Postnatale depressie bij vaders: “Ik heb die maxicosi soms bijna een schop gegeven” | binnenland | De Morgen

Gepubliceerd op Auteur: koenarchief

Postnatale depressie bij vaders: “Ik heb die maxicosi soms bijna een schop gegeven”

Vijf tot tien procent van de vaders krijgt ermee te maken

Dat een postnatale depressie niets dan doffe ellende betekent, weten veel moeders. Maar dat leed blijft niet tot hen beperkt.

Toen zijn zoon Andres zes maanden was, gebeurde het. Maandenlang had hij zijn gevoelens opgekropt, maar eind 2003 “barstte het vat”, zoals Toni De Coninck (47) het zelf zegt. Andres was geen huilbaby, maar makkelijk was hij ook niet, vertelt de journalist. “Hij vroeg veel aandacht, het typische voorbeeld van een kind met wie je urenlang rondjes rijdt in de auto om hem in slaap te krijgen.” Daar kwam nog eens bij dat de bevalling traumatisch was geweest. “Het was erg nipt. Andres heeft wekenlang op de afdeling neonatologie gelegen.”

Toni belandde in het mannelijke equivalent van een postnatale depressie. “Ik kon niets meer verdragen. Geen muziek en zelfs de kleding op mijn huid was me te veel. Ineens begreep ik ook waar de term zenuw­inzinking vandaan komt: ik voelde de zenuwbanen in mijn armen branden.”

Hoewel er discussie is over of de begrippen ‘postnatale’ of ‘postpartum depressie’ ook bij mannen van toepassing zijn – postnataal betekent letterlijk ‘na de geboorte’, postpartum ‘na de bevalling’ – komt er steeds meer serieuze aandacht voor het fenomeen. Volgens onderzoek uit 2014 van de American Academy of Pediatrics hebben jonge vaders van rond de 25 jaar in de eerste vijf jaar na de geboorte van een kind 68 procent meer kans op depressieve klachten dan mannelijke leeftijdgenoten zonder kroost.

Dat de wetenschap hier pas sinds kort aandacht voor heeft, komt doordat er simpelweg niet aan is gedacht dat zoiets ook voor mannen zou kunnen gelden, legt de Nederlandse psycholoog Louis Tavecchio uit. Hij is emeritus hoogleraar pedagogiek en deskundige op het gebied van vaderschap. “Lange tijd werd een postnatale depressie gezien als iets typisch vrouwelijks. Zij is zwanger, zij bevalt en heeft met hormonale veranderingen te maken. Tientallen jaren is er niet naar de man gekeken.”

Share
‘Ik kon niks meer verdragen. Zelfs de kleding op mijn huid was me te veel. Ik voelde de zenuwbanen in mijn armen branden

Sinds kort zijn er aanwijzingen dat ook in de hormoonhuishouding van de man veranderingen plaatsvinden. Uit een langlopend onderzoek van de Amerikaanse North­western University blijkt dat bij jonge vaders het testosteron­niveau daalt, vooral bij mannen die zeer betrokken zijn bij de zwangerschap en veel tijd doorbrengen met hun kinderen. Volgens de onderzoekers is die hormoon­verandering biologisch te verklaren: het helpt mannen hun prioriteiten te verleggen zodra ze vader zijn geworden. Of die verandering ook verband houdt met een postnatale depressie bij mannen, moet nog worden onderzocht.

Feit is dat die andere grote risicofactor voor een postpartum depressie, de ingrijpende levens­verandering, net zo goed voor de man geldt als voor de vrouw. Zestig jaar geleden was de rolverdeling tussen man en vrouw duidelijk: hij was kostwinner, zij zorgde voor de kinderen. Tegenwoordig zijn mannen meer betrokken bij de opvoeding en moeten zij er net zo goed midden in de nacht uit om met een huilende baby rond te sjouwen. “Dat vraagt om een forse aanpassing”, zegt Tavecchio. “Mannen hebben minder tijd voor zichzelf en voelen zich schuldig als ze die tijd wél nemen. Ook speelt mee dat bij mannen vaak een competitieve sfeer heerst op het werk, en er veel van hen wordt gevraagd.”

Massief

Het klinkt de vader van Andres maar al te bekend in de oren. De Coninck had er grote moeite mee om alle ballen in de lucht te houden.

“Ik ben perfectionistisch ingesteld”, vertelt hij. “Ik wilde de perfecte werknemer zijn, de perfecte vriend en de perfecte echtgenoot. Toen ik ook nog de ideale vader moest zijn, was dat de druppel. Het kon er niet meer bij.

“Daarnaast was dit verantwoordelijkheids­gevoel massiever dan de rest. Het krijgen van een kind is onomkeerbaar en in het beste geval niet eindig. Dat legt een enorme druk op je schouders.”

Elke dag die De Coninck samen met Andres was, moest voor hem perfect verlopen. Zowel voor hemzelf, als voor zijn zoon. “Hij moest om de drie uur een voeding en daar hield ik mij minutieus aan. Als hij een half uur eerder begon te huilen van de honger, vond ik dat oneerlijk en werd ik boos. Ik heb me soms moeten inhouden om geen schop tegen de maxicosi te geven uit frustratie.”

De percentages mannen die kampen met depressieve gevoelens vlak na de geboorte van een kind, variëren van 5 tot 10 procent. Bij vrouwen is dit 7 tot 20 procent. Maar doordat het onderzoek naar postnatale depressies bij mannen nog in de kinderschoenen staat, is de kans groot dat de echte percentages hoger liggen.

Volgens Zweeds onderzoek uit 2017 van de universiteit van Lund wordt een postnatale depressie bij mannen sneller over het hoofd gezien. Waar depressieve moeders eerder geneigd zijn in bed te kruipen of snel in huilen uitbarsten, vertonen mannen vaak vluchtgedrag. Zij verliezen zich in werk, drank of drugs, zijn onrustig, snel geprikkeld en hebben een gebrek aan zelfcontrole. Daarnaast zijn mannen minder geneigd met psychische klachten naar buiten te treden.

Terwijl vrouwen al niet graag toegeven dat het met de liefde voor de kersverse baby tegenvalt – zo’n 20 tot 50 procent praat er niet over – ligt dit percentage bij mannen volgens deze studie hoger: 83 procent.

Dat vaders geneigd zijn hun gevoelens voor zich te houden, merkt ook kinder- en jeugdpsychiater Mijke Lambregtse-Van den Berg. Zij deed onderzoek naar postpartum depressies bij mannen en coördineert een polikliniek in het Rotterdamse Erasmus Medisch Centrum voor ouders met psychische klachten. “Het is opvallend dat alleen moeders zich in de poli­kliniek melden. Pas als we actief vragen of de vaders willen meekomen, ontdekken we vaak dat ook zij klachten hebben.”

Adequaat reageren

De screening op depressies bij jonge vaders moet daarom beter, vindt zij. Niet alleen omdat zij hier zelf bij gebaat zijn, ook omdat zo veel problemen bij kinderen kunnen worden voorkomen. Lambregtse-Van den Berg is een van de onderzoekers van Generation R, een omvangrijke studie waarmee sinds 2001 de ontwikkeling van tienduizend Rotterdamse kinderen wordt gevolgd, vanaf de geboorte tot in de volwassenheid. Depressieve ouders spelen een grote rol bij gedragsproblemen van kinderen, blijkt hieruit. Kinderen die niet goed worden gestimuleerd, kunnen cognitief, emotioneel en motorisch achterblijven. En hoewel de invloed van moeders groter is, hebben ook depressieve vaders een behoorlijke impact, vooral op jongetjes.

“Als kinderen heel jong zijn, is het belangrijk dat beide ouders adequaat reageren op de signalen van een kind”, legt Lambregtse-Van den Berg uit. “Ouders met psychische klachten hebben vaak al zo veel moeite om zichzelf staande te houden, dat ze het moeilijker kunnen opbrengen hun kinderen voldoende zorg en aandacht te geven. Goede screening bij beide ouders is belangrijk, want hoe eerder ze hulp krijgen, hoe minder groot de gevolgen voor de kinderen zijn.”

Doodop

Share
‘Begrijpelijk dat de vrouw de meeste aandacht krijgt. Zij is degene die zwanger is en bevalt. Maar hoeveel moeite is het om ook aan de man te vragen hoe het gaat?’
Stephen Davies, psycholoog, kampte met een postnatale depressie.

Psycholoog Stephen Davies (40) kreeg in 2012 een depressie, nadat zijn tweede zoon Ryan was geboren. Zo makkelijk als zijn eerste zoon was, zo moeilijk verliep het bij de tweede. “Mijn eerste zoon Dominick kwam ter wereld toen ik nog studeerde”, vertelt Davies. “Mijn vrouw werkte en ik was degene die thuisbleef. Hij sliep goed, soms moest ik hem zelfs om 9 uur ’s ochtends wakker maken voor het kinderdagverblijf. Op de dagen dat ik thuis was, sliep hij op gezette tijden zodat ik dan aan mijn scriptie kon schrijven.”

Die ging, ironisch genoeg, over postnatale depressies bij mannen. Het is een onderwerp waarin hij zich, door zijn eigen ervaring, in zijn latere carrière als psycholoog nog meer is gaan verdiepen. Via lezingen en workshops vraagt hij aandacht voor het fenomeen.

Davies ging ervan uit dat het bij zijn tweede zoon net zo makkelijk zou gaan. “Ik had net mijn eerste betaalde baan als psycholoog bij een zorginstelling. Vaak moest ik als ik thuis was met mijn zonen tussendoor nog wat werk doen”, vertelt hij. “Maar omdat Ryan zo slecht sliep, ging dat niet. Het extra werk kwam op de avonduren aan, maar ook ’s nachts sliep hij slecht en ’s ochtends werd hij rond half­vijf wakker.”

Uiteindelijk brak het slaapgebrek Davies op. “Ik was gefrustreerd dat het niet ging zoals ik wilde. Daarnaast had ik het gevoel dat ik hem tekortdeed. Bij mijn eerste zoon had ik alle tijd gehad, nu had ik die minder en was ik doodop.”

Share
‘Goede screening bij beide ouders is belangrijk. Hoe eerder ze hulp krijgen, hoe minder groot de gevolgen voor de kinderen’
Mijke Lambrechtse-Van den Berg, kinderpsychiater

De van origine Britse psycholoog had er baat bij gehad als hij van tevoren beter op het vaderschap was voorbereid, denkt hij. Want alle geboortezorg – verloskundigen, kraamhulp, zwangerschapscursussen en consultatiebureaus – richt zich vooral op vrouw en kind. Natuurlijk, het is begrijpelijk dat de vrouw de meeste aandacht krijgt, vindt Davies. “Zij is degene die zwanger is en bevalt. En ook de kinderen hebben aandacht nodig, maar hoeveel moeite is het om ook aan de man te vragen hoe het gaat? Bij mijn eerste zoon was ík nota bene degene die thuisbleef. Het is fijn als man te voelen dat je onderdeel bent van deze belangrijke gebeurtenis.”

Dat je als man al snel het gevoel hebt er een beetje bij te hangen, is niet vreemd als je alleen al kijkt naar de context waarin veel zwangerschapscursussen worden aangeboden, zegt Tavecchio. “Van de tien bijeenkomsten is het vaak de bedoeling dat de vader één of twee keer meekomt. Al wordt het niet expliciet gezegd, toch krijg je op die manier het idee dat je bijzaak bent. Terwijl de vader net zo belangrijk is als opvoeder en net zo’n grote rol kan spelen in de ontwikkeling van een kind.”

Van toeten noch blazen

David Borman is een van de weinigen die aanstaande vaders met een cursus door de zwangerschap loodst en hen voorbereidt op wat komen gaat. Tijdens zijn werk als verloskundige – vrij uniek voor een man – merkte hij dat veel mannen tijdens de bevalling van “toeten noch blazen wisten”. “Vaak nam ik zo’n man dan even mee naar de gang om te vertellen: dit is er aan de hand en dit kun je doen. Maar op een gegeven moment dacht ik: waarom doe ik dat niet van tevoren in een zaaltje?”

Share
‘Het is de bedoeling dat de man maar één of twee keer meekomt naar de zwangerschaps­cursus. Je krijgt dan toch het idee dat je maar bijzaak bent’
Louis Tavecchio, psycholoog

Sinds 2009 geeft Borman daarom de cursus ‘Aanpakken voor aanstaande vaders’. In twee avonden vertelt hij van alles over de zwangerschap (hoe ga je om met hormonen?), de bevalling (hoe kun je de pijn verlichten?), de kraam­periode (wat is jouw rol als je vrouw borstvoeding geeft?) en het aanstaande vaderschap (wat verandert er in je relatie?). Daarnaast leert hij aan professionals – verloskundigen, kraamverplegers, kinderdag­verblijf­medewerkers – hoe zij vaders meer kunnen betrekken bij het proces.

“Het is een blinde vlek. Alleen al de opstelling in de spreekkamer van de verloskundige: de behandelaar zit voor de moeder en de vader is weggestopt aan de zijkant. En waarom richten websites over kinderen zich allemaal op de moeder en zijn ze geschreven in jij-vorm? Het zou helpen om er ‘jullie’ van te maken.”

Kwamen er in het begin zo’n vier mannen op de bijeenkomsten af, nu zijn dat er gemiddeld dertig. Maar nog altijd is het voor mannen een hoge drempel, ervaart Borman. “Ze zijn bang dat het zweverig wordt. Daarom moet je ze op een andere manier binnenhalen. Met praktische tips.”

Bij zowel De Coninck als Davies was de depressie binnen een jaar na de geboorte van hun zonen verdwenen. Ze hadden het voordeel dat zij niet bang waren hun gevoelens te delen en hulp durfden te vragen, vertellen ze. Een uitzondering, want dat het taboe groot is, blijkt uit de zoektocht naar ervaringsdeskundigen voor dit artikel.

Veel mannen willen niet meedoen, uit angst voor ‘mietje’ te worden versleten. Onderzoekers mogen het erover eens zijn dat de postpartum depressie bij mannen bestaat, voor het grote publiek is het een nieuw en onbegrepen fenomeen.

‘Arme, arme nieuwe vaders’, schrijft ene Maud op Facebook sarcastisch onder een stuk over een studie dat ook jonge vaders risico’s lopen op een depressie. ‘Een depressie omdat ze de aandacht van hun vrouw moeten delen.’ ‘Tjonge­jonge, wat een gezeur’, vindt ook Irene. ‘Nog even en het volgende onderzoek wijst uit dat zwanger zijn, bevallen en de tijd erna het zwaarst zijn voor de mán.’

Dossier Dit weekend in De Morgen