Mieke Vogels en Willy De Winter over zijn prostaatkanker. ‘We hoeven geen prognose. Het is wat het is: dat hele doodgaan zal vroeger komen dan gedacht.’
‘De fermheid waarmee je over euthanasie praat als je gezond bent, vervaagt zodra de dood je huis komt binnensluipen’
Mieke Vogels «Negen jaar geleden kreeg Willy te horen dat hij terminale prostaatkanker had, en dat er alleen nog een palliatieve therapie mogelijk was. Ik voelde die diagnose bijna fysiek door me heen snijden: bij terminaal denk je aan ‘nog enkele weken of maanden’. Maar kanker wordt meer en meer een chronische ziekte: de medische wetenschap is dermate geëvolueerd dat je zelfs met een terminale kanker soms nog tien jaar kunt blijven leven. De eerste twee jaar hebben we het zelfs verzwegen voor onze vrienden.»
Willy De Winter «Omdat ik niet precies wist wat me te wachten stond. En omdat ik niet door het leven wilde gaan als een zieke: onvermijdelijk verandert de houding van mensen zodra ze weten dat je kanker hebt.»
Vogels «Maar het was onmogelijk om dat zwijgen vol te houden. Willy was net met pensioen, dat van mij zou een paar jaar later volgen. Mensen informeerden vol enthousiasme naar onze plannen: wat zouden we met die zee van tijd gaan doen? Gingen we de wereld rondreizen?»
De Winter «We moesten een beetje komedie spelen…»
Vogels «…en na twee jaar hebben we toch maar beslist om het iedereen te zeggen.»
De Winter «Negen jaar woekert die kanker nu in mijn lijf, maar tot voor kort was er niets aan mij te zien. Dat maakte het heel moeilijk om het uit te leggen. Ik wilde mijn omgeving voorbereiden op wat komen gaat, en vertelde dus de waarheid: dat de kanker is uitgezaaid, en dat er geen behandeling mogelijk is.»
Vogels «Logisch: met zo’n diagnose antwoord je toch niet ‘Prima!’, als mensen je vragen hoe het met je gaat?»
De Winter «Maar bij sommigen proefde ik een wantrouwige ondertoon. Ik hoorde ze net niet denken: wat vertel jij toch allemaal?»
Vogels (knikt) «Het was moeilijk om die mededeling over een ongeneeslijke kanker te rijmen met de ogenschijnlijk fitte man die in de zetel zat. Mensen die op bezoek kwamen, verwachtten een halve dode aan te treffen.»
De Winter «Nu heb ik twee verschillende reacties klaar, afhankelijk van wie er voor me zit. Ofwel zeg ik op voorhand dat ik er ondanks het verdict nog goed uitzie, ofwel vertel ik het verhaal gewoon niet meer en zeg ik dat het goed met me gaat – om die vervelende vragen te vermijden.»
HUMO Na de diagnose werd meteen een hormoontherapie opgestart.
De Winter «Bij de meeste kankers is chemo de eerste behandeling, en het lukt steeds vaker om op die manier een agressieve kanker in bedwang te houden. Maar bij prostaatkanker lukt dat vooralsnog niet: daar is chemo de laatste stap, louter als pijnbestrijding. Nu, ik heb wel veel gehad aan de hormoontherapie. Een jaar geleden ben ik ermee moeten stoppen, maar ze heeft er wel voor gezorgd dat ik nog veel levenskwaliteit heb ervaren.»
Vogels «En toch: er zijn momenten geweest waarop je ontzettend veel pijn had.»
De Winter «De periode na de verwijdering van mijn prostaat was heftig. En daarna ben ik geopereerd aan mijn kaakbeen, omdat dat een bijzonder pijnlijke reactie gaf op een bepaald medicijn. Ik heb ook lang last gehad van een hernia die uiteindelijk geen hernia bleek te zijn: in een cyste in de liesstreek had zich lymfevocht opgehoopt, en dwars door die holte liep een belangrijke zenuw die een gruwelijke pijn veroorzaakte. Toen heb ik een poos in een rolstoel gezeten. Ja, als je al die dingen uitlicht, is het een heel geaccidenteerd parcours geweest. Maar in zijn geheel bekeken vind ik dat de afgelopen negen jaar goed zijn geweest. Het gaat pas sinds enkele maanden echt bergaf. Sinds juli weten we dat er allicht een uitzaaiing zit op de bijnier. Dat is verontrustend, want het zou de eerste keer zijn dat er bij mij een orgaan wordt aangetast. Voorheen was de kanker uitgezaaid naar mijn botten en beenderen – het was dus een soort botkanker geworden.»
NOOIT MEER VRIJEN
HUMO Een zware dobber bij prostaatkanker: je mannelijkheid wordt flink aangetast.
De Winter «Ik heb die mannelijkheid nooit afgemeten aan het robuuste van mijn lichaam. Ik heb de beharing op mijn lijf verloren, mijn spiermassa is gereduceerd en ik heb vrouwelijke vormen ontwikkeld – brede heupen. Maar dat waren sowieso geen prominente factoren voor mijn zelfbeeld, dus daar zit ik niet zo mee.
»Vervelender waren de vapeurs die ik als gevolg van de hormoonbehandeling kreeg. Mieke en ik hebben samen de menopauze beleefd: we lagen met z’n tweeën in bed te zweten. In die mate dat we begonnen te fantaseren over een ecologische revolutie: er móést toch een manier bestaan om al die uitgestoten hitte te gebruiken om ons appartement te verwarmen (lacht).»
HUMO Incontinentie is ook een mogelijk nevenverschijnsel.
De Winter «Daar heb ik geluk mee gehad: ik ben het maar een paar dagen geweest, net na de prostaatoperatie. Maar veel mensen hebben er wel blijvend last van, en daar hoor je nooit iets over: het blijft een taboe. Ik zie gelukkig wel steeds vaker reclamespots voor luiers en doekjes.»
Vogels «Dat is een effect van de vergrijzing, hè: de markt speelt daarop in.»
De Winter «Het grootste taboe blijft impotentie, al is dat voor mezelf niet zó’n groot probleem omdat ik ook mijn libido kwijt ben. Ik heb geen enkel verlangen naar erotiek meer. In gezelschap maak ik wel nog grappen over seks, maar het zegt me niets meer – heel bizar. Eigenlijk komt het me goed uit, want het zou veel frustrerender zijn als ik nog wilde, maar niet meer kon. Maar voor Mieke is het natuurlijk heel erg.»
Vogels «Je moet rekenen: wij zijn veertig jaar getrouwd, en een vierde van die tijd was zonder seks. Ik zie steeds meer boeken verschijnen over seksualiteit bij ouderen. Maar het gaat nooit eens over mensen die het niet meer kunnen doen. En ik weet natuurlijk dat er niet echt een oplossing is, maar gewoon de erkenning van dat frustrerende gebrek aan intimiteit zou al veel betekenen.»
‘Mieke en ik hebben samen de menopauze beleefd: we lagen met z’n tweeën in bed te zweten. We begonnen zelfs te fantaseren: kunnen we er onze flat niet mee verwarmen? ”
HUMO Zijn jullie tevreden over de zorg die jullie krijgen?
Vogels «Geen kwaad woord over de behandelende artsen: die zijn stuk voor stuk geweldig. Maar er ligt nog een heel veld van mogelijkheden open. Willy en ik besturen met z’n tweeën een hele machinerie: tijdig afspraken maken met de juiste artsen, de voorschriften bestellen, de medicijnen op de juiste momenten innemen, de documenten indienen bij het ziekenfonds – en dan heb ik het nog niet over de psychologische kant van de zaak.
»De paars-groene regering heeft indertijd het begrip patiëntenrechten geïntroduceerd. Je mag je patiëntendossier inzien en je hebt het recht om te vragen welke behandeling wordt overwogen, wat die kost en wat de eventuele alternatieven zijn. Maar zo’n dossier is onleesbaar voor gewone mensen. Je wordt overdonderd door de medische terminologie, de Latijnse termen, door de zwaarte van de boodschap die je krijgt. En in dat kwartiertje bij de arts geeft die natuurlijk zijn opinie, het gaat nooit over de prijs of alternatieve behandelingen.
»Willy en ik doen alles met z’n tweeën, en we hebben het geluk dat we intelligent en mondig zijn. Maar stel je alleenstaanden voor, of mensen die minder geletterd zijn: hoe vinden die in hemelsnaam houvast? In ziekenhuizen heb je steeds meer borstverpleegkundigen – verpleegkundigen bij wie vrouwen met borstkanker terechtkunnen met alle mogelijke vragen. Mannen met prostaatkanker hebben dat niet, hè. Vandaar mijn pleidooi: stel op alle afdelingen van een ziekenhuis vertrouwensverpleegkundigen aan.
»(Op dreef) Er zijn nog zoveel mensen die omvergeblazen worden door de medische storm waarin ze belanden. Ik ontmoette laatst in de supermarkt een vrouw die zei dat ze dood zou gaan, want ze had borstkanker. De kanker was dus uitgezaaid, concludeerde ik. Maar dat wist ze helemaal niet, zei ze, ze had de dokter niet goed begrepen. En ze moest pas over zes maanden opnieuw op consultatie. Het was dus waarschijnlijk helemaal niet zo erg als ze dacht, maar ze was er wel van overtuigd dat ze aan het sterven was. Als er een vertrouwensverpleegkundige is, kun je na een consultatie met hem of haar het verslag van de dokter doornemen. Maar dat bestaat niet: je moet het helemaal alleen doen.»
HUMO Is daar geen rol weggelegd voor de huisarts?
Vogels «In principe wel, maar er is overal een tekort aan huisartsen. Hier in Deurne is in de meeste praktijken een patiëntenstop ingevoerd.»
De Winter «Voorlopig hangt het allemaal af van de particuliere initiatieven van ziekenhuizen. In het UZ Gent werken ze bijvoorbeeld al met vertrouwensverpleegkundigen, en in het AZ Brugge is er ook een werking die prostaatkankerpatiënten zo goed mogelijk begeleidt.»
Vogels «Dat zou de norm moeten zijn in elk ziekenhuis, op elke afdeling.»
CORDON sanitaire
HUMO Hoe is het om samen te zijn met iemand met een terminale diagnose?
De Winter «De partner is eigenlijk mee ziek.»
Vogels «Mensen zijn zich er niet van bewust dat die het ook moeilijk heeft. Niemand vraagt me ooit hoe het met mij gaat.
»Als partner van iemand met terminale kanker moet je ook voortdurend een moeilijk vraagstuk oplossen: hoeveel leven reserveer je nog voor jezelf? Willy is op dat vlak heel uitgesproken: hij jaagt me naar buiten. Dat vind ik goed, want ik heb de neiging om me in de zorgende rol te nestelen. Ik heb nog engagementen – ik ben voorzitter van Groen Plus (de seniorenafdeling van de partij, red.), en ik zit in de politieke raad van Groen – en ik probeer die zo goed mogelijk uit te voeren. Maar Willy is mijn prioriteit.
»(Denkt na) Het is bizar, hè: ik ben gezond, maar toch bouw ik mee af. Ik snijd dingen uit mijn leven die ik er normaal niet uit zou snijden.»
De Winter «Seksualiteit, mobiel zijn, reizen… En wandelen! Dat was onze grote passie: samen lange tochten maken door de natuur, en onderweg picknicken. Maar dat lukt al een poos niet meer – een wandelingetje van een halfuur voelt tegenwoordig als een overwinning aan.
»Wat ik ook merk: Mieke verkeert in een permanente staat van bezorgdheid. Want ik kan wel uitdrukken hoe ik me voel, en aangeven of het een goeie of slechte dag is, maar ze kan niet in mijn lichaam wonen.»
Vogels «Als Willy klaagt over duizeligheid en druk in zijn hoofd, ga ik meteen op het internet zoeken. En je weet: dokter Google geeft altijd de verschrikkelijkste diagnoses.»
De Winter «Ik zoek nauwelijks iets op. Ik voel wat ik voel, en dat is genoeg – ik hoef niet te weten wat er aan de hand zou kunnen zijn.»
Vogels «De afgelopen weken zijn wel zwaar geweest, hè.»
De Winter «Da’s waar. Ik heb een longontsteking gehad waar ik maar moeilijk van ben hersteld. Ik ben voortdurend moe, ik ben een paar keer gevallen en ik heb eens het bewustzijn verloren. En mijn botten zijn broos: die hormoonbehandeling veroorzaakt osteoporose.»
Vogels «Ik ga niet meer gerust de deur uit. Maar Willy is een heel makkelijke zieke: hij klaagt nóóit.»
De Winter «Ik ben heel blij met dat wandelingetje van een halfuur in het park. Terwijl Mieke dan vooral denkt aan de lange tochten die we vroeger maakten. Ik ben daar laconieker in: dat gaat niet meer, en dus concentreer ik me op wat wel nog lukt. Mieke ziet vooral het verlies, ik zie wat er nog is.»
‘Willy De Winter: ‘Leven met een politica is hectisch, ja. Soms had je zelfs niet de tijd om te praten over de rapporten van de kinderen. Maar ik heb nooit overwogen om bij je weg te gaan.”
HUMO Is dat typisch voor de rol van patiënt en partner? Of heeft het meer met jullie persoonlijkheden te maken?
De Winter «Allicht het tweede, want ik ken mannen die het er veel moeilijker mee hebben. We kennen ook een koppel waarvan de partner het niet aankon om de aftakeling mee te maken – ze zijn intussen gescheiden.
»In onze omgeving hebben een paar mensen hun partner in een paar maanden tijd verloren. Het is een interessante vraag: wat moet je verkiezen? Een korte periode van afzien, waardoor het afscheid plots en abrupt is en je een aantal dingen misschien niet meer hebt kunnen zeggen? Of een lang ziekbed, waarbij iedereen wordt voorbereid op het verlies? Voor mij is het duidelijk: ik verkies mijn situatie.»
HUMO Hoe vul je je dagen?
De Winter «Het helpt dat ik graag in mijn hoofd leef. Ik ben iemand die heel graag thuis is.»
Vogels «Ik ben altijd diegene geweest die graag naar buiten ging.»
De Winter «Naar muziek luisteren, over kunst en geschiedenis lezen: ik vind dat onzettend fijn. En ik beredder alle praktische zaken van het appartementsgebouw hier: daar heb ik ook een hele kluif aan.
»Voor de 60ste verjaardag van mijn zus heb ik een herinneringenboek gemaakt met foto’s en documenten van mijn vader. Hij is gestorven toen ik 15 was. Mijn zus is zeven jaar jonger en heeft dus weinig herinneringen aan hem. Van dat herinneringenboek zou ik graag nog iets grootsers maken. Ik wil ook iets soortgelijks over mijn moeder maken, én het archief van Mieke ordenen met het oog op haar eventuele memoires. Alles samen is dat een werk van tien jaar, en die heb ik niet meer. Misschien is dat wel de beste samenvatting: ik heb van alles genoeg, behalve tijd.»
HUMO Heb je eigenlijk een prognose gekregen van de dokter?
De Winter «Neen. En ik hoef er ook geen.»
Vogels «Aanvankelijk was de prognose: nog vijf jaar. Maar dankzij nieuwe vormen van hormoontherapie redt Willy het intussen al negen jaar.»
De Winter «En natuurlijk hoop ik op een wonder, op de plotse ontwikkeling van een immuuntherapie, maar ik hou er niet echt rekening mee. Het is wat het is: mijn leven zal vroeger eindigen dan gedacht.»
HUMO Voor wie gezond is, is de eigen sterfelijkheid doorgaans een abstract idee.
De Winter «En ik word er dagelijks mee geconfronteerd dat ik aan het doodgaan ben, ja. Iedereen weet dat hij ooit zal sterven, maar wie gezond is, is daar niet mee bezig. Maar goed, ik sta niet toe dat dat doodgaan mijn gedachten vergiftigt. Ik zit er niet elke dag over te piekeren. Ik ben me ervan bewust dat de minuten onherroepelijk wegtikken, maar dat besef knijpt mijn keel niet dicht.»
Vogels «Het is ook interessant hoe je door zo’n ziekte anders gaat denken over euthanasie. We zijn allebei altijd grote voorstanders geweest: als het op is, is het op, en dan moet je het recht hebben om je leven te beëindigen. Daar zijn we nog altijd van overtuigd, maar ik merk wel dat ik in mijn hoofd de grenzen van wat ik als leefbaar beschouw, aan het oprekken ben. De fermheid waarmee je over euthanasie praat als je gezond bent, vervaagt zodra de dood je huis komt binnensluipen. Dan klamp je je toch harder vast aan het leven dan je je vroeger kon voorstellen.»
De Winter «We hebben de stappen gezet: euthanasie is een optie. Maar voorlopig is het niet aan de orde. Mijn grootste angst is nu om te sterven met kanker in plaats van aan kanker. Mijn lichaam staat onder druk: mijn hartslag en mijn bloeddruk zijn veel te hoog en ik ben niet goed bestand tegen infecties. De kans bestaat dat ik aan pakweg een gewone longontsteking overlijd. Mijn immuunsysteem is zo aangetast dat ik onvoldoende verweer heb tegen een bacterie waar je als gezonde mens niets van zou merken. Dat vind ik een akelige gedachte. Als ik me daar tot in het absurde tegen zou willen beschermen, zou ik me helemaal moeten isoleren.»
Vogels «Toen de kleinkinderen hier waren voor Sinterklaas, mochten ze niet te dicht in de buurt komen. Nóg een cordon sanitaire rond De Winter in Antwerpen (lacht).»
MOOI BOOS
HUMO Een wat lugubere vraag misschien, maar heb je je een idee gevormd van hoe je laatste uren er moeten uitzien?
De Winter «Mieke heeft in een paar interviews gezegd dat ze afscheid wil kunnen nemen. Ik was daar wat bezorgd over: wat bedoelde ze precies? Want ik hou niet van het formele van afscheid nemen – ik heb geen zin in heuse ceremonies. Enfin, onlangs zijn we samen gaan wandelen en hebben we het daarover gehad. En gelukkig blijken we op dezelfde golflengte te zitten. We kennen elkaar door en door, we weten wat we aan elkaar gehad hebben: er hoeft helemaal niets cerebraals aan dat afscheid te zitten. Ik hoop dat we op mijn laatste ziekbed gewoon babbelen over de dingen waar we het altijd over gehad hebben. Er zijn ook geen kwesties die dringend benoemd of uitgesproken moeten worden. Mieke en ik hebben altijd goed kunnen praten. En door die ziekte is het allemaal nóg intiemer geworden. Zonder het na te streven is er een soort zachtheid over onze gesprekken gaan liggen.»
Vogels «En pietluttigheden krijgen geen aandacht meer: er gaat alleen nog tijd naar wat van belang is.»
‘De kinderen van onze oudste dochter hebben hun kat in de tuin begraven – ze was gestorven aan kanker. Ik vrees dat ze mij daarnaast willen begraven (lacht) ”
HUMO Wat zul je nalaten, Willy? Waar ben je trots op?
De Winter «Op Nelle en Anke, onze twee kinderen. En op onze kleinkinderen.»
Vogels «Je was ook een heel goede leraar. Vaak komen we oud-leerlingen tegen die zeggen hoe fijn het was om les van jou te krijgen. Voor veel van die mensen ben ik de vrouw van meneer De Winter.»
De Winter «Onze relatie koester ik ook: we zijn al meer dan veertig jaar gelukkig samen.»
Vogels «Je bedoelt dat het een wonder is dat je het al zo lang met mij uithoudt?»
De Winter «Heel veel politici zijn toch gescheiden? En ik begrijp dat. Toen jij minister of schepen was, zaten je dagen zo vol dat je zelfs aan essentiële dingen niet meer toekwam.»
Vogels «En als we ergens kwamen, werd ik voortdurend aangesproken en was Willy het zevende wiel aan de wagen.»
De Winter «Het vijfde, bedoel je? Anders zou het wel een héél dikke bak zijn – niet zo ecologisch, Mieke. Ernstig: dat was wel heel vervelend, ja. Mieke werd als openbaar bezit beschouwd. Soms werd ik gewoon weggeduwd.»
Vogels «Er was maar één persoon die je respecteerde, hè: koning Filip, toen nog prins. Toen ik in de Vlaamse regering zat, was er een banket waarop Filip Mathilde kwam voorstellen. Hij vroeg elke minister hetzelfde: ‘Hoe gaat het met u? Wat zijn uw projecten?’ Toen het mijn beurt was, liep hij me voorbij en sprak hij Willy aan: ‘Hoe gaat het met u? Wat zijn uw projecten?’ (hilariteit) Alle gekheid op een stokje: dat waren moeilijke jaren voor ons.»
De Winter «Maar ik heb nooit overwogen om bij je weg te gaan. Het was hectisch, ja, en soms had je zelfs niet de tijd om even te praten over de rapporten van de kinderen. Ik nam veel in het huishouden op mij. De kinderen zijn daar ook open over: ze zeggen dat Mieke er niet altijd was, maar ze nemen haar dat niet kwalijk. (Trots) We hebben dat toch maar mooi overleefd als gezin.»
HUMO Jullie zijn samen sinds 1976. Hebben jullie het ooit over al die andere levens die jullie hadden kunnen leiden?
De Winter «Neen, want dit is geen leven om spijt van te hebben.»
Vogels «Dat is mooi, toch? Zodra de grote, woeste verliefdheid was gaan liggen, hebben wij werk gemaakt van de liefde. Dat is voor mij rijk zijn: iemand meer dan veertig jaar aan je zijde hebben, en geen enkele angst meer hebben om je kwetsbaar te tonen, want je kent elkaar tot in de diepste vezels.»
De Winter «Ook op de moeilijke momenten is het nooit een optie geweest om elkaar op te geven. Mieke is mijn eerste en enige lief.»
HUMO Wat hebben jullie van elkaar geleerd?
Vogels «Dankzij Willy probeer ik af en toe orde te scheppen in mijn eigen chaos. Hij heeft me geleerd om rustig de dingen te overdenken, om ook eens logica toe te laten in plaats van snel en impulsief te handelen.»
De Winter «Mieke heeft mij het hele leven geleerd. Door de vroege dood van mijn vader had ik thuis al snel een verantwoordelijke rol opgenomen. Toen ik Mieke leerde kennen, was ik een ongelofelijk brave, plichtsgetrouwe kerel.»
Vogels «Ik heb je leren dansen, leren drinken en leren uitgaan (lacht).»
De Winter «Mieke is in die veertig jaar ook niet iemand anders geworden. Gelatenheid kent ze nog altijd niet: met het ouder worden is ze alleen maar militanter geworden. Ik heb altijd van haar boosheid gehouden. Omdat die niets te maken heeft met agressie, wel met oprechte verontwaardiging. Niemand kan zo mooi boos zijn als zij.»
‘Willy De Winter: ‘Ik heb geen enkel verlangen naar erotiek meer. Maar voor Mieke is dat natuurlijk heel erg.”
Vogels «Ik vind het logisch om nu bozer dan ooit te zijn. Ik ben al veertig jaar aan het vechten en het heeft niet genoeg betekend: onze kinderen en kleinkinderen leven niet in de wereld die ik indertijd voor ogen had. Dus moet ik nóg kwader zijn. (Geagiteerd) Komaan, ik heb een paar weken geleden meegelopen in de grote klimaatmars in Brussel. Met zeventigduizend waren we: je moest doof en blind zijn om het signaal níét op te pikken. En twee dagen later stemt België in Polen tégen een klimaatverdrag: dat hou je toch niet voor mogelijk?»
De Winter (glundert) «Prachtig, hè?»
HUMO Tot slot: hoe gaan jullie kinderen om met de kwetsbaarheid van hun papa?
De Winter «Ze zijn heel bezorgd.»
Vogels «En betrokken. Ze hebben het ook gewoon aan de kleinkinderen verteld.»
De Winter «Ik vind het goed dat de dingen niet in wolligheid worden verpakt: mijn kleinkinderen weten dat ik kanker heb, en ze benoemen dat ook zo. Ze zijn heel lief voor mij, ze knuffelen me intens, vragen bezorgd hoe het met me gaat. De kinderen van Nelle, onze oudste dochter, hebben een poos geleden hun kat in de tuin begraven – ze was gestorven aan kanker. Ik vrees dat ze mij daarnaast willen begraven (lacht).
»Het enige wat me echt frustreert, is dat het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen maar niet af raakt. Ik wil daar zo graag met mijn kleinkinderen naartoe, maar de voorlopige einddatum van de renovatiewerken is 2021: ik vrees dat ik dat plan moet opbergen.»
Vogels «Dat was echt je droom, hè.»
De Winter «Ja. Toen ik nog fit genoeg was om de kleinkinderen van school te halen, nam ik ze vaak mee naar de oude stadskern. De Vlaaikensgang, het verhaal van Brabo, de betekenis van het stadhuis, de geschiedenis van de Schelde: onze oudste kleinkinderen heb ik dat allemaal kunnen meegeven. (Vertederd) Op hun 5de vertelden ze als gloedvolle stadsgidsen over de geschiedenis van Antwerpen. Maar nu kan ik ze niet meer op sleeptouw nemen. Dat schrijnt wel, ja. Ik zag mezelf echt als de grootvader die zijn kleinkinderen vol vuur uitlegt hoe er vroeger grote schepen aanmeerden aan het Steen. (Plots weer monter) Maar het is wat het is. Ik heb terminale kanker, maar die eet gelukkig niet m’n hele leven op: tot op het laatst zal ik de liefde gulzig laten uitzaaien.»