom Dumoulin heeft zijn poepdoping daarentegen duidelijk nog niet op orde. Anders had hij nooit dat kakje kwijt gehoeven, daar naast de weg aan de voet van de Stelvio.
Hoe dan ook gaat de zoektocht naar sneller, harder en beter zelfs met zulke viezige methodes door. Denk daar maar eens aan als de renners elkaar deze Tour weer een poepie laten ruiken.
Marijn de Vries schrijft tijdens de Tour de France twee keer per week – op zaterdag en woensdag – een wielercolumn. De Tour gaat vandaag om 15.15 uur van start, met een individuele tijdrit van 14 kilometer in het Duitse Düsseldorf.
Deel dit artikel
Bij de gratie van voortschrijdend inzicht komen sommige zaken in de toekomst op de dopinglijst.
Tom Dumoulin heeft zijn poepdoping daarentegen duidelijk nog niet op orde.