Hoe bezorgd moeten we zijn over het groeiend aantal schermen bij kinderen? | binnenland | De Morgen

Gepubliceerd op Auteur: koenarchief

Hoe bezorgd moeten we zijn over het groeiend aantal schermen bij kinderen?

Belangrijkste bevindingen voorgesteld van Apestaartjarenonderzoek

Een tienjarige met een eigen tablet. In Vlaanderen is daar niets vreemds aan. Meer dan de helft van de kinderen blijkt inmiddels zelf zo’n toestel te bezitten. “Je vindt geen betere babysit.”

Share
Had in 2016 nog 18 procent een eigen exemplaar, dan is dat in 2018 toegenomen tot maar liefst 56 procent

Hoe gaan kinderen en jongeren om met nieuwe media? Wat voor apps gebruiken ze het liefst? Welke toestellen bezitten ze? Op dat soort vragen zoekt het Apestaartjarenonderzoek van Mediaraven, Mediawijs en de Universiteit Gent om de twee jaar een antwoord. Vandaag stellen ze hun belangrijkste bevindingen voor. Een van de zaken die de onderzoekers opvallend zullen noemen, is dit: steeds meer kinderen delen hun tablet niet langer met hun ouders, broers of zussen. Ze hebben er gewoon zelf eentje. 

De populariteit van het toestel blijkt in twee jaar tijd enorm toegenomen in de groep negen- tot twaalfjarigen. Had in 2016 nog 18 procent een eigen exemplaar, dan is dat in 2018 toegenomen tot maar liefst 56 procent. 

“Het is gewoon een erg gebruiksvriendelijk toestel. Ook voor kinderen die nog jonger zijn. Ze moeten geen tien stappen ondernemen om een spelletje te spelen: een klik op een herkenbaar logo is voldoende. Zoiets kun je ook al op je derde of vierde”, verklaart Hadewijch Vanwynsberghe van Mediawijs. Een tablet kan volgens haar ook makkelijk verplaatst worden. Erop swipen kan op de trein, aan de keukentafel, in de auto. “Ouders weten ook: dit is een makkelijke tool om de tijd te overbruggen.”  Of, zoals de vader van de zevenjarige Jack het verwoordt: “Je vindt geen betere babysit.”

Afdankertjes

De tablets die de kinderen gebruiken, zijn wellicht niet allemaal nieuw.  “De afgelopen jaren hebben heel veel ouders voor het eerst zo’n toestel gekocht. Veel van die modellen zijn inmiddels aan vervanging toe. De afdankertjes worden dan aan zonen en dochters gegeven.”

Spelletjes spelen en muziek beluisteren blijken de favoriete activiteiten, al vanaf de leeftijd van zes jaar. Vanaf hun twaalfde wordt het iets gevarieerder: dan ontdekken velen social media. “Je ziet dan ook een knik in de cijfers: het bezit van de tablet piekt rond elf jaar, daarna schakelen velen over op de gsm of smartphone. Die is net iets makkelijker om apps als Facebook, Snapchat en Instagram te gebruiken”, aldus Vanwynberghe.

Share
‘Ik heb zelf twee kinderen van tien die voortdurend achter de tablet zitten. Wat doen die continue prikkels met hun brein? Worden ze er niet te asociaal door ?’
Vicky Franssen, sociale psychologe

Hoe bezorgd moeten we zijn over deze groeiende populariteit van die tablet op jonge leeftijd? Vicky Franssen, een sociale psychologe die aan de Arteveldehogeschool digitale stress bij volwassenen onderzoekt, stelt zich die vraag ook. “Ik heb zelf twee kinderen van tien die voortdurend achter de tablet zitten. Wat doen die continue prikkels met hun brein? Worden ze er niet te asociaal door ? Krijgen zij hierdoor later misschien digitaal stress ? Ik pieker er ook over, en ik lees in de literatuur dat veel onderzoekers deze bezorgdheden delen, al vond ik er nog geen antwoord op. Ik besef dat zoiets moeilijk wetenschappelijk hard te maken valt. In dat geval zou je deze kinderen moeten vergelijken met een gelijkaardige groep die helemaal geen toestellen gebruikt. Dat lijkt me vrij onhaalbaar. Er is wel correlationeel onderzoek lopende, maar effecten op lange termijn zijn volgens mij nog niet beschikbaar.”

Slaaptekort

Share
‘Zowel jong als oud ervaart druk bij dit soort van nieuwe technologische ontwikkelingen. Zie het als een wild beest dat je moet temmen’
Bas Baccarne, betrokken bij het onderzoek

Dat ze bezorgd zijn over hun mediagebruik, geven jongeren ook zelf aan in het Apestaartjarenonderzoek. Een vijfde van de 12- tot 18-jarigen zegt onrust te ervaren door een smartphone – die ze op die leeftijd trouwens quasi allemaal in hun bezit hebben. Ze stellen dat ze er maar niet in slagen om minder tijd aan hun toestel te spenderen en dat ze daardoor ook in de problemen komen. Denk aan: te weinig tijd voor huiswerk of een slaaptekort. 

Volgens Bas Baccarne, eveneens bij het onderzoek betrokken, kan die onrust ook uit een andere hoek komen: die van de sociale druk. “Denk aan iemand die heel veel volgers heeft op Instagram en die mensen niet wil teleurstellen.” Volgens de man moet die onrust evenwel niet overdreven worden. “Het is een normaal iets, denk ik. Zowel jong als oud ervaart dit bij dit soort van nieuwe technologische ontwikkelingen. Zie het als een wild beest dat je moet temmen. Het duurt even voor je de juiste balans vindt.” 

Wie bezorgd is over het mediagebruik van zijn kind, verwijst hij naar monitoringapps als Moment, Quality Time en Mobiel DNA. Daarmee kun je nagaan wanneer je een tablet of smartphone of app intens gebruikt en zo bepaalde patronen ontdekken. “Het is vooral belangrijk dat een kind tot zelfinzicht komt”, benadrukt hij. Ook Vanwynsberghe zegt: “Je maakt een kind of jongere maar mediawijs door als ouder actief betrokken te blijven. Je moet durven de bubbel, dat eigen wereldje waarin ze soms lijken te zitten, te doorprikken. Probeer samen te spelen, te praten over wat ze doen, samen afspraken te maken. Zo leer je hen de risico’s en opportuniteiten kennen. En niet onbelangrijk: zo maak je ook de drempel kleiner om jou als hulppersoon in te schakelen als het misloopt.”

Jack (7) kreeg van de sint een tablet: “Ik weet dat ik er te veel op speel”

Dolgelukkig was hij, vorig jaar op 6 december. De sint bracht voor Jack (7) uit Sint-Martens-Latem een iPad mee. 

Jacks iPad was al zijn tweede exemplaar. De vorige, een afdankertje van mama en papa, was hij op reis kwijtgeraakt. “Het vaakst gebruik ik hem voor spelletjes”, zegt de zevenjarige. Fortnite is zijn favoriet, een game waarbij je The Hunger Games-gewijs 99 andere spelers op een eiland moet liquideren. Zijn broers van 13 en 20 zijn ook fan. “Ik weet dat ik te veel op de iPad speel”, bekent Jack.

Hoeveel hij speelt, kan de jongen niet zeggen. Vader Jean-Marie (50) kan dat wel. Hij installeerde onlangs Ourpact, een app waarmee hij de tablettijd kan begrenzen. In Jacks geval is dat: 1 uur per dag, tussen 7 uur ’s ochtends en 7 uur ’s avonds. “We hebben het geïnstalleerd toen mijn vrouw en ik het uit de hand vonden lopen. Zelfs op een zonnige dag met vriendjes over de vloer werd er alleen maar op die iPad gespeeld.” Sindsdien gelden er restricties. De iPad mag ook niet meer mee naar de slaapkamer.

Het toestel niet kopen, was volgens de man geen optie. “Ik ben zelf appontwikkelaar. We hebben zelf heel veel toestellen in huis.”

De vader noemt de tablet zelf een vloek en een zegen. “Op sommige momenten zijn we bezorgd over de tijd die hij achter het schermpje doorbrengt, op andere dan weer blij dat het bestaat. Door dat toestel kunnen we als gezin bijvoorbeeld wel een hele avond op restaurant gaan. Je vindt geen betere babysit.”

Jack zelf zegt nog dat hij het niet vervelend vindt dat zijn tablet na een tijdje uitvalt. “Ik weet ook wel dat het niet zo goed is voor mij.” Wat hij doet als de iPad geen optie meer is? “Tv-kijken.”

Deze toestellen

hebben kinderen zelf (9-12 jaar)

* In de editie van 2018 werd gsm/smartphone

niet apart bevraagd bij kinderen

Dit doen kinderen ermee

(9-12 jaar)

Deze toestellen

hebben jongeren zelf (12-18 jaar)

mobiele spelconsole

Dit doen jongeren ermee

(12-18 jaar)

Monopolie van Facebook

brokkelt af bij jongeren

populairste kanaal

bij kinderen

van de kinderen

gebruikt het

(al bevroegen

we in 2016

enkel de 9-

tot 12-jarigen)

van de ouders deelt, hoofdzakelijk op Facebook, informatie over hun kinderen

van de bevraagde jongeren stelt dat hij of zij in de afgelopen twee maanden een seksueel getinte foto van zichzelf maakte en naar iemand verstuurde.

van de kinderen hebben thuis regels over wanneer ze de toestellen mogen gebruiken.

van de jongeren zag ooit al eens

een online pesterij. 14% van de jongeren pestte zelf, 22% was

ooit al slachtoffer.