Steeds meer Belgen kiezen voor woonkrediet met variabele rente
Ondanks lage rente wint variabel tarief aan populariteit
Ondanks de lage rente kiezen steeds meer Belgen voor een variabel tarief bij hun woonkrediet. Dat blijkt uit een rondvraag van Spaargids.be bij de vier grootbanken. “Zeker voor kortere looptijden is een variabele rente voordelig.”
Door de sterke daling van de rente was er de voorbije jaren een vlucht naar een vaste rente. Maar er begint zich stilaan een ommekeer af te tekenen. Tussen april en juni heeft 28 procent van de kredietnemers voor een variabele rente geopteerd. Twee jaar geleden was dat in dezelfde periode slechts 18 procent.
Bij de grootbanken erkent men dat de interesse in een variabel tarief fors is toegenomen. Vooral in juni heeft zich een versnelling ingezet. “In juni zaten we al aan 21 procent, terwijl dat twee jaar geleden slechts 6 procent was”, klinkt het bij BNP Paribas Fortis.
Bij Belfius zit men al aan 30 procent in juni. Bij de staatsbank laat dus bijna een op de drie kredietnemers de absolute zekerheid over zijn afbetalingen varen. Ook ING en KBC zien meer belangstelling voor leningen met een variabele rente, maar geven geen concrete cijfers.
De belangstelling laat zich ook voelen bij de financiële vergelijkingssite Spaargids.be. De bezoekers die zoeken op een variabele rentevoet maken nu bijna 17 procent van het verkeer uit, begin december was dat slechts 11 procent.
Later lenen
“De toenemende interesse is vermoedelijk te danken aan het feit dat leningen met variabele rente goedkoper zijn”, zegt Kristof De Paepe van de vergelijkingssite. “Banken lopen er minder risico’s mee. Als het rentepeil stijgt, kan het tarief van de lening mee omhoog. Bij een vaste rente is dat niet het geval. Hier zitten de financiële instellingen twintig jaar vast aan een laag tarief, terwijl ze voor het aantrekken van spaargeld meer zullen moeten betalen. Daarom ligt het vast tarief ook hoger.”
Volgens John Romain van adviesbureau Immotheker heeft de toenemende interesse voor een variabele formule ook te maken met de demografische evolutie.
“We zien dat de leeftijd om krediet op te nemen opschuift. Tien jaar geleden was zo’n 13 procent van de kredietnemers ouder dan 40 jaar, vandaag is dat 34 procent. Die mensen hebben al gespaard, lenen meestal op kortere termijn en kiezen steeds meer voor een variabel tarief.”Maar moeten kredietnemers nu resoluut kiezen voor een variabele rentevoet? “Dat hangt af van geval tot geval”, zegt Romain. “Mensen die een lening met een beperkte looptijd aangaan, pakweg tien jaar, kiezen beter voor een variabel tarief.” Wie daarentegen op langere termijn leent, bijvoorbeeld twintig jaar, en een variabele rentevoet wil, bouwt best voldoende veiligheidsgaranties in, meent de immoadviseur. “Je moet tenslotte in staat zijn om die maandelijkse aflossingen vol te houden. Ook als de rente stijgt.”
Wie vandaag leent op twintig jaar, betaalt voor een variabele rentevoet, afhankelijk van de formule, 1,10 procent à 1,50 procent. Dat tarief mag volgens de wet hooguit verdubbelen. “Dat kan dus maximaal 2,2 procent tot 3 procent worden. Voor diezelfde lening met een vaste rentevoet moet je rekenen op gemiddeld 2 procent”, zegt Romain.
ECB bepalend
Hamvraag is natuurlijk: hoe zal de rente evolueren? Daarbij moet vooral naar het beleid van de Europese Centrale Bank gekeken worden. Eind dit jaar stopt de ECB met haar inkoopprogramma, waardoor de rente vermoedelijk zal stijgen. Anderzijds heeft voorzitter Mario Draghi aangekondigd dat een renteverhoging ten vroegste na de zomer van 2019 aan de orde is.
Over de verdere toekomst is het koffiedik kijken. Sommige economen verwachten dat de lage rente vermoedelijk nog veel langer zal aanhouden dan in 2019. En dat zou alleen goed nieuws zijn voor de mensen die kiezen voor een variabele rentevoet.