Weg met crack, weg met bendes, weg met politiegeweld: de afgelopen dertig jaar zagen de campagnes van burgemeesterskandidaten in Compton er zo uit.De stad naast Los Angeles, thuis voor ongeveer 100.000 mensen, was tot voor kort een van de gevaarlijkste plaatsen van Amerika. Extreem bendegeweld, ooit het hoogste moordcijfer van het land, spanningen tussen de overwegend zwarte en latino inwoners en de politie die er decennia op een militaire manier optrad.
En toen waren er dit jaar weer burgemeestersverkiezingen in Compton. Belangrijkste speerpunt van de kandidaten: gaten in het verouderde wegdek dichten.
Hoe kan dat ineens?
Het antwoord op die vraag heet Aja Brown. Aja, naar de Steely Danplaat die haar moeder zo mooi vond, is 35 en werd net voor de tweede keer verkozen tot burgemeester. In 2013 werd ze de jongste burgemeester van Compton ooit.
Ondanks de overwegend zwarte gemeenschap is ze pas de tweede zwarte vrouwelijke burgemeester van de stad. Ze is diep geworteld in de gemeenschap: haar moeder groeide er op in een van de slechtste wijken, Browns oma werd er vermoord door een bendelid.
Ze leidt Compton naar een nieuwe toekomst en kan een voorbeeld zijn voor andere Amerikaanse steden en wijken die kampen met geweld, racisme en ongelijkheid.
De vooroordelen kloppen niet
Toen ik vorig jaar voor het eerst in deze stad was, om een verhaal te maken over hoe racistische stemwetten de Amerikaanse verkiezingen beïnvloeden, verwachtte ik het Compton uit de muziek en films die erover zijn gemaakt.
Armoede, openlijke bende-activiteit, vervallen huizenblokken, dat idee.
Ik verwachtte armoede, openlijke bende-activiteit, vervallen huizenblokken
Wat ik zag: scholen die gerenoveerd werden, sappige parken, drukbezochte buurthuizen, aanplakbiljetten voor vrijwilligerswerk, kleurrijke bungalows.
Op de parkeerplaats van een supermarkt sprak een jongen in een Kendrick Lamar-shirt me aan: of ik wist waar het slechte deel van de stad was. Het stuk waarover hij zoveel nummers had gehoord.
Ongemakkelijk? Ja.
Maar ik kan niet ontkennen dat ik ook naar dat deel op zoek was geweest. Niet om de ramptoerist uit te hangen, wel om te zien wat nou die hard knocks waren waar mijn favoriete rappers het over hebben.
Want Compton is óók de geboorteplaats van de gangsta rap. Het hiphopgenre dat een aanklacht vormt tegen de ongelijkheid, een pleidooi voor dan zelf je shit maar regelen – goedschiks of kwaadschiks.
Bovenal is het, zoals alle mooiste vormen van hiphop, een vorm van verslaggeving van binnenuit.
Waar de clichés vandaan komen
Hoe Compton het oorlogsgebied werd dat in zoveel nummers wordt beschreven?
De stad was lange tijd een landbouwgemeenschap, omringd door buitenwijken met vooral witte inwoners – zelfs de familie Bush woonde er een tijd. Niet dat het er rustig aan toeging: in de eerste helft van de vorige eeuw terroriseerden witte Klu Klux Klanachtige bendes, zoals de Spook Hunters (gesteund door de politie van Los Angeles), zwarte en latino inwoners.
Dat sloeg om nadat in 1948 een wet werd aangenomen die racistische woonwetten terugdrong, waardoor ook Amerikanen van kleur er woningen konden bezitten. Zij vormden al snel de meerderheid: tegenwoordig is 16 procent van alle inwoners van Compton wit.
De stad was lange tijd een landbouw-gemeenschap, omringd door buitenwijken met vooral witte inwoners – zelfs de familie Bush woonde er een tijd
Het geweld laaide weer op in de jaren zeventig. Toen begonnen de Crips en Bloods-bendes samen te werken met drugshandelaren. En zette de toenmalige politiechef militaire tactieken, controles en wapens in om de bevolking onder controle te houden. Waarop de bendes zich nog sterker gingen organiseren – met eindeloos straatgeweld tot gevolg.
En juist die verhalen gingen, vooral via gangsta rap, de wereld over. En bevestigden het (zelf)beeld dat veel mensen al van Compton hadden: een bodemloze put van geweld en ongelijkheid.
Nu is het niet zo dat het beeld helemaal niet klopt: die zaken spelen nog steeds. De kans dat je in Compton slachtoffer wordt van geweld is 1 op 99 terwijl die kans elders in de staat Californië 1 op 234 is.
Hoe Compton veranderde
Maar de omslag die in de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden, is overal op straat zichtbaar, merk ik weer nu ik voor de tweede keer in Compton ben. Een omslag die werd aangevoerd door burgemeester Aja Brown, die precies wist op welke punten ze de stad kon genezen. En die het bijgevolg te druk had voor een interview – na herhaalde verzoeken.
Voor wie zijn ogen niet gelooft, zijn er de cijfers.
In de vier jaar dat Brown de stad nu runt, is het moordcijfer drastisch gedaald. Dat lag in de jaren voor haar verkiezing tussen de vijftig en zestig doden per jaar, maar ging van 36 in het jaar dat ze verkozen werd, naar 25 in 2014 en 13 in 2015: het laagste aantal van de afgelopen vijftig jaar. Een belangrijke reden voor die daling zijn de bende-interventieprogramma’s die Brown heeft uitgerold, waarbij bendeleden banen worden geboden – en geld om hun wapens in te leveren bij de politie.
Ook wordt de politiemacht met succes hervormd sinds ze werkgroepen samenriep van burgers en politie, is het begrotingstekort van de stad kleiner geworden, het werkloosheidscijfer gedaald doordat Brown inzette op het steunen van lokale bedrijven en is het aantal betaalbare huurwoningen gestegen.
Bij andere ‘successen’ van Brown kun je vraagtekens zetten. Compton heeft ontzettend veel motels – gek voor een gebied dat nauwelijks toeristen ontvangt. Die motels mochten tot voor kort hun kamers verhuren per uur, perfect voor drugdeals en prostitutie.
Wat deed Brown? Die verbood de verhuur per uur om de stad veiliger te maken. Dan vraag je je af of die prostituees en dealers nu niet gewoon elders aan de slag gaan.
Ook lag het moordcijfer in 2016 ineens weer hoger dan in de jaren ervoor: van dertien personen in 2015 naar 36. Dit jaar kwamen er tot nu toe achttien mensen om. Die toename van vorig jaar is niet eenduidig te verklaren, maar geeft wel aan hoe pril de door Brown behaalde successen zijn.
Wat het succes van Brown vertelt
Toch valt niet te ontkennen wat Brown de afgelopen vier jaar voor elkaar bokste in een van Amerika’s moeilijkste steden. Haar voorgangers lieten een puinhoop achter: de een zit in de gevangenis vanwege corruptie, de ander maakte zijn verkiezingsbeloftes niet waar.
Dus waarom lukte het Brown wel de stad te transformeren?
Waarom lukte het Brown wel de stad te transformeren?
Nou, door de ongelijkheid te bestrijden. En ongelijkheid bestrijden, is de macht verleggen. Bijvoorbeeld van de overwegend witte, mannelijke macht naar een macht die de bevolking fatsoenlijk vertegenwoordigt.
Ook in Nederland is die macht ongelijk verdeeld. Hier wonen iets meer vrouwen dan mannen, maar hebben we desondanks 270 mannelijke op 72 vrouwelijke burgemeesters.
Hier heeft 22,6 procent van de bevolking een migratieachtergrond, maar kennen we maar vier burgemeesters met een migratieachtergrond.
En: verreweg de meeste burgemeesters zijn witte mannen van middelbare leeftijd, net als in de Verenigde Staten.
En: diversiteit en kwaliteit kunnen ook samenvallen
Het succes van Brown toont – naast de voorbeeldfunctie van Compton en de mogelijkheid ongelijkheid te bestrijden – nog iets anders. In de discussie over vrouwen, mensen van kleur en andere gemarginaliseerde groepen in (top)functies, worden representativiteit en kwaliteit vaak uit elkaar gehaald. Het argument is dan: we moeten kijken naar de ‘beste’ kandidaat, ongeacht afkomst.
In een ideale wereld zou dat zo werken, maar in een maatschappij waarin vrouwen en mensen van kleur germarginaliseerd worden en daardoor minder kans maken op zulke functies (nog afgezien van de vooroordelen die hen omringen), gaat die redenering niet op.
De status quo is ongelijk, dus zullen we eerst een stap extra moeten zetten om die recht te trekken. Niet door, weer zo’n drogreden, ‘dan maar genoegen te nemen met een minder goede kandidaat’, maar juíst door achtergrond en perspectief mee te wegen in hoe geschikt iemand is voor de taak.
Kijk maar naar Brown. Haar race om het burgemeesterschap werd getekend door mensen die haar kunde in twijfel trokken vanwege haar geslacht, haar kleur of haar achtergrond.
Nu is haar kunde in twijfel trekken sowieso een beetje gek: Brown heeft meerdere universitaire studies afgerond, was al sinds de middelbare school politiek actief en ontving al voordat ze burgemeester werd verschillende onderscheidingen op het gebied van sociaal werk en stedelijke planning.
Maar dat juist zij nu dingen voor elkaar krijgt, is mede te danken aan hetgeen anderen steeds als tegenwerping gebruikten: haar achtergrond.
Aja begrijpt met welke vooroordelen de burgers van Compton te maken hebben. Hoe weinig vertrouwen er is in de politie, hoe het voelt om extra in de gaten gehouden en slechter behandeld te worden.
Ook zette ze, als eerste vrouwelijke burgemeester in decennia, maatschappelijke projecten op die jonge meisjes richting managementfuncties begeleiden. Haar oma en moeder, die beiden opgroeiden in Compton en aan den lijve ondervonden hoe bendegeweld (zoals gezegd, haar oma werd vermoord door een bendelid tijdens een beroving) de gemeenschap sloopt, zorgden er volgens Brown voor dat ze wist waar ze moest beginnen om de stad te genezen.
Zo zette ze dus een aantal bende-interventieprogramma’s op; een project waar haar voorgangers hun vingers niet aan wilden branden. Onderdeel is niet alleen het stoppen van bendeleden door ze te laten reïntegreren, maar vooral ook preventie. Bijvoorbeeld door op scholen voorlichting te geven over groepsdruk en kansarme jongeren te ondersteunen en te sturen richting een geweldloos leven.
In het geval van Brown, en vele andere mensen uit gemarginaliseerde groepen, kun je representativiteit, inlevingsvermogen en persoonlijke ervaring kortom niet los zien van kunde of kwaliteit: het een zit in het ander ingebakken.
Haar grootste uitdagingen nu?
De beeldvorming verder veranderen en mensen laten zien hoe Compton nu is, en zou kunnen zijn. Dat zal volgens haar niet alleen het zelfvertrouwen van de gemeenschap vergroten maar ook nieuwe investeerders aantrekken – en nieuwe bewoners.
Of moet Brown eerst de gaten in de weg dichten?
Lees ook:
Zo voert Black Lives Matter elke dag het gesprek over ongelijkheid tussen zwart en wit Iedereen kent Black Lives Matter van de grote protesten na breed uitgemeten politiemoorden. Over hun dagelijkse werk hoor je minder. Ik volgde een kleiner protest in Los Angeles. Wie en wat zitten daarachter? Lees de reportage hier terug Hoe het Amerikaanse gevangenissysteem jonge mannen als John (22) doodt Iedereen kent Black Lives Matter van de grote protesten na breed uitgemeten politiemoorden. Naast de bekende activisten bestaat de Amerikaanse beweging ook uit mensen die zelf de schrijnende gevolgen van een ongelijk gerechtssysteem ondervonden en anderen dat leed willen besparen. Helen Jones, die haar zoon verloor aan een corrupte gevangenis, is zo iemand. Lees de reconstructie hier terug